top of page

Zoekresultaten

599 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht

  • Nieuwe projectoproep om jongeren te versterken via het Nederlands

    Jongeren krijgen zelf de sleutels en het budget in handen Voor een nieuwe projectoproep, bedoeld om jongeren te helpen om drempels richting hoger onderwijs en werk weg te werken, kiezen Vlaams minister van Brussel Benjamin Dalle en stadscollectief Urban Foxes resoluut voor participatie van jongeren. Tien jongeren zitten gedurende het hele beslissingsmakingsproces aan de knoppen en mogen zelf een keuze maken uit de ingediende projectvoorstellen. Het zijn de jongeren zelf die beslissen wat er met het beschikbare budget van 200.000 euro moet gebeuren. Het geld gaat sowieso naar projecten die jongeren empoweren via het Nederlands. Zelden is het concept ‘participatie’ zo letterlijk opgevat als in de projectoproep ‘DURF’. Jongeren uit Brussel kunnen zichzelf kandidaat stellen om deel uit te maken van de groep die de oproep vorm en inhoud geeft, en uiteindelijk ook de beste projecten uitkiest. Daar zijn geen vereisten aan verbonden, alleen streeft Urban Foxes wel naar een zo groot mogelijke diversiteit op basis van leeftijd, gender, woonplaats en kennis van het Nederlands. Eenmaal gekozen zijn het de jongeren die zelf de projectoproep uitschrijven. De organisaties die een project indienen zullen hun idee pitchen aan de jeugdjury. De jongeren gaan in dialoog met de organisaties die projecten indienen, en maken een gemotiveerde keuze voor de beste projecten. Ze mogen zelf beslissen hoeveel projecten ondersteuning krijgen en hoe de beschikbare 200.000 euro verdeeld wordt. Hun uiteindelijk selectie leggen ze voor aan Vlaams minister van Brussel Benjamin Dalle, die zich voorneemt om hun advies te volgen. De projecten moeten draaien rond het Nederlands als hefboom voor jongeren, bijvoorbeeld om verder te kunnen studeren of om werk te vinden. Uit onderzoek van het Huis van het Nederlands blijkt immers dat de lessen Nederlands op school niet altijd volstaan. Er nood is aan meer oefenkansen Nederlands buiten de schooluren. Deze projectoproep moet leiden tot frisse ideeën, meer oefenkansen en een betere kennis van het Nederlands. Gedurende het hele proces krijgen de jongeren ondersteuning van de administratie van de Vlaamse Overheid, maar alleen op administratief en technisch vlak. Het inhoudelijke luik ligt volledig bij de jongeren. Vlaams minister van Brussel Benjamin Dalle: “Jongeren zijn de stad, en met deze projectoproep tonen we ons vertrouwen in Brusselse jongeren. We kiezen voor participatie in de zuiverste zin van het woord, door hen van begin tot einde nagenoeg carte blanche te geven. We zeggen niet wat ze moeten doen, integendeel: we vragen dat de jongeren ons, vanuit hun leefwereld, vertellen wat er moet gebeuren. Bovendien werken we met deze projectoproep naar een belangrijk doel: het bieden van meer oefenkansen Nederlands voor jongeren. Zo wordt het Nederlands een trampoline voor jongeren in plaats van een struikelblok.” Bram Dewolfs, voorzitter van Urban Foxes: “Zelfs wanneer we buiten de landsgrenzen kijken is ‘DURF’ een ongezien en uniek project. Zowel qua methodiek als budget is dit een revolutionair initiatief. Het is dan ook hartverwarmend om te zien hoe minister Dalle een zeer straf signaal geeft en werk durft te maken van echte jeugdparticipatie." In september lanceerde Urban Foxes een oproep naar geïnteresseerde jongeren. Het is de bedoeling dat de jongeren in de loop van oktober aan de slag gaan, om de projectoproep vervolgens in november te lanceren. Tegen eind januari moeten de uiteindelijke projecten geselecteerd zijn. Meer info over DURF en de inschrijvingsmodule vind je op https://www.urbanfoxes.org/durf

  • Dalle investeert in betaalbare studentenkoten in Brussel

    Dankzij de aankoop van twee gebouwen in hartje Brussel verhoogt Brik, het aanspreekpunt voor studenten in Brussel, het aantal studentenkamers in eigen beheer. Zo wordt vermeden dat deze gebouwen een andere functie dan studentenhuisvesting krijgen. En door de 32 kamers zelf te verhuren aan studenten, kan Brik ook de betaalbaarheid ervan garanderen. Brik krijgt voor de aankoop een investeringssubsidie van 847.849 euro van de Vlaamse Overheid, op voorstel van Vlaams minister van Brussel Benjamin Dalle. Het aanbieden van voldoende en betaalbare studentenhuisvesting is een van de grote uitdagingen voor het Nederlandstalig hoger onderwijs in Brussel. Uit schattingen blijkt een tekort van om en bij de 10.000 studentenkamers. Vanwege de groei van het hoger onderwijs loopt dat tekort razendsnel op. Ook de betaalbaarheid van de studentenhuisvesting wordt steeds meer een probleem. Daarom investeert de Vlaamse overheid in zowel het behoud als in de uitbreiding van het aanbod aan betaalbare studentenkamers in Brussel. In het beleidsplan 2021-2025 van Brik staat vermeld dat Brik tegen 2025 het aanbod studentenhuisvesting in eigen beheer uitbreidt tot 500 kwaliteitsvolle en betaalbare studentenkamers, waarvan 20% in eigendom. Om die ambitie waar te maken, gaat Brik in oktober over tot de aankoop van twee panden. Deze bevinden zich in de Kruitmolenstraat en in de Nieuwbrug, allebei in centrum Brussel. De gebouwen beschikken over in totaal 32 standaard studentenkamers met gemeenschappelijke voorzieningen. De private verhuurder was van plan deze op de openbare markt te verkopen. Door de panden zelf over te kopen, verzekert Brik dat het studentenkoten blijven, en dat de huurprijs onder controle blijft. Dankzij deze aankoop stijgt het aantal units in eigen beheer van Brik naar 382, waarvan 76 in eigendom. Daaraan gekoppeld is er de doelstelling dat 75% van het aanbod van Brik de maximale maandelijkse huurprijs van 604,5 euro niet mag overschrijden (25% dient onder 488,34 euro te blijven). Brik zal de panden in het academiejaar 2023-2024 verhuren voor een huurprijs tussen 438 euro en 494 euro per maand, kosten inclusief. Beide gebouwen liggen vlakbij panden die reeds in eigen beheer zijn van Brik. Zo kunnen de beheerskosten (poetswerk, onderhoud en herstellingen) geoptimaliseerd worden. Daarnaast biedt het verwerven van eigendom het voordeel dat de uitbatingskosten dalen. Brik is een samenwerkingsverband tussen de vijf Nederlandstalige instellingen voor hoger onderwijs in Brussel: de Vrije Universiteit Brussel (VUB), de Erasmushogeschool Brussel (EhB), Odisee, LUCA – School of Arts en KU Leuven - campussen Brussel . De studentenhuisvesting zal dan ook ten goede komen aan de studenten van al die instellingen. Het aankoopbedrag voor beide gebouwen bedraagt 2.475.000 euro. Via het Vlaams Brusselfonds verkrijgt Brik een subsidie van 847.849 euro. Vlaams minister van Brussel Benjamin Dalle: “Brussel is en blijft de belangrijkste studenstad van het land. Het is ook belangrijk om een toegankelijke studentenstad te zijn. We willen zo veel mogelijk studenten de kans bieden om ten volle te genieten van het studentenleven. Betaalbare studentenhuisvesting is daar een cruciaal onderdeel van. Met deze investering verzekeren we het aanbod aan kwalitatieve en betaalbare studentenkamers voor Brusselse studenten.” Jurgen Ral, directeur Brik – student in Brussel vzw: “Dankzij deze subsidie vanuit de Vlaamse overheid kan Brik - Student in Brussel vzw haar aanbod betaalbare studentenkamers voor studenten van het Nederlandstalig hoger onderwijs in Brussel verder uitbreiden. In een verhitte markt, waarin kamerprijzen exploderen, kan Brik hiermee blijvend verschil maken voor zowel de huidige en toekomstige generatie kotstudenten die kiezen voor Brussel als hun studentenstad.” Beelden Het gebouw in de Kruitmolenstraat Het gebouw in de Nieuwbrug Het interieur van de studentenkamers en de gemeenschappelijke voorzieningen De locaties van de twee nieuwe gebouwen. De nummertjes verwijzen naar de andere locaties waar Brik studentenhuisvesting aanbiedt.

