Nog een allerlaatste keer gooit gewezen minister en Brussels CD&V boegbeeld Hugo Weckx (84) zich in de kiesstrijd. Nochtans tegen het advies van zijn eigen echtgenote. Maar het vuur voor Brussel is nog lang niet gedoofd. Benjamin Dalle, lijsstrekker voor het Vlaams Parlement, kon hem over de streep trekken met een verbindend project voor Brussel: “Eigenlijk is het nog altijd zoals vroeger: all-hands on deck voor een beter en ambitieuzer Brussel.”
Hugo Weckx was gedurende 7 jaar minister voor Brussel in de Vlaamse Regering, en is daarmee één van de drijfveren achter de Vlaamse aanwezigheid in Brussel. Zijn indrukwekkende politieke carrière startte in 1964 al als CVP gemeenteraadslid in Sint-Agatha-Berchem, waar hij meer dan 18 jaar schepen was. Weckx zetelde zowel in de Senaat als in de Kamer en was ook lid van het comité van de regio’s. Op 26 mei stelt Weckx zich voor het allerlaatste keer kandidaat als lijstduwer voor de Vlaamse lijst van Benjamin Dalle voor CD&V. Want het werk is niet af voor Brussel.
“Er zijn nog zoveel uitdagingen. Benjamin heeft mij kunnen overtuigen met zijn project voor Brussel: hij kiest resoluut voor de verdere versterking van de aanwezigheid van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel. Daarvoor wil ik mij nog een allerlaatste keer honderd procent geven,” aldus Weckx.
Naar aanleiding van de nakende verkiezingscampagne had Benjamin een gesprek met Weckx over de uitdagingen in Brussel. Een gesprek van lijsttrekker en –duwer over wat hen beiden bindt: de liefde voor Brussel.
Benjamin Dalle: U was een pionier van de Vlaamse Gemeenschap, toen nog de Vlaamse Executieve, vlak na de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 1988. Wat waren uw ervaringen toen?
Hugo Weckx: “We moesten in de eerste plaats de Vlamingen wakker schudden. Ze kenden weinig af van Brussel en de Brusselse problematiek. Mijn moeder is afkomstig uit West-Vlaanderen en we kwamen dus heel vaak in Vlaanderen. Keer op keer stelde ik daar vast hoe ver de Vlaamse mentaliteit van Brussel aflag. Men kende Brussel niet en dus was Brussel per definitie verschrikkelijk, “er gebeurden dingen”, dat kon je vaak horen. De Vlaming had een negatieve houding richting Brussel.”
“Het was in die eerste jaren echt niet evident om dit over te brengen in de Vlaamse Exectutieve, zeg maar de eerste Vlaamse regering. Veel van mijn collegaministers deelden overigens die negatieve houding richting Brussel. Ik moest dus een echte ambassadeur van Brussel zijn in die eerste jaren en trachten mijn collega’s te overtuigen van het belang van Brussel en dat er moest geïnvesteerd worden in Brussel als hoofdstad van Vlaanderen en de Vlaamse Gemeenschap.”
Curiositeit naar het Vlaamse cultuurleven
Benjamin Dalle: Hoe werden die inspanningen voor Brussel vanuit de Vlaamse Regering ervaren in Brussel zelf? Hoe keken de Franstaligen daar bijvoorbeeld naar?
Hugo Weckx: “De Franstaligen die keken zeker in de culturele sector bijzonder positief naar onze inspanningen. Er was een zekere curiositeit naar de kwaliteit van het Vlaams cultuurleven. We mogen niet vergeten dat de K.V.S. al bestaat sinds de 19e eeuw. Er is goede kruisbestuiving tussen zowel de Vlaamse cultuursector en de Franstalige. Ik was overigens bijzonder tevreden toen ik onlangs las dat de Muntschouwburg, K.V.S. en de Théâtre Nationale beter gaan samenwerken. Door hun programmatie te mengen.”
Benjamin Dalle: U bent minister geweest voor Brusselse aangelegenheden van ’88 tot ’95 gecombineerd met onderwijs, gezondheid, welzijn en cultuur. Wat is de realisatie waar u het meest trots op bent?
Hugo Weckx: “De oprichting van het Kaaitheater is één van mijn mooiste realisaties. Het heeft een enorme impuls gegeven aan de Nederlandstalige culturele scene in Brussel.”
Benjamin Dalle: U bent een echte Brusselaar. Wat is uw favoriete plek in Brussel?
Hugo Weckx: “Waar ik nu al bijna 15 jaar woon: in het centrum van Brussel, tussen de Dansaertstraat en het Kaaitheater. Het is een wonderlijke plek, waar vroeger de Zenne richting de vismarkt stroomde en boten hun lading kwamen lossen. Ik heb een beetje overal gewoond in Brussel: in Molenbeek, Koekelberg en in Sint-Agatha-Berchem. Maar hier ben en woon ik het liefst.”
Meer Nederlandstalige begeleiding voor ouderen in Brussel nodig
Benjamin: Hoe kijkt u naar de huidige politiek, vooral naar de manier waarop de Vlaamse partijen omgaan met de Vlaamse gemeenschap in Brussel. Welke boodschap heeft u? Zou u opnieuw minister in de Vlaamse Regering worden voor Brussel?
Hugo Weckx: “Zeker en vast (lacht), het blijft meer dan ooit nodig om voor Brussel te pleiten in de Vlaamse regering. Brussel wordt vandaag meer dan vroeger aanvaard als hoofdstad, maar dat houdt ook gevaren in. Brusselaars durven al wel eens zeggen “We gaan het wel alleen kunnen”, dit is onzin. Brussel kan niet zonder de steun van de Vlaamse Gemeenschap. Dit zou een grote vergissing zijn.”
“Op het vlak van onderwijs hoor ik partijen pleiten om het Nederlandstalig onderwijs los te maken van de Vlaamse Gemeenschap. Dat zou een grote stommiteit zijn. We zijn gegroeid en iedereen looft de kwaliteit van het Vlaams onderwijs in Brussel. Een eigen Nederlandstalig Brussels onderwijs los van Vlaanderen? Nooit, never. Dan verliezen we het Nederlands in Brussel.”
Benjamin Dalle: U bent ondertussen een actieve senior, als ik dat mag zeggen, welke uitdagingen ziet u voor de ouderen in onze stad?
Hugo Weckx: “De begeleiding van ouderen in het Nederlands moet beter. Hoe we ook geslaagd zijn in het onderwijs en cultuur, in de zorg voor ouderen en zieke mensen in het Nederlands: daar ligt nog een enorme achterstand. Ik weet dat de taalwetten niet van toepassing zijn in de privésector, maar als de gezondheidszorg zich wil richten tot alle inwoners van Brussel, dan zouden die gezondheidsinstellingen daar uit zichzelf meer inspanningen voor moeten doen.”
Benjamin Dalle: We zijn op twee maanden van de verkiezingen: u bent ondertussen al 84 jaar. Wat heeft u gemotiveerd om nog een laatste keer deel te nemen aan de verkiezingen? Nochtans had uw echtgenote het u afgeraden…
Hugo Weckx: “Er zijn nog zoveel uitdagingen. Ik vind het zo motiverend dat de jonge generatie hiervoor wil opkomen. Daar wil ik graag mijn steun aan verlenen. Hoewel mijn echtgenote eerst vond dat ik niet meer mee moest doen, maar toen we er grondig over gesproken hebben zei ze uiteindelijk toch: "Eigenlijk is het nog altijd zoals destijds: ‘all hands on deck’"
Lees hier ook het artikel op Bruzz of bekijk hieronder het volledige interview:
Comentarios