Zoekresultaten
599 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht
- Brusselse ‘kotmadammen’ hebben geen vergunning nodig: duidelijkheid schept kansen voor betaalbare studentenhuisvesting
[ Wonen & huisvesting ] Brussels Parlementslid Benjamin Dalle (cd&v) stelde gisteren in de Commissie Huisvesting een vraag over de ‘kotmadamformule’: het verhuren van kamers aan studenten in een woning die door de eigenaar zelf wordt bewoond. Dalle pleitte ervoor om deze formule te stimuleren als een betaalbaar en sociaal alternatief in tijden van woningnood onder studenten. – Brussel, 4 juli 2025 Uit het antwoord van Staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou, namens Minister-President Rudi Vervoort, blijkt nu dat er géén stedenbouwkundige vergunning vereist is voor kotmadam wonen, zolang de woning niet uitsluitend is bestemd voor bewoning door één of meer studenten. Met andere woorden: Brusselaars die één of meerdere studentenkamers aanbieden in hun gezinswoning, doen dat volledig vergunningsvrij. Uiteraard dienen zij wel te voldoen aan de stedenbouwkundige voorschriften inzake bewoonbaarheid en gezondheid. Volgens Dalle is dat belangrijke en vooral bemoedigende informatie: “ We zitten met een tekort aan studentenhuisvesting, terwijl heel wat Brusselaars een kamer over hebben in hun woning. Door de bevestiging dat dit vergunningsvrij kan, valt een grote drempel weg. Nu is het aan de overheid om dit ook bekend te maken bij het brede publiek . Wij hebben meer Brusselse kotmadammen nodig .” Dalle roept de Brusselse regering op om niet alleen te communiceren over deze mogelijkheid, maar ook werk te maken van een aangepast wetgevend kader voor deze specifieke woonvorm. “ Vandaag zijn er geen duidelijke huurregels voor dit type van samenwonen. Studenten en kotmadammen verdienen zekerheid. Een aangepast huurcontract op maat van deze situatie zou het vertrouwen en de interesse enkel doen groeien . ”
- Fini-fini-systeem bij vuilnisophaling in Brussel moet op de schop
[ Openbare Netheid ] " Officieel 7u30 werken maar in de praktijk al na 4u40 naar huis. Dit is onhoudbaar. ” – Brussel, 2 juli 2025 Tijdens de Commissie Leefmilieu in het Brussels Parlement ondervroeg cd&v-parlementslid Benjamin Dalle minister Alain Maron (Ecolo) over de beruchte fini-fini -regeling bij Net Brussel. Deze regeling, waarbij personeel de dienst mag beëindigen zodra tweederde van de vuilniswagens is teruggekeerd, leidt tot structurele inefficiëntie, veiligheidsrisico’s en een druk op de kwaliteit van de dienstverlening. Dat blijkt ook uit de antwoorden van minister Maron, die de problematiek erkent maar voorlopig enkel inzet op flankerende maatregelen. Gemiddeld 4u40 naar huis terwijl de officiële werktijd 7u30 bedraagt Minister Maron bevestigde dat het fini-fini -systeem vandaag nog steeds van toepassing is, onder meer bij de huis-aan-huisophaling. Het officiële werkschema voorziet 7u30 voor een ophaalronde. De effectief gepresteerde tijd voor de ophaalrondes bedroeg in 2024 gemiddeld 4 uur en 40 minuten naar gelang de dag. Dat betekent dat op een gemiddelde dag 2/3 e van de vuilniswagens bijna drie uur eerder binnen komt, en het personeel dan ook betaald naar huis mag gaan. Voor mechanische ophaling, voornamelijk van containers en commercieel afval, is de gemiddelde effectieve arbeidstijd 5 uur en 5 minuten. Concreet betekent dit dat 38% van de betaalde werkuren structureel verloren gaat, zonder dat deze worden benut voor aanvullende taken zoals onderhoud van vuilniswagens, opleiding van personeel, ophaling van vergeten zakken of bijspringen bij andere teams binnen Net.Brussel. Structureel lage productiviteit bij Net Brussel Volgens een benchmarkstudie uit 2020 scoort Net Brussel op vlak van productiviteit opvallend laag: Per voltijds equivalent (VTE) wordt jaarlijks gemiddeld 475 uur effectief gepresteerd, op een