  • Nieuw VRT-gebouw krijgt vorm: de officiële eerste steen is gelegd 

    De officiële eerste steen van het nieuwe VRT-huis aan de Reyerslaan is gelegd. Dat gebeurde woensdagvoormiddag onder het goedkeurend oog van VRT-CEO Frederik Delaplace en voorzitter van de Raad van Bestuur Frieda Brepoels. Ook Vlaams minister-president Jan Jambon, Brussels minister-president Rudi Vervoort en Vlaams minister van Media Benjamin Dalle woonden de eerstesteenlegging bij. De komst van de nieuwbouw is een belangrijke stap voor VRT, die volop inzet op innovatie in mediaproductie en technologie. De werken schieten goed op. Het is de bedoeling dat VRT er in 2026 zijn intrek neemt. Eerste bouwsteen van nieuwe VRT-huis In november vorig jaar zijn de voorbereidende werken aan het nieuwe VRT-gebouw begonnen, met de afbraak van het parkeergebouw en het uitgraven van de bouwput. Intussen is de laatste betonstorting van de funderingsplaat in zicht en kon VRT vanmorgen officieel de eerste steen leggen. CEO Frederik Delaplace en voorzitter van de Raad van Bestuur Frieda Brepoels deden dat symbolisch met een afdruk van hun handen in het beton, net als Vlaams minister-president Jambon, Brussels minister-president Vervoort en Vlaams minister van Media Benjamin Dalle. Benjamin Dalle: "Met dit duurzame mediagebouw kan de VRT meer inspelen op nieuwe technologieën en recente evoluties in de sector. Bovendien wordt het een aangename en inspirerende werkplek voor de medewerkers die aanzet tot samenwerking. Dit indrukwekkende project is ook een belangrijke stap in de ontwikkeling van Brussel als mediahub." Rudi Vervoort: "We creëren een nieuw Mediapark dat aangepast is aan de allerlaatste technologieën inzake media. We maken een mediapool met een campus voor audiovisuele kunsten, met daarnaast ruimte voor studentenverblijven en woningen. Meer dan 10 ha van de site wordt behouden voor open en groene ruimte. De Reyers-site wordt een unicum in België en zal een trekpleister worden voor nationaal en internationaal talent. De aanwezigheid van VRT zal dit imago enkel versterken." Ook Frieda Brepoels, voorzitter van de Raad van Bestuur, is trots en kijkt uit naar het nieuwe gebouw: "Met het nieuwe VRT-huis, bouwen we aan de toekomst van de publieke omroep." En dat huis biedt ook ruimte aan creatief talent: "In kader van het Vlaamse project Kunst in Opdracht zullen ook twee kunstwerken integraal deel uitmaken van de nieuwbouw van VRT. Met de selectiecommissie kozen we voor de creaties van Amerikaanse kunstenaar Matt Mullican en de Belgische Sophie Nys. Beide zijn creaties die meteen aanspreken en bijblijven." Meer dan 300 arbeiders op de werf Momenteel zit de werf op zijn laagste punt, vijf verdiepingen onder de grond in een bouwput met een oppervlakte van 10.000 vierkante meter. "Nu zijn er ongeveer 100 arbeiders aan de slag, maar in de afwerkingsfase verwachten we meer dan 300 arbeiders tegelijk op de werf. Dat vraagt een goede afstemming en coördinatie, zowel op de werf als daarnaast", zegt Jelle Machiels, projectmanager van aannemer VRT Morgen. De constructie van het nieuwe gebouw is geen alledaags project en is heel ambitieus. Het plaatsen van de staalstructuur, die kenmerkend is voor het bovenste deel van het nieuwe gebouw, is enorm complex en ook de grote tv-studio's in het gebouw brengen de nodige uitdagingen met zich mee. Daarnaast liggen op vlak van duurzaamheid de ambities hoog met groene energie via geothermische warmtepompen en zonnepanelen en aandacht voor waterbeheer. Om het nieuwe VRT-huis te realiseren werkt VRT samen met drie Vlaamse bouwondernemingen: Willemen, Jan De Nul en EEG. Verhuizing in 2026 Het afwerken van de ruwbouw van de ondergrondse verdiepingen duurt tot eind dit jaar. Na nieuwjaar starten de werken aan de bovengrondse verdiepingen en wordt het nieuwe gebouw dus zichtbaar. VRT is tevreden met de stappen die gezet worden. "De werken vorderen goed en alles zit op schema. Dat zien we elke dag vanuit onze huidige werkplek. Timing en budget blijven mooi binnen de afspraken. VRT houdt vast aan de autofinanciering van ons nieuwe huis", zegt CEO Frederik Delaplace. De verhuizing naar het gebouw staat gepland in het najaar van 2026. Silo's doorbreken en samenwerken Het huidige gebouw aan de Reyerslaan wordt ingeruild voor een horizontaal gebouw waar samenwerken centraal staat. Elke verdieping in het nieuwe VRT-huis heeft een eigen identiteit. Zo komt er een actuavloer, die in het teken staat van nieuws maken met uiteraard VRT NWS, maar ook Sporza en Radio 1. Op de mediavloer komen het nieuwe interne productiehuis VRT Studio's, de technische crew en de verschillende radiomerken. De media-ondersteunende diensten zullen te vinden zijn op de hoogste verdieping. Karen Donders, directeur Talent & Organisatie: "Op deze manier wil VRT samenwerking tussen alle merken en afdelingen met het nieuwe gebouw stimuleren. Elke plek moet een inspirerende werkomgeving worden die uitwisseling dialoog en co-creatie stimuleert." Bouwen van een nieuw mediabedrijf Met het nieuwe gebouw wil VRT inspelen op de jongste technologische evoluties in het medialandschap. "Naast de grote radio- en tv-studio's willen we over het hele gebouw op een flexibele manier media kunnen maken", benadrukt Sabine Belis, programmamanager Nieuwbouw. "We werken aan een open huis dat de mediamakers binnen VRT volledig ondersteunt. Het is een volgende stap in de technologische vernieuwing waar we vol op inzetten." VRT denkt nu al na over welke technologieën ze wil inzetten in het nieuwe gebouw om ook in de toekomst media te maken. Daarom test de omroep nu al nieuwe innovatieve technologieën uit, zoals in de multifunctionele studio. De publieke omroep wil zo innovatief en relevant blijven in een continu veranderend medialandschap. Jan Jambon: "Het media-ecosysteem ondergaat in sneltempo veranderingen, maar dit gebouw zorgt dat VRT klaar is voor de toekomst. Dit project is hun antwoord op de digitale omslag die gepaard gaat met veranderend mediagebruik, nieuwe businessmodellen en technologische ontwikkelingen. Het nieuwe gebouw zal van VRT een voortrekker maken op vlak van digitale innovatie en entertainmentindustrie."

