top of page

Zoekresultaten

522 items gevonden voor ""

  • Benjamin Dalle spreekt in tien talen over het belang van het Nederlands

    Benjamin Dalle, cd&v-lijsttrekker voor het Brussels Parlement, trekt in een opvallende video voluit de kaart van het Nederlands. Met behulp van artificiële intelligentie roept hij in de tien meest gesproken talen in Brussel op om massaal Nederlands te leren. “Kennis van het Nederlands versterkt, verrijkt en verbindt Brusselaars”, aldus Dalle. Heeft het Nederlands nog een plaats in Brussel? Jazeker! In 2022 was het Huis van het Nederlands goed voor bijna 7.500 mensen cursisten Nederlands en meer dan 12.000 taaltesten. En dat loont, want uit studies blijkt dat wie Nederlands spreekt, meer kans maakt op een job. Toch is er nog altijd ruimte voor verbetering: een onderzoek van Bisa toont aan dat de kennis van het Nederlands van twee derde van de Franstalige Brusselse werkzoekenden onvoldoende is. Daarom lanceert Benjamin Dalle als cd&v-lijsttrekker voor het Brussels Parlement een oproep aan alle Brusselaars: ontdek de kracht van het Nederlands! Om die boodschap kracht bij te zetten, spreekt hij in deze video de 10 meest gesproken talen in Brussel. Met behulp van artificiële intelligentie spreekt Dalle de Brusselaars toe in het Nederlands, Frans, Arabisch, Spaans, Italiaans, Turks, Duits, Engels, Portugees en het Roemeens. Benjamin Dalle: “Brussel is vandaag meer dan ooit een meertalige stad, en het Nederlands heeft daar absoluut een plaats in. Meer en meer Brusselaars zien in dat het Nederlands kansen biedt. Kennis van het Nederlands verhoogt de kansen op een goede job en verrijkt het sociale en culturele leven van alle Brusselaars. De boodschap is duidelijk: meertaligheid in Brussel? Absoluut, maar laten we eerst en vooral beginnen bij het Nederlands.”

  • Actieplan ‘Mee(r) naar Buiten?!’ viert eerste verjaardag met nieuw buitenspeelonderzoek

    Vandaag is het opnieuw Buitenspeeldag: alle televisieschermen gaan op zwart, zodat kinderen en jongeren buiten kunnen gaan ravotten, vrienden ontmoeten, sporten of plezier maken. Het is meteen ook de eerste verjaardag van het actieplan Mee(r) naar Buiten?!, bedoeld om meer en betere speel- en ontmoetingsmogelijkheden te realiseren voor kinderen en jongeren. In het kader van dat actieplan lanceert Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle een nieuw buitenspeelonderzoek, om de evolutie van het buitenspeelgedrag van kinderen en jongeren in kaart te brengen. Het buitenspeelonderzoek van Kind & Samenleving wordt voor het eerst opnieuw gevoerd sinds 2019. Toen legde dat onderzoek een zorgwekkende trend bloot. Kinderen en jongeren bevinden zich steeds minder in openbare buitenruimtes. In vergelijking met het Grote Buitenspeelonderzoek van 2008 werd een daling van 37% gemeten. Johan Meire, inhoudelijk coördinator van Kind & Samenleving, benadrukt het belang van aandacht voor buitenspelen in de woonomgeving: "Een buurt waar weinig kinderen buiten spelen, is voor een kind niet aantrekkelijk om ook buiten te spelen, zodat er steeds minder buiten gespeeld wordt." Het nieuwe onderzoek is ambitieuzer dan ooit tevoren, met observaties in maar liefst 20 verschillende wijken verspreid over Vlaanderen en Brussel – meer dan dubbel zoveel als in 2019. Tijdens 200 observatierondes zullen duizenden kinderen worden geobserveerd in diverse buurten, variërend van stedelijke tot meer landelijke gebieden. Het bijzondere aan dit onderzoek is dat het gedaan wordt via observaties, en in de volledige buurt waar kinderen wonen. De observaties tonen het feitelijke speelgedrag van kinderen, in de volledige publieke ruimte van de wijken: straten, pleinen, parken, speelterreinen, sportveldjes… Het onderzoek zal begin 2025 volledig gepubliceerd worden en belangrijke inzichten bieden in de evolutie van het buitenspelen en in de factoren die buitenspelen beïnvloeden. Deze gegevens zullen erg waardevol zijn voor organisaties en beleidsmakers om gericht beleid te ontwikkelen en buitenspelen te stimuleren. “We hebben een goede wetenschappelijke basis nodig om een gerichter buitenspeelbeleid te kunnen voeren. Daarom is dit onderzoek onmisbaar. Ik roep dan ook op om dit onderzoek om de vijf jaar te herhalen, wat in het verleden niet het geval was”, legt Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle uit. 1 jaar actieplan Het startschot van het grootschalige onderzoek markeert een belangrijke stap in het bevorderen van het buitenspeelgedrag van kinderen en jongeren in Vlaanderen, en maakt deel uit van het bredere actieplan “Mee(r) naar buiten?!”. “Uit de vorige onderzoeken is gebleken dat het aantal kinderen en jongeren dat buiten vertoeft, door de jaren heen sterk is gedaald. Die kwalijke evolutie keren we om met het actieplan. De doelstelling is duidelijk: elk kind en elke jongere zou minstens twee uur per dag buiten moeten vertoeven. Omdat ze het willen, kunnen én mogen”, verduidelijkt Dalle. “En dat buiten spelen mag niet beperkt blijven tot mooie initiatieven als de Buitenspeeldag: we willen dat kinderen en jongeren 365 dagen van het jaar gebruik maken van de publieke ruimte.” Sinds de lancering in 2023 werden er, naast de lancering van het nieuwe onderzoek, al verschillende belangrijke acties ondernomen. De website buitenspelen.be is hét referentiepunt voor lokale besturen, organisaties, ouders, kinderen en jongeren die op zoek zijn naar informatie en inspiratie rond buitenspelen. Zo bevat de website de (sterk uitgebreide) speelidee-databank, met tal van ideeën en speelimpulsen voor kinderen en jongeren, ook voor thuis of bij slecht weer. Kind en Samenleving ontwikkelde een document met vuistregels over het concretiseren van een goed speelweefselbeleid op Vlaams en lokaal niveau: 8-80-800. Als 8-jarige kan ik mij autonoom verplaatsen in mijn buurt Op 80 meter van mijn deur vind ik een stapsteen naar het (speel)weefsel In mijn buurt vind ik een kwalitatieve speelplek van minstens 800 m² Deze vuistregels zijn voor gemeentebesturen een handige manier om een goed speelruimtebeleid op een bondige manier in te schrijven in beleidsinstrumenten. 64 organisatoren, veelal lokale besturen, bestelden nieuw campagnemateriaal om het buitenspelen te promoten. Op 7 en 8 mei wordt in Gent de ‘Mee(r) naar buiten-inspiratiedag’ georganiseerd, waar de focus ligt op kennisdeling rond het thema kinderen en jongeren in de publieke ruimte. De lancering van Hangmakers, een pleidooi voor rondhangende jongeren. De Hangmakers wil actief de kaart trekken vóór tieners en jongeren die rondhangen. Bataljong en het Netwerk Jeugdvriendelijk doen dit samen, vanuit een geloof in de kracht van rondhangen in de publieke ruimte. In het kader van Hangmakers werd ook het ‘serious game’ ontwikkeld, een game voor jongeren dat tegelijk ook een sensibiliseringstool en gespreksaanleiding is voor (jeugd)ambtenaren en beleidsmakers om op verschillende manieren naar de publieke ruimte te kijken, met een extra focus op tieners en jongeren die rondhangen in de publieke ruimte. Bataljong en Netwerk Jeugdvriendelijk wijdden een podcast en een webinar over publieke ruimte, tieners en jongeren en rondhangen, waar ongeveer 90 mensen aan deelnamen, aan het thema. Op 22 mei organiseert Bataljong drie bustours, bedoeld als ‘praktijksafari’ om lokale actoren te inspireren en motiveren werk te maken van een beleid gericht op kinderen en jongeren in de publieke ruimte. Op de Europese conferentie over lokaal jeugdwerk, eind februari in Brussel in kader van het Europees voorzitterschap Jeugd, bracht minister Dalle het actieplan onder de aandacht van jeugdwerkers van over heel Europa. Het actieplan werd hiervoor ook vertaald in het Engels. Minister Dalle roept samen met de partners van de Buitenspeeldag en vijf Vlaamse kinderzenders op om op 17 april massaal buiten te spelen. Ter ondersteuning van deze oproep zullen de kinderzenders tussen 13 en 17 uur hun uitzendingen staken en de schermen op zwart zetten. Er staan 370 initiatieven gepland over heel Vlaanderen en Brussel, maar sommige activiteiten worden geannuleerd vanwege het slechte weer. Bekijk de website www.buitenspelen.be, het advies van het KMI en de communicatiekanalen van lokale organisatoren voor de laatste stand van zaken.

