top of page

Zoekresultaten

599 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht

  • Projectoproep: Lokale bondgenotennetwerken in de strijd tegen kinderarmoede

    Vlaams minister van Armoedebestrijding Benjamin Dalle lanceert een oproep naar projecten die ‘lokale bondgenotennetwerken’ in de strijd tegen kinderarmoede op poten zetten. De projecten hebben als doel om op lokaal niveau te zorgen voor een betere samenwerking tussen de verschillende actoren die initiatieven nemen tegen kinderarmoede. De Vlaamse regering trekt hier 7 miljoen euro voor uit. Tijdens de begrotingsgesprekken in september 2022 maakte de Vlaamse regering, op vraag van minister van Armoedebestrijding Benjamin Dalle, meer middelen vrij voor projecten die inzetten op de strijd tegen kinderarmoede. De focus ligt hierbij op het lokale niveau, waar nu al heel vaak diverse organisaties en instellingen goede initiatieven nemen om kinderarmoede te bestrijden, maar waar het soms nog spaak loopt op vlak van samenwerking. “Die verschillende organisaties weten niet altijd van elkaars bestaan, of ze hebben te weinig contact met elkaar om de vastgestelde problemen efficiënt aan te pakken”, zegt Vlaams minister van Armoedebestrijding Benjamin Dalle. “Denk maar aan een kind dat niet meegaat op bosklassen, omdat hij of zij geen goede slaapzak kan betalen – terwijl er in de gemeente misschien een vzw actief is die kampeermateriaal kosteloos aanbiedt aan gezinnen met een beperkte financiële draagkracht. Als de ouders en de school daar niet van op de hoogte zijn, krijgt het kind de slaapzak nooit te zien. En dat resulteert in de uitsluiting van een kind door armoede, die perfect vermeden had kunnen worden.” De oproep heeft daarom als doel om nieuwe lokale ‘bondgenotennetwerken’ op poten te zetten, of die bestaande netwerken te versterken en structureel te verankeren. Deze lokale bondgenotennetwerken zetten in op het terugdringen van kansarmoede bij kinderen, jongeren en hun gezinnen door mensen en organisaties als bondgenoten samen te brengen. Deze netwerken stemmen bestaand aanbod beter af, maken dit beter bekend en realiseren snelle en warme toeleiding. Waar nodig organiseren ze bijkomende ondersteuning die tegemoet komt aan de noden en bieden ze ook concrete hulp aan kinderen en gezinnen. De Vlaamse overheid trekt 7 miljoen euro uit voor deze projectoproep. De subsidie moet aangevraagd worden vanuit een (nieuw of bestaand) bondgenotennetwerk, dat bestaat uit actoren binnen het Nederlandstalig onderwijs (school, LOP, CLB, …), het middenveld (vereniging waar armen het woord nemen, SAAMO, jeugdwerk, welzijnsschakel, …) of welzijn en zorg (Huis van het Kind, erkende buitenschoolse kinderopvang, CAW, Overkophuis, Zorgraad …). Om voor subsidies in aanmerking te komen, moet minstens 1 partner uit minstens 2 van de 3 bovenstaande sectoren zich engageren in het project. Elk individueel project kan maximaal 150.000 euro toebedeeld krijgen en optioneel 50.000 euro investeringssubsidies. De projectperiode start op 1 december 2023 en eindigt op 30 november 2025. Alle informatie rond de oproep is te vinden op deze link.

  • Ben jij ook ambassadeur voor Brussel?

    Het is vandaag Vlaamse Feestdag en dat vieren wij ook in hartje Brussel. Het belang daarvan mag je niet onderschatten. Weinig Vlamingen voelen zich verbonden met Brussel als hun hoofdstad, ze beschouwen het als een eiland in het centrum van ons land waar ze te weinig Nederlands kunnen spreken en de activiteiten niet voor hen zijn bestemd. Maar niets is minder waar. Brussel is een bruisende stad die er is voor iedereen, en dus zéker ook voor de Vlamingen. Vanuit Vlaanderen wordt er elk jaar ongeveer 1 miljard euro geïnvesteerd in Brussel. Sommigen vinden dat gek, ik vind dat logisch. Brussel heeft zoveel sterke Nederlandstalige cultuurhuizen, scholen en verenigingen. Het aanbod van de Vlaamse Gemeenschap in onze hoofdstad is er voor Nederlandstalige Brusselaars, voor Vlamingen en voor iedereen die wil proeven van het Nederlands. We moeten Brussel omarmen. Er is zoveel moois te beleven in Brussel, en er is nog zoveel potentieel daarbovenop. Die positieve boodschap, dat positieve gevoel rond onze hoofdstad wil ik zoveel mogelijk uitdragen. Ik ben als Vlaams minister in en voor Brussel ambassadeur van Vlaanderen in onze hoofdstad, maar ik ben andersom ook ambassadeur van Brussel in het Vlaamse Gewest. Ik probeer vanuit die functie, maar vooral ook vanuit mijn overtuiging en liefde voor Brussel, het positivisme rond onze hoofdstad te verspreiden. En ik kan daarbij elke hulp gebruiken. Daarom grijp ik de Vlaamse Feestdag vandaag aan om u voor te stellen aan vijf ambassadeurs die dagelijks Brussel op de kaart zetten. Die samen met mij het positieve gevoel rond Brussel doen groeien en die vanuit hun rol en hun impact zorgen voor waardering in Brussel zelf en in Vlaanderen. Het gaat om bekende en minder bekende mensen uit verschillende disciplines, maar die alle vijf hun grote liefde voor onze hoofdstad gemeen hebben. Héritier Tipo is de eerste Brusselse wrapper in 25 jaar Ketnet, de man uit Molenbeek die meer Brusselse kindjes naar Ketnet wil laten kijken. Ana Maria Osorio Gil is een leerkracht die elke dag het verschil maakt in een superdiverse en grootstedelijke context. Geert Van Istendael is een gerenommeerde prozaschrijver, dichter, essayist, publicist en vertaler. Ahlaam Teghadouini is een Brusselse actrice, bekend van onder meer Grond en Roomies, waarmee ze tal van prijzen won. En Remco Evenepoel is onze wielerheld met een hart voor Brussel en met een palmares om ondanks zijn jonge leeftijd nu al U tegen te zeggen. De vijf ambassadeurs vormen een diverse groep, van alle leeftijden, uit verschillende disciplines. Sport, literatuur, acteerwerk, onderwijs en televisie: vijf disciplines die samen een enorm groot bereik hebben. Zij zijn voor mij de ideale ambassadeurs voor Brussel. Vanuit hun zijn, hun identiteit en hun activiteiten hebben ze het potentieel om honderdduizenden mensen te bereiken met hun boodschappen. Het zijn uithangborden, mensen die hier lokaal impact hebben, maar ook buiten Brussel. Maar zij zijn niet alleen. Iedereen die Brussel graag ziet kan ambassadeur zijn van de stad. Ik wil dus afsluiten met een oproep aan jullie allemaal: draag jullie liefde voor Brussel verder uit, ook in Vlaanderen. Onze charmante hoofdstad verdient die liefde. Het is het centrum van België, de hoofdstad van Europa én van Vlaanderen. Wat de perceptie van buitenaf ook is: Brussel bruist, Brussel danst en Brussel feest. Vandaag en alle andere dagen van het jaar! Ik wens jullie een fantastische Vlaamse feestdag toe! Benjamin Dalle