  • Nee is altijd oké

    Campagne om kinderen te leren hun grenzen aan te geven Vlaams Minister van Jeugd Benjamin Dalle werkt samen met Ketnet om een belangrijke boodschap aan kinderen mee te geven: nee zeggen is altijd oké. Ze doen dat aan de hand van video’s met Ketnet-wrappers die herkenbare situaties uit het leven van kinderen brengen. Kinderen en integriteit In de zomer van 2022 organiseerde minister Dalle twee rondetafelgesprekken over ‘integriteit in het jeugdwerk’, met jeugdorganisaties en experten. Daaruit bleek dat er over integriteit zeer weinig communicatiekanalen bestaan die zich rechtstreeks richten tot kinderen jonger dan 12, terwijl kinderen vanaf 12 jaar terecht kunnen op het informatieplatform WAT WAT. Deze campagne is een rechtstreeks gevolg van die vaststelling. De campagne Nee is altijd oké wil kinderen aanleren om grenzen te stellen en nee te zeggen, omdat dit voor hen even moeilijk, zo niet moeilijker is dan voor volwassenen. Tijdens gesprekken met jeugdorganisaties en experts zoals De Ambrassade, Child Focus, de Kinderrechtencommissaris, en Pimento bleek dat kinderen onder de 12 jaar zelden worden bereikt in campagnes over integriteit en grensoverschrijdend gedrag. Maar het is net in de lagere school dat kinderen zelfstandig hun eerste stappen in de wereld zetten. Daarom heeft Ketnet, in samenwerking met hun wrappers, zes herkenbare situaties in filmpjes verwerkt om de boodschap over te brengen. De algemene boodschap is duidelijk: Nee is altijd oké, zowel offline als online. Grensoverschrijdend gedrag: Zeg zonder aarzeling ‘nee’ als iemand iets met je lichaam doet wat niet goed voelt. Groepsdruk: Het is oké om nee te zeggen als anderen je iets willen laten doen dat je niet wilt. Vrienden kunnen je hierbij helpen. Misbruik van vertrouwen: Dingen die je in vertrouwen deelt, mogen niet zomaar worden doorverteld. Zeg ‘nee’ als dit gebeurt. Online: Dezelfde regels gelden offline én online. Als iets niet oké is, meld het dan. Ongepast taalgebruik: Als je iets beledigends ziet of hoort, is het oké om ‘nee’ te zeggen en anderen erop te wijzen. Moeilijke thuissituatie: Luister naar je vrienden en creëer een veilige omgeving om samen grenzen te stellen. Vlaams Minister van Jeugd Benjamin Dalle: “Met Nee is altijd oké geven we kinderen aan hoe ze hun eigen grenzen kunnen bewaken, zowel offline als online. Dit is essentieel voor hun welzijn en veiligheid. Samen met Ketnet en onze jeugdpartners geven we hen de tools om hun stem sterker te laten horen en zich zo ook effectief begrepen en gerespecteerd te voelen.” Annemie Gulickx, netmanager Ketnet: “Met Ketnet willen we een veilige omgeving creëren waar kinderen kunnen kijken, spelen, luisteren en in interactie gaan. Maar buiten onze veilige platformen ligt er nog een hele wereld waar we minder vat op hebben. Daarom reiken we kinderen de nodige tools aan om ook daar situaties op de juiste manier te leren inschatten en weerbaar te zijn. De videoreeks Nee is altijd oké kan daarin helpen.” Een luisterend oor voor kinderen Als kinderen niet weten waar ze terechtkunnen met vragen, kunnen ze altijd contact opnemen met Awel via telefoon (102), e-mail of chat. Awel biedt een anoniem en gratis luisterend oor voor kinderen en jongeren, en wordt daarvoor ondersteund door de Vlaamse overheid. Daarnaast kan iedereen ook terecht bij de klachtenlijn van het Kinderrechtencommissariaat via het nummer 0800 20 808. De medewerkers luisteren, onderzoeken klachten over kinderrechten en bemiddelen. Verspreiding van de campagne Ketnet deelt de filmpjes van Nee is altijd oké via ketnet.be, de Ketnet-app en YouTube. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media deelt ze via zijn website en YouTube-kanaal. Ook op sociale media is er aandacht voor de campagne. Op ketnetvoorouders.be verzamelt Ketnet alle relevante informatie rond integriteit en grenzen stellen, en verwijst ook door naar alle Ketnet-programma’s die gelinkt zijn aan het thema. Ouders en begeleiders worden aangemoedigd om de filmpjes te delen met kinderen en zelf als vertrouwenspersoon beschikbaar te zijn. Iedereeneenmax.be, een campagne van Child Focus, promoot dit idee. Kadering binnen het Vlaams Jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan Via deze campagne zetten Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle, het Departement Cultuur, Jeugd en Media en Ketnet zich samen in voor het Vlaams Jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan 2020-2024. Welbevinden en de positieve identiteitsontwikkeling van kinderen en jongeren is één van de vijf prioriteiten. Dit wordt ingevuld met een gericht integriteitsbeleid om geweld tegen kinderen en jongeren te vermijden en waar het voorvalt, aan te pakken. Vetrekken vanuit het verhaal en de vraag van het kind en de jongere zelf is cruciaal. Binnen de jeugdsector moeten organisaties een aanspreekpunt integriteit (API) aanduiden en een integriteitsbeleid voeren. De Ambrassade zorgt er in samenwerking met Pimento en Tumult voor dat ze daarin ook daadwerkelijk ondersteund en versterkt worden. Alle informatie over integriteit in de jeugdsector staat verzameld op de website van het departement. Bekijk hier de hele videoreeks:

  • Investeren in de toekomst

    Wat betekent de Septemberverklaring voor Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding? Afgelopen weekend sloot de Vlaamse Regering een akkoord over de begroting voor 2024. Vandaag werden de krachtlijnen van dit akkoord toegelicht in de Septemberverklaring in het Vlaams Parlement. Vlaanderen investeert sterk in verschillende sectoren, zonder de doelstelling van een begroting in evenwicht tegen 2027 in gevaar te brengen. Op vraag van cd&v komen er het komende jaar forse investeringen in de kinderopvang, zowel in het aantal opvangplaatsen als in de kwaliteit van de opvang. In totaal gaat het om een extra investering van 270 miljoen euro. Vlaams minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding Benjamin Dalle: “Ik ben zeer tevreden met deze Vlaamse begroting. We geven zuurstof aan sectoren en mensen die dat nodig hebben. Het is bovendien een begroting die zeer goed is voor de Brusselaars, onder meer door de stevige investeringen in de kinderopvang. Ik ben ook heel trots op de forse investeringen in jeugdbeleid. Deze bieden de mogelijkheid om het Vlaamse jeugdwerk verder te versterken.” De belangrijkste beslissingen voor de beleidsdomeinen Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding vindt u hieronder. Brussel De Nederlandstalige kinderopvang is ook in Brussel heel belangrijk. Heel wat van de investeringen in de kinderopvang komen ook ten goede van de Nederlandstalige kinderopvang in Brussel. Enkele belangrijke punten uit het akkoord waar de 178 crèches en 22 locaties van onthaalouders in Brussel baat bij zullen hebben: Dankzij de bijkomende investeringen daalt de kind-begeleiderratio. Zo zorgen we ervoor dat crèchepersoneel en onthaalouders voldoende tijd en aandacht kunnen schenken aan de kindjes, en daalt de werkdruk bij het personeel. De regel wordt: 1 begeleider voor maximaal 5 baby’s onder de 12 maanden, en 1 begeleider voor maximaal 7 kinderen als het om gemengde groepen gaat. Het aantal plaatsen aan inkomenstarief, waarbij de prijs voor kinderopvang bepaald wordt op basis van je inkomen, neemt sterk toe. Er komen in 2024 minstens 200 plaatsen aan inkomenstarief bij in Brussel, op een totaal van 2.000 in heel Vlaanderen. We voorzien een verdubbeling, en dat voor de tweede keer deze legislatuur, van de basissubsidie van de crèches met een vrij tarief. Dit zal voor extra ademruimte zorgen en stabiliseert de werking van deze crèches. We vereenvoudigen de voorrangsregels, met een effectieve voorrang voor wie werkt. Tegelijkertijd geven we de crèches ook het vertrouwen om plaatsen te kunnen toewijzen aan wie om andere redenen nood heeft aan kinderopvang. Natuurlijk vergeten we ook de onthaalouders niet. Ook zij krijgen meer middelen en meer ondersteuning. De begroting voor 2024 voorziet geen besparingen op het Brusselbeleid. Integendeel: er staan nog verschillende investeringen op stapel die een rechtstreekse impact op Brussel hebben: Om het lerarentekort – dat ook in Brussel erg hoog is – aan te pakken, verhogen we de anciënniteit van zij-instromers: van 10 naar 15 jaar. We investeren minimaal 1 miljoen euro in sociale studentenhuisvesting in Brussel (5 % van de totale extra investering). Dit zal leiden tot meer betaalbare studentenkoten. Die investeringen worden versterkt via renteloze lenigen voor basiskoten, binnen het sociaal studentenhuisvestingsbeleid van onze hoger onderwijsinstellingen. De hogescholen en universiteiten krijgen een extra werkingstoelage, inclusief de Stuvo-middelen. We zetten ook in op een sterkere inburgering voor de vele nieuwkomers die Brussel elk jaar ontvangt. Het Vlaamse inburgeringstraject krijgt een ‘turbo’: we versterken het leertraject en breiden het uit, en drijven ook de begeleiding richting de arbeidsmarkt op. We helpen inburgeraars niet alleen snel aan het werk, we willen hen daarna ondersteunen om op middellange termijn het gewenste ambitieniveau te bereiken. We geven hun daartoe te kans tot 5 jaar na het afronden van het inburgeringstraject. We verhogen de werkingsmiddelen voor Muntpunt zodat de afgesproken engagementen in het samenwerkingsakkoord 2021-2025 correct kunnen uitgevoerd worden. Jeugd De jeugdsector bloeit als nooit tevoren in Vlaanderen. Het aantal leden neemt toe, steeds meer verenigingen en werkingen dienen een erkenningsaanvraag is. Aan het begin van de zomer keurde de Vlaamse Regering een ambitieus nieuw Jeugddecreet goed, dat meer vertrouwen geeft aan jeugdwerkers en inzet op de verdere professionalisering van de sector. Om de hoge ambities van dat decreet waar te maken, zijn extra middelen nodig. Daarom is er beslist om jaarlijks 6 miljoen extra te investeren in het jeugdbeleid en onze jeugdorganisaties, een stijging van ongeveer 10 procent. Deze middelen zullen ingezet worden voor onder meer capaciteitsverhoging en een sterkere financiering van de organisaties. Er wordt ook geïnvesteerd in de Vlaamse tentuitleendienst ULDK. Daarbovenop komt er in 2024 ook 4 miljoen euro bij voor investeringen in jeugdinfrastructuur. Media De Vlaamse Regering investeert in 2024 eenmalig 9 miljoen in de VRT, bovenop de bestaande financiering. Deze extra middelen zijn nodig omdat 2024 voor de VRT een boeiend en druk jaar wordt, met heel wat projecten die bijkomende middelen vragen. Denk maar aan het EK voetbal, de Olympische Spelen en twee grote verkiezingscampagnes. We kiezen ervoor om de VRT hier extra bij te ondersteunen, zodat het personeel en de werking tijdens dit druk jaar de nodige zuurstof krijgt, terwijl het transformatieplan voor de VRT verder wordt uitgerold wordt en een nieuwe structurele basis voor de werking van de VRT wordt gebetonneerd. Armoedebestrijding Voor de Septemberverklaring van 2022 besliste de Vlaamse Regering al om 8 miljoen te investeren in de strijd tegen kinderarmoede. 4 miljoen hiervan werd al in 2023 ingezet, de overige 4 miljoen zal in 2024 geïnvesteerd worden. Dit doen we voornamelijk via de vernieuwende projectoproep rond lokale bondgenotennetwerken. Die staat nog open voor kandidaturen tot 8 oktober. We zetten ons werk verder en zijn ervan overtuigd dat we met deze oproep belangrijke resultaten kunnen boeken om kinderarmoede tegen te gaan. De Vlaamse Regering begint aan haar laatste legislatuurjaar. Dankzij het ambitieuze begrotingsakkoord belooft dat een jaar te worden waarin we alles op alles zullen zetten om stappen vooruit te zetten in Vlaanderen en in Brussel. De duidelijke keuzes en forse investeringen die vandaag in het Vlaams Parlement worden toegelicht, tonen dat aan.