  • Hoog tijd voor een realistische route naar Brusselse begroting in evenwicht

    “De volgende regering moet komaf maken met budgettaire struisvogelpolitiek” Met een geschat begrotingstekort van 19,4% in 2024, is de Brusselse begroting totaal ontspoord. Tegelijkertijd ontbreekt het de Brusselse regering aan daadkracht om het roer om te gooien en is er geen enkel realistisch traject naar een evenwicht uitgestippeld. Zo groeit de schuldenberg verder aan en gaat de schuldratio in 2028 richting een astronomische 300%.  Benjamin Dalle, cd&v-lijsttrekker voor het Brussels Parlement, kan het niet langer aanzien en komt daarom zelf met een becijferd budgettair toekomstplan voor het Brussels Gewest. Vandaag betaalt het Gewest 5,9% van de totale ontvangsten aan rentes. In 2028 dreigt dat te stijgen tot 9% van haar inkomsten, zo’n half miljard euro in totaal. Daarmee zou Brussel terechtkomen in een weinig benijdenswaardig rijtje van overheden zoals die van Senegal of Turkije. Bovendien verdampt door de hoge rentelast alle ruimte om nieuw beleid te kunnen voeren. En dat op een ogenblik wanneer de huisvestings-, tewerkstellings-, drugs- en veiligheidscrisissen net om doortastende investeringen vragen. De uitdaging waar Brussel voor staat is duidelijk: het budgettaire tekort moet met iets meer dan een miljard euro teruggedrongen worden én er moet beleidsruimte behouden blijven om noodzakelijke investeringen te doen in veiligheid, tewerkstelling, mobiliteit en betaalbaar wonen. Cd&v Brussel opent de discussie door als eerste partij een becijferd en realistisch plan op tafel te leggen dat bestaat uit zeven werven, waarmee het begrotingstekort tegen 2029 fors wordt teruggedrongen en waarmee tegen 2032 een budgettair evenwicht wordt bereikt. Benjamin Dalle, cd&v-lijsttrekker voor het Brussels Parlement: “De Brusselse overheidsfinanciën bevinden zich op een gevaarlijk hellend vlak. Zonder ingrepen dreigt een sneeuwbaleffect op de schuld en de rentelasten. De budgettaire struisvogelpolitiek van de huidige Brusselse regering is echt geen optie meer. Brussel verdient bestuurders die bij de start een budgettair plan richting een evenwicht formuleren. Met cd&v leggen we alvast een realistisch plan op tafel dat timmert aan dat evenwicht en tevens zuurstof geeft om te kunnen investeren in kerntaken zoals veiligheid, betaalbaar wonen, tewerkstelling en mobiliteit. We vragen aan de andere Brusselse partijen om de komende weken hetzelfde te doen. Dit is een kwestie van goed bestuur. Zo kan de Brusselse kiezer op 9 juni een geïnformeerde keuze maken.” Als Brussels parlementslid bevroeg Bianca Debaets, cd&v-lijsttrekker voor het Vlaams Parlement, de Brusselse regering al regelmatig over de wankele begrotingscijfers. Ook voor haar is het hoog tijd om orde op zaken te stellen: “Een CFO van een bedrijf overleeft geen 2 aandeelhoudersvergaderingen met dergelijke cijfers, laat staan 5 begrotingsjaren. Niet alleen in het straatbeeld stapelden de zinkputten zich op, ook het gat in de begroting werd steeds groter. Daar willen wij met cd&v verandering in brengen. We moeten opnieuw fier kunnen zijn op onze hoofdstad, en laten zien dat Brussel in staat is het hoofd te bieden aan de uitdagingen van morgen." Hierna worden de werven uit het plan kort besproken. 1. Activatiebeleid: meer Brusselaars aan het werk Ons budgettair toekomstplan start met de tewerkstellingsproblematiek te zien als een opportuniteit. De werkloosheid, zeker onder jongeren, is te hoog en te langdurig. En met 170.000 inactieve Brusselaars op beroepsactieve leeftijd, ligt de werkgelegenheidsgraad nog heel ver van de 80%. Met een reeks maatregelen die inzetten op meer begeleiding op maat, betere erkenning van diploma’s, extra Brusselaars leiden naar werk in Vlaanderen, meer re-integratie en een aanklampend activeringsbeleid, willen we 50.000 extra Brusselaars aan een baan helpen. Dat heeft ook een positief effect op de begroting: direct via extra ontvangsten (120 miljoen euro) en indirect via minder kosten (30 miljoen euro). Dit heeft bovendien een positief effect op de federale financiën (+/- 1,25 miljard euro door de combinatie meer ontvangsten/minder uitgaven). 2. Personeelsbeleid: tering naar de nering bij de administraties en kabinetten Het personeelsbestand van de Brusselse overheid barst uit zijn voegen. Tussen 2018 en 2022 steeg het aantal ambtenaren met 17%. Gecombineerd met de sterke inflatie van de afgelopen jaren is deze personeelsuitbreiding uitgemond in een budgettaire explosie. Tegelijk stellen we vast dat de kosten voor consultancy-opdrachten opgelopen zijn tot ongeveer 50 miljoen euro per jaar. Eind 2023 voerde de Brusselse regering uiteindelijk een wervingsstop in. Ook de komende vijf jaar laat de budgettaire context weinig ruimte. We stellen voor om de globale personeelskredieten (incl. voorziene budgetten voor consultancy) tijdelijk te plafonneren op het huidige niveau (50 miljoen euro). Dit gaat niet gepaard met een algemene wervingsstop, wel met de nodige flexibiliteit om personeelsnoden te kunnen invullen waar dat echt nodig is. Logischerwijs moeten ook de Brusselse kabinetten en parlementen de tering naar de nering zetten en besparen (10 miljoen euro). Eens dit doel gerealiseerd wordt, mogen de personeelskredieten maximaal stijgen met 75% van de globale groeivoet van de ontvangsten om nieuwe ontsporingen te vermijden. 