  • Nieuw classificatiesysteem voor audiovisuele media

    In afstemming met de omroepen introduceert minister van Media Benjamin Dalle een nieuw uniform classificatiesysteem voor audiovisuele media. Dit initiatief vloeit voort uit een Europese richtlijn en heeft als doel om kijkers te waarschuwen voor potentieel schadelijke inhoud van tv-programma’s. Het nieuwe classificatiesysteem zal vanaf de zomer van 2024 geïmplementeerd worden. In het verleden moesten televisieomroepen bij de start van een programma alleen de categorieën ‘12+’ en ‘16+’ weergeven. Sinds 2018 verplicht de Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten omroepen om ook te informeren over de inhoud van hun audiovisuele content. Streamingplatformen als Netflix en Disney + werken nu al met het Nederlandse systeem ‘Kijkwijzer’. Daarop heeft een panel van experten uit verschillende domeinen als ontwikkelingspsychologie, communicatiewetenschappen en media (bv. kenniscentrum Mediawijs) de categorieën voor het classificatiesysteem bepaald. Daarbij is rekening gehouden met de ontwikkelingsfasen van kinderen en jongeren, gebruiksvriendelijkheid voor de sector en input van onder andere Unia, VAD en Sensoa. Leeftijdsgrens en potentieel schadelijke inhoud De -classificatie is een aanbeveling voor jongeren, ouders en voogden. Zij zullen zich op die manier kunnen informeren over zowel de richtinggevende leeftijdsgrens (6, 10, 12 en 16) als over potentieel schadelijke inhoud (geweld, angst, seks, grof taalgebruik, verslavende middelen en negatieve beeldvorming). Gedurende het hele proces is er nauw overleg geweest met de televisieomroeporganisaties. De pictogrammen zelf zijn in samenspraak met de omroepen gekozen. De omroepen zijn verantwoordelijk voor het classificeren van audiovisuele mediadiensten en het correct informeren van kijkers. De pictogrammen moeten bij aanvang van tv-programma’s enkele seconden in beeld verschijnen. In de catalogus van VOD-platformen zoals Streamz, moeten alle pictogrammen zichtbaar zijn op de programmapagina. Centrale databank en publiekwebsite De classificaties van audiovisuele producten zullen beschikbaar zijn in een centrale databank, zodat omroepen indien gewenst de classificaties van programma’s kunnen overnemen van elkaar. Daarnaast komt er een publiekswebsite waar mediagebruikers informatie over het classificatiesysteem kunnen vinden en de classificatie van programma's kunnen opzoeken. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media staat in voor de projectcoördinatie van dit nieuwe classificatiesysteem. In de toekomst zal het departement het project blijven coördineren. De eerste twee jaar zal een commissie jaarlijks een evaluatie uitvoeren, daarna zal dat om de twee jaar gebeuren. Minister van Media Benjamin Dalle benadrukt het belang van dit nieuwe systeem voor de bescherming van minderjarigen: "Het is onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat jongeren en volwassen goed geïnformeerd worden over wat er te zien is op audiovisuele media. Dit nieuwe classificatiesysteem, ontwikkeld in overleg met experten en de omroepen, biedt een duidelijke en herkenbare classificatie van inhoud, zodat ouders en voogden weloverwogen keuzes kunnen maken. Dat is belangrijk voor de ontwikkeling van minderjarigen."

