top of page

Zoekresultaten

599 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht

  • Vlaamse Regering en VRT bereiken akkoord over nieuwe beheersovereenkomst

    De raad van bestuur van de VRT en de Vlaamse regering hebben de nieuwe beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VRT goedgekeurd. Het akkoord bepaalt het kader waarbinnen de publieke omroep de komende vijf jaar zijn opdracht zal vervullen. Er wordt voluit gekozen voor een digitale toekomst. De VRT zal voor iedereen in Vlaanderen media maken die er écht toe doen. De samenleving verandert voortdurend en ook de mediasector en het mediagebruik gaan door een grondige transformatie. Het lineaire aanbod op televisie en radio blijft belangrijk, maar tegelijkertijd stijgt de vraag naar digitale content enorm. Daarom zal de VRT zichzelf moeten heruitvinden om haar belangrijke rol voor de Vlaamse samenleving te blijven spelen. Benjamin Dalle, Vlaams minister van Media “Na een intensieve periode van onderhandelingen ben ik vandaag trots op het geleverde resultaat. Met deze beheersovereenkomst maken we een kwantumsprong naar een steeds meer digitale openbare omroep. De komende vijf jaar zal ons mediagebruik ingrijpend veranderen. Met de accenten in deze beheersovereenkomst maken we de VRT klaar voor die toekomst en zal ze ook een hele generatie jonge kijkers en luisteraars beter kunnen bereiken. Daarnaast bevestigt dit akkoord het geloof van de Vlaamse Regering in een sterke openbare omroep, met een duidelijke en belangrijke maatschappelijke rol. De VRT is ingebed in een sterk Vlaams medialandschap waar de mediaspelers de krachten meer moeten bundelen om de internationale concurrentie het hoofd te bieden.” Radicaal digitaal Deze beheersovereenkomst heeft niet langer een traditionele radio- en televisieomroeporganisatie voor ogen, maar een publieke mediaorganisatie die ook in 2030 en daarna vertrouwd en geliefd zal zijn bij vele Vlamingen. De digitale transitie is geen doel op zich, maar een noodzakelijke evolutie om beter in te spelen op het mediagebruik van elke Vlaming. Frederik Delaplace, gedelegeerd bestuurder van de VRT: “We blijven de beste radio- en tv-programma’s maken, dat kunnen we bij de VRT als geen ander. We versterken de voeling met ons publiek; we innoveren om de impact van onze content te vergroten op de juiste kanalen. Zo investeren we meer in mobiele media, werken we meer gepersonaliseerd en meer on demand: onze gebruikers kunnen kijken, luisteren en lezen wanneer zij het willen, op de platformen die zij belangrijk vinden. Maar we gebruiken al die nieuwe mediakanalen niet om de Vlaming te herleiden tot een typetje of een profiel. We blijven inzetten op een breed scala aan interesses en maken van smaakverbreding een écht onderscheidende ambitie.” Herkenbaar en betrouwbaar In een mediasector die gekenmerkt wordt door nooit geziene internationalisering is de VRT een unieke, lokale speler. De publieke omroep kan en zal ertoe bijdragen dat mediagebruikers zich verbonden blijven voelen met het aanbod van de Vlaamse media, de lokale creativiteit en cultuur, onze actualiteit en gemeenschap. De VRT zal meer dan ooit bijdragen aan het gesprek over belangrijke maatschappelijke thema’s, een maatschappelijke impact realiseren en die ook meten. De VRT zal herkenbaar zijn voor iedereen, dus ook voor zij die vandaag minder hun gading vinden bij de VRT. De publieke omroep stimuleert de Vlaamse creativiteit en cultuur. Zo zal de VRT bijvoorbeeld jaarlijks 250 concerten, voorstellingen of festivals blijven capteren. Een opsteker voor een sector die sterk te lijden heeft onder de coronacrisis. Daarnaast worden er via VRT NU extra inspanningen geleverd om zowel verdiepend als verbredend cultuuraanbod tot bij zoveel mogelijk Vlamingen te krijgen. De VRT biedt betrouwbare informatie aan en vecht, ook samen met andere mediabedrijven, tegen desinformatie. De digitalisering zorgt hier voor enorme opportuniteiten. Het publiek staat eens te meer centraal, zeker nu er nog meer op maat van de mediagebruiker kan gewerkt worden. Luc Van den Brande, voorzitter van de raad van bestuur van de VRT: “De maatschappelijke rol van de VRT heeft nog nooit zo prominent in een beheersovereenkomst gestaan. Onze democratische samenleving heeft nood aan een publieke omroep die letterlijk tussen de Vlamingen staat, waarin deze zich helemaal herkennen en die resoluut gaat voor het realiseren van een maatschappelijke impact. Daarbij moet de omroep durven innoveren en gebruik maken van nieuwe technologieën waarbij kijkers en luisteraars het ruime aanbod makkelijk vinden en waarbij we hen op VRT NU van diverse genres laten proeven. We zetten daarnaast ook volop in op digitale audio en podcasts.” De onpartijdigheid van het informatieaanbod zal ook gemonitord worden op een kwantitatieve, kwalitatieve en vergelijkende manier. Versterking Vlaamse mediasector De VRT werkt mee aan een sterk, Vlaams media-ecosysteem en blijft investeren in Vlaamse productiebedrijven. Zo besteedt ze minimaal 20 procent van haar inkomsten aan de externe creatieve sector: Vlaamse audiovisuele content, innovatieve audio en digitaal aanbod. Hiervan gaat op jaarbasis minimaal een half miljoen euro naar de externe audiosector, onder meer voor podcasts. Daarbij komt nog dat, indien de inkomsten uit commerciële communicatie door een positieve marktindex zouden stijgen, extra middelen naar de externe creatieve sector kunnen gaan. Tegen het einde van de beheersovereenkomst in 2025 zal minstens 65% van het aanbod op vrtnws.be gerelateerd zijn aan video of audio. De publieke omroep bevestigt haar ambitie om met andere mediaspelers de verdere groei van Vlaamse fictie te stimuleren. VRT NU onthoudt zich van previews van internationale fictiereeksen, behoudens enkele uitzonderingen, zoals fictiereeksen van andere publieke omroepen. Daarmee komt zij tegemoet aan de verzuchtingen van onder andere de commerciële mediabedrijven, zonder de publieke opdracht van de VRT ondergeschikt te maken aan die wensen. De VRT verhoogt ook de transparantie over hoe ze omgaat met haar publieke middelen. Financiering Om de publieke opdracht waar te maken, krijgt de VRT een basisdotatie van 265 miljoen euro in 2021, jaar per jaar afnemend tot 258 miljoen in 2025. De overige 40% van haar budget zal de VRT zelf zoeken zelf zoeken via bijvoorbeeld distributievergoedingen. De inkomsten uit commerciële communicatie en boodschappen van algemeen nut (BAN) worden voor 2021 begrensd op 77,8 miljoen euro. Dat zogenaamde reclameplafond zal daarna evolueren met de markt. Daarmee voldoet de VRT aan de afspraken van het regeerakkoord waarin een besparingstraject is afgesproken van 12 miljoen euro over 5 jaar. De werkingsmiddelen worden niet geïndexeerd; het aandeel van de lonen in de totale dotatie wel. De VRT zal in de toekomst ook rapporteren over de totale som van de vergoedingen voor schermgezichten. Daarnaast worden alle aanbevelingen uit het rapport Audit Vlaanderen uitgevoerd en wordt hierover gerapporteerd. Toekomst veiligstellen Deze nieuwe beheersovereenkomst vrijwaart de toekomst van de VRT in een veranderend medialandschap. De VRT is niet zomaar een mediabedrijf. Ze is een organisatie die met een mandaat van de overheid en van alle Vlaamse burgers in alle onafhankelijkheid een maatschappelijke missie waarmaakt. Toekomstgericht en met ambitie werkt de VRT iedere dag aan media die er écht toe doen. De overheid bekrachtigt daarin de meer dan unieke rol van de VRT, anders dan de andere media. Iedereen is nodig om tot dit resultaat te komen, intern en extern. De VRT zal dus ook actief samenwerken met een diversiteit aan partners om haar aanbod nog beter af te stemmen op de Vlaamse samenleving. De integrale beheersovereenkomst 2021–2025 is te raadplegen op www.vrt.be.

