top of page

Speech Benjamin Dalle – Jozef Cardijn als inspiratie voor jongeren en jeugdbeleid vandaag (100 jaar KAJ)

  • Benjamin Dalle
  • 12 minuten geleden
  • 8 minuten om te lezen


Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw de Burgemeester van Halle, Mijnheer de ere-Burgemeester, Beste schepenen Geachte emeritus Professor Gerard,


Beste aanwezigen, dames en heren, beste jongeren, Kajotters, vrienden van de KAJ,


Het is een eer om u hier vandaag te mogen toespreken bij de feestzitting voor 100 jaar Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ). 


100 jaar KAJ, dat is ook terugblikken op de indrukwekkende erfenis van Jozef Cardijn, de stichter en bezieler van de KAJ. Als gewezen Vlaams minister van Jeugd heb ik een enorme waardering voor zijn bovenmenselijk pionierswerk voor de jongeren.Als Brusselaar en inwoner van Laken, ben ik fier dat ik woon in de gemeente waar Cardijn zijn eerste stappen zette als onderpastoor. Wie hem toen bezig zag, kon moeilijk vermoeden dat hij jaren later, in 1950 bij de viering van 25 jaar KAJ, 100.000 Kajotters zou samenbrengen op de Heizel, ook in Laken.


Honderd jaar geleden richtte Jozef Cardijn de KAJ op. Het werd een beweging die de toekomst zou bepalen van miljoenen jongeren, hier in België, en over de hele wereld. Hij legde een ontzettend belangrijk fundament. Niet voor gebouwen of structuren, maar voor mensen. Voor jongeren. 


Het is een bijzonder moment om 100 jaar KAJ te mogen vieren. Net deze week hebben we met Robert Provost opnieuw een LEO XIV als paus. De geest van Rerum Novarum uit 1891, die waait doorheen het leven en het werk van Cardijn, is hopelijk opnieuw springlevend. 


“PIJNPUNTEN” BIJ DE JEUGD VANDAAG


1. Jongeren leven in structurele onzekerheid


Cardijn groeide op in een zeer woelige politieke, sociale en economische periode. Gedurende heel zijn leven streed hij voor betere levensomstandigheden van jonge arbeiders. En dat met succes. Ondanks twee wereldoorlogen, zag hij de versterking van de vakbonden en jeugdbewegingen, de start van de sociale zekerheid en sociale bescherming en de verbetering van de algemene welvaart. Aan het einde van zijn leven was Europa een regio met stabiele vrede en een ongekende welvaart.


Mijn eigen jeugd eind vorige eeuw was er een met veel zekerheden: we groeiden op in een veilige regio, met hoge welvaart. En ook internationaal waren er zekerheden: de Verenigde Naties, de Europese Unie, de mensenrechten, het multilateralisme, de rechtsstaat, enz, het waren principes die vanzelfsprekend leken.


De jeugd vandaag groeit daarentegen op in grote onzekerheid.


Met de agressieve inval van Rusland in Oekraïne kennen we opnieuw oorlog op eigen bodem. Met Poetin hebben we een gevaarlijke autocraat als nabije buur. Internationale conflicten tieren welig, zoals in Sudan of Oost-Congo. In Gaza zien we de grootste slachting van onschuldige kinderen en jongeren in de recente geschiedenis. 


Vaste waarden, zoals de Verenigde Naties of de NAVO verliezen aan kracht. Het transatlantisch partnerschap, dat jarenlang ons wereldbeeld bepaalde en onze veiligheid onderbouwde, ligt met president Trump aan diggelen.


In die context opgroeien, leidt ook bij jongeren tot veel onzekerheid en angst.En ook in eigen land is opgroeien vandaag niet evident. In 2025 groeit een hele generatie op die op jonge leeftijd te maken krijgt met structurele onzekerheid:


  • Wie op jonge leeftijd werk zoekt, krijgt vaak enkel tijdelijke contracten.

  • Jongeren vrezen dat ze nooit een betaalbare woning zullen kunnen vinden.  

  • En vooral: jongeren zijn de illusie kwijt dat ze het beter zullen hebben dan de vorige generatie. 


Deze context daagt jongeren uit om veerkrachtig te zijn en hun eigen weg te vinden. 


2. Sociale media 


We leven in een tijd waarin jongeren vaak aan een scherm gekluisterd zijn, vaak online op sociale media. Via die sociale media blijven ze in contact, laten ze hun stem horen, zoeken ze inspiratie. Maar diezelfde media brengen ook enorme druk mee: om te presteren, om mooi te zijn, om alles te delen. Via diezelfde media krijgen ze enorm veel informatie mee, maar worden ze evengoed geconfronteerd met geweld, racisme en seksisme. 