  • Minister Dalle investeert in Brusselse game-industrie

    Vlaams minister van Media Benjamin Dalle en het Vlaams Audiovisueel Fonds voorzien een structurele ondersteuning voor games.brussels, een non-profitorganisatie voor de Brusselse videogame-industrie. De steun is bedoeld om meer events op poten te zetten en Vlaamse en Waalse studio’s dichter bij elkaar te brengen. Games.brussels bestaat sinds 2021 en onderneemt verschillende initiatieven om Brusselse ontwikkelaars van videogames te ondersteunen. Zo stelt games.brussels, met steun van de Stad Brussel, sinds maart 2023 de coworkingspace SPACE ter beschikking. Die is gelegen in het Centre Dansaert Centrum in de Aalststraat. De ruimte huisvest momenteel een zevental studio’s van variërende grootte. Daarnaast organiseerde games.brussels al verschillende keren ‘Brotaru’, een periodiek event waar game-ontwikkelaars van over het hele land samenkomen in Brussel om hun work in progress te tonen aan elkaar, aan geïnteresseerd publiek en soms ook aan potentiële investeerders. Vlaams minister van Media Benjamin Dalle wil games.brussels verder ondersteunen, en maakt daar via het Gamefonds binnen het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) jaarlijks 15.000 euro voor vrij. Dit bedrag dient om de werking structureel te ondersteunen en om specifieke events en ontmoetingen op poten te zetten. Denk maar aan initiatieven die inclusie en diversiteit bevorderen, of die voor verbinding zorgen tussen Vlaamse en Waalse studio’s. Daarnaast wordt games.brussels gevraagd om Vlaamse studio’s actief te betrekken bij hun reguliere events, en hun werkruimte open te stellen voor bezoeken van Nederlandstalige organisaties, zoals scholen of jeugdbewegingen. Vlaams minister van Media Benjamin Dalle: “Net als Vlaanderen bruist Brussel van het gametalent. In hun coworkingruimte SPACE verwelkomt games.brussels zowel talentvolle Brusselse ontwikkelaars als Vlaamse en Waalse studio’s die zich graag in de hoofdstad willen vestigen. De SPACE is hiermee complementair aan Vlaamse initiatieven zoals de Flanders Game Hub en het Gamefonds, die Vlaamse en Brusselse ontwikkelaars kunnen ondersteunen op andere manieren dan werkplekken. Met deze extra ondersteuning bieden we games.brussels de mogelijkheid om ook in Brussel een echte hotspot voor gameontwikkelaars uit te bouwen.” Koen Van Bockstal, Directeur Intendant van het Vlaams Audiovisueel Fonds : "We geven al jaren structurele steun aan de Vlaamse beroepsorganisatie FLEGA en werken nauw met hen samen. Nu willen we een gelijkaardige relatie uitbouwen met de Brusselse beroepsorganisatie games.brussels. Een van de speerpunten van die samenwerking is het samenbrengen van gamestudio’s uit de Nederlandstalige en Franstalige gemeenschap in Brussel. Ook inclusie, in al zijn vormen, staat hoog op de agenda.”

  • Vlaamse Gemeenschap neemt deel aan pilootprogramma Eurimages voor tv-series

    De Vlaamse Regering neemt deel aan het pilootprogramma van Eurimages voor tv-series. Het programma heeft als doel om de coproductie van tv-series in Europa te stimuleren en te ondersteunen. De Raad van Europa zette dit programma op voor de periode 2023 - 2025. De Vlaamse Regering, op initiatief van Vlaams minister van Media Benjamin Dalle, ondersteunt het pilootproject met een bijdrage van 1 miljoen euro, gespreid over drie jaar (2023 - 2025). Eurimages is het pan-Europese coproductiefonds van de Raad van Europa. Het verleent al sinds 1989 financiële steun aan Europese filmcoproducties. België is namens de gemeenschappen lid van Eurimages sinds 1988. Gezien het groeiende belang van tv-series in Europa zet de Raad van Europa nu een gelijkaardig programma op voor tv-series. Stimulans voor internationale audiovisuele samenwerkingen De Vlaamse Regering ziet dit pilootprogramma als een mooie opportuniteit voor de Vlaamse audiovisuele sector, die al jarenlang uitblinkt in de productie van kwalitatieve en succesvolle tv-series. Door mee te stappen in dit programma kan de Vlaamse Gemeenschap meer steun bieden aan de onafhankelijke audiovisuele producenten in Vlaanderen en hen helpen om internationale samenwerkingen aan te gaan. Bovendien kan dit programma een impuls geven aan de investeringen voor tv-producties, die momenteel nog niet dezelfde steun krijgen als filmproducties. De Vlaamse Regering hoopt dat het pilootprogramma een succes wordt en dat het zal leiden tot meer diversiteit, innovatie en kwaliteit in het Europese audiovisuele landschap. Vlaams minister van Media Benjamin Dalle: “Dit programma is een unieke kans om de samenwerking tussen de Vlaamse en de Europese audiovisuele sector te bevorderen. We willen onze producenten ondersteunen om hun talent en hun verhalen te delen met een breed en divers publiek.” Koen Van Bockstal, Directeur Intendant van het Vlaams Audiovisueel Fonds : “Het VAF waardeert deze extra kans tot internationale samenwerkingen voor onze onafhankelijke producenten ten zeerste. Het buitenland kent onze regio als een topbestemming voor talent en dit zal de deur voor coproductie van succesvolle tv-series alleen maar verder openen.” Vertegenwoordiging van Vlaanderen in Board of Donors Alle regio’s of landen die bijdragen aan het programma vormen samen een ‘Board of Donors’. Die raad legt bij opstart van het pilootprogramma de finale regulering vast en waakt over de uitvoering. Een beleidsmedewerker van het Departement Cultuur, Jeugd en Media zal in die raad Vlaanderen vertegenwoordigen.