  • Klas 5B van de Vrije Basisschool De Leeuwuit Zedelgem is de Meest mediawijze klas van Vlaanderen!

    Voor de derde keer op rij wint een klas uit West-Vlaanderen de hoofdprijs van ‘De Schaal van M’. Mediawijs en Ketnet daagden leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar uit om te laten zien hoe mediawijs ze zijn. Klas 5B van de Vrije Basisschool De Leeuw uit Zedelgem is verkozen tot de Meest Mediawijze Klas van 2020 in Vlaanderen. Het team van Mediawijs bracht hen deze voormiddag het goede nieuws. De klas uit West-Vlaanderen wist de jury te overtuigen met hun inzending voor de Week Challenge. Ze kregen de opdracht om een mediawijze vlog te maken over hoe je veilig surft online. De klas maakte een vlog met leuke challenges om bewust te surfen en wint een bezoek aan de set van de nieuwe Ketnet-reeks 'Meisjes'. Benjamin Dalle: "Kinderen hebben op steeds jongere leeftijd een gsm en zijn al vroeg actief op sociale media. Het is belangrijk hen van meet af aan mee te trekken in het verhaal van mediawijsheid: online privacy, haatspraak, cyberpesten, fake news, noem maar op. Met 'De Schaal van M' leren ze op een creatieve en speelse manier verstandig daarmee omgaan." Vaak al een eigen smartphone, maar nog werk aan kritische vaardigheden 83% van de 10- tot 12-jarigen heeft al een eigen smartphone (bron: Apestaartjaren 2020). Ze zijn razendsnel mee met de nieuwste trends en vinden bijna moeiteloos hun weg in nieuwe apps, maar ontbreken vaak nog de kritische vaardigheden om er ‘mediawijs’ mee om te gaan. Zo weten ze niet altijd goed wat een veilig wachtwoord is, hoe influencers hen beïnvloeden en wat 'digitale voetafdruk' betekent. Leerkrachten en ouders spelen hierbij een belangrijke rol maar vaak weten ze niet goed waar te beginnen. De Schaal van M helpt hierbij. De Schaal van M De Schaal van M biedt als online mediawijsheidsspel een leuke en laagdrempelige manier voor leerkrachten om hiermee aan de slag te gaan. Juf deelnemende klas: “Mijn leerlingen kennen veel meer van sociale media dan ikzelf. Dit is een mooie aanzet om rond mediawijsheid aan de slag te gaan in de klas zonder er zelf specialist in te moeten zijn.” De Schaal van M is een online spel van Mediawijs en Ketnet dat 10-12 jarigen uitdaagt om te laten zien hoe mediawijs ze zijn. Meer dan 1 600 klassen en 30 000 leerlingen namen de voorbije week deel aan deze vierde editie en dongen mee naar de titel van ‘Meest Mediawijze klas van Vlaanderen’.

  • Opnieuw veilige en stille studeerruimtes tijdens de Kerstblokperiode

    Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers, Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts en Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle gaan met een omzendbrief houvast bieden aan de lokale besturen die stille studeerplekken willen aanbieden of sportinfrastructuur willen openstellen voor scholen en blokkende studenten. Dat heeft minister Somers geantwoord in de commissie op vraag van Vlaams parlementslid Brecht Warnez. In deze maand december zijn scholen, scholieren en studenten op zoek naar extra ruimte. Omdat niet iedereen de luxe heeft om thuis over een over een stille leerruimte te beschikken, zijn publieke studeerruimtes welkom. Scholen zoeken ondertussen ook naar buitenschoolse infrastructuur voor turnlessen of examens, bijvoorbeeld omdat de capaciteit van hun eigen infrastructuur beperkt wordt door coronamaatregelen. Het is bovendien soms onduidelijk welke veiligheidsvoorschriften gelden. Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers, Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts en Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle gaan nu met een omzendbrief houvast bieden aan de lokale besturen die stille studeerplekken willen aanbieden of sportinfrastructuur willen openstellen voor scholen. Dat heeft minister Somers geantwoord in de commissie op vraag van Vlaams parlementslid Brecht Warnez. De omzendbrief bevat richtlijnen over de inrichting van stille studeerplekken, onder meer over de afstand tussen de studerende studenten, het veilig betreden en verlaten van de studieruimtes, de optimale verluchting en het regelmatig ontsmetten van handen, sanitair en studietafels. Daarnaast schept de omzendbrief ook duidelijkheid over infrastructuur die wordt opengesteld voor scholen: de veiligheidsmaatregelen voor onderwijs gelden in alle ruimtes waar tijdelijk onderwijsactiviteiten doorgaan, zelfs al gaat het om ruimtes buiten school. Ook andere kwesties worden opgehelderd. Zo is een klas die zich verplaatst naar buitenschoolse infrastructuur géén verboden samenscholing. Scholen worden aangemoedigd om – indien mogelijk – in de buitenlucht les te geven, bijvoorbeeld met een turnles in het park. Voorwaarde is dan wel dat het park in de buurt van de school ligt. “De vraag naar lokale stille studeerplekken is groot bij onze jongeren. Ze zijn op zoek naar een plaats waar ze op een veilige en rustige manier hun leerstof kunnen verwerken. Dit is zeker het geval voor veel jongeren waar hier thuis geen plaats voor is. Om dit te realiseren moeten we de krachten bundelen met de lokale besturen, zij staan het dichtst bij de jongeren en weten beter dan wie dan ook waar de meest urgente noden zich bevinden,” aldus Benjamin Dalle, Vlaams minister van Jeugd. "De lokale studieruimtes zijn een oplossing voor de duizenden studenten die aan de vooravond van de examens staan. De afgelopen weken sprak ik met meer dan honderd studenten. De meeste gestelde vraag was die naar studieruimtes. We willen vermijden dat straks alle studenten opnieuw naar de studentensteden trekken. Daarom hebben we gevraagd om dit opnieuw toe te staan," aldus Brecht Warnez, Vlaams Parlementslid Bart Somers: “Tijdens de vorige blokperiode zagen we studenten op een veilige manier samen studeren in bibliotheken, sporthallen, dienstencentra, lege kerken, enzovoort. Steden en gemeenten hebben bewezen dat er heel veel mogelijk is. Ook deze blokperiode moeten we creatief nadenken over oplossingen voor studenten die beter in groep studeren of kansarme kinderen die thuis geen eigen kamer hebben waar ze in stilte kunnen studeren, maar het belangrijkste is dat het veilig gebeurt.” “Veel lokale besturen willen de scholen helpen, maar wisten niet goed hoe ze dat moesten doen. Het is niet altijd eenvoudig om de weg te vinden in de vele coronamaatregelen. We gaan zorgen voor duidelijkheid en houvast. Zo kunnen er veel scholieren, scholieren en studenten geholpen worden”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts.

