top of page

Zoekresultaten

563 items gevonden voor ""

  • Benjamin Dalle herhaalt namens cd&v positie bij Leisterh

    “Enkel regeringsdeelname bij een fundamentele koerswijziging en een volwaardige rol in de Brusselse regering.” Het is vandaag niet aan cd&v om de onderhandelingsagenda te bepalen. Het is ook onaanvaardbaar dat de PS wil bepalen wie deel zal uitmaken van een Nederlandstalige meerderheid. Dat is de taak van de formateurs. Wat telt, is dat de Brusselse regering een meerderheid heeft aan Nederlandstalige kant. Er is vandaag een meerderheid aan Nederlandstalige kant, wij respecteren die. De dag dat de formateurs een rol zien voor cd&v bij de vorming van een regering, kennen ze onze voorwaarden. Cd&v blijft bij haar duidelijke voorwaarden voor regeringsdeelname: Een fundamentele koerswijziging op vlak van (onder meer) begroting, veiligheid en netheid. Onze partij heeft campagne gevoerd voor een ander Brussel, met meer veiligheid, netheid, respect voor het Nederlands en een geloofwaardige begroting. De huidige crisis vereist een breuk met het verleden. Brussel heeft nood aan een sterk bestuur dat onze hoofdstad terug op het juiste spoor brengt. Een volwaardige rol in de regering. Dit draait niet om postjes of mandaten, maar om politieke impact. Als cd&v een regering steunt, wil ze mee het beleid kunnen sturen. Impact hebben op het beleid, niet toekijken vanaf de zijlijn. Anderzijds is een minister of staatssecretariaat in de Regering, maar zonder inhoudelijke koerswijziging ten opzichte van vorige legislatuur, eveneens geen optie: het inhoudelijk project primeert voor onze partij. De partij heeft zich nooit vastgepind op een bepaalde coalitie en stond steeds open voor verschillende samenstellingen, zolang haar twee kernvoorwaarden worden gerespecteerd. De regeringsvorming is al acht maanden geblokkeerd door veto’s van verschillende partijen, waar cd&v nooit aan heeft meegedaan. Cd&v wil constructief meewerken aan een sterk bestuur voor Brussel, maar niet tegen eender welke prijs of onder druk van eender welke partij. De bal ligt nu bij de formateurs.

  • Drugsgeweld in Brussel: de veiligheidscrisis duldt geen uitstel meer

    Het recente drugsgeweld in Anderlecht bevestigt opnieuw de noodzaak van een gecoördineerde en doortastende aanpak van de drugscriminaliteit in Brussel. De federale regering voert de strijd tegen drugs en georganiseerde criminaliteit alvast fors op en we zien dat naast politie en parket ook de Brusselse burgemeesters eindelijk bereid zijn om samen een strategie uit te werken. De veiligheidscrisis aanpakken duldt geen uitstel meer.   Brussel telt zestien hotspots waar de drugscriminaliteit en bijhorende overlast al maanden escaleren. Toch blijven evaluaties over de aanpak uit. Welke van deze probleemzones hebben vandaag een actief actieplan? Welke resultaten zijn er? Die fundamentele vragen blijven tot vandaag onbeantwoord door de minister-president, terwijl de Gewestelijke Veiligheidsraad, die net voor coördinatie moet zorgen, amper samenkwam de voorbije maanden.   Het stilzitten van minister-president Rudi Vervoort (PS) is gelukkig niet langer een excuus om de zaken niet in handen te nemen. De nieuwe federale regering biedt vanaf dag één haar ondersteuning aan. Positief is ook dat de Brusselse burgemeesters eindelijk samen aan één zeel trekken voor een veiligheidsaanpak voor de drugscrisis en de politiezones onder eenheid van commando brengen. Zo’n gezamenlijke aanpak mag niet enkel ontstaan wanneer er doden en gewonden in onze straten vallen. Ze moet structureel verankerd worden door een fusie van de politiezones, zoals de federale regering beoogt. De versnippering van bevoegdheden en een gebrek aan uniforme aansturing maakt het de ordediensten vandaag te moeilijk om efficiënt te werken.   De veiligheid van de Brusselaars moet op de eerste plaats komen. cd&v Brussel pleit al langer voor een geïntegreerde aanpak over alle niveaus heen. De tijd van vrijblijvendheid met een halfslachtige aanpak is voorbij. Iedereen moet hierin zijn verantwoordelijkheid nemen.