  • De kampzomer afgetrapt in Gent

    Zaterdagochtend trapte Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle officieel de jeugdkampzomer op gang. Dat gebeurde op de startdag van Free-Time in Gent, waar een vijftigtal animatoren deelnam aan info- en vormingsmomenten. Net als een kleine honderdduizend andere jongeren staan ze opnieuw te trappelen om deze zomer het beste van zichzelf te geven voor ongeveer een miljoen kinderen en jongeren in Vlaanderen. Daarom wil minister Dalle het vrijwillig engagement van deze jongeren extra in de kijker zetten. Het zijn immers deze jongeren die twee maanden zorgeloos zomeren voor onze kinderen en jongeren mogelijk maken. De kampzomer is altijd een periode waarin niets moet, maar alles mag. Kinderen zijn voor een keer de baas over hun eigen agenda. Even moeten ze niet denken aan leren of huiswerk maken. Voor jongeren die een vrijwillig engagement nemen als monitor, animator of hoofdanimator komt er wel wat meer bij kijken. Zij nemen verantwoordelijkheid, staan voor een groep, moeten een kamp in goede banen leiden en goede afspraken maken met de lokale besturen. Voor die jongvolwassenen is het jeugdwerk een uiterst nuttige leerschool, waar ze ervaringen opdoen die ze in hun latere leven en professionele carrière kunnen meenemen. Dat is ook het geval voor het vijftigtal monitoren van Free-Time Gent dat deelnam aan de startdag, met onder meer vormings- en infomomenten op het programma. Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle is deze jongeren erg dankbaar. “Het jeugdwerk in Vlaanderen wordt als één van de beste ter wereld aanzien en dat zal deze zomer nog maar eens blijken. Bijna 96.000 vrijwilligers geven het beste van zichzelf om kinderen en jongeren een zorgeloze zomer te bezorgen en dat willen we hier vandaag in Gent in de verf zetten.” Eerder deze week lanceerde De Ambrassade, het expertisecentrum voor alles wat te maken heeft met jeugdwerk, jeugdinformatie en jeugdbeleid in Vlaanderen en Brussel, een oproep om jeugdwerkvrijwilligers vaker expliciet te bedanken. “De zoektocht naar monitoren wordt steeds uitdagender door een ruimer aanbod en een stijgend aantal deelnemende kinderen en jongeren. De organisaties krijgen de puzzel nog wel gelegd, maar veel overschot hebben ze niet. Het vrijwillig engagement komt daardoor onder druk te staan. Maar aan kwaliteit boeten we niet in, daar zorgen alle vertegenwoordigers uit het professionele jeugdwerk voor. Daar verdienen zij alle lof voor”, aldus minister Dalle. Enkele kerncijfers: In de zomer van 2023 gaan er 23.600 kampen en activiteiten door; Alle initiatieven samen bereiken liefst 1 miljoen kinderen en jongeren tijdens de zomermaanden; Dat alles wordt mogelijk gemaakt door 95.782 vrijwilligers, animatoren en medewerkers. 60 procent van alle jeugdbewegingskampen gaan door in Vlaanderen of Brussel; Er zijn 700 Vlaamse jeugdverblijven en kampeerterreinen, samen goed voor 2,8 miljoen overnachtingen per jaar. Stemmen uit het jeugdveld Eva Vereecke, directeur van de Ambrassade: “Het hart van het jeugdwerk is én blijft vrijwilligerswerk. Zonder de inzet van meer dan 100.000 jonge vrijwilligers zou ons jeugdwerk nooit het sterkste van Europa zijn. We staan er dan ook nog te weinig bij stil dat ze voor zo’n engagement kiezen tijdens hun vakantiemaanden. Het jeugdwerk is een plek waar jongeren op een informele manier kunnen leren, waar ze talenten ontwikkelen en verantwoordelijkheid kunnen opnemen. We strijden er met De Ambrassade voor dat elke jongere zich binnen het diverse Vlaamse en Brusselse jeugdwerk ten volle kan ontplooien.” Sander Malfliet, namens Jeugdbewegingen Overleg en Samenwerking: “We staan elk jaar opnieuw versteld van de goesting en het enthousiasme waarmee onze leiders de kampenzomer tegemoet gaan. De administratieve en organisatorische uitdagingen daarvan zijn enorm, en toch slagen onze vrijwillige leidingsploegen erin jaarlijks duizenden jongeren een zorgeloze superzomer te bezorgen. Dat is straf!” Stijn Verbeure, directeur van Free-Time: “Deze jongeren vormen elke zomer een hechte community die volop kansen biedt aan een heel divers publiek. Elk kind telt en verdient het om spelenderwijs te leren, met vallen en opstaan. Monitoren ontwikkelen kennis en vaardigheden, bouwen mee aan het aanbod en geven hun passies door aan de kinderen. We zien het maar al te graag gebeuren dat kinderen en jongeren elke keer opnieuw besmet worden met deze participatieve aanpak. Voor mij is dit het mooiste voorbeeld van de positieve impact waar we als jeugdwerker getuige van mogen zijn."

  • Seeds and Growth for Media ondersteunt startende mediabedrijven

    VRT, MediaNet Vlaanderen en Thomas More bundelen hun krachten met het initiatief ‘Seeds and Growth for Media’. Met het initiatief willen ze jonge en startende mediabedrijven ondersteunen. Concreet zullen ze jaarlijks 18 start-ups begeleiden richting internationalisering. Vlaams minister van Innovatie, Jo Brouns en Vlaams minister van Media, Benjamin Dalle, voorzagen een subsidie van 996.912 euro voor dit project. Vandaag werd het project officieel afgetrapt in campus De Ham van de Thomas More hogeschool in Mechelen. Onze Vlaamse mediabedrijven behoren tot de internationale top. Toch ondervinden ook zij in toenemende mate de concurrentie van grote internationale mediaspelers en platformen. Om het hoofd boven water te kunnen houden, moet de sector verder digitaliseren en innoveren. In de praktijk blijkt dit moeilijk te realiseren. Uit een bevraging van MediaNet Vlaanderen bij de belangrijke Vlaamse media-stakeholders kwamen verschillende oorzaken voor dit probleem naar voren: De grens tussen mediatechnologie en technologieën uit onder meer de IT-, marketing- en gaming sector vervaagt Tegelijkertijd is er onvoldoende kennis is bij jonge mediaprofessionals over de technologische noden Er is onvoldoende instroom van nieuwe potentiële start-ups Vlaamse scale-ups missen coaching om internationaal door te stoten VRT, MediaNet Vlaanderen en Thomas More bundelen nu de krachten om enerzijds via ecosysteemversterkende activiteiten en anderzijds via een incubatorprogramma een groeipad voor jonge en doorstartende mediabedrijven te organiseren. Om deze uitdaging te realiseren wil Seeds and Growth for Media inzetten op 4 doelstellingen: Het in kaart brengen van noden vanuit de media- en audiovisuele sector; Het verhogen van de kennis en vaardigheden in digitale technologie binnen de mediasector Technologische en creatieve innovaties uitwerken tot een concrete proof-of-concept De beste ideeën laten doorgroeien door coaching en ondersteuning. Het project Seeds and Growth for Media heeft als doel om jaarlijks 12 tech-start-ups en 6 content-start-ups individueel te begeleiden. Naast een vast team van medewerkers vanuit VRT, MediaNet Vlaanderen en Thomas More, zal er binnen de VRT een oproep gedaan worden naar experten die ingezet worden voor de begeleiding en coaching van de bedrijven. Daarnaast komt er een adviesraad met vertegenwoordigers van de media- en audiovisuele bedrijven uit de Raad van Bestuur van MediaNet Vlaanderen (DPG Media, Mediahuis, Roularta, NEP, EMG, Telenet, CN Rood) en vertegenwoordigers van VLAIO en het departement CJM. Deze adviesraad zal minstens driemaal per jaar samenkomen om het project te evalueren en bij te sturen indien nodig. Dit actieplan is een onderdeel van het Relanceplan ‘Vlaamse Veerkracht’ en zal lopen over een periode van 3,5 jaar. Vlaams minister van Media, Benjamin Dalle: “De uitwisseling tussen de gamesector en de mediasector gebeurt vandaag onvoldoende. Dit project komt daaraan tegemoet. Dat is nodig om jonge mediaprofessionals te helpen om op een optimale manier met nieuwe technologieën te leren omgaan. Zo kunnen zowel start-ups als scale-ups zich op de kaart zetten met de meest innovatieve toepassingen.” Vlaams minister van Innovatie, Jo Brouns: 'We zijn een absolute topregio voor innovatie. In allerlei sectoren behoort Vlaanderen tot de wereldtop als het gaat om de ontwikkeling en de toepassing van nieuwe technologische vooruitgang. Maar deze wereld staat nooit stil, en grenzen tussen sectoren die vroeger hard waren, vervagen vandaag meer en meer. Daarom slaan we de brug tussen de media- en gamesectoren. Zo ondersteunen we verschillende jonge ondernemingen om de meest geavanceerde technologieën op hun markt toe te passen.”