theoretisch totaal van 1.301 uur. Dat betekent een productiviteitsgraad van amper 37%. Ter vergelijking: bij twee andere Belgische afvalintercommunales (zonder fini-fini ) loopt die graad op tot 72% en 74% – het dubbele. Het afschaffen of hervormen van de fini-fini -regeling zou de productiviteit bij Net Brussel aanzienlijk kunnen verhogen en in lijn brengen met andere afvalophalers, zo gaf ook de minister impliciet aan. Fini-fini-regeling ondermijnt kwaliteit, veiligheid en welzijn Minister Maron erkende bovendien dat het fini-fini -systeem leidt tot een opgejaagd werktempo en onveilige praktijken. Ophalers proberen de ronde zo snel mogelijk af te werken om vroeger te kunnen stoppen, wat resulteert in: Onzorgvuldige ophaling en vergeten vuilniszakken Grotere kans op arbeidsongevallen en fysieke overbelasting Onveilige manoeuvres in het verkeer Toegenomen werkdruk en stress, vooral voor nieuwe medewerkers Frustratie bij personeel van andere diensten die niet van het systeem profiteren Vandaag vooral omkadering van gevolgen – niet het aanpakken van de oorzaak Net Brussel en de administratie proberen momenteel vooral de negatieve gevolgen van het systeem op te vangen, eerder dan de oorzaak aan te pakken. Minister Maron wees op enkele initiatieven: Behandeling van klachten en monitoring van herhaalde meldingen GPS-tracking om na te gaan of alle straten werden bediend Corrigerende acties na meldingen, zoals herophalingen van vergeten zakken Een AI-project met Cortexia dat via een vervuilingsindex de netheid in kaart brengt Toch blijft de fundamentele disfunctie overeind: zolang er een incentive bestaat om zo snel mogelijk af te ronden, wordt kwaliteit systematisch onder druk gezet. Pogingen tot hervorming stuitten op weerstand – maar administratie werkt aan nieuw voorstel Minister Maron verwees naar een hervormingspoging in 2019, waarbij het agentschap het percentage voertuigen dat moest terugkeren vóór dienstafloop wilde optrekken van 66% naar 90%. Deze poging strandde na drie dagen van stiptheidsacties en vakbondsprotest. In 2023 werkte Net Brussel een voorstel uit om de regeling te koppelen aan de kwalitatieve en volledige uitvoering van de taken. Gezien de al bestaande sociale spanningen met de vakbonden werd besloten om dit voorstel niet op te nemen in een breder hervormingspakker. Toch is er vooruitzicht op een nieuwe poging: momenteel bereidt de administratie een advies voor over de werkorganisatie binnen de huishoudelijke afvalophaling. Dat zal volgens de minister expliciet ingaan op de hervorming van fini-fini en moet het systeem laten evolueren naar een model dat inzet op volwaardige uitvoering van de opdrachten in plaats van loutere tijdregistratie. Dalle: “Hervorming is noodzakelijk, de cijfers zijn onhoudbaar” Parlementslid Dalle benadrukt dat deze situatie niet langer houdbaar is: “Iedere Brusselaar herkent het: vuilniswagens die in ijltempo door de straat denderen, zakken die blijven liggen, ophalers onder druk. Door de fini-fini-regeling gaat 38% van de officiële arbeidstijd verloren, terwijl andere afvalintercommunales dubbel zoveel productieve uren klokken. Werknemers mogen dan wel vroeger kunnen stoppen, maar de prijs die ze er met arbeidsongevallen, stress en welzijn rond betalen is hoog. Het fini-fini-systeem is voor niemand goed. De cijfers zijn onhoudbaar, de regeling moet op de schop.” Dalle pleit voor een grondige, doortastende en sociale hervorming: “Vuilnisophalers verrichten zwaar werk. Dat erkennen we. We moeten ons dus afvragen hoe komen tot een effectieve arbeidstijd die hun werk werkbaar houdt, het welzijn bevordert en die ook de dienstverlening van Net.Brussel verbetert. Het alternatief bestaat: in andere steden gebruiken ophalers de resterende tijd voor voertuigonderhoud, om vergeten vuilniszakken alsnog op te halen of om bij te springen bij het werk van collega’s.”