Sociale media versterken ook vaak bubbels, echo’s en polarisatie. Algoritmes zoeken conflict, geen nuance. Jongeren worden zo sneller tegenover elkaar geplaatst, in plaats van samen met elkaar en naast elkaar.


En dat terwijl opgroeiende jongeren net nood hebben aan beweging en sport, aan buitenlucht, en vooral aan echte contacten met leeftijdsgenoten. 


DE RELEVANTIE VAN CARDIJN VANDAAG 


Ter voorbereiding van deze toespraak bekeek ik een aantal filmpjes van Cardijn. Het valt op dat hij het heeft over de arbeidersstand en dat hij verwijst naar de misstanden bij de fabrieksarbeiders.


Vandaag bestaat dit soort fabrieksproletariaat niet meer in onze regio’s. Het doet de vraag rijzen of de KAJ en het gedachtengoed van Jozef Cardijn vandaag nog wel relevant zijn. Zijn er eigenlijk nog jonge arbeiders zoals in zijn tijd? 


Mijn antwoord is volmondig: ja – maar ze zien er vandaag anders uit.

Ze staan aan de kassa. Ze zorgen voor ouderen. Ze zijn fietskoeriers, ze leveren pakketjes aan huis. Ze combineren flexibele jobs met studies. Velen krijgen geen erkenning, geen inspraak, geen houvast.

Maar ook studenten, jongeren in armoede, jongeren met migratieroots, jongeren met psychische kwetsbaarheid: zij botsen op muren van ongelijkheid. Net als in Cardijns tijd.En dan hebben we het nog niet gehad over de jongeren die opgroeien in ontwikkelingslanden, waar vakbonden en sociale bescherming nog maar in hun kinderschoenen staan.


Cardijns methode van Zien – Oordelen – Handelen is nog steeds een krachtig kompas. Maar het kompas moet vandaag allicht aangevuld en geactualiseerd worden. In het uitstekende Canvas-programma Histories zag ik een mooie getuigenis van oud-Kajotter Alex Ericx. Hij vond dat bij de uitbreiding van de KAJ naar Afrikaanse landen er een woord moest bijkomen:  Zien – Begrijpen – Oordelen – Handelen. “Begrijpen” werd onmisbaar in een context die men niet kende. En is dat vandaag niet opnieuw waar? In een samenleving waarin we vaak langs elkaar heen leven, spreken en oordelen zonder luisteren, is “begrijpen” misschien wel de sleutel.

Want ook vandaag worstelen jongeren met verdeeldheid: tussen arm en rijk, stad en platteland, jong en oud, met of zonder migratieverhaal. Cardijn leert ons: oordeel niet te snel. Kijk. Begrijp. Spreek met elkaar. Niet over elkaar.


WAT WE KUNNEN LEREN VAN JONGEREN


Cardijn zag jongeren nooit als probleem, maar probeerde naar hen te luisten en van hen te leren. Elke generatie kent zijn pijnpunten, maar ik zie bij deze jonge generatie ook enorme troeven en sterktes. 


In de voorbije jaren heb ik als minister van Jeugd veel jongeren ontmoet. Wat me raakte, was hun engagement en hun openheid. In tijden van individualisme en consumentisme zag ik 100.000 Vlaamse jongeren die zich inzetten als jeugdleider of animator. Tijdens de Corona-crisis zetten ze zich in in hun buurt of in de jeugdbeweging. Jongeren gaan vaak ook complexloos om met verschillen:


  • jongeren met en zonder beperking,

  • jongeren met Vlaamse én andere roots


Zij bewijzen dat verschil geen bedreiging hoeft te zijn. Jongeren zoeken geen uniformiteit, maar verbondenheid. Daar ligt onze hoop.


Het zijn ook vaak jongeren die de grote maatschappij-problemen vandaag aankaarten. Denk maar aan de klimaatmarsen. 


WAT KUNNEN WE VANDAAG NOG LEREN VAN CARDIJN 


Het is delicaat om in het hoofd te kijken van iemand die (al lang) overleden is, maar bij deze wil ik toch een poging doen om de vraag te beantwoorden: hoe zou Cardijn naar de huidige wereld kijken, en wat zou hij aanbevelen? 


Als Cardijn vandaag onder ons zou zijn, dan zou hij, denk ik, niet in het verleden blijven hangen. Hij zou niet spreken over “de jeugd van tegenwoordig”, maar geloven in hun kracht. Hij zou hen blijven aanspreken en naar hen luisteren. Niet om hen te beschermen tegen de wereld, maar om hen toe te rusten om die wereld mee vorm te geven. Hij zou streven naar “empowerment”, een woord dat in zijn tijd niet werd gebruikt maar dat door hem zou kunnen uitgevonden zijn. 