  • Kansarmoede in Vlaanderen stabiel gebleven tegenover 2021

    De kansarmoede-index in Vlaanderen is stabiel gebleven in vergelijking met het jaar daarvoor. 12,6% van de kinderen tussen 0 en 3 jaar groeide in 2022 op in kansarmoede. Uit andere indicatoren uit het rapport blijkt dat vooral gezinnen met 4 of meer kinderen en gezinnen, waarbij de arbeidsparticipatie laagt ligt, het moeilijkst hebben. De grootste uitdaging ligt in Antwerpen. Het vernieuwde rapport rond inkomen en (kans)armoede van Opgroeien brengt diverse cijfers rond inkomen en (kans)armoede in Vlaanderen samen. In vergelijking met 2021 zijn de meeste cijfers stabiel gebleven. Zo ligt de kansarmoede-index van Opgroeien in 2022 quasi op hetzelfde niveau als in 2021. Deze spitst zich enkel toe op jonge kinderen. Zo werd van de kinderen tussen 0 en 3 jaar die eind 2022 in Vlaanderen woonden 12,6% geboren in een situatie van kansarmoede. In 2021 was dat 12,7%, er was toen sprake van een lichte daling. De kansarmoede-index wordt berekend op basis van zes parameters: het maandinkomen van het gezin, de opleiding van de ouders, de arbeidssituatie van de ouders, de kwaliteit van de huisvesting, het stimulatieniveau van de kinderen en de gezondheid. Per parameter wordt een ondergrens bepaald. Wanneer gezinnen bij minstens 3 van de 6 parameters op of onder de ondergrens scoren, groeit een kind op in kansarmoede. “Ondanks de financieel extra uitdagende tijden, zien we dat de cijfers voor 2022 in het rapport vrij stabiel gebleven zijn. We blijven de strijd tegen kinderarmoede onverminderd verder zetten, elk kind heeft het recht om kansrijk op te groeien. Het Groeipakket is daarbij een belangrijk instrument. Een kwart van de kinderen in Vlaanderen met een Groeipakket kon vorig jaar rekenen op een maandelijkse sociale toeslag. Bij de begrotingsopmaak in September is er beslist die groep fors uit te breiden in 2023 en extra inspanningen te leveren voor gezinnen met lagere inkomens. Ook heb ik samen met minister Dalle 1,2 miljoen euro vrijgemaakt waarmee lokale besturen projecten rond kinderarmoede kunnen opzetten in hun gemeente of stad.” – Vlaams minister van Gezin Hilde Crevits. “In de strijd tegen armoede hebben we goede data nodig. Dit rapport biedt niet alleen de Vlaamse overheid, maar ook de lokale besturen heel wat gegevens over kansarme gezinnen met kinderen. Zo kunnen we beter inspelen op de noden die er zijn en zo ook meer kansen bieden aan deze gezinnen en kinderen. Binnenkort lanceer ik een oproep rond lokale bondgenotennetwerken in de strijd tegen kinderarmoede. Dat biedt een concrete, lokaal gerichte opportuniteit om deze gezinnen in kansarmoede een betere ondersteuning te bieden.” – Vlaams minister van Armoedebestrijding Benjamin Dalle. (Kans)armoede sterk afhankelijk van arbeidsparticipatie Volgens de kansarmoede-index kennen gezinnen in kansarmoede net zoals voorgaande jaren vooral een beperkt inkomen, een laag opleidingsniveau en een situatie van werkloosheid of een andere precaire arbeidssituatie. Ook uit de SILC-enquête blijkt dat het armoederisico sterk afneemt naarmate de arbeidsparticipatie van de ouders toeneemt. 57% van de kinderen in een gezin met een zeer lage werkintensiteit kent een verhoogd risico op armoede. Bij een lage werkintensiteit is dat 53%, bij een zeer hoge werkintensiteit bedraagt het armoederisico 2%. Volgens diezelfde enquête groeit 7% van de minderjarigen op in een gezin met een inkomen onder de armoedegrens. Eerder werd al bekend gemaakt dat dit het laagste cijfer ooit is. De enquête houdt, in tegenstelling tot de kansarmoede-index, rekening met het Groeipakket. Verder bleek dat net zoals in 2021 10% in een gezin leeft waarvan de referentiepersoon stelt dat het moeilijk of zeer moeilijk is om de eindjes aan elkaar te knopen. 16% van de kinderen leeft in een gezin dat geen onverwachte uitgaven van 1.300 euro aankan. 13% van de kinderen kan geen week buitenshuis op vakantie. 1 op 5 gezinnen met inkomen van minder dan 30.000 euro Volgens de meest recente data van de KSZ in 2019 leeft 19% van de minderjarigen in een gezin waar het bruto belastbaar gezinsinkomen minder dan 30.000 euro bedraagt. Het gaat dan wel om inkomens zonder rekening te houden met de bedragen van het Groeipakket. Als we ook het ontvangen Groeipakket bij het inkomen tellen, verkleint de groep kinderen met een inkomen onder de 30.000 euro naar 12,6% in plaats van 19%. Op basis van de inkomensverdeling volgens de gegevens van het Groeipakket stellen we vast dat 1 op de 5 gezinnen een bruto belastbaar inkomen heeft van minder dan 30.000 euro. Bijna 60% heeft een inkomen tussen 30.000 en 90.000 euro, 19,7% heeft een gezinsinkomen van minstens 90.000 euro. De inkomensverdeling verschilt wel naargelang het aantal kinderen in het gezin. Gezinnen met 4 of meer kinderen hebben vaker een beperkter inkomen dan gezinnen met minder kinderen. Grootste uitdaging blijft Antwerpen Op basis van de gegevens van de KSZ (over inkomensjaar 2019) zien we ook qua inkomensverdeling verschillen per provincie. In Antwerpen leeft 23,2% van de minderjarigen in een gezin met een bruto-belastbaar inkomen van hoogstens 30.000 euro, in Vlaams-Brabant ligt dat aandeel een stuk lager (15,6%). Het aandeel kinderen met een inkomen van minstens 75.000 euro ligt in Vlaams-Brabant ook hoger dan in de andere provincies. Daarnaast blijft volgens de kansarmoede-index van Opgroeien de kansarmoede nog steeds het hoogst in Antwerpen (15,8%). Met 7,5% ligt de kansarmoede-index in Vlaams-Brabant het laagst. Via het dashboard van Opgroeien zijn diverse inkomensindicatoren en toeslagen per stad of gemeente te vinden. Doelgroep sociale toeslag uitgebreid In Vlaanderen zijn er via het Groeipakket 2 soorten toeslagen om gezinnen met een beperkt inkomen extra te ondersteunen: de sociale toeslag en de schooltoeslag bij schoolgaande kinderen. Het aantal kinderen met een sociale toeslag is licht toegenomen (+1,6%). Het gaat om 1 op de 4 kinderen (24,2%) met een Groeipakket. In totaal ontvingen 394.470 kinderen vorig jaar een sociale toeslag. Ministers Crevits en Dalle verwachten volgend jaar een pak meer kinderen te bereiken. Tijdens de begrotingsopmaak in 2022 heeft de Vlaamse regering namelijk beslist om bijkomende maatregelen te nemen rond het Groeipakket, waaronder een uitbreiding van de groep kinderen met recht op een sociale toeslag in 2023. In totaal hebben daardoor meer dan 450.000 kinderen recht op een sociale toeslag. Het aantal kinderen met een schooltoeslag in 2022 is beperkt afgenomen tegenover 2021. Dit aantal hangt ook af van het aantal jonge kinderen. In totaal kregen vorig jaar meer dan 35% van de kinderen tussen 3 en 18 jaar in Vlaanderen een schooltoeslag (35,7% van de kinderen tussen 3 en 5 jaar, 38% van de kinderen tussen 6 en 12 jaar en 36,6% van de kinderen tussen 12 en 18 jaar).