  • Nieuwe locatie Kuumba officieel geopend

    Het Vlaams-Afrikaans huis Kuumba huldigt vandaag zijn nieuwe gebouw in de Passerstraat in Anderlecht in. Kuumba zal de nieuwe ruimte delen met Fora vzw (Forum voor Afrikaanse Associaties) en Internationaal Comité vzw, en voorziet ook partnerships met andere organisaties in het gebouw. Het is meteen ook de eerste voltooide Broedplek in Brussel. Kuumba zat tot nu gehuisvest in een pand in de Waversesteenweg in Elsene, maar dat verouderde gebouw was niet geschikt als cultureel centrum. De verhuurder was bovendien niet bereid om verder in het gebouw te investeren. In de Passerstraat in Anderlecht krijgt Kuumba de gelijkvloers van een nieuwbouwproject ter beschikking, gerealiseerd door vzw Overmolen. Op de hogere verdiepingen loopt een samenwoonproject van De Overmolen en Cosmos voor Sub-Saharaanse Afrikaanse vrouwen en senioren. Ook zij zullen betrokken worden bij de samenwerking in dit laagdrempelige, interculturele en open huis. Kuumba, een organisatie die bruggen bouwt tussen de verschillende Afrikaanse en Vlaamse gemeenschappen, deelt deze nieuwe locatie met andere verenigingen. Ook FORA vzw en Internationaal Comité vzw, krijgen er een stek. FORA is een netwerk dat Afrikaanse artiesten en organisaties ondersteunt in Brussel, Internationaal Comité vzw (IC) is een multiculturele federatie die in Vlaanderen en Brussel een 320-tal verenigingen verenigt en ondersteunt van mensen met een migratieachtergrond. Vlaams minister van Brussel Benjamin Dalle kondigde in 2022 de komst aan van twaalf Brusselse ‘Broedplekken’, waar verschillende organisaties met elkaar ruimte delen en nauw samenwerken. Het nieuwe gebouw voor Kuumba was een van de twaalf projecten en is als eerste klaar. “Dit nieuwe huis is een nieuwe start voor Kuumba, en eveneens een belangrijke stap in de realisatie van de Broedplekken. Met dit initiatief slopen we muren en brengen we organisaties en mensen met elkaar in contact. Door te investeren in stenen, investeer je immers ook en vooral in mensen.” De Vlaamse overheid investeerde iets meer dan 400.000 euro in dit project, vanuit het Vlaams Brusselfonds en vanuit de projectoproep voor jeugdinfrastructuur. De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) leverde eveneens een belangrijke inspanning voor het nieuwe huis van Kuumba, door een subsidie van 130.000 euro te geven. Kuumba engageert zich ook om in de Matongéwijk fysiek aanwezig te blijven. Deze historische wijk is nog steeds een belangrijke ontmoetingsplek voor de Afrikaanse gemeenschappen in Brussel en blijft zich dan ook goed lenen voor uitwisselingen tussen deze gemeenschappen en het Nederlandstalige netwerk. Ans Persoons, VGC-collegelid voor Cultuur, Jeugd, Sport, Samenleven & Diversiteit, is opgetogen over de nieuwe infrastructuur voor Kuumba: “We zijn blij dat Kuumba, naast de werking in de Matongéwijk, nu ook een uitvalsbasis in Anderlecht krijgt. Het huis is nu klaar, maar het zijn de vele educatieve, artistieke en sociaal-culturele activiteiten die het centrum echt een hart en ziel zullen geven."

  • Mediahuis lanceert -26 plus: een laagdrempelige abonnementsformule voor jongeren

    Jongeren hebben honger naar nieuws. Hun eigen weg vinden in het nieuwsaanbod is echter niet altijd eenvoudig. Jonge mensen vinden de dagelijkse nieuwsstroom vaak overweldigend. Ze hoeden zich voor fake news en gaan op zoek naar kwalitatieve journalistiek met voldoende duiding. Er is bij jongeren bereidheid om te betalen voor nieuws, maar zij willen niet ‘vasthangen’ aan de beperking van een abonnement op één nieuwsmerk. Mediahuis gelooft onvoorwaardelijk in onafhankelijke journalistiek die een positieve bijdrage levert aan heel de samenleving en dus ook aan de leefwereld van jongeren. Als belangrijke internationale mediagroep rolt Mediahuis projecten uit waarbij jonge mensen ingeschakeld worden om mee het nieuws te maken. De groep werkt aan nieuwe producten op maat van de nieuwe generatie. En uiteraard wordt ook naar mogelijkheden gekeken om haar bestaande nieuwsmerken zo goed mogelijk binnen het bereik van jongeren te brengen. In die optiek lanceert Mediahuis vandaag de jongerenformule -26 plus. -26 plus is een handige leesformule met 1 toegang tot de 5 nieuwsmerken van Mediahuis. Het abonnement kost slechts 1 euro per week, het is maandelijks opzegbaar en de prijs blijft 3 jaar geldig. Met de formule -26 plus kunnen jongeren en jongvolwassenen tot 26 jaar onbeperkt alle online artikels lezen van De Standaard, Nieuwsblad, Gazet van Antwerpen, Het Belang van Limburg en De Gentenaar, ongeacht of men doorklikt vanuit Instagram, Facebook, TikTok of surft op de websites of in de apps van de 5 nieuwsmerken. Koen Verwee, CEO Mediahuis België: “Volgend jaar trekken alle jongeren tussen 18 en 22 voor de eerste keer naar de stembus. We leren uit onderzoek dat jongeren een grote interesse hebben in correcte informatie en duiding over wat er gebeurt in de wereld, maar tegelijkertijd zeer prijsbewust zijn waardoor ze enkel gratis nieuws consumeren. Daarom lanceren we deze formule. Voor de prijs van een halve pint per week kunnen ze voortaan onbeperkt betrouwbare journalistiek consumeren.” Benjamin Dalle, Vlaams Minister van Media: “Door het veranderende mediagebruik is het een uitdaging om het nieuws aantrekkelijk te houden voor jongeren. Kranten zijn een belangrijk instrument in de strijd tegen desinformatie. Daarom is het essentieel om de jeugd te betrekken bij het Vlaamse krantenaanbod. Met dit initiatief geeft Mediahuis een goede voorzet. Hopelijk vinden onze jongeren massaal de weg naar dit aanbod.” De nieuwe abonnementsformule -26 plus wordt gelanceerd op 25 september. Meer info op www.plus.be/min26