  • Coronasteun voor Vlaamse gamingsector

    De Vlaamse regering trekt 100.000 euro steun uit voor de Vlaamse gamesector om de coronaperiode te overbruggen, dat kondigt Vlaams minister van Media, Benjamin Dalle, aan naar aanleiding van de lancering van de nieuwe spelconsole PlayStation 5. “Vlaanderen heeft een bloeiende en innovatieve gamesector. De komst van een nieuw platform zorgt voor nieuwe technologische toepassingen en kansen. Het is belangrijk dat we investeren in onze gamebedrijven,” aldus Dalle. Vandaag ligt de nieuwe spelconsole van technologiebedrijf Sony in de winkel: de PlayStation 5. Vorige week lanceerde ook Microsoft twee nieuwe consoles: de Xbox Series X en S. De start van een nieuwe generatie dus, voor veel gamers een belangrijk moment. Het is opnieuw een belangrijke mijlpaal voor de gamesector wereldwijd. “Zo’n nieuwe console heeft heel wat nieuwe toepassingen,” aldus Benjamin Dalle. “De nieuwste generatie consoles betekent een sterke vooruitgang qua hardware en biedt een unieke game-ervaring aan de spelers. De consoles worden ook steeds krachtiger en dit zorgt voor nog realistischere videogames en extra mogelijkheden: zo zit er wellicht een sterke push richting Virtual Reality voor consoles aan te komen.” Voor Vlaamse bedrijven biedt dit belangrijke kansen. In 2018 waren er ongeveer 65 gamebedrijven gevestigd in Vlaanderen, dat is ongeveer 70% van alle gamebedrijven in België. De sector is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een belangrijke economische speler, niet alleen in ons land maar ook wereldwijd. “Onze lokale bedrijven gooien grote ogen op het vlak van originaliteit en innovatie, met name Virtual Reality,” aldus David Verbruggen, woordvoerder van de Vlaams/Belgische videogame sector. “We hebben ook een heel divers aanbod. Ongeveer een derde van de ontwikkelde games in 2018 viel onder de noemer serious gaming: games die niet zuiver entertainment zijn maar ook een sociale of culturele boodschap uitdragen of gebruikt worden in het onderwijs.” Games in tijden van corona De gamesector kende een serieuze boost tijdens de verschillende lockdowns. Zowel de verkoop van games als de gemiddelde gametijd stegen significant. Tijdens de eerste lockdown steeg de speeltijd in Europa met zo’n 1,5u per week om vanaf de versoepelingen opnieuw naar normale niveau’s te zakken. Gamen is voor veel jongeren een manier om met elkaar in contact te blijven. Online multiplayer games zijn dan ook enorm populair, ook in gezinsverband. Internationaal onderzoek toont aan dat ouders tijdens de pandemie steeds vaker met hun kinderen gingen gamen. “Games bieden tijdens deze moeilijke periode ook een uitlaatklep voor jongeren,” aldus minister Dalle. “Kinderen en jongeren hebben het bijzonder moeilijk nu er veel minder activiteiten in groep kunnen doorgaan. Gaming bevordert de interactie met elkaar, het geeft hen een gevoel van controle terwijl zo’n gevoel bij veel jongeren ontbreekt tijdens de pandemie.” Het blijft natuurlijk belangrijk niet in overdaad te vervallen. Ouders kunnen voor tips en advies rond het gamegedrag van hun kinderen terecht op www.speelhetslim.be, een initiatief van de ganse Belgische videogamesector waaronder FLEGA en BEA Interactive met onder meer de steun van het Vlaams kenniscentrum Mediawijs. Extra financiële steun Ook de gamesector wordt ernstig getroffen door de pandemie. Daarom voorziet de Vlaamse overheid extra economische steun. Er wordt een bedrag van 100.000 EUR uitgetrokken. Daarnaast investeert de Vlaamse overheid elk jaar ongeveer 1,5 miljoen euro via het Gamefonds van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) in sterke gameprojecten. In het kader van de relance wordt ook 15 miljoen euro extra voorzien voor de versterking van het VAF, ook voor het Gamefonds worden dus nieuwe middelen uitgetrokken. De eerste Vlaamse games voor de next-gen consoles zijn alvast in de maak. Een mooi voorbeeld hiervan is Black Legend, een game die zich afspeelt in een fictieve stad in de 17de eeuw, die sterk geïnspireerd is door Vlaamse steden zoals Brugge en Gent. De ontwikkelaar Warcave ontving hiervoor reeds 284.000 EUR uit het Vlaamse Gamefonds.