  • Belangrijke investering in VOD-platform van de Vlaamse themazenders

    De Vlaamse themazenders Dobbit TV, Eclips TV, MENT, Plattelands TV en het productiehuis Arendsoog, lanceren in 2023 een nieuw video-op-aanvraag (VOD)-platform: ‘THEMAX’. Met dit platform kunnen ook de themazenders de omslag maken naar een crossmediale strategie. De Vlaamse Overheid trekt 200.000 euro uit voor de bouw van het platform. De themazenders brengen programma’s en content rond zeer specifieke onderwerpen, die meestal gericht zijn op een welbepaalde doelgroep. Zo richt Dobbit TV zich op (ver)bouwers en de betere doe-het-zelver. Eclips brengt diverse thema’s die een nostalgische, oudere doelgroep aanspreken zoals documentaires, cultuur, series en klassieke films. MENT speelt een belangrijke rol in de promotie van Vlaamse muziek en showbizz. Plattelands TV is dan weer vooral gericht op land- en tuinbouwers, maar evenzeer op ruiters, vissers, jagers en tuinliefhebbers. De themazenders bundelen binnenkort hun krachten op Themax, een VOD-platform waar kijkers gratis programma's kunnen bekijken van de verschillende zenders. Kijkers krijgen hoogtepunten van de programma’s te zien en zullen op een eenvoudige manier de content terugvinden die het best aansluit bij hun interesses. Themax heeft de ambitie het vierde grootste Vlaamse gratis omroepplatform te worden (naast VRT MAX, VTM GO en GoPlay). De Vlaamse overheid maakt 200.000 euro vrij voor Themax. Vlaams minister van Media Benjamin Dalle: “De themazenders zijn een belangrijke schakel in het diverse Vlaamse medialandschap, die een zeer specifieke doelgroep bedienen. Ze moeten relevant kunnen blijven in een medialandschap dat sterk evolueert. Een louter lineair tv-kanaal zal daarvoor niet meer volstaan, ze zullen nog veel meer moeten inzetten op een crossmediale strategie. Themax is een goed vertrekpunt om zich aan te passen aan het digitale tijdperk.” Marc Hallez van MENT: "We willen dat de Vlamingen bij ons 'the best of the rest' van het Vlaamse media-aanbod terugvinden. Daarom streven we naar een aangename kruisbestuiving tussen de diverse thema’s. Ook andere Vlaamse omroepen en uitgevers kunnen zich bij ons initiatief aansluiten.” Themax is gratis en zal gefinancierd worden met inkomsten uit reclame. Voor het opzetten van de reclamewerving doen de themazenders beroep op Birgitta De Smet. Zij was eerder commercieel directeur van SBS (nu PlayMedia) Het platform zal vanaf het najaar online beschikbaar zijn en via een mobiele app. Een uitbreiding van de verspreiding via andere digitale platformen staat voor 2024 op de agenda.