  • Jeugdsector springt in de bres voor tijdelijke noodplaatsen

    Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle en staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor slaan de handen in elkaar om tijdelijke noodplaatsen voor asielzoekers te voorzien. In het kader van de zoektocht naar opvangplaatsen, maakt het jeugdwerk op korte termijn ruimte vrij. Dalle stelt ongebruikte ruimtes op drie sites die eigendom zijn van de Vlaamse overheid ter beschikking. In twee jeugdcentra in Beersel (Destelheide en Hanenbos) kunnen vanaf deze week asielzoekers voor korte tijd worden opgevangen. Vandaag wordt een groep gezinnen en kinderen ondergebracht in Destelheide. Zij zullen daar enkele dagen verblijven, in afwachting dat een plaats vrijkomt in een gewoon centrum. Staatssecretaris de Moor heeft daarover contact gehad met de burgemeester met Beersel. De planning van de jeugdactiviteiten in deze centra blijft ongewijzigd. De beschikbare capaciteit voor de opvang van asielzoekers zal daardoor verschillen van dag tot dag. Op het domein van de Hoge Rielen in Kasterlee is er in twee gebouwen noodopvang gepland in de periode van november tot eind februari. Voor die gebouwen zijn er geen reservaties voor jeugdwerk in die periode. Beide jeugddomeinen zullen vooral ingezet worden als buffercapaciteit om families en minderjarigen voor korte tijd op te vangen, in afwachting dat een plaats vrijkomt in een gewoon centrum. Daarnaast vroeg minister Dalle aan sectororganisatie Centrum voor Jeugdtoerisme (CJT) na te gaan welke mogelijkheden er zijn bij de uitbaters van jeugdverblijven en hostels. Verschillende organisaties hebben aangegeven te willen helpen, de capaciteit en duurtijd die zij kunnen aanbieden verschilt van verblijf tot verblijf. Van het aanbod van de verschillende organisaties wordt nu een analyse gemaakt. Tegen eind volgende week zou duidelijk moeten zijn over hoeveel beschikbare plaatsen het gaat. Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle: “Dit is niet zomaar asielopvang, dit is de jeugdsector die verantwoordelijkheid opneemt in een urgente crisis. Ik ben hen daar bijzonder dankbaar voor. Het betreft eenvoudige basisopvang voor een beperkte groep mensen, zonder dat dit ten koste gaat van de reguliere jeugdactiviteiten. Zowel de infrastructuur als de mensen die er werken, hebben ervaring in het kwaliteitsvol verwelkomen van kinderen en gezinnen. Jeugdcentrum Destelheide bezit niet voor niets het Quality Label for Youth Centers van de Raad van Europa, een label dat wordt uitgereikt aan uitmuntende jeugdcentra. Er is veel ruimte en de opvang gebeurt in een familiale sfeer, zonder overlast voor de buurt.” Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor: “Het is fantastisch hoe de jeugdsector zich solidair opstelt. Met de bijdrage van de sector hebben we weer wat extra capaciteit om gezinnen en minderjarigen op te vangen. Het is mijn absolute prioriteit om te zorgen dat gezinnen en kinderen niet op straat belanden. Grote dank aan collega Dalle om zo proactief mee te zoeken naar oplossingen.”

  • Brussel heeft nood aan een nieuwe bestuurscultuur

    Vandaag vond de derde Trefdag Brussel plaats in het Herman Teirlinck-gebouw in onze hoofdstad, het jaarlijkse ontmoetingsmoment van het Vlaams-Brusselse middenveld. Bijna 250 deelnemers van 135 organisaties kwamen samen voor speeddates met minister Dalle, themasessies en uitgebreide netwerkingsmomenten. “Het netwerk van organisaties die actief zijn in onze hoofdstad is echt uniek. Elke dag maken ze het verschil in het leven van zovele Brusselaars. Op een ontmoetingsdag zoals deze kunnen ze met elkaar in contact komen en kunnen ze van elkaar leren." Tijdens deze derde editie loofde initiatiefnemer Benjamin Dalle, Vlaams minister van Brussel, de kracht van de deelnemers, maar ook de nood aan een nieuwe bestuurscultuur om hen voluit te ondersteunen. “Jullie bewijzen elke dag opnieuw dat Brussel bruist van de nieuwe ideeën, en tonen ons hoe jullie die ideeën ook op het terrein concreet vorm geven: door samen te werken en muren af te breken. Het wordt dringend tijd voor het Brussels beleid om dat voorbeeld te volgen, maar daar is een nieuwe bestuurscultuur voor nodig. Een bestuurscultuur die inzet op daadkracht. De daadkracht om concreet en positief samen te werken over alle niveaus”, zei Dalle tijdens zijn speech. “We hebben krachten gebundeld met het middenveld in Brussel. Er werden samenwerkingen op poten gezet, niet enkel tussen de overheid en de verenigingen, maar ook tussen verenigingen onderling. Brussel wordt alleen maar beter van zo’n krachtenbundeling.” De Broedplekken krijgen steeds meer voet aan grond in onze hoofdstad. Mensen en organisaties vinden connectie bij elkaar, doordat de muren tussen hen letterlijk gesloopt worden en ze daadwerkelijk bij elkaar intrekken. Het gebrek aan ruimte dat we kennen in Brussel werd omgezet in iets positiefs: artistieke en creatieve geesten uit de welzijns-, onderwijs- en de brede cultuurwereld delen ruimte en kunnen elkaar daardoor verder inspireren. Benjamin Dalle loofde ook de ondernemersspirit van de Brusselaars. “In Brussel houden we er niet van dat de overheid ons zegt wat we moeten doen of laten. Brusselaars wachten niet tot een overheid de dingen voor hen oplost. Brusselaars doen het gewoon zelf, bottom-up, een ongelofelijke troef voor onze stad”, waarna hij een applaus vroeg voor de vele geëngageerde mensen in het publiek. Nog in zijn welkomstwoord pleitte minister Dalle voor meer ambitie voor Brussel. “In Brussel is er een soort berusting, Brussel is zogezegd perfectly imperfect. “Dat is nu eenmaal zo in een grootstad”, hoor je dan, maar ik ben het daar niet mee eens. Brussel heeft een gi-gan-tisch potentieel: er zijn zoveel jongeren die we nog extra aan het werk kunnen zetten, we hebben een goed openbaarvervoersnetwerk, een sociaal geëngageerde bevolking, gepassioneerde leerkrachten en zorgkundigen en een schitterende cultuurinfrastructuur. Toch slagen we er niet in om op niveau te presteren. We moeten Brussel opnieuw aan de top krijgen. Te vaak missen beleidsmakers hier professionaliteit, ambitie, daadkracht en goesting om samen te werken. Dat getuigt van weinig respect voor de burger, het middenveld en de hoofdstad. Brussel verdient beter”, klonk het. Minister Dalle reikte de hand aan de Brusselaars. “We moeten vertrouwen geven aan Brusselaars die initiatief nemen. Een stad moet een broeihaard zijn voor nieuwe ideeën. Dat is ze ook. Dankzij jullie. Met tal van broedplekken waar samenwerken centraal staat. We moeten stimuleren, motiveren, aanvuren, zonder te verstikken. En als alle synergiën dan kloppen, dan komt het bruisende Brusselse middenveld pas écht tot leven”, besloot Dalle.