  • Meer controleurs nodig in strijd tegen sluikstorten

    Brussel kampt met een steeds groter probleem van sluikstorten en zwerfvuil. Uit cijfers die minister Maron gisteren vrijgaf, blijkt dat de hoeveelheid opgehaald sluikstort en zwerfvuil de afgelopen jaren aanzienlijk is gestegen, van 3.394 ton in 2019 naar 4.290 ton in 2023. Tegelijkertijd blijft het aantal uitgeschreven processen-verbaal grotendeels op hetzelfde niveau. In 2022 werden 3.204 PV’s opgemaakt, in 2023 steeg dit naar 3.816 en in 2024 waren er 3.719 PV’s. Dit cijfer omvat zowel de PV’s naar aanleiding van sluikstorten en zwerfvuil als de PV’s rond foutief sorteren of de vuilzak op het verkeerde moment buiten zetten.   De dienst Recherche en Verbalisatie van NetBrussel, die instaat voor handhaving, heeft bovendien onvoldoende personeel om haar opdracht naar behoren uit te voeren. Dat blijkt uit de antwoorden van minister Alain Maron in de Commissie Leefmilieu, waar Brussels parlementslid Benjamin Dalle (cd&v) de minister bevroeg over de aanpak van sluikstort en de handhaving ervan.   Nood aan versterkte handhaving en betere uitrusting   Het handhavingsdepartement van Brussel Leefmilieu beschikt over 21 inspecteurs en 6 administratieve assistenten. Dit team registreert alle sluikstorten en de bijbehorende opruimkosten, zodat de ernst van de situatie objectief kan worden vastgesteld.   Gezien de stijging van het sluikstort in Brussel, geeft de minister toe dat er te weinig inspecteurs zijn. Andere medewerkers van NetBrussel kunnen de dienst wel informeren over sluikstort en zwerfvuil die zij tijdens hun rondes tegen komen, maar hebben geen verbalisatiebevoegdheid. Dalle pleitte er daarom in de commissie voor om brigadiers binnen NetBrussel in bepaalde gevallen het statuut van verbalisant toe te kennen, zodat ook zij overtredingen kunnen vaststellen en de pakkans wordt vergroot.   Daarnaast is het cruciaal om verder te investeren in modern materiaal, zoals intelligente camera’s. “De uitbreiding van het camera-dispositief, van 6 naar 20 camera’s op gewestelijk niveau tussen 2021 en 2024, is een stap in de goede richting. Maar het heeft enkel effect als de beelden ook tijdig kunnen worden verwerkt en er effectief wordt opgetreden tegen overtreders,” stelt Benjamin Dalle. Daarvoor is een sterke dienst Recherche en Verbalisatie onontbeerlijk.   Snellere interventies met een fast response team   Recent werd ook pijnlijk duidelijk hoe traag sommige opruimprocedures verlopen, zoals bij de grootschalige sluikstortdump langs de Brusselse Ring in Anderlecht. Dalle pleit daarom voor de oprichting van een fast response team , zodat er bij dringende verzoeken, zoals een sluikstort op een cruciale locatie, snel en efficiënt kan worden opgetreden.   “De Brusselaars verdienen een proper gewest en een overheid die snel reageert. Een betere handhaving en snellere interventies zijn broodnodig om sluikstort structureel aan te pakken,” besluit Dalle.