3. Mobiliteitsbeleid: extra federale inspanning voor mobiliteitsuitdagingen in de hoofdstad Brussel speelt een belangrijke rol voor het hele land. De stad ontvangt dagelijks tienduizenden pendelaars, huisvest vele nationale, internationale en Europese instellingen en is het belangrijkste mobiliteitsknooppunt van het land. De renovatie van de Brusselse tunnels legt een groot beslag op de mobiliteitsbudgetten. Daarnaast vraagt de modal shift om bijkomende investeringen in publieke ruimte en openbaar vervoer. Vandaag krijgt het Gewest vanuit het federale Beliris 125 miljoen euro om grote infrastructuurprojecten te financieren. Dit bedrag is al meer dan een decennium onveranderd en wordt niet structureel geïndexeerd. Om de noodzakelijke mobiliteitsinvesteringen draagbaar te houden voor het Brussels Gewest, vragen we een verhoging van het jaarlijks Beliris-budget tot 200 miljoen euro. 4. Fiscaal beleid: weinig effectieve fiscale hervorming uit 2016-17 terugdraaien Een zeldzaam moment waarbij Brussel haar autonomie gebruikt heeft, was om in 2016-2017 een fiscale hervorming door te voeren. Het Gewest verlaagde toen als enige regio de opcentiemen op de personenbelasting met 0,5% en schafte de agglomeratiebelasting en forfaitaire gewestbelasting af. Het doel van die hervorming was om mensen warmer te maken om in Brussel te komen of te blijven wonen en werken. Zeven jaar later moeten we vaststellen dat die maatregelen hun doel voorbij schoten: de werkloosheidsgraad blijft hoog, de lonen liggen lager dan gemiddeld elders en de stadsvlucht blijft toenemen. Die dure en weinig effectieve fiscale cadeau kunnen we ons niet langer permitteren en draaien we terug. We brengen de personenbelasting terug in lijn met deze van Vlaanderen en Wallonië en doen dit op een progressieve manier om de lage inkomens te vrijwaren. Dit levert 50 miljoen euro extra op. We voorzien daarnaast enkele punctuele fiscale maatregelen zoals de afschaffing van de fiscale aftrek op dienstencheques (20 miljoen euro) en een betere inning van de belastingen in Brussel (31 miljoen euro). 5. Back to basics: opnieuw focussen op kerntaken De huidige Brusselse regering deelde volop cadeaus uit en zette diverse prestigeprojecten op de rails. Denk maar aan het peperdure Kanal, de bouw van het museum rond stripfiguur De Kat/Le Chat en de aanleg van een nieuw nationaal hockeystadion, nota bene twee cultuurprojecten en een sportproject, en dus geen kerntaken van het Gewest. Dit staat in schril contrast met de stiefmoederlijke behandeling van kerntaken zoals veiligheid, huisvesting en basisinfrastructuur zoals rioleringen. De volgende Brusselse regering moet meer realiteitszin tonen: meer kerntaken en must-haves, minder prestige en nice-to-haves. We realiseren een back-to-basics-besparing van 100 miljoen euro. Dit wordt gekoppeld aan een effectiviteitsdoorlichting van de grote, afzonderlijke subsidie- en investeringsdossiers van het Gewest. Denk daarbij bijvoorbeeld aan metro 3. 6. Vermindering van structuren, versterking van het Gewest Cd&v pleit al langer voor de vereenvoudiging van de Brusselse structuren. Uit onze analyse blijkt eens te meer, ook op budgettair vlak, waarom de Gemeenschappen in Brussel hun rol moeten blijven spelen. Er is wel een winst te boeken door bevoegdheden zoals parkeren, mobiliteit en huisvesting over te hevelen van gemeenten naar Gewest, door de GGC te integreren in het Gewest,  door intercommunales zoals VIVAQUA onder te brengen bij het Gewest en door politiezones en huisvestingsmaatschappijen te fuseren. Door die gerichte consolidatie beogen we een besparing van 100 miljoen euro. 7. Ruimte voor investeringen en nieuw beleid. Naast het vinden van besparingen, moet de volgende Brusselse regering ook de ruimte krijgen om gericht de strategische uitdagingen aan te pakken rond de drugs- en veiligheidsproblematiek, de huisvestingscrisis en de staat van de basisinfrastructuur zoals rioleringen. Hiervoor wordt een beleidsruimte van 250 miljoen euro voorzien. Conclusie Met de zeven werven verminderen we het Brussels begrotingstekort met in totaal 585 miljoen euro, ongeveer de helft van het huidige tekort, over de looptijd van de volgende legislatuur én behouden we toch ruimte voor nieuw beleid. Voor een realistisch pad naar een budgettair evenwicht zal er nog extra budgettaire orthodoxie vereist zijn en zal, naast de hierboven vermelde besparingen en meerontvangsten, de algemene stijging van uitgaven moeten beperkt blijven tot 50% van de stijging van de ontvangsten. Uitgaande van de economische vooruitzichten van het Planbureau, dat een stijging van de ontvangsten BHG/GGC raamt op 0,9 miljard euro, levert dit een bijkomende besparing van 450 miljoen euro op. Samen met de voorstellen uit de werven komen we zo tot een gecombineerde inspanning van iets meer dan 1 miljard euro voor de periode 2025-2029 en wordt het tekort tegen 2029 teruggedrongen met 786 miljoen euro. Een budgettair evenwicht kan dan bereikt worden in 2032. Dat vraagt in de periode 2030-2032 nog een besparing met gerichte maatregelen van 150 miljoen euro en dat gecombineerd met een mildere orthodoxie waarbij de uitgavengroei geplafonneerd wordt op 75% van de ontvangsten. De volledige analyse en het integrale becijferde plan kan je hier lezen. In de volgende tabel wordt het budgettaire pad richting een evenwicht in 2032 nog even samengevat:

  • VGC, Vlaamse overheid en GO! investeren ruim 4,8 miljoen euro in nieuwbouwproject voor deeltijds kunstonderwijs in Etterbeek

    Dit project zal de GO! RHOK Academie voor Beeldende en Audiovisuele Kunsten en de GO! Muziekacademie Etterbeek samenbrengen op één locatie gelegen aan de Edouard de Thibaultlaan 2. Het nieuwbouwproject maakt deel uit van het infrastructuurplan voor de Nederlandstalige academies in Brussel 2021-2025, een samenwerkingsverband tussen de VGC – Onderwijs en Scholenbouw, en de Vlaamse overheid – Coördinatie Brussel. Financiering voor dit Design & Build project is tot stand gekomen dank zij een samenwerking, met een investeringsbudget van 3,2 miljoen investeringssubsidies van de VGC en de Vlaamse overheid en ruim 2,8 miljoen euro van het GO!. Vandaag werden de plannen voor de nieuwbouw voorgesteld door het architectenbureau A2O in aanwezigheid van Sven Gatz, Brussels minister bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw in de Vlaamse Gemeenschapscommissie, en Benjamin Dalle, Vlaams minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding. Het gebouw van de RHOK Academie aan de Edouard de Thibaultlaan 43 en het gebouw van de muziekacademie aan de Ouderghemlaan voldoen niet langer aan hedendaagse normen en pedagogische vereisten. Daarom heeft GO! Scholengroep Brussel besloten ze te verkopen en de opbrengst te investeren in een nieuwbouwproject. Het hoofdgebouw van de RHOK Academie aan de Edouard de Thibaultlaan 2, een industrieel pand met grote erfgoedwaarde, zal behouden blijven. Op dezelfde site zullen twee nieuwe gebouwen komen voor zowel de RHOK Academie als de muziekacademie. Met hun prominente ligging aan de straatkant zullen de gebouwen het sluitstuk vormen van het bouwblok en een nieuwe uitstraling geven aan de academies. Dit zal de verbinding met de omgeving bevorderen en de aantrekkingskracht van beide academies vergroten. De nieuwe gebouwen zullen elk uitkijken op verschillende straten met een eigen karakter. De Generaal Tombeursstraat wordt de thuisbasis van de muziekacademie. Dit gebouw krijgt een heldere, open en uitnodigende structuur. Op de begane grond bevindt zich een polyvalente zaal, die met dubbelhoge raampartijen zal opvallen in het straatbeeld. Het nieuwe gebouw van de RHOK Academie komt in de Stationsstraat te liggen. De gevel met grote, horizontale ramen zal perfect passen in het straatbeeld en zal dienst doen als etalage voor de artistieke creaties van de studenten. Door te bouwen aan de straatzijden, zal het groengebied binnen het bouwblok volledig behouden blijven. De prachtige grote binnentuin vormt de verbinding tussen de verschillende gebouwen en zal multifunctioneel worden ingezet voor schoolactiviteiten en andere evenementen. Minister Sven Gatz, binnen de VGC bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw: “Met verve tonen hier de twee Etterbeekse kunstacademies van het GO! welke ambitie zij hebben voor het deeltijds kunstonderwijs. Door de krachten te bundelen, de VGC, de Vlaamse Gemeenschap en het schoolbestuur, wordt hier het grootste academie-bouwproject gerealiseerd, waardoor honderden Brusselse leerlingen en hun docenten creatief en artistiek aan de slag kunnen gaan en hun talenten ontwikkelen.” Vlaams minister van Brussel Benjamin Dalle: “De vele studenten aan onze Nederlandstalige academies nood aan goede infrastructuur om hun talent verder te ontwikkelen. Met een ambitieus infrastructuurplan in het deeltijds kunstenonderwijs bieden we hier een antwoord op. Dit project in Etterbeek bewijst opnieuw wat er mogelijk is als de Vlaamse Gemeenschap en de VGC nauw met elkaar samenwerken. Daarnaast is het een goede zaak dat de gebouwen ook gedeeld zullen worden. Dat resulteert in meer betrokkenheid met de buurt en nieuwe ontmoetingsplekken in de stad.” Jurgen Wayenberg, algemeen directeur van GO! Scholengroep Brussel, besluit: "Het samenbrengen van een muziekacademie en een academie voor beeldende en audiovisuele kunsten op dezelfde campus is een primeur en bevordert de samenwerking en creatieve uitwisseling, geheel in lijn met de scholengroep-baseline Grenzeloos denken, samen doen".

  • Projectoproep ‘Ondersteunen van jong engagement’ zet in op engagement van moeilijk bereikbare jongerengroepen

    Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle lanceert een projectoproep gericht op stimuleren van jongeren om een rol als animator in het jeugdwerk op te nemen. De oproep, getiteld ‘Ondersteunen van jong engagement’, streeft ernaar om jeugdwerk toegankelijker en aantrekkelijker te maken voor alle jongeren, met bijzondere aandacht voor diegenen die traditioneel minder betrokken zijn. Het jeugdwerk door en voor jongeren vertrekt van het uitgangspunt dat jonge deelnemers kunnen doorgroeien tot ervaren begeleiders. Dat sluit nauw aan bij het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan, en de prioriteit ‘engagement in de samenleving door vrijwillige inzet. Uit het recente onderzoek ‘Jongeren in cijfers en letters 5’ van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) blijkt dat dit niet altijd het geval is. Jongeren uit bepaalde groepen (zoals jongeren met een beperking of in een maatschappelijk kwetsbare positie) komen niet in aanraking met het jeugdwerk of haken af op de leeftijd van 15 à 16 jaar. Dit is ook de leeftijd waarop ze een geattesteerd kadervormingstraject kunnen starten, nl. 15 jaar, en een attest als animator in het jeugdwerk kunnen behalen, nl. 16 jaar. De jongeren die doorgroeien, blijken bovendien vaak dezelfde groepen jongeren, waardoor de begeleiding de diversiteit in de samenleving onvoldoende weerspiegelt. Met deze nieuwe oproep gaat minister Dalle op zoek naar projecten die jongeren stimuleren om een engagement als vrijwillige begeleider op te nemen, met focus op jongeren die moeilijk hun weg vinden naar het georganiseerde jeugdwerk. De projectoproep is gericht op vormende activiteiten die deze jongeren versterken, zodat ze een rol kunnen opnemen binnen het jeugdwerk (of daarbuiten). De projecten kunnen ook  focussen op het stimuleren van samenwerking tussen jeugdorganisaties en partners uit verschillende sectoren. Projecten kunnen uiteenlopen van voorbereidende trajecten en co-animatortrajecten tot samenwerkingen met jeugdhulpinstellingen en scholen. Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle trekt in totaal 1 miljoen euro uit voor deze projecten. Daarvoor voorziet de begroting van 2024 in extra middelen. Elk project maakt aanspraak op maximaal 125.000 euro. Minister Dalle benadrukt: “Het is cruciaal dat we bruggen bouwen naar jongeren die tot nu toe ondervertegenwoordigd zijn in het jeugdwerk. Dit initiatief zal niet alleen helpen bij hun persoonlijke ontwikkeling, maar ook bijdragen aan een meer inclusieve en veerkrachtige gemeenschap. Met deze oproep willen we ook de capaciteit van jeugdorganisaties versterken: met meer vrijwilligers kunnen de jeugdorganisaties meer activiteiten aanbieden. Ik roep organisaties op om gebruik te maken van deze unieke kans en op de proppen te komen met ambitieuze en innovatieve projectvoorstellen. Zo zorgen we samen voor een jeugdwerk dat nog inclusiever en toegankelijker is.” Een project indienen kan tot en met 14 april 2024, via de toepassing KIOSK. In mei valt de beslissing over de goedgekeurde projecten, die vanaf 1 juni 2024 van start kunnen gaan.  Meer info hier.