  • Hogeschool Odisee campus Brussel opent co-working space waar buren welkom zijn

    Hogeschool Odisee opent op haar Brusselse campus een co-working space waar niet alleen personeel maar ook Brusselaars elkaar zullen kunnen ontmoeten. De gloednieuwe samenwerkplek zal op de hoogste verdieping van het T'Serclaesgebouw postvatten en werd gerealiseerd met 236.000 euro subsidies van het Vlaams Brusselfonds. Minister Benjamin Dalle opende de werkplek officieel. Sinds de coronapandemie ging ook de Brusselse campus van Hogeschool Odisee over naar een nieuwe manier van werken. Het personeel koos er resoluut voor een mix van thuiswerk en naar het kantoor pendelen. Dat zorgt niet alleen voor een nog beter gebalanceerde work-life, maar... tegelijk ook voor kantoorruimtes die soms een hele namiddag leegstaan. Daar wilde Odisee iets aan doen - en meteen wou de hogeschool ook de buurt betrekken. Co-workplek op hoogste verdieping, naast directie Enkele kantoorruimtes op de zevende verdieping kregen daarom een metamorfose. Van aparte werkruimtes transformeren ze in een gezellige ontmoetingsplek, voor zowel personeel, studentenvertegenwoordigers als externe organisaties. Iedereen is welkom om op een formele of informele samen aan de slag te gaan. Op dezelfde verdieping liggen trouwens de kantoren van de directie van de Odisee-hogeschool, de studentenvertegenwoordigers en andere medewerkers. Samenwerkingen liggen dus letterlijk een boogscheut van elkaar verwijderd. "We hopen vooral dat ons worklab de kiem kan leggen voor duurzame relaties, zowel wij met de organisaties maar ook de organisaties onderling," vertelt Greet Raspoet, Directeur Algemeen Beheer. 236.000 euro subsidies De realisatie van dit project werd mogelijk gemaakt dankzij de subsidies van het Vlaams Brusselfonds. Het fonds ondersteunt initiatieven rond welzijn, cultuur en onderwijs voor de Vlaamse gemeenschap in onze hoofdstad. Hiermee wordt het worklab van Odisee een nieuwe broedplek; een plek waar samenwerking, verbinding en de uitbouw van het Nederlandstalig gemeenschapsnetwerk centraal staan. Vlaams minister van Brussel, Benjamin Dalle: “Worklab betekent niet alleen een stap voorwaarts in het hybride werken, maar Odisee kiest hiermee als hogeschool resoluut voor samenwerking en ontmoeting. Door ruimte te delen met verschillende organisaties ondersteunt ze ook het gemeenschappelijk project dat er samen kan geschreven worden. We breken hokjes af en brengen diverse doelgroepen en sectoren dichter bij elkaar. Zo werkt Odisee mee aan een ambitieus en beloftevol toekomstverhaal voor Brussel.”

  • Waar is de Brusselse fierheid?