  • Ruim 3 miljoen euro steun voor lokale radio’s en regionale televisiezenders

    De Vlaamse Regering keert meer dan drie miljoen euro steun uit voor lokale radio’s en regionale televisiezenders, dat kondigde Vlaams minister Dalle aan tijdens een bezoek aan Stadsradio Halle deze ochtend. Lokale radio’s en regionale televisiezenders hebben door de coronacrisis heel wat advertentie-inkomsten misgelopen. Om een deel hiervan te compenseren kunnen deze lokale mediaspelers rekenen op financiële steun. De Vlaamse Regering keert 170.000 euro uit aan noodsteun voor de lokale en netwerkradio’s en 2.945.863,43 euro voor de regionale televisiezenders. 117 lokale radio’s krijgen 1250 euro uitgekeerd, de 4 Vlaamse netwerkradio’s krijgen elk 6250 euro. 8 Vlaamse regionale televisiezenders krijgen 300.000 euro steun, bij één regionale televisiezender (RTV) werd een dossier ingediend waar de noden hoger zijn: zij krijgen 545.863,43. Lokale radio’s en regionale televisiezenders zijn erg afhankelijk van kleine, lokale adverteerders. Door de coronacrisis komen deze inkomsten extra onder druk te staan. Met de steunmaatregel wil de Vlaamse regering de vele lokale media extra financiële ademruimte geven. “Nieuws en actualiteit dicht bij de mensen is in de coronacrisis meer dan ooit van belang,” aldus Benjamin Dalle. “De lokale radio’s en regionale televisiezenders staan heel dicht bij hun kijkers en luisteraars. Tijdens de coronacrisis zijn ze essentieel om de juiste informatie omtrent de maatregelen tot bij de lokale bevolking te krijgen.” Minister Dalle bracht deze ochtend een bezoek aan Stadsradio Halle om deze beslissing aan te kondigen. “Het is de eerste keer dat de Vlaamse Regering middelen uittrekt voor de lokale radiozenders. Vlaanderen kent een sterke traditie op het vlak van lokale radio’s. Radio zit in het bloed van de Vlamingen en heeft een mooie toekomst.” Hier vind je de lijst met de verdeling van de middelen:

  • Digitaal radio luisteren in Vlaanderen groeit sterk

    Ongeveer 38% van het totale luistervolume radio gebeurt vandaag digitaal, dat blijkt uit nieuwe cijfers van Digitale Radio Vlaanderen CVBA, die vandaag worden vrijgegeven. Vlaams minister van media, Benjamin Dalle, is tevreden met de nieuwe cijfers: “Ons radiolandschap is in volle transitie. Steeds meer luisteraars vinden de weg naar digitale radio. Het toont aan dat de vele acties om deze nieuwe vormen van radio te promoten ook lonen. Het is bijzonder positief dat ook veel jonge mensen de weg vinden naar digitale radio, het geeft aan dat de toekomst verzekerd is.” Vandaag, maandag 16 november, start de Week van de Digitale Radio. DAB+ is al een tijdje de nieuwe manier van radio luisteren in Vlaanderen en blijft stevig groeien. Ongeveer 38% van het totale radioluistervolume is nu digitaal (via DAB+, internet of digitale TV). Vorig jaar was dat nog 26%. Vooral luisteren via DAB+ zit daarbij in de lift: 17% van het totaal luistervolume verloopt nu via DAB+, wat bijna een verdubbeling is ten opzichte van vorig jaar. Dat blijkt uit de resultaten van de nieuwste meting rond digitale radio van onderzoeksbureau Ipsos. De resultaten omvatten de periode van 14 september tot 27 oktober 2020 bij 2005 Vlamingen van 12 jaar en ouder. Minister Dalle wil het komende jaar de transitie richting meer digitale radio versnellen. “Op het vlak van internetradio is er nog groeimarge. Er komt een nieuwe erkenningsronde voor kandidaat landelijke radio-omroeporganisaties. Hierin worden engagementen en eventuele verwezenlijkingen rond de ontwikkeling van digitale radio en DAB+ ook als expliciet criterium meegenomen,” aldus Dalle. Daarnaast wil minister Dalle ook lokale radio’s meenemen in de digitale transitie. “Heel wat lokale radio’s zijn al online actief, dat moeten we versnellen. Vlaanderen kent een bijzonder bloeiend landschap van lokale radio’s. We willen hen het komende jaar financieel ondersteunen om ook actief te zijn op Radioplayer, het platform voor online radio.” Tot slot zal de digitalisering van de radio ook een prominente plaats krijgen in de nieuwe beheersovereenkomst van de VRT. Aan die beheersovereenkomst, die op 1 januari 2020 zal ingaan, wordt momenteel de laatste hand gelegd. Vlaamse media trekt digitale kaart An Caers, directeur radio DPG Media: “Met Qmusic, Joe en Willy en al hun extra themazenders trekken we al enkele jaren volop de digitale kaart en het is mooi om te zien dat hiermee het medium radio z’n relevantie absoluut behoudt. Voor ons is het een én-én strategie. We investeren in technologie, maar ook steevast in unieke content en zenders die enkel via een digitale weg te beluisteren zijn. Dat maakt digitalisering van radio aantrekkelijk voor jong en oud.” Els Van de Sijpe, manager Radio VRT: “Met onze sterke radiomerken Radio 1, Radio 2, Klara, Studio Brussel en MNM benutten we volop de kansen die de digitalisering ons biedt. We blijven inzetten op een sterke live beleving van radio via DAB+ als opvolger van FM. En complementair gebruiken we ook de enorme mogelijkheden van internet om ons publiek nog beter te bedienen, met digitale streams in Radioplayer en in onze apps, zoals de Radio 1 Lage Landenlijst of Stubru De Tijdloze. En terwijl live radio sterk blijft, merken we de groei van audio op maat. Via onze apps bieden we naast live radio ook een rijke audiowereld aan, met de allerbeste fragmenten en de mooiste podcastverhalen, helemaal op het ritme van de gebruiker”. Tom Klerkx, managing director radio Mediahuis: “Het afgelopen jaar hebben we een sterke stijging gezien van digitaal luisteren. Tijdens de pandemie is de kracht van radio als compagnon nog maar eens bewezen. Met onze feelgoodmerken Nostalgie en NRJ spelen we daar steeds op in, via alle platformen. De juiste content, voor de juiste doelgroep, op het juiste platform. Meer dan ooit blijkt de de relevantie van ons medium, in deze digitale shift.” DAB+ schakelt een versnelling hoger Het publiek in Vlaanderen raakt steeds meer vertrouwd met DAB+, of digitale radio via de ether en de opvolger van FM. Meer dan de helft van de Vlamingen (53% vs 39% in 2019) weet ondertussen wat DAB+ is en die spontane kennis stijgt binnen alle leeftijdsgroepen (12 jaar tot 55+). Ook luisteren naar de radio via het internet groeit van 12% naar 14%, met een grotere groei bij een jonger publiek (12-24 jarigen), terwijl luisteren via digitale TV stabiel blijft op 6%. Ondertussen zijn er in België al ruim 1.250.000 toestellen verkocht die DAB+ kunnen ontvangen. Ook in de auto blijft DAB+ groeien, momenteel is 59% van de nieuw verkochte wagens uitgerust met DAB+ (bron: JATO Dynamics en GfK). Vanaf begin volgend jaar moeten alle nieuwe auto’s in Europa standaard DAB+ aan boord hebben. Digitale radio: extra ‘digital only’ zenders, overal en altijd met de beste kwaliteit Tijdens de Week van de Digitale Radio wordt er speciale aandacht gegeven aan de kwaliteit en voordelen van DAB+ en daar werken alle Vlaamse zenders aan mee. DAB+ biedt luisteraars o.a. meer radiozenders, digitale geluidskwaliteit en is gratis te ontvangen. Via DAB+ kan de luisteraar genieten van alle Vlaamse radiozenders en enkele extra digital only themazenders. Samen met de andere Vlaamse zenders die ook op DAB+ overal in Vlaanderen uitzenden - BBC World Service, Stadsradio Vlaanderen, TOPradio, RTBF Mix en Radio Maria - wordt er gezamenlijk ingezet op DAB+. Meer informatie is te vinden op dabplus.be/nl.