  • Eerste deelname aan de Raad van Europa

    Afgelopen week was ik voor de eerste keer in Straatsburg voor de winterzitting van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (PACE). De Raad van Europa is een internationale organisatie met 46 lidstaten die zich inzet voor democratie, mensenrechten en de rechtsstaat. Dit is niet te verwarren met de Europese Unie (EU) : terwijl de EU bestaat uit 27 lidstaten en vooral gericht is op economische en politieke samenwerking, focust de Raad van Europa zich op vrede, mensenrechten en democratische principes in een bredere groep landen. Een van de instellingen binnen de Raad van Europa is het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), dat toeziet op de naleving van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Raad van Europa bestaat verder uit twee politieke organen: het Comité van Ministers en de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (PACE). Als parlementslid ben ik lid van PACE. Deze assemblee bestaat uit nationale parlementsleden van de 46 lidstaten. PACE keurt resoluties goed, houdt toezicht op verkiezingen en toetredingen van nieuwe lidstaten, kiest de rechters van het EHRM, waakt over de naleving van mensenrechten en democratische processen en adviseert het Comité van Ministers. Voor mij voelt dit als een beetje thuiskomen: ongeveer twintig jaar geleden studeerde ik internationaal recht en mensenrechten aan New York University en was ik gefascineerd door de Verenigde Naties (VN) en andere internationale instellingen. Het is een enorm voorrecht om nu zelf te mogen bijdragen aan een belangrijke internationale instelling die werkt aan de versterking van democratie, mensenrechten en de rechtsstaat in Europa. Dit brengt verschillende van mijn passies samen: recht, politiek en internationale betrekkingen. Belangrijke thema’s deze week Het was een bijzonder intensieve week met enkele belangrijke beslissingen. Zo verkozen we drie nieuwe rechters in het EHRM, afkomstig uit Andorra, Armenië en Slovenië. In de debatten kwamen diverse thema’s aan bod. Zo bespraken we de bescherming van het beroep van advocaat . In verschillende landen worden advocaten bedreigd of vervolgd, waardoor de onafhankelijkheid van justitie onder druk staat. We gaven advies over een verdrag dat deze beroepsgroep beter beschermt en hun centrale rol in de rechtsstaat waarborgt. Daarnaast stond de zorgwekkende situatie in Wit-Rusland en Georgië hoog op de agenda. Met steun van Rusland worden beide landen bestuurd door autoritaire leiders (respectievelijk Loekasjenko en Kavelasjvili). De Raad van Europa wil erop toezien dat verkiezingen vrij en eerlijk verlopen. Ook was er veel aandacht voor de oorlog in Oekraïne , met een specifieke focus op de situatie van Oekraïense kinderen die door Rusland worden gedeporteerd en geïndoctrineerd. Dit is een van de meest schrijnende gevolgen van het conflict. Ik was bijzonder ontroerd door het verhaal van de achttienjarige Alina, die getuigde over hoe ze haar Oekraïense identiteit niet kon beleven toen ze nog in haar geboortestad Donetsk woonde. Vandaag woont ze in de hoofdstad Kiev en droomt ze ervan mensenrechtenactiviste te worden. Verder kwamen ook sociale thema’s aan bod, zoals leeftijdsdiscriminatie tegen ouderen en de gevolgen van long-COVID . Tot slot werd een uitstekende resolutie aangenomen over het belang van multilateralisme en internationaal recht. Om de internationale rechtsorde te versterken en grote internationale uitdagingen aan te pakken, roept PACE staten op om de 56 acties uit de VN-resolutie The Pact for the Future  uit te voeren. Dit is een krachtig signaal voor meer internationale samenwerking, op een moment waarop unilaterale beslissingen en het “America first”-beleid terrein winnen. Vrijheid van meningsuiting op sociale media De debatten worden gevoerd in de plenaire vergadering, maar ook, net zoals in nationale parlementen, in commissies. Ik ben alvast lid geworden van het Committee on Culture, Science, Education and Media , waaronder het Sub-Committee on Media and Information Society  en het Sub-Committee on Youth and the Society of the Future  vallen. Een van de resoluties waaraan ik deze week meewerkte, ging over de vrijheid van meningsuiting op sociale media . In mijn tussenkomst in de plenaire vergadering beklemtoonde ik dat sociale mediabedrijven een transparant en eerlijk moderatiebeleid moeten hanteren. Censuur is niet de oplossing, maar het promoten van correcte en betrouwbare informatie is dat wél. Daarom stelde ik een amendement voor over samenwerking met fact-checkers en journalisten , zodat sociale media zich kunnen baseren op onafhankelijke, ethische journalistiek om desinformatie tegen te gaan. Dit amendement werd unaniem goedgekeurd. Het is hoopgevend dat er zoveel steun is voor een evenwichtige aanpak van vrijheid van meningsuiting en desinformatie. De Raad van Europa kiest duidelijk niet voor de koers die Musk en Zuckerberg met de steun van Trump varen. Bijzondere toespraken en ontmoetingen De week zat vol inspirerende toespraken en ontmoetingen. Niet alleen met politici, maar ook met een aantal bijzondere personen. Een hoogtepunt was de toespraak van de orthodoxe Oecumenische patriarch Bartholomeus I van Constantinopel, die sprak over de rol van geloof en interreligieuze dialoog in het bevorderen van vrede en verzoening in Europa. Daarnaast luisterden we naar opperrabbijn Israel Meir Lau , die naar aanleiding van de 80ste verjaardag van de bevrijding van Auschwitz-Birkenau een ontroerende getuigenis bracht over zijn ervaringen in de concentratiekampen. Wat deze week extra bijzonder maakte, was de kans om collega’s uit heel wat van de 46 lidstaten te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen. Het is verrijkend om te spreken met parlementariërs uit zoveel verschillende landen en perspectieven te delen over de gemeenschappelijke uitdagingen waar Europa voor staat. Nuttig werk of praatbarak? Deze eerste week bij PACE was intens en leerrijk. Maar is dit nuttig werk of veeleer een dure internationale praatbarak? Zoals in alle internationale instellingen wordt er veel tijd besteed aan teksten en tussenkomsten die soms uitblinken in vaag, algemeen of diplomatiek taalgebruik. Wat me echter opvalt, is dat er binnen PACE meer ruimte is voor open debat. Parlementsleden zijn hier minder gebonden aan het officiële standpunt van hun land en hoeven minder rekening te houden met diplomatieke gevoeligheden. De rapporten, resoluties en aanbevelingen die worden aangenomen, hebben geen rechtstreeks juridisch effect. Wel viel het me op dat ze kwalitatief hoogstaand zijn en een positieve dynamiek in gang kunnen zetten doordat ze vaak goed onderbouwd en deskundig opgesteld zijn. Ze kunnen ook steunen op de morele autoriteit van een parlement met leden uit 46 landen, dat zich vaak beroept op internationale verdragen en mensenrechten. De meeste teksten worden met een ruime meerderheid aangenomen zodat ze een breed draagvlak hebben. Ze kunnen leiden tot verdragen, worden opgevolgd door het Comité van Ministers en hebben impact in de lidstaten.Het lijkt me de moeite waard om daarin te investeren. Wat in Straatsburg wordt besproken, wil ik ook meenemen naar de Belgische en Brusselse context. Europese ontwikkelingen op het vlak van mensenrechten en democratie staan niet los van wat er bij ons speelt. Zo bouwen we bruggen tussen het Europese en nationale niveau en versterken we de impact van ons engagement. En voor de volledigheid: de Raad van Europa heeft een eerder bescheiden budget en de parlementsleden krijgen geen extra vergoeding voor het werk dat ze hiervoor doen. Ik geloof sterk in organisaties zoals de Raad van Europa, waar landen en parlementsleden met elkaar in dialoog treden, verbinding maken en gezamenlijke akkoorden sluiten om onze democratische waarden te beschermen. In een wereld waar polarisatie en desinformatie steeds vaker de overhand nemen, is het belangrijker dan ooit om te blijven investeren in samenwerking, respect en internationale solidariteit. Democratie, mensenrechten en de rechtsstaat zijn geen vanzelfsprekendheden – ze moeten voortdurend worden verdedigd en versterkt. Dat engagement neem ik de komende jaren met volle overtuiging op binnen PACE. Benjamin Dalle Straatsburg, 31 januari 2025

  • Benjamin Dalle vraagt minister Clerfayt om duidelijke acties voor financieel herstel Sint-Jans-Molenbeek