    In de aanpak van de drugsepidemie in Brussel en de dramatische situatie van de grote Brusselse stations en hun buurten is er één constante: een Brusselse Regering die uitblinkt in afwezigheid, met de minister-president op kop. Meer zelfs: Rudi Vervoort toonde zich ‘opgelucht’ dat premier Alexander De Croo het initiatief neemt om de verschillende betrokken partijen samen te roepen. Een stuitend vertoon van onmacht. De leider van de Brusselse regering die tevreden is dat niet hij, maar wel de premier de maatschappelijke problemen van de hoofdstad aanpakt. Waar is de fierheid die de Brusselaars kenmerkt? Alsof Rudi Vervoort vanuit zijn rol als belangrijkste politicus in Brussel geen actie zou kunnen ondernemen? Is Vervoort vergeten dat de minister-president sinds de zesde staatshervorming bevoegd is voor de coördinatie van het veiligheidsbeleid? Elke keer opnieuw horen we dat Brussel maar wat graag een volwaardig gewest wil zijn, ‘une région à part entière’, terwijl het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vandaag al kan rekenen op meer bevoegdheden dan de twee andere gewesten. En als puntje bij paaltje komt, blijkt deze regering niet bij machte om levensgrote problemen in het gewest bij de wortel aan te pakken. De Brusselse regering is als een wielrenner die graag wil deelnemen aan de Tour de France, tot hij beseft dat hij dan ook bergen moet beklimmen. Alarmerende cijfers De treinstations zijn een toegangspoort tot de stad. De stationsomgevingen zijn het eerste beeld dat pendelaars, bezoekers en toeristen zien wanneer ze naar Brussel komen. Het is geen fraai visitekaartje. De problemen in het Zuidstation zijn geen alleenstaand geval. Ze komen ook niet ‘uit het niets’. Ze zijn symptomen van een jarenlang etterende ziekte. Er woedt al jarenlang een sociale crisis in Brussel. De veiligheidsproblematiek in de stationsbuurten is niet nieuw, voor de risico’s van de drugsepidemie in Brussel werd al talloze malen gewaarschuwd. Het aantal daklozen is op twee jaar tijd met bijna 20 procent gestegen. 30 procent van de Brusselaars leeft met een inkomen onder de armoedegrens, bijna 40 procent loopt risico op armoede of sociale uitsluiting – dubbel zoveel als het nationale gemiddelde, en dat terwijl het armoederisico in Vlaanderen net in dalende lijn gaat. Wie recht heeft op een sociale woning, moet daar gemiddeld twaalf jaar op wachten. Ondertussen staan duizenden sociale woningen leeg door gebrek aan renovatie. Sinds de coronacrisis is er dan ook nog eens een knoert van een drugscrisis – het aantal meldingen van druggebruik in de MIVB-stations steeg tussen 2021 en 2022 met maar liefst 70 procent. Elke andere regering zou aan deze alarmerende cijfers voldoende hebben om de alarmbel te luiden. Om orde op zaken te stellen, met harde hand op te treden tegen criminaliteit. Maar ook om werk te maken van een geïntegreerd sociaal plan. Uiteraard is het noodzakelijk om de aanwezigheid van politie in het Zuidstation te verhogen, en om met harde hand op te treden tegen diefstal, geweldpleging, openbaar druggebruik en alle andere fenomenen die de grimmige en onveilige sfeer in de hand werken. Maar het is een illusie te denken dat het probleem zal verdwijnen door boetes uit te delen of daklozen en druggebruikers weg te jagen. Het gaat hier niet om een louter politionele of juridische kwestie. De aanpak enkel en alleen daarop focussen, is een voorbeeld van symptoombestrijding die weliswaar noodzakelijk, maar niet voldoende is. Geïntegreerde aanpak Het bestrijden van een drugsepidemie in een complex en divers gewest als Brussel vereist een geïntegreerde en veelzijdige aanpak. Het gaat niet alleen om het aanpakken van de symptomen, maar ook om het begrijpen en aanpakken van de onderliggende oorzaken. Denk maar aan het inzetten op preventie en voorlichting om drugsgebruik te voorkomen, of het versterken van sociale diensten om de toegang tot medische en psychologische zorg te verbeteren. Ook het verhogen van de handhaving rond drugscriminaliteit, maar ook rond de verslechterde netheid en algemene criminaliteit, maken onlosmakelijk deel uit van zo’n geïntegreerde aanpak. Anderzijds is het cruciaal om snel werk te maken van wijkontwikkelingsplannen en -initiatieven, om de levenskwaliteit te verbeteren in de wijken waar de drugsgerelateerde criminaliteit de bovenhand dreigt te halen. Ik verwacht van minister-president Vervoort dat hij ten volle gebruik maakt van de bevoegdheden die het Brussels Gewest nu al heeft. Zo is de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bevoegd voor alle materies rond gezondheid en bijstand aan personen. Zoek de druggebruikers actief op, begeleid hen met straathoekwerkers en hulporganisaties in de richting van plekken waar ze terecht kunnen voor hulp en behandeling. Creëer extra ruimte in afkickcentra, zodat de wachtlijsten er weggewerkt worden. En richt de ogen van politiediensten op de grote schuldigen: de drugsdealers en internationale netwerken. Dit probleem aanpakken is een werk van lange adem, net zoals de andere huizenhoge structurele problemen in Brussel dat zijn en zelfs niet los van deze crisis gezien kunnen worden – denk maar aan de stijgende armoedecijfers en de krappe woningmarkt. Maar wat voor zin heeft het om er zelf niet aan te beginnen, de paraplu open te trekken en te hopen dat een ander beleidsniveau het wel zal oplossen? Dat is niet de daadkracht die de Brusselaars verdienen.

  • Wijkgezondheidscentrum De Brug breidt uit

    In WGC De Brug werkt onder één dak een multidisciplinair team van zorgverleners via het derdebetalerssyteem. Dankzij deze uitbreiding verwacht het Molenbeekse centrum 1.000 extra patiënten te kunnen helpen. WGC De Brug biedt al 40 jaar eerstelijnszorg op de Onafhankelijkheidsstraat 144 in Sint-Jans-Molenbeek. Momenteel helpt het ongeveer 4.500 patiënten die voornamelijk in Molenbeek en Koekelberg wonen. Het wijkgezondheidscentrum trekt daarbij zowel de preventieve als de curatieve kaart en werkt rond lichamelijke, psychische én sociale aspecten. Een wijkgezondheidscentrum werkt via het derdebetalerssyteem: het ziekenfonds betaalt rechtsreeks het wijkgezondheidscentrum. Hierdoor kunnen patiënten de huisartsen, verpleegkundigen en kinesitherapeuten consulteren in het centrum waarin ze ingeschreven zijn, zonder persoonlijke financiële bijdragen te moeten betalen. En het WGC zorgt ervoor dat patiënten ook bij de andere hulpverleners in het centrum terecht kunnen zonder een grote kostprijs. Met een subsidie van VIPA, het Vlaams Brusselfonds en de Vlaamse Gemeenschapscommissie – in totaal bijna 1,4 miljoen euro - kan het centrum nu de infrastructuur uitbreiden. Dit is nodig omdat het aantal patiënten blijft stijgen en de vragen waarmee patiënten naar het centrum komen steeds complexer worden. De Brug verwacht zo tot 1.000 patiënten extra te kunnen helpen. De Brug kon naast het huidige gebouw een vroegere atelierruimte aankopen en zal deze grondig verbouwen en verbinden met het bestaande centrum. In het nieuwe gedeelte komen een polyvalente zaal, twee patio’s en consultatieruimtes. WGC De Brug verwacht de extra ruimte in gebruik te nemen in juni 2025. Vlaams minister van Brussel Benjamin Dalle: “De vraag naar huisartsen en laagdrempelige eerstelijnszorg blijft groeien in Brussel. Daarom investeren we vanuit de Vlaamse Gemeenschap verder in het Nederlandstalige zorgaanbod in onze hoofdstad. Met deze investeringssubsidie kan het wijkgezondheidscentrum De Brug op termijn zo’n 1.000 patiënten extra verwelkomen. Zo krijgen nog meer Brusselaars toegang tot buurtgerichte en kwaliteitsvolle zorg. De nieuwe infrastructuur zal ook opengesteld worden voor wijkverenigingen en zorgpartners. Daarmee kan De Brug zich verder verankeren in de buurt.” VGC-Collegevoorzitter Elke Van den Brandt: “Steeds meer mensen kloppen bij WGC De Brug aan met meerdere gezondheidsproblemen tegelijk. De grote kracht van dit WGC is dat het hen onder één dak de multidisciplinaire hulp kan aanbieden die zij nodig hebben, en dat zowel preventief als curatief. We zetten vanuit deze VGC voluit onze schouders onder deze uitbreiding, die een toegankelijke zorgverlening mogelijk maakt voor 1.000 extra Brusselaars. Dankzij het derdebetalerssyteem en de laagdrempelige werking helpt De Brug zo in het bijzonder de meest kwetsbare doelgroepen."

bottom of page