  • Minister van Media lanceert nieuwe hub voor mediaonderzoek

    Minister van Media Benjamin Dalle heeft vandaag de website van Mediapunt gelanceerd. Mediapunt is het Vlaamse interuniversitair kenniscentrum voor mediaonderzoek, een samenwerking van Vrije Universiteit Brussel, Universiteit Gent en Universiteit Antwerpen. De site MediapuntVlaanderen.be moet uitgroeien tot dé online hub voor mediaonderzoek in Vlaanderen. Dat maakte minister Dalle vandaag bekend op het Desinforum, een netwerkevent rond de strijd tegen desinformatie. Het kenniscentrum mediaonderzoek, dat de naam Mediapunt kreeg, ging begin dit jaar van start met steun van de Vlaamse overheid. Vanaf vandaag is de website toegankelijk voor iedereen met een interesse in media(onderzoek). Het doel van de site is tweeledig: het platform geeft inzicht in het onderzoek dat Mediapunt zélf doet en het biedt een plaats waar alle beleidsrelevant onderzoek naar media aan de Vlaamse kennisinstellingen kan ontsloten worden. “De voorbije maanden hebben we hard gewerkt om het kenniscentrum uit te bouwen”, aldus trekker professor Ike Picone, verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel en imec-SMIT. “De lancering van de website maakt aan een breder publiek duidelijk wat we zoal doen. Mediapunt is een samenwerking tussen drie universiteiten, maar de ambitie is een platform te geven aan het mediaonderzoek van álle Vlaamse kennisinstellingen.” De Vlaamse Overheid investeert jaarlijks 288.360 euro in Mediapunt. Vlaams minister van Media Benjamin Dalle: “Met Mediapunt zetten we verder in op onderbouwd mediabeleid. Het kenniscentrum krijgt de taak om belangrijke trends die onderzoek aan het licht brengt mee te vertalen naar concrete beleidsimplicaties. Dit is een waardevolle bijdrage in het complex en snel veranderende medialandschap van vandaag.” Referentiepunt voor Vlaams mediaonderzoek Mediapunt heeft drie kerntaken om uit te groeien tot het referentiepunt voor Vlaams mediaonderzoek. Ten eerste verzamelt Mediapunt de inzichten van het vele onderzoek dat in Vlaanderen gebeurt op vlak van media, mediagebruik en mediaparticipatie. Want het medialandschap is geëvolueerd naar een complex ecosysteem met heel diverse spelers. In Vlaanderen doen verschillende kennisinstellingen onderzoek naar die complexiteit. Dat onderzoek zal Mediapunt samenbrengen en vertalen naar concrete inzichten en aanbevelingen voor beleidsmakers en mediaprofessionals. Het kenniscentrum zal daarnaast ook instaan voor eigen onderzoek en data-analyse. Dit omvat analyses van gedetailleerde data over het mediagebruik in Vlaanderen en ook vraaggericht beleidsrelevant onderzoek. “In Vlaanderen is er al heel wat relevant onderzoek naar media, maar veel inzichten blijven verborgen in datasets en rapporten. Via Mediapunt kunnen we regelmatig naar buiten komen met bijkomende analyses op basis van bestaande data. Daarnaast doen we ook zelf onderzoek”, zegt coördinator en onderzoeker Kristin Van Damme (imec-mict en Universiteit Gent). Waaier aan formats voor kennisdeling Naast onderzoek uitvoeren en verzamelen is ook kennisdeling een derde kerntaak van het kenniscentrum Mediapunt. Daarvoor werkte het kenniscentrum een heel aantal formats uit: De Onderzoeksfiches ontsluiten Vlaams beleidsrelevant mediaonderzoek. Ze geven een korte context, de kernbevindingen en informatie over methode en auteurs van de studie. De media.brief is de nieuwsbrief van het kenniscentrum met updates rond de laatste (wetenschappelijke) inzichten, onderzoeken en publicaties. Het media.dossier is een publicatie die onderzoeksinzichten bundelt over een thema. Het media.dossier Nieuwsmijden, dat gelanceerd wordt in september, zal vertrekken vanuit de recentste data over nieuwsmijden uit het Digital News Report 2023. Maar het zal het ook aanvullen met inzichten van Vlaamse experten en onderzoek. Daarnaast omvat zo’n media.dossier ook beleidsaanbevelingen. De media.monitor wordt een jaarlijks overzichtswerk met onderzoek en trends naar media in Vlaanderen. Begin 2024 mag de eerste monitor verwacht worden. Via dataduiken komen er regelmatig verdiepende artikels rond mediagebruik online. Zo zijn er nu al twee te vinden: één over kabelknippen in Vlaanderen en één over veranderend luistergedrag. Dat alles in nauwe samenwerking met partners binnen de mediasector en het mediabeleid. Meer over het Mediapunt Mediapunt is het Kenniscentrum Mediaonderzoek van de Vlaamse overheid. Het kenniscentrum is een samenwerking tussen vier onderzoeksgroepen, verbonden aan drie universiteiten, onder leiding van de Vrije Universiteit Brussel: imec-SMIT, Vrije Universiteit Brussel imec-mict, Universiteit Gent Antwerp Media in Society Centre (AMSOC), Universiteit Antwerpen Media, Middenveld en Politiek (M2P), Universiteit Antwerpen Het onderzoek dat aan bod komt op Mediapunt gaat echter breder dan deze onderzoeksgroepen. Mediapunt heeft de expliciete doelstelling om mediaonderzoek van álle Vlaamse kennisinstellingen (zoals universiteiten en hogescholen) te ontsluiten. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media zette samen met het kabinet van minister Dalle de krijtlijnen van de opdrachten van Mediapunt uit. De Vlaamse Regering keurde de erkenning van het kenniscentrum en de beheersovereenkomst goed op 9 december 2022. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media stuurt op inhoudelijk en methodologisch vlak de goede uitvoering van de opdrachten van Mediapunt mee aan. Naast het kenniscentrum en het departement zijn ook het kabinet van minister Dalle en de Sectorraad Media van de SARC vertegenwoordigd in de stuurgroep. De beheersovereenkomst loopt van 2023 tot 2026.