  • Bouw van ‘de Loods’ van start: unieke kruisbestuiving van zorg en kunst

    Op 17 maart, Dag van de Zorg, werd in Molenbeek de eerste steen gelegd van een uniek project dat kunst en zorg verbindt: de Loods. Deze inclusieve kunstenwerkplek wordt onderdeel van ’t Zinneke, een woongroep voor mensen met een beperking. De gasten en bewoners van ‘t Zinneke worden nauw betrokken bij de vele artistieke activiteiten die er zullen plaatsvinden. De Vlaamse overheid en de Vlaamse Gemeenschapscommissie zetten samen hun schouders onder dit innovatieve en waardevolle project. Op de site van ’t Zinneke is vzw Zonnelied, dat overal in Vlaanderen en Brussel dienstverlening voor mensen met een beperking organiseert, gestart met de grootschalige renovatie van een bestaande hangaar. Zonnelied vormt deze om tot een multifunctionele ontmoetingsplek, waar kunstenaars en artistieke collectieven een plek krijgen en die ook open staat voor mensen uit de buurt. De Loods wordt een inspirerend centrum waar buurtbewoners samenkomen in een omgeving die speciale aandacht besteedt aan mensen met een beperking. De bewoners van ’t Zinneke krijgen ook een rol in het onthaal en de uitbating van de kunstenwerkplek. Een toonvoorbeeld voor buurtgerichte zorg. Heel wat partners zullen in deze kunstenwerkplaats een thuis vinden. Zo komt er in samenwerking met Theater Tartaar en Platform K een repetitieruimte voor dans en theater voor personen met een beperking. Bewoners van ’t Zinneke zullen mee spelen in artistieke producties van Stefan Perceval en het kunstenhuis HETGEVOLG, en dansen in workshops, stages en producties van het dansgezelschap Ultima Vez of vzw Léon. Ook de Fietsbieb krijgt er een vaste stek. De Loods wordt gebouwd volgens duurzame principes, met energiebewuste keuzes op vlak van materiaalgebruik en energievoorziening, en het nieuwe gebouw krijgt ook een groendak. De Vlaamse overheid en de VGC investeren respectievelijk 550.000 euro en 240.000 euro in dit unieke project. Algemeen directeur van vzw Zonnelied Katleen Evenepoel licht toe: “Inclusie is niet langer een ambitie maar een werkwoord. De Loods moet een fysieke en mentale ruimte worden waar permanent ontmoeting en verbinding kan plaatsvinden. Door de samenwerking met formele en informele zorgverleners versterken we de sociale cohesie in de buurt en dragen zo ons steentje bij aan buurtgerichte zorg.” Vlaams minister van Brussel Benjamin Dalle: “Brussel heeft nood aan initiatieven zoals de Loods, projecten die sectoren met elkaar in verbinding brengen, samenwerking stimuleren en muurtjes slopen. We investeren niet alleen in stenen, maar ook en vooral in mensen. Vanuit de Loods zullen heel wat bijzondere ontmoetingen ontstaan. Mensen met een beperking ontmoeten buurtbewoners, kunstenaars en andere gebruikers van deze nieuwe broedplek, werken er nauw mee samen, leren van elkaar – en omgekeerd. Ik ben ervan overtuigd dat vanuit deze pleknieuwe initiatieven zullen groeien die mensen meer met elkaar in contact brengen.” Elke Van den Brandt, voorzitter van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie: “Zorg en welzijn in je eigen buurt kunnen vinden, heeft een gigantische meerwaarde. Het verhoogt de levenskwaliteit en versterkt de buurt. De Loods wordt dan ook een inclusieve ontmoetingsplek in Brussel met een unieke wisselwerking: op deze plek krijgen mensen met een beperking zorg van de buurt, en dragen ze zelf zorg voor een aantal diensten voor de buurt. Buurtgerichte zorg op maat van iedereen: daar moeten we naartoe in heel Brussel.”

  • Benjamin Dalle geeft voorzitterschap IMC armoedebestrijding door aan Karine Lalieux

    Armoede bestrijden vraagt samenwerking. Zeker in een complex land met vele bevoegde overheden, zoals België. Daarom nam Vlaams minister van Armoedebestrijding Benjamin Dalle in 2022 het initiatief om de verschillende bevoegde ministers opnieuw rond de tafel te zetten, in de interministeriële conferentie (IMC) Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Wonen. Op de IMC van vrijdag 15 maart gaf minister Dalle het voorzitterschap door aan federaal minister van Armoedebestrijding, Karine Lalieux. Het voorbereiden van een nieuw samenwerkingsakkoord in de strijd tegen dak- en thuisloosheid, dat nu door de verschillende overheden en parlementen gevalideerd moet worden, is de belangrijkste verwezenlijking van de IMC tot dusver. Vrijdag zaten de verschillende ministers die in België bevoegd zijn voor armoedebestrijding voor de vijfde keer sinds 2022 rond de tafel. Vlaams minister van Armoedebestrijding nam in oktober 2022, na liefst negen jaar inactiviteit, het initiatief om de IMC nieuw leven in te blazen. “Ik vond het onbegrijpelijk dat er geen structureel interfederaal overleg bestond over armoede, bij uitstek een thema dat zich bij uitstrekt over vele bevoegdheden en bevoegdheidsniveaus”, zegt minister Dalle. “Alle regeringen, van het federale niveau tot de gemeenschappen en gewesten, moeten samenwerken om het leven van mensen in armoede te verbeteren.” Dakloosheid uitroeien tegen 2030 Karine Lalieux, federaal minister van Armoedebestrijding, is vanaf nu de nieuwe voorzitter van de IMC. “Via de interministeriële conferentie bundelen we onze krachten en zorgen we voor een gecoördineerde aanpak over alle bevoegdheidsniveaus heen. Ons doel is duidelijk: dakloosheid uitroeien tegen 2030. Door preventie te bevorderen, geïndividualiseerde opvolging te bieden en innovatieve aanpakken zoals Housing First te omarmen, zetten we stappen richting een inclusieve en solidaire toekomst voor iedereen”, aldus minister Lalieux. Door de regelmatige uitwisseling zijn de verschillende ministers beter op de hoogte van elkaars plannen en kan afstemming worden gezocht. Bovendien lanceerde de IMC het voorbije anderhalf jaar ook nieuwe initiatieven. De voornaamste verwezenlijking is het afsluiten van een nieuw samenwerkingsakkoord rond dak- en thuisloosheid. In januari 2023 richtte de IMC een werkgroep dak- en thuisloosheid op, voorgezeten door minister Lalieux. Het doel was om het samenwerkingsakkoord van 2014 over dakloosheid en te onderzoeken en na te gaan of het moest worden aangepast. De werkgroep stelde al snel vast dat het de voorkeur verdiende om een nieuw samenwerkingsakkoord te schrijven. Die nieuwe tekst werd in december 2023 gevalideerd door de IMC. Dit akkoord zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de  verschillende regeringen en parlementen. De tekst is gebaseerd op de doelstellingen van de Verklaring van Lissabon, met name: dakloosheid uitroeien tegen 2030. In tegenstelling tot het vorige samenwerkingsakkoord, dat vooral focust op de verdeling van bevoegdheden tussen de verschillende overheden rond dak- en thuisloosheid, stelt de nieuwe tekst vooral gemeenschappelijke doelstellingen voorop. De verschillende overheden zijn hiervoor een aantal maatregelen overeengekomen: Preventie bevorderen en een reeks diensten opzetten om te voorkomen dat inwoners van ons grondgebied dakloos worden. Voorrang te geven aan een geïndividualiseerde opvolging van personen die dakloos zijn. Meer begeleidingstrajecten voorzien in lijn met de Housing First-methodologie en de Housing Led-aanpak. Daarnaast nam de IMC ook initiatieven om meer en accuratere kennis rond armoede te verzamelen, met een focus op nowcasting en forecasting. Het is belangrijk om de verschillende initiatieven meer op elkaar af te stemmen en een betere uitwisseling van cijfers en data mogelijk te maken.