  • Vlaamse regering steunt Brusselse organisaties met bijna 2 miljoen euro

    50 Brusselse organisaties ontvangen dit jaar samen 1.963.700 euro aan subsidies vanuit de Vlaamse regering. Dat werd deze week bekend gemaakt tijdens het sluitstuk van het participatietraject 'Polsslag Brussel'. Vanaf 1 januari volgend jaar start de Vlaamse regering met een vernieuwde subsidielijn 'Projecten voor Brussel'. Vlaams minister van Brussel, Benjamin Dalle, is verheugd. "Onze Brusselse organisaties verdienen ondersteuning," aldus Dalle. "Met de hernieuwde subsidielijn geven we hen meer dan ooit de steun en investering die ze nodig zijn om samen van onze hoofdstad de stad te maken waar iedereen zichzelf kan zijn en kan uitgroeien tot de beste versie van zichzelf." De subsidielijn 'Projecten voor Brussel' bestaat in 2021 vijfentwintig jaar. Ze heeft een brede waaier aan projecten en initiatieven voortgebracht: festivals, stadswandelingen, educatieve initiatieven, toeleiding naar werk, burgerschapsvorming… Het werd tijd om in de spiegel te kijken via een participatief traject genaamd Polsslag Brussel. De Brusselse organisaties kregen de kans om ongezouten hun mening, visie en ideeën over de subsidielijn te delen. Onder begeleiding van onderzoekers van VUB en Erasmushogeschool gaven ze antwoorden op deze vragen: Formuleren we de juiste doelstellingen? Bereiken we de gewenste impact? Zijn de categorieën en criteria helder? Zit de begeleiding, toewijzing en eindevaluatie goed? Hebben we nog de juiste vinger aan de Brusselse pols? Dit participatietraject werd vandaag afgesloten en leidt op 1 januari 2021 tot een vernieuwde subsidielijn. In totaal werden dit jaar 50 organisaties ondersteund voor een bedrag van 1.963.700 euro. Meer informatie over de subsidielijn 'Projecten voor Brussel' vind je hier.

  • Perspectief geven aan kinderen en jongeren moet prioriteit zijn tijdens coronacrisis

    De komende jaren komt er structureel extra budget om het jeugdwerk in Vlaanderen te versterken, dat maakte Vlaams minister van Jeugd, Benjamin Dalle, vandaag bekend in de commissie jeugd van het Vlaams Parlement. Het budget wordt structureel opgetrokken om zowel nieuwe organisaties te ondersteunen maar ook om de bestaande jeugdwerkorganisaties extra financiële mogelijkheden te geven. Daarnaast beklemtoonde de minister dat mentaal welzijn van jongeren een prioriteit is tijdens de huidige crisis. Ook hier neemt de minister initiatief: hij voorziet versterking voor hulp- en communicatielijnen en sommige activiteiten van jeugdwerk blijven mogelijk.” Minister Dalle wil ook influencers betrekken om moeilijke thema’s bespreekbaar te maken. Vandaag stelde Vlaams minister van Jeugd, Benjamin Dalle, zijn beleidsprioriteiten voor het komende jaar voor in de commissie Jeugd van het Vlaams Parlement. Het versterken van het Vlaamse jeugdwerk staat hierbij centraal. Zo trekt de regering de komende jaren extra budget uit om het jeugdwerk beter te ondersteunen en meer organisaties te erkennen. Concreet wordt er recurrent 1,5 miljoen euro voorzien om de basissubsidie voor nieuwe organisaties te garanderen, maar ook om de reeds erkende organisaties meer financiële ademruimte te geven. Daarnaast wordt er ook meer dan 600.000 euro recurrent uitgetrokken om nieuw erkende Intergemeentelijke Samenwerkingsverbanden en bovenlokale organisaties die werken met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren meer middelen toe te kennen. De organisaties met een bijzondere opdracht (de zogenaamde bovenbouworganisaties) kunnen rekenen op jaarlijks 171.000 EUR extra. Er is ook extra budget voor de Vlaamse Uitleendienst Kampeermateriaal (60.000 EUR) en de jongerenhulplijn Awel en het jongereninformatieplatform Wat Wat kunnen rekenen op jaarlijks extra middelen (in totaal 175.000 EUR). De extra middelen bevestigen het vertrouwen van de minister in het Vlaamse jeugdwerk. “Tijdens de huidige coronacrisis is meer dan ooit duidelijk hoe belangrijk het Vlaamse jeugdwerk is. Tijdens de zomer waren de kampen een echt lichtpunt in het leven van zoveel kinderen en jongeren. We mogen oprecht fier zijn op wat ze allemaal doen.” Influencers en corona De minister had in zijn tussenkomst ook extra aandacht voor de huidige coronasituatie. Heel wat kinderen en jongeren kampen met sombere gedachten door de coronacrisis. De afgelopen week (4 tot 11 november) zag jongeren hulplijn Awel het aantal oproepen met bijna 50% toenemen. Veel jongeren kampen met somberheid, maar ook het aantal contactnames over depressie en zelfs zelfmoordgedachten neemt zorgwekkend toe. Minister Dalle erkent dat het voor de jongeren op dit moment extra lastig is. “We hebben vanuit de Vlaamse Regering ingezet om de open ruimte niet op slot te doen. Er is nog veel mogelijk: jongeren kunnen nog steeds buiten sporten, buiten komen en elkaar ontmoeten met respect voor de regels.” Toch ziet de minister ook dat steeds meer jongeren het moeilijk hebben. “Voor de kinderen kan het jeugdwerk blijven verder werken, helaas is dat voor +12-jarigen op dit moment niet mogelijk. Het is belangrijk dat ze hun emoties met elkaar kunnen delen.” De minister wil influencers inschakelen om moeilijke onderwerpen bespreekbaar te maken. “Op sociale media tonen we ons vaak van onze mooiste kant, het is echt wel oké om ook sombere gedachten met elkaar te delen.” Samen met Awel wil de minister materiaal aanleveren aan influencers om hier ook initiatief te nemen. Ook ouders spelen hier volgens de minister een belangrijke rol in: “Ouders zijn vaak de beste influencers, ook hen willen we de nodige kapstokken aanleveren om het gesprek thuis op gang te brengen. We moeten allemaal samen door deze crisis. Voldoende perspectief geven aan kinderen en jongeren is echt essentieel."