    Brussels parlementslid Benjamin Dalle (cd&v) heeft tijdens de Commissie Binnenlandse Zaken minister van Lokale Besturen Bernard Clerfayt ondervraagd over de aanhoudende financiële problemen van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek. Dalle dringt aan op concrete maatregelen om het financieel evenwicht te herstellen en de gemeente te responsabiliseren.   Financiële ontsporing in Sint-Jans-Molenbeek   Minister Clerfayt gaf in zijn antwoord een uitgebreid overzicht van de situatie. Het meest recente herstelplan van Sint-Jans-Molenbeek, dat de periode 2022-2024 dekte, werd weliswaar goedgekeurd door de gemeenteraad en de Brusselse regering, maar de resultaten wijken aanzienlijk af van de ramingen. De jaarrekening van 2023 toont een tekort van 8,99 miljoen euro, veel meer dan de geraamde 415.174 euro. De tekorten zijn voornamelijk te wijten aan lagere inkomsten uit de onroerende voorheffing, stijgende personeelskosten en een aanzienlijke verhoging van dotaties aan de politiezone (+20%) en het OCMW (+18%).   De minister benadrukte dat de gemeente nieuwe maatregelen zal moeten opnemen in het financieel plan voor de periode 2025-2027. Hij kondigde ook strengere controles aan, waaronder een maandelijkse opvolging door een gewestelijke inspecteur.   Strengere maatregelen nodig   Benjamin Dalle reageert bezorgd: “Op een moment dat zowel het Brussels Gewest als de federale overheid inspanningen leveren om budgettair op koers te blijven, mogen we van de Brusselse gemeenten hetzelfde verwachten. Sint-Jans-Molenbeek moet haar verantwoordelijkheid nemen. De echo’s vanuit de gemeente over bijkomende steunvragen aan een gewest dat zelf al met zware tekorten kampt, zijn echter weinig bemoedigend.”   Dalle drong er bij minister Clerfayt op aan om alle beschikbare middelen aan te wenden om druk uit te oefenen op de gemeente. Hij wees op de mogelijkheid om het tempo van uitbetalingen vanuit het herfinancieringsfonds te vertragen of op te schorten indien Molenbeek haar verplichtingen niet nakomt. “Wanneer een gemeente niet doet wat ze moet doen, kan en moet de Brusselse regering overgaan tot strengere maatregelen, inclusief het opschorten van de oninvorderbaarheid van leningen. Dit is een duidelijk signaal dat wanbeheer niet getolereerd wordt,” aldus Dalle.   Verantwoordelijkheid nemen   Met dit debat wil Dalle de aandacht vestigen op de ernst van de situatie in Sint-Jans-Molenbeek. Hij roept de nieuwe meerderheid in de gemeenteraad op om dringend actie te ondernemen en maatregelen te treffen om het begrotingsevenwicht te herstellen. “De inwoners van Molenbeek verdienen een bestuur dat verantwoordelijkheid neemt en werk maakt van financieel herstel. Het is nu aan de gemeenteraad om hun rol te vervullen,”  besluit Dalle.

  • Flinke stijging interventies oudejaarsnacht: focus nodig op identificatie daders en snelle vervolging

    De oudejaarsnacht van 2024-2025 heeft opnieuw een forse stijging laten zien in het aantal interventies van de hulpdiensten en de politie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dat blijkt uit de cijfers die Safe.Brussels vrijgaf, onder meer naar aanleiding van een vraag van Brussels parlementslid Benjamin Dalle (cd&v). Het totaal aantal geregistreerde incidenten – branden, medische hulpverlening en politie-interventies – is beduidend hoger dan in voorgaande jaren. Tegelijkertijd is het aantal arrestaties opvallend gedaald, ondanks een toename in het aantal strafbare feiten. Dalle roept op tot gerichte actie om daders te identificeren en sneller voor de rechter te brengen. Belangrijkste cijfers   Brandweer : 122 interventies (+49% t.o.v. 2023), met piekmomenten tussen 20:00 en 03:00 uur. Medische hulpverlening : 298 interventies (+43% t.o.v. 2023), waarvan 50 ernstige gevallen die een Mobiele Urgentiegroep (MUG) vereisten. Politie-interventies : 1.758 (+38% t.o.v. 2023), maar 24% minder arrestaties (157 in totaal). Strafbare feiten : 382 processen-verbaal (+13% t.o.v. 2023). Openbaar vervoer : 5 bussen en 10 trams werden bekogeld, 6 haltes beschadigd.   Oproep tot actie   De cijfers laten zien dat de ernst van de incidenten toeneemt. De nood aan een snelle en doeltreffende aanpak is groot. Brussels parlementslid Benjamin Dalle (cd&v) benadrukt het belang van snelle identificatie en vervolging van de daders:   "Het stijgende aantal strafbare feiten, gecombineerd met een daling in het aantal arrestaties, is zorgwekkend. We mogen niet toelaten dat deze feiten ongestraft blijven. Het is essentieel om nu afspraken te maken met het parket zodat verdachten sneller voor de rechter verschijnen en passende straffen krijgen. Het inzetten van snelrecht kan daarbij een belangrijk instrument zijn."   Geografische verschillen   De incidenten zijn niet gelijkmatig verdeeld over het Brussels Gewest. Gemeenten zoals Anderlecht, Stad Brussel en Schaarbeek waren het zwaarst getroffen, terwijl zuidelijke gemeenten zoals Ukkel, Watermaal-Bosvoorde en Oudergem relatief rustig bleven. Deze geografische ongelijkheid vraagt om een gerichte aanpak en een meer gedetailleerde analyse op wijkniveau.