Hij zou hen aanmoedigen om hun omgeving scherp te observeren, en zich niet te laten afstompen:

Hij zou blijven geloven dat de oplossing nooit alleen van bovenaf komt, maar van jongeren zelf. Niet door hen te pamperen, maar door hen te versterken:


Je moet de arbeiders niet alleen helpen, je moet hen leren zichzelf te helpen.”En hij zou, ook vandaag, zeggen wat hij een eeuw geleden al zei – toen er armoede was, onzekerheid, ongelijkheid, verdeeldheid:


“Vooruit! Het werk dat moet volbracht worden is een reuze opdracht. Er valt geen tijd te verliezen.”


Laat dat onze leidraad zijn. Niet omdat we hem willen herdenken, maar omdat we samen met jongeren willen doen wat hij ons heeft voorgedaan: zien, begrijpen, oordelen en handelen. Voor een wereld waarin geen enkele jongen of meisje verloren gaat.


LESSEN VAN CARDIJN VOOR HET JEUGDBELEID


Ik wil tot slot ook een poging doen om lessen te trekken uit het leven en het werk van Cardijn voor ons hedendaags beleid rond jongeren. Het zijn richtlijnen die ik ook als minister van Jeugd heb proberen te hanteren. 


Hierbij dus een bescheiden poging: vijf lessen van Cardijn voor het jeugdbeleid: 


1. Elke jongere telt


“Elke jonge arbeider – arbeidster is meer waard dan al het goud van de wereld.”


Die woorden staan vandaag op de dobbelsteen voor 100 jaar KAJ, maar ze mogen morgen op elke beleidsnota staan. Want elk kind, elke jongere — of ze nu arm zijn of nieuwkomer, holebi of met een beperking — verdient kansen, waardigheid en erkenning.


2. Participatie: beleid met, voor en vooral door jongeren


Participatie is geen bijlage bij het beleid — het is de kern. Jongeren willen niet dat er over hen beslist wordt, maar dat er mét hen gewerkt wordt, en waar mogelijk: door hén.

Zoals Cardijn het zelf zei:


“Het is niet genoeg voor jongeren te werken, we moeten met hen werken. En uiteindelijk: door hen laten werken.”


Dat is ook precies wat zijn methodiek ons leert: Zien – (Begrijpen) – Oordelen – Handelen. Eerst waarnemen, dan begrijpen, dan samen beslissen en handelen. Echte participatie begint met luisteren, maar eindigt pas bij eigenaarschap.


3. Geef jongeren ruimte om te groeien


Jongeren hebben nood aan ruimte — letterlijk en figuurlijk. Daarom investeerde ik als minister van Jeugd fors in jeugdinfrastructuur: onder meer in jeugdverblijfcentra zoals hier vlakbij in Destelheide en Hanenbos.

Maar ruimte is meer dan bakstenen. Het is ook de vrijheid om te ontdekken, te falen, te leren en te leiden. Daarom moeten we sterk blijven investeren in vrije tijd voor jongeren en in jeugdbewegingen, die jongeren de kans geven om verantwoordelijkheid te nemen en zich te ontplooien.

Geef jongeren de ruimte om verantwoordelijkheid te nemen. Niet klein houden. Groot maken.


4. Vertrouw op de kracht van jongeren


Cardijn zag jongeren nooit als probleem, maar als oplossing.

Vandaag tonen jongeren dat elke dag opnieuw: in klimaatbetogingen, in armoedebestrijding, in zorg, in cultuur, in engagement op school en op straat.

Vertrouwen betekent ook: jongeren niet wantrouwen nog voor ze begonnen zijn. Daarom verzette ik mij als minister tegen bureaucratische regels zoals de verplichte uittreksels uit het strafregister voor jeugdleiders. Vertrouwen is de grondstof van engagement.

Geef jongeren dat vertrouwen.


5. Denk en handel internationaal


Op 1 mei was er een fijn evenement in Laken met KAJ of JOC vertegenwoordigers uit de hele wereld. Er werd toen gescandeerd en gezongen: “La JOC est internationale”Cardijn droomde niet klein. Wat begon in de arbeiderswijken van België groeide uit tot een wereldwijde beweging. Ook vandaag leven jongeren in een geglobaliseerde wereld, met gedeelde uitdagingen: klimaat, migratie, vrede en mensenrechten.

We moeten jongeren kansen geven om die internationale dimensie te ervaren — via uitwisseling, samenwerking, solidariteit over grenzen heen.

Jongeren leren dat hun stem telt, ook in de wereld. Laat ons hen daarin blijven ondersteunen.


Het mag duidelijk zijn: de KAJ en Cardijn hebben een roemrijk verleden. Maar de lessen van Cardijn zijn actueler dan ooit. Laten we samen blijven bouwen aan een wereld waarin élke jongere, zoals Cardijn het zei, meer waard is dan al het goud van de wereld.


Dank u wel.

 
 
 

Comments


bottom of page