  • Wees elkaars licht in donkere dagen

    We staan voor een bijzonder moeilijke periode. Er is veel verdriet. Opnieuw gaan we in een verstrengde lock-down. Duizenden gezinnen en families worden getroffen door dit oneerlijke virus. Veel mensen leven in onzekerheid. Op dit moment vechten te veel mensen voor hun leven op intensive care. Dit zijn papa’s, mama’s, oma’s, opa’s, broers, zussen, ja zelfs: zoon of dochter. Er is het afscheid van zij die het niet overleefd hebben. Tijdens dit Allerheiligen Allerzielen weekend worden we meer dan ooit herinnerd aan dat afscheid. Veel mensen zijn bang of voelen zich niet goed in hun vel, en dat is heel normaal. Dit virus spaart niemand. Ik denk vandaag in het bijzonder aan onze kinderen en jongeren. Gisteren werden we geconfronteerd met zeer moeilijk nieuws. Een week geleden verdween de 22-jarige Kacper Przybylski, beter bekend onder zijn youtubenaam Kastiop. Zijn lichaam werd teruggevonden net over de grens in Nederland. Alles wijst erop dat Kacper uit het leven stapte. In deze donkere dagen met weinig perspectief komt dit in vele huizen met tieners bijzonder hard binnen. Kastiop was voor zoveel jongeren een rolmodel, een influencer. Het is belangrijk dat we hierover spreken met onze jongeren. Voor hen is deze periode extra moeilijk. Onze chat- en hulplijnen zien de afgelopen weken een beangstigende toename in het aantal contactnames over zelfdoding. Heel veel jongeren kampen op dit moment met bijzonder donkere gedachten, het is zo belangrijk dat we er voor hen zijn. We moeten hen perspectief geven, zeggen dat ook dit voorbij zal gaan. Hen extra aandacht geven en luisteren naar hun gevoelens, proberen hen gerust te stellen. Terugdenken aan mooie tijden, maar ook vooruit kijken: naar alles naar wat nog zal komen eens dit voorbij is. Onze jongeren kwamen de afgelopen weken vaak negatief in het nieuws. Ze zouden de regels niet naleven, feestjes organiseren. Lak hebben aan de voorschriften. Ja, een kleine minderheid hield zich niet aan de regels, maar ik heb een andere jeugd gezien in Vlaanderen en Brussel. Ik zag veel engagement bij onze jongeren. In de jeugdbeweging of het jeugdwerk bijvoorbeeld. Waar jonge mensen zich tomeloos inzetten om jonge kinderen door deze crisis heen te helpen. Laat ons de komende weken ook eens extra aan onze jongeren denken. Aan hun gevoelens, aan hun angsten en bezorgdheden. Deze crisis is bijzonder oneerlijk. Maar we moeten blijven beseffen dat we er niet alleen voor staan. Veel meer nog dan de eerste golf is onze draagkracht niet eindeloos. We hebben het moeilijk om ons opnieuw op te laden. Het is duidelijk: deze tweede coronagolf zullen we alleen samen kunnen overwinnen. In deze donkere dagen zullen we elkaars licht moeten zijn. Dat zit in duizenden kleine dingen: een telefoontje, een kaartje, een boodschap, … het moet niet groot zijn, als het maar oprecht is. Ook voor onze jongeren. Dat begint bij onszelf, daar is geen enkele maatregel van de overheid of ministerieel besluit voor nodig. Zoveel mensen zetten zich in om hulp te bieden. Ik denk aan Awel (www.awel.be), ik denk aan de sterke campagne ‘Donkere gedachten’ van WatWat, ik denk aan de zovele mensen die via de Zelfmoordlijn (1813) een luisterend oor bieden. Deze nationale crisis vraagt nationale solidariteit. Samen komen we hierdoor. Ook dit gaat voorbij. Zorg voor jezelf en vooral elkaar Help me to carry the fire We will keep it alight together Help me to carry the fire This road cant go on forever

  • ‘Op Chirokamp leer je samenleven': Vlaanderen stimuleert diversiteit in jeugdwerk