- Slechts 35% van Brusselse werkzoekenden gecontroleerd op beschikbaarheid
[ Tewerkstelling ] Dalle (CD&V): “Een hervorming van de beschikbaarheidscontrole is cruciaal voor een betere activering” – Brussel, 25 juni 2025 Onderzoek dat Brussels parlementslid Benjamin Dalle (cd&v) uitvoerde, schetst een ontnuchterend beeld van de controles van werkzoekenden door Actiris. In 2024 voerde de arbeidsmarktbemiddelaar 18.007 controles actieve beschikbaarheid (actief zoeken naar werk) uit op een totaal van 50.974 uitkeringsgerechtigde werkzoekenden, waarmee slechts 35% van de doelgroep werd bereikt. Kortom, in 2024 werd ongeveer tweederde van de doelgroep van uitkeringsgerechtigde werkzoekenden gewoon niet geëvalueerd. Voor de passieve beschikbaarheid – zoals reageren op uitnodigingen, volgen van opleidingen of aanvaarden van jobaanbiedingen – bedroeg het controlepercentage amper 4,5%, oftewel 2.309 controles. De evolutie is alarmerend: in zes jaar tijd daalde het aantal controles op actieve beschikbaarheid met 40% (van 29.970 in 2019 tot 18.007 in 2024), en op passieve beschikbaarheid zelfs met 88% (van 19.802 in 2019 naar 2.309 in 2024). Het enige segment waar nog systematisch gecontroleerd wordt, zijn jongeren in beroepsinschakelingstijd (BIT): zij worden voor 100% bereikt. Actiris geeft na een eerste negatieve evaluatie waarschuwingen. Na een tweede negatieve evaluatie is een eerste sanctie mogelijk. Het duurt gemiddeld 14 maanden voor een eerste sanctie wordt gegeven. Een tweede, zwaardere sanctie volgt pas na gemiddeld 23 maanden. Die doorlooptijd toont dat de evaluatiecyclus lang en ineffectief is. Ook de wettelijke termijnen in de procedure worden vaak niet nageleefd, bijvoorbeeld omdat men na een afwezigheid helemaal niet meer terug wordt opgeroepen. De oorzaken? Steeds minder oproepingen; Dossierkwaliteit: vandaag is eerste evaluatiestap een dossiercontrole maar bijna tweederde van de dossiers zijn leeg of gebrekkig; Hoge absentiegraad van werkzoekenden bij evaluatiemomenten, waardoor procedure nog langer duurt en meer personeel nodig is; Een trage, ingewikkelde beschikbaarheidscontrole waar maar liefst vijf evaluatoren aan te pas komen en een onderbezetting van het controleteam. Gevolg? Een dalend aantal controles, waardoor Actiris niet in staat is om alle uitkeringsgerechtigde werkzoekenden vandaag effectief te controleren. Het Rekenhof en de OESO maakten eerder al kritische rapporten over de procedure van beschikbaarheidscontrole in Brussel en legden heel wat knelpunten bloot. “De Brusselse regering en Actiris zijn al jaren op de hoogte van de negatieve spiraal maar lieten betijen. Een hervormingsvoorstel van minister Clerfayt vond geen meerderheid in de regering. Het is hoog tijd dat Brussel haar verantwoordelijkheid wél opneemt. De beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd is een kans om het activeringsbeleid in Brussel eindelijk te hervormen.", zo stelt Benjamin Dalle die de beschikbaarheidscontroles fileerde. Opvallende verschillen tussen actieve en passieve beschikbaarheid Bij de controles op de actieve beschikbaarheid steeg het aantal negatieve beslissingen bij jongeren in BIT in 2024 tot driemaal het niveau van 2019 (661 naar 2.056). Ook bij de uitkeringsgerechtigde werkzoekenden was er een stijging van de negatieve beslissingen (+26% - 1.664 in 2019 naar 2.096 in 2024)), wat leidde tot meer sancties (+14% t.o.v. 2019 – van 1.725 naar 2.072). De ratio tussen positieve beslissingen en negatieve beslissingen bij deze groep steeg op zes jaar tijd van 13% (12.581 positief vs 1.661 negatief in 2019) naar 40% (3.144 positief vs. 2.096 negatief in 2024). Een verklaring voor de stijging (meer werkonwilligen of strengere controle?) blijft uit maar de stijging heeft wel een belangrijke consequentie. Voor een negatieve beslissing zijn maar liefst vijf evaluatoren nodig. Meer negatieve beslissingen vraagt inzet van meer evaluatoren voor de volledige controlecyclus van een beperkt aantal gecontroleerde werkzoekenden, wat paradoxaal genoeg zorgt voor minder evaluatoren die nog controles kunnen doen bij de overige werkzoekenden en dus een dalend aantal effectieve controles. Dit is niet alleen vanuit activeringsoogpunt problematisch, ook vanuit het perspectief van de werkzoekende is de actuele beschikbaarheidsprocedure en het risico op ongelijke behandeling dat ermee gepaard gaat niet meer te rechtvaardigen: de ene werkzoekende krijgt een evaluatie, waardoor de kans op een evaluatie voor de andere werkzoekende vermindert. Voor de passieve beschikbaarheid daalden de negatieve beslissingen en de sancties bij de uitkeringsgerechtigde werkzoekenden spectaculair op zes jaar tijd. De sancties gingen van 2.836 in 2019 naar 81 in 2024 (–97%). Ter vergelijking: de VDAB vaardigde in 2024 10.880 sancties uit voor de passieve beschikbaarheid. De controle op de voorwaarden voor de passieve beschikbaarheid is quasi onbestaande in Brussel, terwijl dit in Vlaanderen 90% van het aantal controles uitmaakt. De Brusselse wetgeving voorziet geen systematische, periodieke controle van de passieve beschikbaarheid. Ze vindt enkel plaats op basis van dossiers die worden overgemaakt of gemeld door andere actoren, en dat gebeurt zelden. Uitsluitend wie niet kwam opdagen na een uitnodiging of oproeping bij Actiris kreeg een sanctie. Voor alle andere inbreuken – zoals werkweigering of het stopzetten van opleidingen – bleven sancties helemaal uit en staat de teller al vijf jaar op nul. Concreet betekent dit dat wanneer iemand een passende betrekking krijgt aangeboden in Brussel of de Vlaamse rand, en die weigert, de werkzoekende geen enkel risico loopt om gesanctioneerd te worden. In een recent interview in Bruzz stelde de topvrouw Caroline Mancel onomwonden: “iemand verplichten om in Vlaanderen te werken, dat doen we niet.” Iemand verplichten om in Brussel in te gaan op een passende betrekking gebeurt evenmin. Volgens Dalle zijn hervormingen dringend nodig, zeker nu de federale overheid de werkloosheidsuitkering vanaf 1 januari 2026 in de tijd wil beperken. “ Een doeltreffende en snellere controle is noodzakelijk om mensen sneller aan werk te helpen en te vermijden dat ze zonder uitkering vallen. Het huidige systeem is te log: slechts een 40-tal evaluatoren op 1.518 personeelsleden moeten een tijdsintensieve procedure toepassen die vijf evaluatoren per dossier vereist. Zo daalt het aantal controles jaar na jaar. De controleprocedure in Brussel moet grondig hervormd worden, met een geïntegreerde aanpak, minder stappen en snellere opvolging. En naast de actieve beschikbaarheid, moet de passieve beschikbaarheid