  • Lerarentekort in Brussel: de cijfers dalen, maar situatie blijft zorgwekkend

    Het Heilig-Hartcollege in Ganshoren moest onlangs noodgedwongen enkele kleuterklassen sluiten door een tekort aan leerkrachten. De situatie illustreert het blijvende probleem van het lerarentekort in Brussel. Brussels parlementslid Benjamin Dalle vroeg afgelopen vrijdag in de VGC-raad aan collegevoorzitter Elke Van den Brandt om een stand van zaken en pleit voor extra maatregelen.   Uit de cijfers die de collegevoorzitter vrijgaf, blijkt dat de situatie enigszins verbeterd is, maar nog steeds zorgwekkend blijft:   In november 2023  telde men in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel 271 openstaande betrekkingen en 191 niet-vervangingen van langdurig afwezigen . In totaal stonden er toen 462 functies  open. Een jaar later ( november 2024 ) daalde dit naar 195 openstaande betrekkingen  en 160 niet-vervangingen van langdurig afwezigen , wat het totaal brengt op 355 functies . Het probleem blijft echter groot. Het Onderwijscentrum Brussel (OCB) moest dit schooljaar al in 12 scholen  in uiterste nood ondersteuners inzetten om klas­sluitingen te vermijden. Het ging om 9 basisscholen  en 3 secundaire scholen .   Hoewel het lerarentekort in Brussel lijkt te dalen, blijft de impact groot. Leerkrachten die tijdens het schooljaar uitvallen, zijn vaak moeilijk te vervangen. Bovendien is het steeds moeilijker om leerkrachten uit Vlaanderen te overtuigen om in Brussel les te geven. Bijkomende maatregelen zijn nodig om dit probleem structureel aan te pakken.   Benjamin Dalle, Brussels parlementslid (cd&v) : “Het is duidelijk dat er extra inspanningen nodig zijn om het lerarentekort structureel aan te pakken. We moeten de job aantrekkelijk houden, ook voor wie van buiten Brussel komt. Mobiliteitsoplossingen zoals fietsleasing en betere ondersteuning voor pendelaars moeten daarbij deel uitmaken van de oplossing. Ook een financiële incentive voor leerkrachten in grootstedelijke contexten zoals Brussel kan helpen. We moeten leerkrachten die voor Brussel kiezen beter waarderen en ondersteunen in hun werk.”

  • Brusselse GGC-audit op komst in Anderlecht en alle andere Brusselse OCMW’s

    “Dit is een eerste belangrijke stap om alles tot op het bot uit te zoeken.”   De Brusselse cd&v-fractie vraagt al sinds het begin van de onthullingen over wantoestanden bij het OCMW van Anderlecht om een grondige audit door de Brusselse Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), de instantie die in Brussel bevoegd is voor het toezicht op de OCMW’s. Vandaag bevroeg Benjamin Dalle (cd&v) opnieuw de bevoegde minister Maron over de stappen die de GGC sinds de onthullingen twee weken geleden heeft ondernomen. Minister Maron bevestigt nu dat de GGC een audit zal uitvoeren, niet alleen in Anderlecht, maar ook bij alle Brusselse OCMW’s. Tijdens het vragenuurtje in het Brusselse parlement zei hij hierover het volgende:   “Naar aanleiding van de reportage van de VRT heb ik mijn administratie opgedragen om de verschillende controlemiddelen te onderzoeken die verenigbaar zijn met de bevoegdheden die wij uitoefenen [als GGC]. De administratie heeft ons een advies gegeven waarin staat dat een audit mogelijk is. We moesten ook het doel van die audit bepalen, conform de bevoegdheden van de GGC. Er is dus een voorstel opgesteld. Volgende week zal een nota worden voorgelegd aan het [Verenigd] College om de administratie te mandateren deze audit uit te voeren. De audit zou niet alleen betrekking hebben op het OCMW van Anderlecht, maar ook op de andere Brusselse OCMW’s.”   Benjamin Dalle reageert voorzichtig positief op deze aankondiging:   “Het is goed nieuws dat er nu effectief een GGC-audit zal komen. Dat is een eerste belangrijke stap. Zo kan niet alleen de situatie in het OCMW van Anderlecht tot op het bot worden uitgezocht, maar kan ook gecontroleerd worden of er in andere Brusselse OCMW’s vergelijkbare problemen qua management en organisatie zijn. Het is wel jammer dat we daar twee weken op hebben moeten wachten. Het is nu zaak om die audit snel op te starten en efficiënt uit te voeren.”

  • Over de catastrofale situatie van de Brusselse financiën en de Brusselse begroting in voorlopige twaalfden