  • Media Innovation Xchange, dé Europese conferentie over media-innovatie

    Twee dagen lang was Brussel de plek waar de Europese mediasector, beleidsmakers en academici bijeen kwamen om het te hebben over de technologische stand van zaken en bijhorende ambities voor een sterk evoluerend medialandschap. Meer dan tweehonderdvijftig deelnemers zakten af naar het indrukwekkende ‘Royal Belge’-gebouw in Watermaal-Bosvoorde, voor de voorzitterschapsconferentie Media Innovation Xchange. Op 13 en 14 maart was dit het toneel voor toonaangevende keynotes, scherpe debatten en boeiende inzichten die de toekomst van het Europese media-ecosysteem zullen bepalen. De komende vijf jaar vormen een unieke en urgente ‘window of opportunity’ om de Europese mediasector voor te bereiden op het volgende decennium. Het stimuleren van media-innovatie en digitale transformatie is cruciaal om de productie, vindbaarheid en zichtbaarheid van kwaliteitsvolle Europese content te blijven garanderen en om de economische leefbaarheid en technologische weerbaarheid van lokale mediaorganisaties te versterken in een zeer competitief globaal medialandschap. Naast grote uitdagingen zorgen nieuwe technologieën en trends zoals AI, XR, real-time 3D, 5G en big data ook voor ongekende mogelijkheden en opportuniteiten voor de Europese mediasector. Hoog tijd dus voor een bijeenkomst op het scherp van de snee, met een programma dat het ene moment tot bezinning noopte, en het andere moment net sterk geanimeerde discussies teweegbracht onder de gasten. “Digitale transformatie en media-innovatie eisen terecht onze aandacht op. De mediasector staat immers voor grote uitdagingen, en er is nood aan aanpassingsvermogen, innovatiekracht en samenwerking om te beantwoorden aan deze evoluties”, aldus Vlaams minister voor Media, Benjamin Dalle. De voornaamste thema’s op de agenda waren Artificiële Intelligentie, Gametechnologie, Data, Virtuele Werelden en Desinformatie. Aan de hand van grotendeels plenaire sessies en keynote talks, aangevuld met een aantal breakout sessies en veel netwerkgelegenheden, verdiepten de gasten zich in de laatste media-innovatie inzichten en maakten ze kennis met interessante best practices. Ze formuleerden gezamenlijke noden en reflecteerden samen hoe nieuwe en opkomende technologieën de media- en audiovisuele sector kunnen versterken. De sessie rond AI was ongetwijfeld de sessie waar het meest naar uitgekeken werd. De recente ontwikkelingen in contentcreatie, die het voorbije jaar zowel binnen de media- en audiovisuele industrieën alsook bij de creators bezorgde stemmen deed weerklinken, liggen uiteraard aan de basis daarvan. De deelnemers waren het al snel eens: het is in dit verhaal, zoals altijd, een evenwicht zoeken tussen de risico’s en de opportuniteiten. Want die laatste zijn er natuurlijk ook en moeten we grijpen. Vooral generatieve AI en virtuele productie hebben al aangetoond krachtige tools te zijn die zowel in creatie als productie van grote toegevoegde waarde kunnen zijn. Eén ding is zeker: uitgepraat waren de gasten aan het einde van de conferentie zeker niet. Maar laat dat nu ook net de doelstelling geweest zijn van deze tweedaagse: het gesprek aangaan, meningen en overtuigingen delen, partnerships smeden en zo een basis leggen voor verdere, vruchtbare samenwerkingen.

  • Protocolakkoord moet mensen met een overmatige schuldenlast sneller naar schuldhulpverlening leiden en extra invorderingskosten voorkomen

    Vandaag ondertekenden Vlaams minister van Armoedebestrijding Benjamin Dalle, Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits, de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders (NKGB), de Belgische Vereniging van Incasso-ondernemingen (ABR-BVI), de erkende instellingen voor schuldbemiddeling bij de OCMW ’s en CAW’ s en het steunpunt Mens en Samenleving (SAM), een protocolakkoord dat overmatige schuldenlast moet voorkomen. Met dit protocolakkoord willen ze mensen in armoede beschermen door nodeloze invorderingskosten te vermijden en hen actief naar schuldhulpverlening te leiden. De focus van het protocol ligt op vroegtijdige detectie van mensen in overmatige schuldenlast, met als doel hen op tijd te informeren en door te verwijzen naar passende schuldhulpverlening. Hierdoor kan een realistisch afbetalingsplan opgesteld worden, waarbij invorderingskosten niet verder oplopen. Het initiatief voor dit protocolakkoord komt voort uit het Vlaams regeerakkoord, dat zich richt op de strijd tegen overmatige schuldoverlast. Hoewel Vlaanderen geen bevoegdheid heeft op het gebied van invordering, zagen de ondertekenaars ruimte binnen de federale regelgeving om nodeloze invorderingskosten te vermijden, zonder blind te zijn voor de schuldeisen, en dus met respect voor de rechten van alle betrokkenen. Het afgesloten akkoord is dan ook een engagement gebaseerd op goodwill en goede communicatie tussen de verschillende betrokken partijen. De protocoltekst zal jaarlijks geëvalueerd worden en waar nodig bijgestuurd en/of geactualiseerd. Respect en begrip “Overmatige schuldenlast komt nog al te vaak voor, en de gevolgen kunnen enorm zijn. Dat moeten we op alle mogelijke manieren proberen te vermijden. Met dit protocol willen we overmatige schuldenlast sneller detecteren, en de mensen de nodige tijd bieden om een oplossing te zoeken voor hun financiële problemen. Respect en begrip voor zowel de schuldeiser als de schuldenaar is de basis voor een oplossing bij betalingsachterstanden.” – Benjamin Dalle, Vlaams minister van Armoedebestrijding. “Ik ben heel tevreden dat we vandaag dit bijzonder protocolakkoord kunnen afsluiten. Mensen die het financieel al moeilijk hebben, mogen niet nog verder in een financiële put geduwd worden, met alle gevolgen van dien voor het mentale en fysieke welzijn. Goede afspraken tussen gerechtsdeurwaarders, incassobureaus en hulpverleners zorgen er voor dat gemaakte schulden zo goed mogelijk worden terugbetaald, grotere kosten vermeden worden en mensen ondanks de overmatige schulden opnieuw perspectief kunnen zien. Goede afspraken die alleen maar in het voordeel zijn van alle partijen. Bedankt aan alle betrokken bij dit akkoord voor de goede wil en samenwerking.” – Hilde Crevits, Vlaams minister van Welzijn. “Mensen die geconfronteerd worden met schulden, wachten vaak lang - soms zelfs jaren - met hulp zoeken, vaak uit schaamte, uit overtuiging dat ze het zelf wel zullen regelen, of uit angst voor wat er hen precies boven het hoofd hangt. Vanuit CAW vinden we het belangrijk dat elke mens in een kwetsbaar moment zo snel mogelijk de stap kan zetten naar hulp. Want voorkomen is beter dan genezen: vroegdetectie, hulp op maat en goede doorverwijzing zijn cruciaal om te voorkomen dat problemen escaleren of ontsporen. Deze overeenkomst is een belangrijke stap om mensen die met schulden geconfronteerd worden een menswaardig bestaan te blijven garanderen en hen zo goed en tijdig mogelijk te helpen. Vanuit CAW bieden we psychosociale hulp voor mensen met geldzorgen. Want die  veroorzaken stress en soms mentale problemen. Moeilijk aflosbare schulden kunnen leiden tot depressie, angsten, alcoholproblemen en andere psychische aandoeningen.” – Wouter Torfs, voorzitter CAW Groep. “Schulden zorgen voor meer schulden. Met dit protocol proberen we daar een dam tegen op te werpen. We versterken de samenwerking op het terrein. Zo kan de dagelijkse inzet van de OCMW's nog beter renderen. We pakken het immers aan de bron aan. Onze kwetsbare burgers kunnen hier alleen maar baat bij hebben.” – Wim Dries, voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). “We ondersteunen de principes van dit herenakkoord en willen zelfs verdergaan door onze eigen engagementen met de Vlaamse regering en de sociale organisaties te versterken. De schuldenproblematiek verdient een coherent beleid waarin preventie, vroegdetectie en gegevensdeling essentiële schakels zijn. Het dagelijks contact van OCMW’s, CAW’s en gerechtsdeurwaarders met burgers is daarbij cruciaal. Gerechtsdeurwaarders kunnen schulden niet wegtoveren, maar we kunnen wél de best mogelijke oplossing voor elke situatie faciliteren. De persoon is het vertrekpunt, niet de factuur. Wie wil maar niet kan betalen of het moeilijk heeft, moet zo snel mogelijk – en liefst voor de opstart van een procedure – begeleid worden naar een alternatief op maat zoals een opschortend afbetalingsplan, een vorm van schuldhulpverlening of een volledig nieuwe start.  De samenwerking tussen de Vlaamse en Brusselse gerechtsdeurwaarders en de Vlaamse Belastingdienst bewijst dat de faciliterende aanpak van de gerechtsdeurwaarder werkt: sinds 2010 werden 1.463.987 dossiers geregeld, goed voor een bedrag van 1.395.105.166 euro.” – Jan De Meuter, voorzitter van het directiecomité van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. “Dit protocolakkoord formaliseert de manier van samenwerking die gelukkig op heden al vaak op terrein bestaat tussen de schuldhulpverleners van het OCMW/CAW, versterkt door BudgetInZicht, en gerechtsdeurwaarders en incassokantoren, die uitgaat van een meer ondersteunende benadering van personen en gezinnen in een financieel kwetsbare positie. Even belangrijk is dat het akkoord de minnelijk schuldbemiddeling als volwaardige bijstandsvorm erkent naast de kostelijke, langdurende en meer ingrijpende gerechtelijke procedure collectieve schuldenregeling die bij voorkeur, ook door vroeg-detectie door de invorderaars, in het belang van schuldeisers en schuldenaren, wordt vermeden. Wat volgens het akkoord ook geldt voor invordering: het maximaal inzetten op minnelijke invordering en het liefst vermijden van de duurdere gerechtelijke invordering waarbij dwangmaatregelen kunnen worden ingezet.” – Michel Tirions, voorzitter SAM vzw. “Het is in ons maatschappelijke visie logisch dat het minnelijke invorderen maximale kansen krijgt bij schuldinvordering. ABR-BVI streeft al jaren naar een zo uitgebreid mogelijke periode voor minnelijk invorderen. Duurzaam omgaan met schulden staat bij ons centraal. Schuldenaars kiezen immers vaak niet voor die situatie en zijn zelf vaak slachtoffer van ziekte, jobverlies, onverwachte wendingen,... We hechten dan ook veel belang aan onze deontologische code in de samenwerking met onze leden, overheden en partners. Samen zoeken we een positieve oplossing die ook voor de schuldeisers aanvaardbaar is.” – Martine T'Jampens, voorzitter ABR-BVI.