beoordeeld worden. Het kan niet dat wie een passend jobaanbod weigert, de dans volledig ontspringt .” Dalle besluit: “ Het huidige systeem is zo ingewikkeld en traag dat het aantal controles al jaren daalt en er slechts 35% van de werkzoekenden effectief gecontroleerd wordt. Zonder hervorming verliezen we nog meer mensen uit het zicht. Een snellere en efficiëntere aanpak is nodig om elke werkzoekende effectief toe te leiden naar werk .” CD&V pleit voor tien punten om de beschikbaarheidscontroles te verbeteren: 1. Verkortte en aanklampende evaluatiecyclus Eerste beoordeling → na 5 maanden in plaats van 9. Positieve evaluatie → om de 6 maanden; negatieve of onbesliste → 3maandelijks. Alle procedure-stappen volgen elkaar zonder wachttijd zodat bijsturing onmiddellijk kan. 2. Transparante “pre-intake” voor iedere werkzoekende Verplichte infosessie vóór de start van het dossier (rechten, plichten, sancties). Sessies als voorwaarde om voor een positieve evaluatie te krijgen. Zonder deelname, automatisch negatieve beslissing en eerste waarschuwing. Publieke communicatiecampagne over controleproces (website, socials, lokale partners). 3. Eén digitaal “single file” per werkzoekende Unieke interface voor evaluatoren (DISPO) met live trajectinfo, inschrijvingsdata, afwezigheden & oproeplijsten. Zo maken we komaf met de gebrekkige dossiers vandaag. Realtime koppeling met RSZ, RIZIV … voor objectieve statusgegevens. Alle interne (Actiris) én externe partners kunnen, mits toestemming, administratieve fouten meteen corrigeren. 4. Slimme automatisering & kwaliteitsbewaking Systematische willekeurige dossiercontroles voor gelijke behandeling. Datagedreven filters op oproeplijsten worden halfjaarlijks geaudit. Steekproefsgewijze review van evaluatiebeslissingen door kwaliteitsteam. 5. Eenduidige evaluatie‐architectuur: één consulent per dossier College van drie evaluatoren afschaffen → één evaluator-consulent als vast aanspreekpunt. Vrijgekomen capaciteit inzetten om alle dossiers beter te begeleiden en tijdig te beoordelen. Uniforme, meetbare beschikbaarheidsvereisten (actief én passief) op basis van federale kader. 6. Geïntegreerde begeleiding + controle + intensievere contacten met werkzoekenden en partners Vandaag zijn de begeleiding en de beschikbaarheidscontroles twee afzonderlijke diensten, die tot voor kort zelfs in afzonderlijke kantoren zaten. Daardoor is de doorstroom van informatie beperkt. Begeleiding en beschikbaarheidscontrole samensmelten tot één verplicht traject. Arbeidsbemiddelaar kan zo focussen op geven van begeleiding en informatie, maar ook opvolgen wat werkzoekende doet met aangeboden ondersteuning. Arbeidsbemiddelaar kan direct interveniëren bij signalen van onbeschikbaarheid. Één dossier, één plan, één aanspreekpunt zorgt voor consistentie en minder administratie. De intensiteit van het contact tussen consulent en werkzoekenden moet omhoog. Ook contact met werkgevers en partners (bv opleidingsverstrekkers) moet worden versterkt. Verbeteren samenwerking Actiris & Bruxelles Formation 7. Actieve én passieve beschikbaarheid gelijktijdig meten Onderscheid tussen actieve, passieve en passende beschikbaarheid opheffen. Periodieke (bv. driemaandelijkse) beschikbaarheidscheck gebaseerd op objectieve criteria (afstand, competenties, sector). Afspraken met opleidingsverstrekkers, OCMW’s … om niet-beschikbaarheid meteen te melden. Ook controleren op het aanvaarden van een passende opleiding of betrekking, inclusief betrekkingen die in Vlaanderen of Wallonië liggen. 