    De bespreking van de Brusselse begroting in "voorlopige twaalfden" is gisteren afgerond. Na weken van werk in de parlementaire commissies zijn de teksten goedgekeurd door de plenaire vergadering van het Brussels Parlement. Ik heb me bij de eindstemming onthouden. Dit was een bewuste keuze: enerzijds moeten we de continuïteit van het bestuur garanderen, anderzijds kan ik mij niet akkoord verklaren met de inhoudelijke en budgettaire keuzes van de huidige regering-Vervoort. De catastrofale toestand van de Brusselse financiën   In de plenaire vergadering heb ik de alarmerende cijfers van de Brusselse financiën aangehaald, zoals die blijken uit de “Budgettaire nota aan de nieuwe regering” die op onze vraag werd bezorgd. Deze cijfers tonen een zeer zorgwekkend beeld van de financiële toestand van ons gewest:   Het begrotingstekort: 1,5 miljard euro in 2024 (1,59 miljard inclusief de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie - GGC). 2,46 miljard euro in 2025 (2,63 miljard inclusief de GGC). Dit tekort is meer dan het dubbele van de inschatting van de regering vóór de verkiezingen.   De stijgende schuld: 234% van de inkomsten in 2024 (13,9 miljard euro). 265% in 2025 (15,6 miljard euro), volgens het toepasselijke scenario waarin de “nog te bepalen maatregelen” ter besparing nog niet zijn geïmplementeerd. Tegen 2027 wordt de grens van 300% overschreden, met een schuld van 18,89 miljard euro.   De oplopende rentelasten: Van 395,9 miljoen euro in 2025 tot 632,7 miljoen euro in 2029.   Deze rentelasten zorgen voor een financieel onhoudbare situatie. De ratio schuldenlast/begroting bereikt 8% in 2028, en pas in 2055 wordt teruggekeerd naar het risiconiveau van 2023.   Interesse in de volledige nota van de administratie? Die kan je hier lezen.   Reactie op de nieuwe cijfers   Uit de cijfers die ik opvroeg, blijkt hoe zorgwekkend de situatie werkelijk is. Het begrotingstekort van het Brussels Gewest loopt bij ongewijzigd beleid volgend jaar op tot 2,46 miljard euro, terwijl er maar 6,33 miljard euro aan inkomsten zijn. Dit tekort is meer dan dubbel zo hoog als de inschatting van de regering vóór de verkiezingen. Ook de schuldgraad toont een alarmerende trend. Dit gaat gepaard met rentelasten die onhoudbaar worden.   Het mag duidelijk zijn: de uittredende Brusselse regering heeft het gewest in een catastrofale budgettaire situatie achtergelaten. De Brusselaars zullen hiervan de gevolgen dragen. Dat neem ik de regering-Vervoort bijzonder kwalijk. Brussel verdient een regering die haar financiën onder controle houdt en duurzame keuzes maakt.   In maart 2025 verwachten we dat Standard & Poor's Brussel opnieuw zal bezoeken om een analyse te maken van de kredietwaardigheid van het Brussels Gewest. Op basis van het budgettair wanbeheer van de regering-Vervoort en de budgettaire situatie waarin we ons bevinden, is het haast onvermijdelijk dat onze creditrating negatief wordt bijgesteld.   Gebrek aan ernst bij opmaak van de voorlopige begroting   Er was ook een gebrek aan ernst bij de opmaak van de begroting op basis van voorlopige twaalfden. Het Rekenhof beschikte over amper documenten, informatie en tijd, waardoor het zijn opdracht om de cijfers te beoordelen niet degelijk kon uitvoeren. Het was zo goed als onmogelijk om de voorlopige twaalfden effectief te vergelijken met de begroting voor 2024. Het parlement ontving de afgelopen tien dagen slechts fragmentarische informatie, wat leidde tot haastwerk en meerdere amendementen van de regering om fouten recht te zetten.   Het Rekenhof stelde vast dat de gevraagde kredieten de drie twaalfden ruimschoots overschrijden, met grote bedragen verborgen achter de afwijkingen, wat in budgettair moeilijke tijden extra ruimte geeft aan een ontslagnemende regering om geld uit te geven, terwijl dit een technische aangelegenheid zou moeten zijn.   Door zo te werken kon de parlementaire controle niet effectief gebeuren.   Besparingsvoorstel op de kabinetten   Tijdens de bespreking heb ik ook een amendement ingediend om een besparing te realiseren op de uitgaven van de ministeriële kabinetten. Dit voorstel sluit aan bij de beslissing van de ontslagnemende Brusselse regering om het personeelsbestand van de kabinetten vanaf eind juli 2024 te halveren. Toch wordt in de financieordonnantie voor de eerste drie maanden van 2025 geen rekening gehouden met deze duidelijke en terechte maatregel. Het ontwerp voorziet immers in 4/12 van de in de initiële begroting voor 2024 ingeschreven personeelsuitgaven, wat in strijd is met de eerder genomen beslissing.   Concreet stelde ik voor om:   De personeelsuitgaven van de kabinetten voorlopig al met 20% te verminderen, in afwachting van verregaande hervormingen en besparingen door de nieuwe regering. Deze uitgaven te beperken tot 3/12, waarmee voldoende middelen beschikbaar blijven voor de indexering van lonen en andere wettelijke verplichtingen.   De ministeriële kabinetten in Brussel behoren tot de grootste van het land. Door deze besparingsmaatregel te verankeren, mikte ik op een sterk engagement van de regering om ook op de eigen kosten te besparen. Het is een duidelijk signaal dat de besparingsinspanning bij de overheid begint. Deze maatregel zou over twaalf maanden een besparing van 6,21 miljoen euro opleveren. Het amendement werd jammer genoeg verworpen door de partijen van de uittredende meerderheid.   Dringend tijd voor een koerswijziging   De huidige cijfers zijn ronduit verontrustend. Ze laten zien dat het Brussels Gewest dringend behoefte heeft aan een meer duurzame en toekomstgerichte begrotingspolitiek. De keuzes van de regering-Vervoort missen de noodzakelijke ambitie en verantwoordelijkheid om de financiële uitdagingen van ons gewest aan te pakken.   Met mijn onthouding heb ik een signaal gegeven: de facturen moeten betaald worden, maar dat mag niet betekenen dat we blind zijn voor de tekortkomingen van het huidige beleid. Het is tijd voor een koerswijziging. Brussel verdient beter.   Bekijk hier mijn tussenkomst  in de plenaire vergadering.