  • Journalist is vanaf nu een beschermd beroep

    Het recent goedgekeurde Strafwetboek bevat een belangrijke passage voor journalisten. De beroepscategorie wordt immers bijgeschreven in de lijst van personen met een maatschappelijke functie. Geweld ten aanzien van journalisten kan zo strenger bestraft worden. Vlaams minister van Media Benjamin Dalle en de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) lanceerden in 2022 al de website persveilig.be. Dat initiatief was bedoeld om journalisten en de bredere samenleving bewuster te maken van het toenemend geweld tegen journalisten. De bescherming van journalisten gerechtelijk verankeren is een logische volgende stap. Het nieuwe Strafwetboek, dat de Kamer van Volksvertegenwoordigers eind februari goedkeurde, bevat onder meer een strengere strafmaat voor geweld tegen mensen met een maatschappelijke functie. Dat gaat dan bijvoorbeeld om politieagenten, hulpverleners, buschauffeurs en advocaten. Op vraag van Vlaams minister van Media Benjamin Dalle behoren nu ook journalisten tot deze categorie. “Het behoeft geen twijfel dat de journalist een maatschappelijke functie heeft. Journalisten worden wel eens aanzien als publieke waakhond in de samenleving. Dat betekent ook dat ze meer risico lopen, omdat ze bijvoorbeeld gevoelige informatie aan het licht brengen. Het is belangrijk om hen daar extra tegen te beschermen, zodat ze hun maatschappelijke opdracht in alle veiligheid en vrijheid kunnen vervullen. Geen enkele journalist mag zich onveilig voelen bij het uitoefenen van zijn of haar job”, zegt minister Dalle. “Recent grootschalig onderzoek toonde aan dat ruim de helft van de beroepsgroep al te maken kreeg met agressie. Meest voorkomend is verbale agressie maar ook intimidatie, discriminatie en fysiek geweld tijdens betogingen of sportevenementen komen voor. De bepaling over strafverzwaring moet geweldplegers een geweten schoppen. Journalisten hebben een kritieke functie, zonder informatie gaat het licht uit. Ze moeten hun werk kunnen doen”, aldus Charlotte Michils, algemeen secretaris van de VVJ.