    Van het jeugdhuis tot de jeugdbeweging: het jongerenwerk moet meer een spiegel zijn van de hedendaagse samenleving Dat vinden ministers Bart Somers (Open Vld) en Benjamin Dalle (CD&V). Zij trekken 1,6 miljoen euro uit voor meer diversiteit. Een groep kinderen in een hemd met daarop kentekens gestikt of met een gekleurde das om de hals die met (modder)sporen van een bosspel op zondagavond naar huis trekken. Of jongeren die 's vrijdags na school snel binnenspringen in het jeugdhuis. Veel Vlaamser kunnen beelden niet worden. Al impliceert typisch Vlaams voor het jeugdwerk vaak ook weinig divers: het jeugdwerk in ons landsdeel is nog steeds te eenzijdig blank, middenklasse en hetero. “De jeugdbewegingen doen schitterend werk, maar het blijft toch voornamelijk een zaak voor de mainstream, witte middenklasse”, zegt minister van Jeugd Benjamin Dalle. “Heel weinig mensen met een migratieachtergrond zitten bijvoorbeeld in zo'n jeugdbeweging. Hetzelfde geldt voor mensen met een beperking, holebi's of kinderen uit lagere sociaal-economische klassen. Recent onderzoek van het Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum (BRIO) toont dat de participatie van bepaalde van die groepen in de rand rond Brussel de laatste jaren zelfs achteruitgaat.” Het is nonsens om te veronderstellen dat kindjes met migratieroots fundamenteel anders spelen dan autochtone kindjes, legt Somers uit. “Dus we moeten ons afvragen waarom kindjes met migratieroots zo ondervertegenwoordigd zijn in ons Vlaams jeugdwerk. Door drempels en hindernissen weg te werken, brengen we kinderen van jongs af aan met elkaar in contact. Op die manier gaan we segregatie tegen en maken we van samenleven in diversiteit een succes.” Mechelse aanpak Somers en Dalle lanceren dan ook een nieuw project: ‘Verbindingsambassadeurs voor het jeugdwerk'. Een voorbeeld hiervan vinden we in Mechelen, waar ze al in 2017 een ambtenaar hiervoor hebben vrijgemaakt. Drie jaar lang werkte hij samen met enkele jeugdbewegingen in de stad op het bereiken van kinderen met een migratieachtergrond. Dit project wordt nu grootschalig uitgerold in Vlaanderen. Somers: “Op zondag naar de scouts, op vrijdagavond naar het jeugdhuis en in de vakantie speelpleinwerking. Voor de autochtone Vlaming is dat herkenbaar. Iets dat van ouders op kinderen wordt doorgegeven. Voor mensen met een migratieachtergrond is dat een ver-van-hun-bedshow. We moeten dat bekender maken, deur aan deur gaan uitleggen. Integratie en samenleven gebeurt niet in een klaslokaal, dat gebeurt op Chiro-kamp.” De Mechelse aanpak werkte: door intensief contacten te leggen met kinderen van vreemde origine, wisten vijf jeugdbewegingen meer jongeren te bereiken. “In 2017 organiseerden we een nulmeting, waaruit bleek dat amper 5,3 procent van de jongeren in die vijf jeugdbewegingen een migratieachtergrond had”, zegt Mechels schepen van jeugd Labsir Abdrahman. “Tegen begin 2020 waren dat al 86 jongeren extra, goed voor 8,1 procent van het totaal.” Wat Mechelen doet, moet ook in andere Vlaamse steden kunnen, vinden Dalle en Somers. Jeugdbewegingen en gemeenten kunnen gelijkaardige projecten indienen. In ruil daarvoor kunnen ze gedurende twee jaar financiële steun – tot 80.000 euro per project – krijgen. In totaal trekt de Vlaamse regering 1,6 miljoen euro uit voor het project. “Het is een bewuste keuze om fors te investeren in een handvol robuuste samenlevingsprojecten in plaats van tientallen kleine initiatieven te financieren”, zegt Somers. “Als er drempels of hindernissen zijn die ervoor zorgen dat kinderen met een beperking, uit kansarme milieus, met een migratieachtergrond enzovoort niet in jeugdwerk geraken, dan moeten we die proberen te detecteren en daar een antwoord op geven”, zegt Dalle. Joke Vandenabeele van het Laboratorium voor Educatie en Samenleving (KU Leuven) waarschuwt: “Het blijft een lastige oefening”. Zij benadrukt dat diversiteit niet noodzakelijk betekent dat de andere zich moet aanpassen aan de algemene ‘Vlaamse' norm. Ze wijst op een project zoals Bint, een Chiro-groep die zich specifiek richt op islamitische meisjes uit Molenbeek. Het voordeel van zo'n project is dat doelgroepen de tijd krijgen om te wennen aan de werking van de jeugdbeweging, maar ook dat ze hun eigen accenten kunnen leggen. “Als je voor diversiteit gaat, moet je ook bepaalde pijlers van je eigen werking in vraag durven stellen.” Al staat niet iedereen binnen het jeugdwerk te springen voor zo'n aanpak, bevestigen mensen op het terrein. Ook de Vlaamse regering trekt vooral de kaart van inclusie in plaats van aparte doelgroepenwerking. Maar dat zulke projecten succesvol kunnen zijn, beaamt ook Jan Van Reusel, woordvoerder van Scouts & Gidsen Vlaanderen. “Elk project dat uitnodigt om over het muurtje te kijken en anderzijds expertise verzamelt, kunnen we alleen maar toejuichen”, zegt Van Reusel. “Dit is een van de inspanningen die ongetwijfeld tot een succesverhaal gaan leiden. Maar is dit de toverformule? Neen, die bestaat niet. We moeten net op heel veel verschillende manieren aan diversiteit werken. Evengoed zullen sommige van de projecten die hieruit voortvloeien tot een slag in het water leiden. Dat is onvermijdelijk. Maar de inspanningsverdienste, die moet applaus krijgen.” De ministers hopen alvast dat heel wat jeugdwerkers gaan intekenen op het ambassadeursproject. “Fundamenteel zijn we wel hoopvol. Want het is niet dat kinderen en jongeren en jongeren met een bepaalde achtergrond minder nood hebben aan spelen of vrije tijd.” Artikel: De Morgen - 28 oktober 2020

  • Innovatief dorp van WoonBoxen ziet het licht in Molenbeek

    Op de Cinoco-site in Molenbeek zijn de voorbereidende werkzaamheden gestart voor de bouw van een dorp van tien WoonBoxen. Een WoonBox is een modulair bouwsysteem waarmee kwalitatieve woningen gebouwd kunnen worden in leegstaande (kantoor)gebouwen. Samenlevingsopbouw Brussel wil er vanaf 1 december plaats bieden aan 34 mensen. Het gaat over een tijdelijk woonproject met sociale begeleiding, in afwachting van de bouw van de nieuwe secundaire Egied Van Broeckhovenschool. WoonBox biedt tijdelijke, kwalitatieve en betaalbare woningen aan in combinatie met sociale begeleiding van de bewoners. Het project bestaat enerzijds uit een modulair bouwsysteem van standaardpanelen en kolommen waarmee snel en goedkoop kwalitatieve wooneenheden kunnen gebouwd worden in leegstaande ruimten. Daarnaast worden de deelnemers begeleid naar een stabielere woon- en leefsituatie. Het WoonBox-concept werd door Samenlevingsopbouw Brussel bedacht en samen met NV MartinVandereyt groep verder doorontwikkeld tot een gepatenteerd bouwsysteem. Samenlevingsopbouw Brussel zorgt voor het collectieve luik en het beheer van het gehele gebouw. Voor de individuele sociale begeleiding wordt samengewerkt met CAW Brussel en vzw AprèsToe. Naast het woonproject, wordt ook de rest van het gebouw benut. Verschillende lokale partners, zoals de Wijkacademie Molenbeek, de Koekelbergse Alliantie voor Knutselaars, Shinobis Riders, Made in West en de Brussels Boxing Academy leggen de link met de omringende buurt én voorzien tevens een aanbod waaraan de bewoners kunnen deelnemen. Zowel de Vlaamse overheid als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geloven in de WoonBox. De Vlaamse regering maakt via het Vlaams Brusselfonds 384.651 euro vrij voor dit project. Met dit budget wordt niet alleen geïnvesteerd in de bouw van de WoonBoxen maar kan ook een netwerk van Brusselse sociale organisaties ingezet worden om de hand te reiken naar de buurt en de bewoners. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van zijn kant investeerde 198.474, 21 € euro via Brussel Huisvesting. Angela Van de Wiel, algemeen coördinator van Samenlevingsopbouw Brussel: “Met de WoonBox als pilootproject laat Samenlevingsopbouw Brussel zien dat kwalitatief wonen in leegstaande gebouwen haalbaar is. We rekenen nu op de Brusselse regering voor een aangepast wettelijk kader en de nodige stimulansen om tijdelijk gebruik te bevorderen, zodat leegstand volop kan worden ingezet voor Brusselaars in nood.” Vlaams minister voor Brussel Benjamin Dalle: “Brussel heeft een overschot aan leegstaande gebouwen. De WoonBox toont het potentieel van dit soort plekken. Het is niet alleen een locatie om te wonen maar ook een plaats waar kwetsbare gezinnen en jongeren versterkt worden. Op één plek werkt een netwerk van sociale organisaties samen aan de toekomst van de bewoners en de buurt. Deze op-en-top Brusselse sociale innovatie gaan we ongetwijfeld nog terugzien in steden in binnen- en buitenland.” Brussels staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou: “Met het WoonBox-project toont de vzw Samenlevingsopbouw op een prachtige manier de kracht en het belang van de verenigingssector voor het Brussels Gewest. De vzw Samenlevingsopbouw komt zo tegemoet aan onze wens om innovatieve woonoplossingen uit te werken in combinatie met een versterkte sociale omkadering. Door snelle huisvestingsoplossingen aan te bieden aan de meest hulpbehoevenden, met name daklozen, zorgt de vzw ook voor een opwaardering van vrije ruimtes in leegstaande gebouwen of in gebouwen die worden omgebouwd. Ik ben vol lof over de dynamische aanpak en de creativiteit van de vzw en over het waardevolle werk toe dat de vereniging samen met de kwetsbaarste Brusselaars verricht”. Eddy Van de Velde, algemeen directeur van de vzw Ignatius Scholen in Beweging: “In afwachting van de start van de bouwwerkzaamheden van de Egied Van Broeckhovenschool staat dit oude bedrijfspand leeg. Aansluitend bij de filosofie van priester-arbeider Egied Van Broeckhoven, gingen we op zoek naar een tijdelijk ruimtegebruik voor onze schoolsite waarmee een ontmoetingsplek voor de buurt zou ontstaan. Samenlevingsopbouw Brussel was met haar project WoonBox daar de ideale partner voor. Zo zorgt de Egied Van Broeckhovenschool nu al vóór haar opening voor verbinding en kansen in een buurt waar de nood aan sociale en recreatieve ruimte groot is.”