  • Straffeloos parkeren in Brussel: buitenlandse bestuurders betalen nauwelijks boetes

    Tijdens een hoorzitting van parking.brussels in de commissie Mobiliteit uitte Brussels parlementslid Benjamin Dalle (cd&v) zijn bezorgdheid over de straffeloosheid van buitenlandse bestuurders die parkeerboetes niet betalen. Uit antwoorden van parking.brussels blijkt nu dat buitenlandse automobilisten – met uitzondering van Fransen en Nederlanders – quasi straffeloos kunnen parkeren op de Brusselse openbare weg. Dalle steunt het agentschap in haar pleidooi voor meer bilaterale akkoorden en vraagt daarnaast strengere handhavingsmiddelen, zoals het inzetten van wielklemmen.   Buitenlandse nummerplaten: een groeiend probleem   Momenteel heeft België enkel afspraken met Frankrijk en Nederland over de uitwisseling van voertuigregistratiegegevens. Hierdoor kan parking.brussels alleen parkeerboetes innen bij bestuurders uit deze twee landen. Dit probleem is nijpend, want het aantal voertuigen met buitenlandse nummerplaten dat langdurig geparkeerd staat op de Brusselse openbare weg, neemt toe.   Uit cijfers van parking.brussels blijkt nu dat 3,48% van alle gecontroleerde voertuigen een buitenlandse nummerplaat heeft. Binnen de groep parkeerders zonder geldig parkeerticket is het aandeel buitenlandse nummerplaten echter veel hoger: 20,88%, goed voor 408.660 boetes sinds begin dit jaar. Toch slaagt het agentschap er slechts in om 8,23% van deze boetes te innen, vooral bij Franse en Nederlandse bestuurders. Voor andere landen ligt dit percentage zelfs onder 0,01%.   Oproep voor strengere handhaving   “Die cijfers zijn onthutsend en ondermijnen het draagvlak voor het parkeerbeleid.” , aldus Benjamin Dalle. Hij pleit voor concrete maatregelen om het probleem aan te pakken. "We moeten dringend meer bilaterale akkoorden sluiten met andere landen om gegevensuitwisseling mogelijk te maken. In afwachting van een Europese regeling is dat essentieel,"  stelt hij.   Daarnaast benadrukt Dalle het belang van wielklemmen als handhavingsmiddel. " Parking.brussels heeft een wettelijke basis om wielklemmen te gebruiken, maar zoals zo vaak ontbreekt het uitvoeringskader voor de implementatie. De wielklem kan niet alleen helpen om parkeerboetes bij buitenlandse chauffeurs te innen, maar is ook een instrument om hardleerse parkeerders aan te pakken die boetes opstapelen en weigeren te betalen."   Rol van deurwaarders en wettelijke hinderpalen   Parking.brussels werkt samen met deurwaarders die verantwoordelijk zijn voor de inning van boetes, onder meer in Frankrijk en Nederland. Daarnaast hebben de deurwaarders contacten in 17 andere landen om de foutparkeerders op te sporen. Door het gebrek aan gegevensuitwisselingsakkoorden blijft het echter vaak onmogelijk om eigenaars van buitenlandse voertuigen te identificeren. Bijna de helft van de dossiers bij deurwaarders betreft buitenlandse nummerplaten, maar zonder samenwerking tussen landen lopen veel boetes op niets uit.   Conclusie   Benjamin Dalle roept de bevoegde minister op om snel werk te maken van de implementatie van een wielklembeleid. Daarnaast wil hij dat de minister van Mobiliteit bij de federale regering een pleidooi houdt om meer bilaterale akkoorden af te sluiten. "De wielklem is niet alleen een oplossing voor het innen van parkeerboetes, maar ook een krachtig instrument tegen hardleerse parkeerders. Brussel heeft nood aan een doortastende aanpak om straffeloosheid op te heffen en de verkeersveiligheid te verbeteren."