  • Nieuw project ‘Kansrijk opgroeien in Molenbeek’ bestrijdt kinderarmoede

    De eerste duizend dagen zijn ontzettend belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Kinderarmoede vroeg, structureel en nabij bestrijden is dan ook cruciaal. Net dat is het doel van het project ‘Kansrijk opgroeien in Molenbeek’, dat de Vlaamse overheid en de Vlaamse Gemeenschapscommissie gezamenlijk starten vanuit vzw Molenketjes in Sint-Jans-Molenbeek. Vlaams minister van Brussel en Armoedebestrijding Benjamin Dalle investeert 249.999 euro in dit drie jaar durende project. De impact van armoede op jonge kinderen is groot. Onderzoek toont aan dat het belangrijk is om structureel, vroeg en dichtbij gezinnen, in te zetten op het bestrijden van kinderarmoede. Samen met de Vlaamse Gemeenschapscommissie lanceert Vlaams minister van Brussel en Armoedebestrijding Benjamin Dalle nu ook een project in Molenbeek, gericht op perinatale zorg en op kwetsbare gezinnen met minstens een kind van maximaal 3 jaar oud. Het project wordt georganiseerd vanuit De Molenketjes vzw, een organisatie die in Sint-Jans-Molenbeek ook Nederlandstalige buitenschoolse opvang, speelweken, brede school werking, kinderdagverblijven, een babytheek en consultatiebureau coördineert. ‘Kansrijk opgroeien in Molenbeek’ zorgt voor een versterking van het gezinsondersteunende netwerk in Molenbeek. Dit initiatief focust zich op ondersteuning aan gezinnen die het moeilijk hebben, zodat ze zelf opnieuw meer regie over hun leven krijgen. Potentiële partners uit verschillende sectoren (welzijn, gezondheid, vrije tijd, kinderopvang, …) zullen daarvoor nauw met elkaar samenwerken om het bestaande aanbod te versterken en nieuwe initiatieven op poten te zetten. Een greep uit het aanbod: Verdere uitbouw van de babytheek en van de pamperbank Organisatie van spel- en ontmoetingsmomenten, uitstappen, en/of oudergroepen Organisatie van opvoedingsondersteuning, zoals oudercafés Betere toegang tot gezondheidszorg mogelijk maken (bijvoorbeeld door de nauwe samenwerking tussen Kind & Gezin en het wijkgezondheidscentrum De Brug uit te breiden naar andere gezondheidsverstrekkers in de wijken) Toegang tot en kwaliteit van huisvesting vergroten Verhoogde toegang tot kinderopvang en kleuterparticipatie (door te helpen bij aanmelding en inschrijving, te werken rond warme transities, …). Gezinnen krijgen informatie over (nog) niet aangeboorde rechten en/of sociale voordelen en worden proactief ondersteund om sociale onderbescherming tot een minimum te herleiden. Tal van organisaties en instellingen worden als partner nauw betrokken bij het project. Dat gaat onder meer om buurthuis Bonnevie en het OCMW, Saamo Brussel, Wiegwijs, Opgroeien, Brussels Platform Armoede, Sonja Erteejee, Foyer, Born in belgium, WGC De Brug en CAW Vrienden van het Huizeke. Er zal ook een nauwe samenwerking zijn met GBO (Geïntegreerd Breed Onthaal) en Huis van het kind Brussel. Het netwerk dat via dit project wordt uitgebouwd, zal een significante rol spelen in het toekomstige Huis van het Kind Molenbeek, waarin de initiatieven van dit project duurzaam verankerd zullen worden. Vlaams minister van Brussel en Armoedebestrijding Benjamin Dalle: “We willen de cirkels van kansarmoede preventief doorbreken. Dat moet je doen door gezinnen in maatschappelijk kwetsbare situaties al vroeg te ondersteunen. Nog voor de geboorte van hun kinderen moeten ze weten waar ze naartoe kunnen voor hulp of met problemen, wat hun rechten zijn en welke mogelijkheden er zijn op vlak van ontspanning, ontmoeting en opvoedingsondersteuning. Onze jongste kinderen en heel hun gezin de kans op een goede start bieden, is een investering op langere termijn.” VGC-collegevoorzitster Elke Van den Brandt: “We willen kinderarmoede aanpakken en gezinnen met kleine kinderen in Molenbeek beter ondersteunen. Dat doen we door de toegang tot hulp en diensten te vergemakkelijken, door de babytheek en de pamperbank in Molenbeek verder uit te bouwen, en door het organiseren van ontmoeting, uitstappen of oudercafés. Zo investeren we echt in de eerste duizend dagen van kinderen in Molenbeek, en in het netwerk dat hen kan ondersteunen en hulp kan bieden.” Claire Sylverans, directeur De Molenketjes vzw: “Wij werken elke dag met kinderen en (jonge) ouders. Sommigen onder hen leven in zeer kwetsbare situaties. Armoede: hoe ga je ermee om, waar kan je terecht? Met een project als ‘Kansrijk opgroeien in Molenbeek’ kunnen en willen we, samen met verschillende andere partners op het veld, daadwerkelijk een verschil maken. Bijvoorbeeld door jonge ouders beter te informeren en concreet antwoord te geven op hun vragen; door ze te laten ontmoeten en samen te brengen; door met de partners draagvlak en een sterk ondersteuningsnetwerk verder op te bouwen voor deze jonge ouders en hun kinderen. Het partnernetwerk, de activiteiten en initiatieven van dit project, verankeren we in het toekomstige Huis van het Kind Molenbeek.

  • Digimiter: de digitale kloof dichten is absolute prioriteit

    De kloof dichten tussen mensen die volledig vertrouwd zijn met de nieuwste technologieën en zij die niet meer mee zijn, is een absolute prioriteit. Ook de smartphoneverslaving bij jongeren is een probleem. Dat zegt Vlaams minister van Media Benjamin Dalle (CD&V), in een reactie op de resultaten van de Digimeter, het jaarlijks onderzoek van onderzoeksinstelling imec dat naar de digitale gewoontes van de Vlaming peilt. Steeds meer Vlamingen blijken moeilijkheden te ervaren met nieuwe digitale technologieën, blijkt uit de nieuwste resultaten van de Digimeter. 43 procent van de ruim 2.800 bevraagde Vlamingen geeft aan moeite te hebben met nieuwe platformen en online dienstverlening. Twee jaar geleden lag dat percentage nog op 35 procent. Het zelfvertrouwen van mensen over het gebruiken van digitale technologieën is daarnaast gedaald. Op twee jaar tijd ging het van 88 procent mensen die aangaven zichzelf in staat te zien om nieuwe digitale vaardigheden te leren, naar 79 procent. Ook bij jongeren, waarvan vaak geacht wordt dat ze mee zijn met de nieuwste digitale snufjes, is het zelfvertrouwen dalend. Digitale kloof "De digitale kloof is sinds de coronacrisis op scherp gesteld: nooit eerder waren we zo afhankelijk van technologie, maar nooit eerder dreigden ook zoveel Vlamingen uit de boot te vallen. De opmars van artificiële intelligentie stelt dit contrast enkel nog scherper", zegt minister Dalle in een reactie. "We zetten daarom als overheid volop in op het verkleinen van de digitale kloof, bijvoorbeeld via tien initiatieven van de VRT, zoals de Radio2Digitour. Ook het Vlaams Kenniscentrum voor Mediawijsheid heeft ook als opdracht hier specifiek op in te zetten." Ook voor het onderwijs en voor jongeren is het volgens de minister belangrijk om mee te blijven met de digitale nieuwigheden. "In een schoolomgeving kan er een veilig en verantwoord kader worden uitgezet om met nieuwe technologieën in aanraking te komen", stelt de minister. "Zo kunnen we jongeren leren hiermee aan de slag te gaan en hen op een kritische manier leren kijken naar zaken als AI." Een andere duidelijke trend bij jongeren is dat ze vatbaar blijken voor verslaving aan smartphones en sociale media. 43% van de jongeren geeft zelf aan verslaafd te zijn aan hun telefoon. Dalle: "Al is dit cijfer ook hoopgevend: het toont dat veel jongeren zich bewust zijn van de tijd die ze op hun smartphone spenderen. Het is goed dat jongeren zichzelf een spiegel voorhouden. We moeten hen helpen om gezond om te gaan met sociale media en ouders ondersteunen in de 'mediaopvoeding' van hun kinderen." AI Daarnaast wijst de Digimeter uit dat AI-tools zoals ChatGPT voor een enorme verandering hebben gezorgd in de manier waarop Vlamingen technologie gebruiken. Nooit eerder wist een softwareprogramma zo snel door te breken bij de Vlaming. 90 procent van de bevraagden geeft aan AI te kennen, 80 procent kent ook generatieve AI. Ruim een derde heeft AI al een keer gebruikt, en 18 procent is een 'gewoontegebruiker' en heeft artificiële intelligentie dus geïmplementeerd in zijn of haar dagelijks leven. Bij de jongerencategorie, de 18- tot 24-jarigen, liggen de cijfers nog hoger: van hen geldt 42 procent als gewoontegebruiker. "De steile opgang van AI is opmerkelijk", vindt ook Vlaams minister van Media Benjamin Dalle (CD&V). "Onder meer de combinatie van het innovatief karakter en de relatief lage drempel voor gebruik is zeer aantrekkelijk gebleken. Echt verrassend zijn de cijfers dus niet, al liggen ze uiteindelijk nóg hoger dan verwacht." Dalle vindt het daarnaast positief dat een meerderheid van de Vlamingen zich bewust is van de negatieve kanten van de technologie. "Hopelijk zal dat cijfer in de toekomst nog verder groeien", zegt hij. "Maar het neemt niet weg dat bepaalde elementen van AI goed moeten opgevolgd worden door beleidsmakers en er ook wetgevend moet opgetreden worden tegen de meer nefaste effecten van de AI-revolutie. De introductie van de AI Act is daar een goeie aanzet voor op Europees niveau, en we zullen ook zelf bekijken wat we op Vlaams niveau kunnen ondernemen om het gebruik van AI zo transparant en verantwoord mogelijk te houden."

bottom of page