  • VRT NWS lanceert EDUbox Sociale media voor onderwijs

    Jongeren zijn verknocht aan sociale media. Via sociale media staan ze in contact met vrienden, blijven ze op de hoogte van de actualiteit en maken ze grappige filmpjes. Maar wat zijn de mechanismen achter sociale media? En waarom laten jongeren hun smartphone niet graag los? De nieuwe EDUbox Sociale media zoekt naar antwoorden op vele vragen. "Deze EDUbox is een hapklaar lessenpakket", zegt Vlaams minister van Media, Benjamin Dalle. "Ik hoop dat veel scholen hiermee aan de slag gaan." De EDUbox Sociale media gaat na waarom jongeren uren op sociale media spenderen. Hij legt ook de mechanismen bloot die in de verschillende sociale media zijn ingebouwd, onderzoekt welke positieve en negatieve gevolgen sociale media kunnen hebben én geeft tips om er bewuster mee om te gaan. Deze EDUbox is tot stand gekomen in samenwerking met Mediawijs, WAT WAT en Pimento. Educatieve tool voor het onderwijs VRT NWS zet extra in op de samenwerking met en ondersteuning van het onderwijs met de EDUbox, het educatief concept voor het secundair onderwijs. Elke EDUbox behandelt een relevant en actueel thema in een stukje theorie, praktijkoefeningen en opdrachten. Elke box bevat ook een uitgebreid digitaal luik en audiovisueel materiaal. Voor de leerkrachten is de EDUbox niet alleen een leermiddel om te werken aan specifieke eindtermen. Met deze educatieve tool bereiken ze ook verschillende leerplandoelstellingen en vakoverschrijdende doelen. Zo is de EDUbox Sociale media gelinkt aan enkele sleutelcompetenties zoals digitale competentie en mediawijsheid en sociaal-relationele competenties. Benjamin Dalle, Vlaams minister van Brussel, Jeugd en Media: "Sociale media spelen een centrale rol in het leven van zovele kinderen en jongeren. De impact hiervan op hun mentaal welbevinden kan niet overschat worden, velen voelen zich oprecht niet goed in hun vel door dingen die ze zien of meemaken via sociale media. Het is belangrijk dat ze beseffen wat de mogelijkheden zijn van sociale media, maar ook wat de uitdagingen en gevaren zijn. Deze EDUbox maakt die problematiek bespreekbaar en is een hapklaar lessenpakket om er effectief rond te werken in de klas. Ik hoop dat veel scholen hiermee aan de slag gaan." EDUbox Sociale media In deze EDUbox staan leerlingen eerst stil bij de veelheid aan sociale media. Snapchat, TikTok, Instagram, Facebook, Twitter, YouTube, Pinterest: de sociale media op smartphones zijn niet meer te tellen. Wat maakt die platformen zo populair? En wat verklaart hun aantrekkingskracht? Om dat te achterhalen start de EDUbox met enkele brainhacks. Zo ontdekken leerlingen hoe makkelijk hun hersenen kunnen worden misleid. En dat is precies wat sociale media doen: ze doen er alles aan om ons aan onze smartphone gekluisterd te houden. Vervolgens krijgen leerlingen een beetje theorie achter de kiezen. VRT NWS-journalist Bram Vandeputte legt uit op welke drie principes sociale media zijn gebaseerd: sociale bevestiging, gepersonaliseerde content en beloning. Door die principes te kennen kunnen jongeren bewuster omgaan met sociale media. Ook MNM-dj’s Sander Gillis, Kawtar Ehlalouch en Anushka Melkonian praten mee over het onderwerp. En wat is de impact van sociale media op onze geest en ons lichaam? Zijn de gevolgen zo negatief als critici beweren? In de oefening ‘Feit of fabel?’ gaan scholieren de waarheid achterna. Daarna volgt er nog meer actie en interactie. In een zelftest ontdekken leerlingen hoe verknocht ze zijn aan sociale media. En wat met hun klasgenoten? De manier waarop jongeren sociale media gebruiken, kan hen soms een minder goed gevoel geven. Daarom is het belangrijk om een goed evenwicht te vinden tussen de online en offline wereld, vertelt professor Lieven De Marez (Universiteit Gent) in een video. Ten slotte tipt VRT-journalist en KLAAR-host Louise Hoedt enkele tools die jongeren kunnen helpen om bewuster met sociale media om te gaan. Bestel of download gratis de EDUbox Leerkrachten kunnen de fysieke EDUbox gratis bestellen via de website van Mediawijs. Wie onmiddellijk met de EDUbox aan de slag wil gaan, kan de PDF-versie downloaden op mediawijs.be en vrtnws.be. Beide versies zijn gebaseerd op zelfstandig groepswerk. Om tegemoet te komen aan de speciale noden in coronatijden, werd deze EDUbox ook vertaald naar een individueel leerpad: een interactieve online oefening die leerlingen op hun eentje kunnen maken. Dat kan thuis of in de klas, volledig op eigen tempo. Deze online oefening is ook beschikbaar op mediawijs.be en vrtnws.be. Een overzicht van alle EDUboxen vind je op de website van VRT NWS. Blijf je graag op de hoogte van de nieuwe EDUboxen en andere onderwijsinitiatieven van VRT NWS? Schrijf je dan in op de nieuwsbrief ‘OnderwijsNWS’.

bottom of page