  • Opening Brusselse biogascentrale uitgesteld naar 2027

    In 2021 kondigde de Brusselse regering aan werk te willen maken van een biovergistingsinstallatie. Momenteel wordt het gft-afval verwerkt in Ieper. Vanaf 2026 zou de verwerking plaatsvinden in een gloednieuwe centrale vlak bij de Budabrug. Brussels parlementslid Benjamin Dalle (cd&v) vroeg een stand van zaken op bij bevoegd minister van Leefmilieu Alain Maron (Ecolo). Daaruit blijkt dat de opening nu gepland staat voor 2027, één jaar later dan oorspronkelijk voorzien. De centrale zal een cruciale rol spelen in het verwerken van organisch afval en levert op termijn een besparing op van 1,5 miljoen euro. Met de centrale zet Brussel een nieuwe stap richting duurzamer afvalbeheer. De verwerkingscapaciteit van de biogasinstallatie bedraagt 30.000 ton organisch afval per jaar, met de mogelijkheid tot uitbreiding naar 45.000 ton per jaar. De installatie zal jaarlijks 4.000 tot 5.000 ton compost opleveren en ongeveer 9.500 MWh elektriciteit en 10.300 MWh warmte produceren, wat overeenkomt met de elektriciteitsbehoefte van zo’n 2.000 tot 3.000 gezinnen.   Opening uitgesteld naar 2027   Volgens minister Alain Maron zijn de voorbereidingen voor de bouw van de centrale volop bezig. Het selectieproces voor een geschikte kandidaat om de installatie te ontwerpen en te bouwen is in volle gang. De gunning van de opdracht staat gepland voor begin 2025. De opening is nu voorzien in 2027, een jaar later dan oorspronkelijk gepland. Het project wordt gefinancierd via een lening. De terugbetaling ervan gebeurt met inkomsten uit de verwerking van bioafval, de verkoop van de geproduceerde energie (elektriciteit en warmte) en de compost.   Besparing   De verwerking van organisch afval zal dankzij de centrale een jaarlijkse besparing opleveren van 1,5 miljoen euro, zo rekende Net.Brussel uit. Dit komt onder meer doordat het Brusselse voedselafval momenteel wordt verwerkt door een externe partner in Ieper. De kosten voor de externe verwerking en het transport komen te vervallen. Daarnaast zorgt de nieuwe centrale ook voor een aanzienlijke milieuwinst.   Benjamin Dalle benadrukt het belang van deze nieuwe stap: “De invoering van de verplichte oranje zak heeft Brussel in korte tijd een sterke stijging van het ingezamelde bioafval opgeleverd: van 11.000 ton in 2022 naar meer dan 18.000 ton in 2023. Dat betekent minder restafval en dus minder verbranding. Toch blijft de uitdaging groot. Meer dan 40% van het afval dat vandaag nog verbrand wordt, bestaat uit organisch afval. Om tegen 2030 60% van ons afval te recycleren, speelt de nieuwe biogascentrale een cruciale rol. Het project moet nu zonder verder uitstel gerealiseerd worden.”

  • Wanbeheer in OCMW Anderlecht moet stoppen: cd&v eist actie van minister Maron

    De onthullingen in de PANO-reportage over het OCMW van Anderlecht zijn bijzonder zorgwekkend. Elke vorm van goed bestuur ontbreekt. Politiek cliëntelisme, onterechte toekenning van leeflonen en een gebrek aan controlemechanismen ondermijnen de fundamenten van onze sociale hulpverlening. Het is onaanvaardbaar dat zulke praktijken plaatsvinden in instellingen die bedoeld zijn om de meest kwetsbare mensen te ondersteunen. Dit wanbeheer schaadt niet alleen de geloofwaardigheid van het OCMW, maar ook het vertrouwen van de burgers in de overheid en haar sociale rechtvaardigheid. Het wanbeheer moet grondig worden aangepakt, de controlemechanismen moeten worden versterkt en er moeten structurele hervormingen op lange termijn komen.   Als lid van het Brussels Parlement roept Benjamin Dalle (CD&V) minister Alain Maron op om onmiddellijk in te grijpen. Hij is verantwoordelijk voor het toezicht op de interne werking van een OCMW. Dalle zal tijdens de zitting van het Brussels Parlement aanstaande vrijdag aandringen op concrete acties om de controle op het OCMW te versterken. CD&V Brussel pleit voor het aanstellen van een commissaris, een grondige externe audit en een betere klachtenprocedure. Daarnaast moet een verdere harmonisatie van de dienstverlening en werking van de Brusselse OCMW’s op de onderhandelingstafel komen van de Brusselse regering.   De reportage legt een acuut wanbeheer bloot. Dat vraagt om onmiddellijke actie. We vragen minister Maron het toezicht op het OCMW van Anderlecht te verhogen en te onderzoeken of een commissaris als crisismanager  kan worden aangesteld. Een onafhankelijke commissaris moet tijdelijk het beheer van het OCMW in handen nemen om orde op zaken te stellen.   Daarnaast moet er een grondige externe audit  plaatsvinden om alle aspecten van het beheer en de procedures te evalueren. Tegelijkertijd moeten interne controles worden aangescherpt, met duidelijke richtlijnen voor de toekenning van leeflonen. Tot slot dient deze audit ook de rol van de GGC als toezichthoudende overheid te onderzoeken: hoe kon dit zo ver komen?   Tot slot moet er op het niveau van de GGC een betere klachtenprocedure  komen. Niemand weet vandaag of dit probleem beperkt is tot het OCMW van Anderlecht of breder gaat. Via een heldere klachtenprocedure, zoals die in Vlaanderen bestaat, kunnen medewerkers, cliënten en burgers mistoestanden rapporteren. Dit helpt om wanpraktijken te signaleren en aan te pakken.   In het kader van de Brusselse regeringsonderhandelingen herhaalt cd&v ook haar standpunt om  de dienstverlening en de werking van de Brusselse OCMW’s sterker te harmoniseren en te coördineren.  Eens te meer is de situatie bij het OCMW van Anderlecht het bewijs dat er nood is aan een rechtvaardig sociaal beleid waarbij alle Brusselaars toegang hebben tot dezelfde sociale bescherming en rechten.   Benjamin Dalle: “Sociaal beleid werkt alleen als het rechtvaardig is: wie hulp nodig heeft, krijgt die, maar wie het systeem misbruikt, wordt uitgesloten. Dat moet de norm zijn, ook in Anderlecht. Vandaag ontbreekt die zekerheid, en dat is onaanvaardbaar. Het is hoog tijd om een duidelijke lijn te trekken en resoluut te kiezen voor transparantie, integriteit en rechtvaardigheid. Ik roep minister Maron op om mijn voorstellen ernstig te nemen en zonder uitstel de nodige maatregelen te treffen.”

bottom of page