Op voorstel van Vlaams minister van Media Benjamin Dalle gaf de Vlaamse regering vrijdag haar definitieve goedkeuring aan de stimuleringsregeling voor de audiovisuele sector. Deze nieuwe regeling zal zorgen voor sterk toegenomen investeringen in audiovisuele content van eigen bodem. Alle bijdrages gaan fors de hoogte in, en voor het eerst zullen ook videoplatformdiensten als TikTok, Instagram en YouTube een bijdrage leveren aan Vlaamse producties.
In maart keurde de Vlaamse regering de sterk uitgebreide stimuleringsregeling, die een investering in Vlaamse producties vraagt van mediaspelers die verdienen aan audiovisuele content, een eerste keer goed. Sindsdien werd het regelgevend traject doorlopen waarin de vraag of de videoplatformdiensten daadwerkelijk kunnen worden onderworpen aan een stimuleringsregeling een belangrijk aandachtspunt was. Zowel de Europese Commissie, in het kader van de TRIS-procedure, als de Raad van State hebben aangegeven dat dit mogelijk is. Zo wordt Vlaanderen een van de eerste regio’s in Europa waar platformdiensten als YouTube zullen bijdragen aan lokale content.
“De vernieuwde stimuleringsregeling zal zorgen voor een ongeziene stijging van de investeringen in producties van eigen bodem”, zegt Vlaams minister van Media Benjamin Dalle. “We merken dat er vanuit het buitenland met veel interesse gekeken wordt naar ons initiatief. Zeker het principe dat videoplatformdiensten zullen investeren in Vlaamse content, is uniek. De verschillende juridische adviezen maken duidelijk dat we deze bijdrage van de videoplatformdiensten kunnen, mogen en zullen vragen. Het resultaat zal alleen maar positief zijn voor de gehele audiovisuele sector.”
Een andere vernieuwing is dat er niet enkel in series geïnvesteerd moet worden. De mediaspelers kunnen er vanaf nu ook voor kiezen om Vlaamse films te ondersteunen. De investering kan via het Vlaams Audiovisueel Fonds verlopen, of de distributeurs en platformen kunnen ook rechtstreeks in zelfgekozen Vlaamse producties investeren.
Voordelig voor afhankelijke en onafhankelijke producenten
Daarnaast ging minister Dalle verder in overleg met de Vlaamse audiovisuele sector over de regeling. Een belangrijk gesprekspunt was de verdeelsleutel voor investeringen in producties van (on)afhankelijke producenten. De regeling waarbij minstens 60% van de investering van een investeerder naar onafhankelijke producenten moet gaan, blijft behouden. Hooguit 40% mag gaan naar afhankelijke producenten, en maximaal 60% daarvan mag naar de afhankelijke producenten gaan die afhankelijk zijn van de investeerder. Dit komt neer op ten hoogste 24% van de totale investering. “We zijn ervan overtuigd dat deze nieuwe stimuleringsregeling voordelig zal zijn voor iedereen: zowel de afhankelijke als de onafhankelijke producenten zullen erop vooruitgaan”, verklaart minister Dalle. “We zullen de concrete financiële impact van de nieuwe stimuleringsregeling op de sector nauwgezet evalueren. Indien blijkt dat de doelstelling – een substantiële verhoging van de middelen, zowel voor de onafhankelijke als de afhankelijke producenten – niet gehaald wordt, dan wordt de regeling bijgestuurd.”
Minister Dalle beslist daarnaast om de nieuwe regeling op 1 januari 2025 te laten ingaan, in plaats van 2024. Dat geeft de sector meer tijd om zich voor te bereiden op de aanpassingen. Wel wordt aan de videoplatformdiensten, hoewel ze nog geen bijdrage zullen moeten betalen, gevraagd om al in 2024 inzage te geven in hun omzetcijfers (van het jaar 2022). Zo zal het mogelijk zijn om al volgend jaar een inschatting te maken van de reële impact van de nieuwe regeling.
De nieuwe stimuleringsregeling zal in 2024 besproken worden in de commissie Media en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement.
De uitgebreide stimuleringsregeling van naderbij bekeken
De nieuwe stimuleringsregeling zorgt voor sterke bijkomende investeringen in Vlaamse content, en dat voor zowel series als (voor het eerst) films. De bijdrage van distributeurs en streamingplatformen neemt sterk toe, en videoplatformdiensten vallen voor het eerst onder het toepassingsgebied van de stimuleringsregeling.
De bijdragen:
Het toepassingsgebied wordt uitgebreid naar aanbieders van videoplatformdiensten.
De bijdrage van distributeurs verhoogt van 1,6 euro per abonnee naar 3 euro per abonnee.
De bijdrage van particuliere omroeporganisaties die niet-lineaire televisiediensten aanbieden en videostreamingplatformen wordt verdubbeld, maar in schijven:
2% van hun omzet als die tussen 0 euro en 15 miljoen euro ligt;
3% van hun omzet als die tussen 15 en 30 miljoen euro ligt;
4% van hun omzet als die hoger dan 30 miljoen euro ligt.
Forfait: verhoging van 3 miljoen naar 7 miljoen
De uitsluitingsgronden
Micro-ondernemingen worden uitgesloten.
Particuliere omroeporganisaties die niet-lineaire televisiediensten aanbieden worden uitgesloten in deze gevallen:
Als ze met hun aanbod van niet-lineaire televisiediensten minder dan 0,5% van alle inwoners van het Nederlands taalgebied bereiken;
Als ze jaarlijks minder dan tien audiovisuele werken aanbieden. Dit betekent dat de volgende spelers niet moeten bijdragen: influencers, regionale omroepen, videosecties op krantenwebsites, ...
Als hun aanbod hoofdzakelijk uit programma’s bestaat die gebaseerd zijn op Broadcaster Video-On-Demand rechten. Dit betekent dat de volgende spelers niet moeten bijdragen: Go play, VTM Go
Uitsluitingsdrempels in de huidige stimuleringsregeling worden geschrapt. Concreet betekent dit dat Telenet en Pickx ook zullen moeten betalen voor hun SVOD-diensten.
De definitie van onafhankelijke producent
De definitie van onafhankelijke producent wordt verstrengd.
Er wordt een gelijk speelveld gecreëerd tussen buitenlandse en binnenlandse consolidaties. De onafhankelijkheid wordt niet langer alleen bepaald ten opzichte van Vlaamse omroeporganisaties, maar ten opzichte van omroeporganisaties in het algemeen.
Rechtenverwerving
Investeerders mogen de vergoeding die ze betalen voor het verwerven van uitzendrechten voor 30% mee in rekening nemen, als aan volgende voorwaarden voldaan is:
Alleen uitzendrechten voor Nederlands taalgebied.
Alleen uitzendrechten van producties waarin ook op basis van de stimuleringsregeling wordt geïnvesteerd.
Als de investeerder minimaal voor 20% in de productie van series en films participeert, en voor 10% in de productie van animatie.
Niet van toepassing op spelers die slechts 2% op hun omzet moeten betalen. Hun vergoeding stijgt immers niet ten opzichte van de huidige regeling
Investeringen in producties van (on)afhankelijke producenten
Minstens 60% van investering van een investeerder moet naar onafhankelijke producenten gaan.
De resterende 40%
Mag volledig naar onafhankelijke producenten gaan.
Mag volledig naar afhankelijke producenten gaan die niet afhankelijk zijn van de investeerder.
60% hiervan mag naar de afhankelijke producenten gaan die afhankelijk zijn van de investeerder. Dit komt neer op 24% van de investering.
Comments