  • Nieuwe website helpt journalisten tactvol communiceren over grensoverschrijdend gedrag

    VVJ, Sensoa, UFC, Stop It Now! en Child Focus lanceren op initiatief van Vlaams minister van Media Benjamin Dalle een charter over de berichtgeving rond seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dit charter bevat tips voor journalisten die berichten over seksueel grensoverschrijdend gedrag. De adviezen in het charter zijn ook praktisch samengevat op een nieuwe website, devijftees.be. Tegelijk roept minister Dalle de Vlaamse media op om kordater te zijn in de aanpak van grensoverschrijdend gedrag in de eigen organisatie. Het charter en de website zijn een vervolg op het actieplan tegen grensoverschrijdend gedrag in de mediasector, dat in maart 2022 werd voorgesteld. Berichtgeving over seksueel grensoverschrijdend gedrag is een belangrijke factor in de totaalaanpak van grensoverschrijdend gedrag. Via het charter en de website, ‘De 5 T’s’, krijgen journalisten advies over hoe ze dat tactvol kunnen aanpakken. De naam ‘De 5 T’s’ verwijst naar de vijf sleutelelementen van een tactvolle communicatie: Terminologie toepassen, Testimonials verwerken, Tactvol communiceren, Te hulp komen en Transparant berichteven. De concrete adviezen zijn een aanvulling op de beroepsethische regels die gelden voor berichtgeving bij incidenten, opgenomen in de Code van de Raad voor Journalistiek. Je vindt de website en het charter hier: https://www.devijftees.be/ Pol Deltour, Vlaamse Vereniging van Journalisten: “Ik ben blij dat dit belangrijke project nu ook formeel uit de startblokken is geschoten. We hebben er veel tijd en werk in gestoken. Tegelijk besef ik dat we nog werk voor de boeg hebben om dit te laten insijpelen op de (eind)redactie. Als de journalisten en eindredacteurs zich deze tips eigen maken, zal dat de kwaliteit van de berichtgeving alleen maar ten goede komen.” Julia Day, Sensoa: “Als expertisecentrum vinden we het belangrijk om journalisten niet zozeer met de vinger te wijzen, maar vooral te ondersteunen. We weten dat de meeste journalisten het goed willen doen, en zelf actief op zoek gaan naar houvast. Dat hopen we hen met dit charter te kunnen bieden.” Minne De Boeck, Universitair Forensisch Centrum: “In het kader van preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag is het essentieel om bepaalde misvattingen en mythes te ontkrachten. Deze dragen immers niet bij aan de bescherming van de samenleving, maar vergroten alleen het stigma en de uitsluiting. We willen die belangrijke maatschappelijke uitdaging samen met journalisten aangaan.” 23 gevallen van grensoverschrijdend gedrag Daarnaast maakt Vlaams minister van Media Benjamin Dalle bekend dat er het voorbije jaar 23 gevallen van ongewenst seksueel gedrag gerapporteerd werden in de mediasector. De mediaorganisaties die het actieplan tegen grensoverschrijdend gedrag ondertekenden, hebben zich immers geëngageerd om melding te maken van voorvallen binnen de eigen organisatie. Voor minister Dalle moet de lancering van het charter en dit cijfer tevens een wake-upcall zijn voor de Vlaamse mediasector: “Ik stel vast dat er nog altijd niet voldoende sense of urgency bestaat bij onze Vlaamse mediabedrijven. 155 mediaorganisaties ondertekenden het actieplan. Die vertegenwoordigen wel meer dan de helft van alle werknemers in de mediasector, maar toch heeft 83 procent van alle organisaties het charter niet ondertekend. Bovendien rapporteerden amper 72 bedrijven over gevallen van grensoverschrijdend gedrag, wat nochtans deel uitmaakt van de engagementsverklaring. In een derde van de organisaties die rapporteerden, werden gevallen van grensoverschrijdend gedrag gesignaleerd. Wellicht zijn die 23 gevallen nog maar het topje van de ijsberg. Dit maakt duidelijk dat we aan de kar moeten blijven trekken en dat de mediabedrijven niet achterop kunnen blijven.”

  • Geen enkele jeugdbeweging op de wachtlijst voor een kamptent

    Voor het eerst in jaren staat er geen enkele Vlaamse jeugdbeweging op de wachtlijst om een tent te huren voor de zomerkampen. De 958 jeugdbewegingen die een tent huren bij de Uitleendienst voor Kampeermateriaal (ULDK), kunnen binnenkort dus met een gerust gemoed op kamp vertrekken. In de opslagplaats van ULDK in Nossegem liggen deze zomer een recordaantal tenten opgeslagen. Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle hielp vrijdagochtend mee een nieuwe lading nieuwe tenten uitladen. Vrijdagochtend werden in ULDK in Nossegem 50 nieuwe tenten geleverd en uitgeladen. Jeugdbewegingen uit heel Vlaanderen zullen deze tenten gebruiken om tijdens de zomermaanden met hun leden op kamp te trekken. Bij ULDK kunnen de groepen aan zeer voordelige tarieven hun tenten huren voor de kampzomer. In totaal stockeert ULDK deze zomer 3.249 patrouilletenten (tenten waarin de leden van jeugdbewegingen slapen) en 2.372 seniortenten. Dat brengt het totaal op 5.621 tenten, een nieuw record. Bovendien is hiermee voor het eerst in jaren de wachtlijst voor jeugdbewegingen weggewerkt. In 2022 stond er bij het begin van de zomer nog een twintigtal groepen op de wachtlijst. 958 groepen van over heel Vlaanderen huren deze zomer tenten van ULDK. De Vlaamse overheid trok in 2022 867.000 euro uit voor de tenten, een sterke stijging in vergelijking met het voorziene jaarlijks budget van 317.000 euro. Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle: “De voorbije jaren moesten heel wat groepen vol spanning wachten tot er tenten voor hen zouden vrijkomen. We hebben alles in het werk gesteld om dat te vermijden, onder meer door extra te investeren in ULDK. Dat was nodig, want als de jeugdbewegingen elders tenten moeten huren, betalen ze soms tot 20 keer zoveel.” De Uitleendienst Kampeermateriaal voor de Jeugd (ULDK) is een van de buitendiensten van het Departement Cultuur, Jeugd en Media. De dienst verhuurt tenten aan jeugdverenigingen (van 15 maart tot 15 november) en aan andere verenigingen, onderwijsinstellingen, multifunctionele centra voor jongeren met een handicap en overheden (van 15 maart tot 10 juli en van 20 augustus tot 15 november).

bottom of page