8. Betere, tijdige communicatie-kanalen Oproepbrieven minstens 14 dagen vooraf (+ e-mail & sms-herinnering). Aangetekende zending vervangen door gewone brief + digitale kanalen → goedkoper en sneller. Automatische telefoonreminder één week vóór gesprek, met doorklik naar helpdesk. 9. Snellere en duidelijkere sanctie- & beroepsprocedure Beroepen leiden zelden tot annulering van de beslissing. Ongewettigde afwezigheid → onmiddellijk negatieve beoordeling, herbeoordeling mogelijk binnen 30 dagen. Paritair Beroepscomité behouden, maar beroepstermijn naar 60 dagen; arbeidsrechtbankkosten ten laste werkzoekende als beslissing wordt bevestigd. 10. Capaciteitsuitbreiding & herschikking middelen Binnen het budget dat Actiris beschikbaar heeft, bedraagt de personeelskost 120.7 € miljoen en zijn 1518 medewerkers tewerk gesteld in 2024. De dienst Beschikbaarheid telt slechts een 40-tal (!) evaluatoren. Dat aantal moet omhoog. Ook het aantal consulenten moet omhoog. Vandaag verzorgen slechts 17% van de Actiris-werknemers de begeleiding van werkzoekenden. Actiris moet veel meer consulent-evaluatoren vrijmaken door de heroriëntatie van personeel, de afbouw niet-essentiële opdrachten en het verminderen van tussenstructuren. Budgetneutraal door heroriëntering opdrachten en herschikking van personeel binnen Actiris.
- Cd&v pleit voor behoud gemeenschapscentrum in Etterbeek
[ Cultuur, Jeugd en Sport ] Dinsdag vond de eerstesteenlegging plaats van de nieuwe multifunctionele scholencampus aan de Pleinlaan in Elsene, een ambitieus project dat niet alleen plaats biedt aan twee secundaire scholen maar ook aan sportaccommodatie en een theaterzaal. Ook GC De Maalbeek zou, voor een deel van haar werking, geïntegreerd worden in deze nieuwe site. Opmerkelijk, de (gedeeltelijke) verhuis van GC De Maalbeek naar de nieuwe campus zou betekenen dat het GC haar burelen niet meer op eigen grondgebied (van Etterbeek) heeft. De basiswerking van het GC wordt hierdoor ook drastisch verminderd tot 300 m² waar er vandaag 2.000 m² aan socio-cultureel potentieel is. – Brussel, 20 juni 2025 Over deze gang van zaken stelde Benjamin Dalle (cd&v) tijdens de commissievergadering van gisteren kritische vragen aan Ans Persoons, VGC-collegelid belast met Cultuur, Jeugd, Sport en Gemeenschapscentra. ‘ De nieuwe scholencampus is ongetwijfeld een prachtig project’ , zo stelde hij. ‘ Maar die nieuwe site is te midden van de studentenbuurt, met een station vlakbij en de Generaal Jacqueslaan die de overkant richting Etterbeek doormidden snijdt. De afstand van de nieuwe campus tot het huidige adres is 2,1 kilometer, een stevige wandeling van 28 minuten of 24 minuten en minstens één overstap met het openbaar vervoer. Andere gemeenten hebben het gemeenschapscentrum dichterbij, minstens binnen de eigen gemeentegrenzen .’ De VGC lijkt zich bewust van de problematiek. Om de toekomst van de huidige Maalbeeksite en de lokale verankering van GC De Maalbeek voor te bereiden, schreef de VGC een tweedelige studieopdracht uit. Enerzijds werd onderzocht hoe de site tussen de Oudergemlaan en de Kloktorenstraat – inclusief de gebouwen van de muziekacademie – optimaal kan worden verkocht. Anderzijds werd gezocht naar een geschikte locatie van ongeveer 300 m² voor de lokale werking van het gemeenschapscentrum. De opdracht werd in oktober 2024 gegund aan Studio OmVer, in samenwerking met architectenbureau Panta, en is inmiddels afgerond. Collegelid Persoons lichtte de resultaten van de studie toe: de integratie van de volledige werking van GC De Maalbeek op de Maalbeeksite zou financieel en stedenbouwkundig onhaalbaar zijn. Daarom werd gekozen voor een tweesporenaanpak: een bovenlokale werking op de campus aan de Pleinlaan én een lokale “ankerplek” in Etterbeek zelf. Voor deze lokale verankering kwamen drie mogelijke locaties naar voren: Project ‘Reconversie voormalig gemeentehuis van Etterbeek’ (hoek Generaal Lemanstraat, Oudergemlaan, Sint-Pieterssteenweg - Daar bestaat de mogelijkheid om de “ankerplek” te integreren in het project.) Project ‘Scholengroep Brussel’ (Etterbeeklaan, Charles de Buckstraat 23 en Pater Eudore Devroyestraat 29 - Hier is een integratie mogelijk, maar dat valt eigenlijk buiten de perimeter die voorop werd gesteld.) Project ‘BeSide’ (de Theuxstraat – afgevallen wegens gebrek aan ruimte) Hieruit werd geconcludeerd dat voor een alternatieve plek de enige realistische piste het project “Reconversie voormalig gemeentehuis van Etterbeek” is. De “ankerplek” in Etterbeek zal volgens collegelid Persoons bestaan uit een polyvalente ruimte waar ook een onthaal zal zijn en een keuken die gebruikt kan worden. Het belangrijkste doel van de ankerplek is het lokale verenigingsleven te ondersteunen met deze basisvoorziening. Tot er een definitieve ankerplek gecreëerd wordt, blijft het huurcontract van de plek in de Generaal Lemanstraat doorlopen. Belangrijk om te weten: De gemeente Etterbeek schreef de VGC hierover aan en aanvaardt niet te spreken over een “loutere ankerplek”. Zij vraagt het behoud van een volwaardig gemeenschapscentrum op haar grondgebied zoals decretaal bepaald. In dit eerdere schrijven betreuren Schepen voor Nederlandstalige aangelegenheden Frank Van Bockstal en het College van Burgemeester en Schepenen dat er onvoldoende overleg was over de opmaak en de uitwerking van de studieopdracht voor deze belangrijke site. Deze studieopdracht gaat, naast de werking van GC De Maalbeek, ook over de toekomst van de enorme Maalbeeksite op haar grondgebied en de gemeente betreurt dan ook dat daar voorafgaand geen overleg over plaatsvond. De schepen en het schepencollege benadrukken het belang van het behoud van een volwaardig gemeenschapscentrum, in overeenstemming met het Bovenlokaal Cultuurdecreet. Ook Raadslid Benjamin Dalle pleit voor een alternatieve benadering met gedeeld ruimtegebruik op de bestaande Maalbeeksite, in intens overleg met het gemeentebestuur van Etterbeek, en vraagt het dossier alsnog in die richting te bekijken: “ De oplossing ligt al twintig jaar voor de hand: een gedeeltelijke verkoop van de Maalbeeksite, een site van meer dan 2.000 m² waarvan de verkoopwaarde wordt geschat op meer dan 10 miljoen euro, en met de opbrengst daarvan een renovatie van een deel van diezelfde site om GC De Maalbeek lokaal te huisvesten. Etterbeek verdient een volwaardige gemeenschapswerking op haar grondgebied. Nu dreigt het de enige gemeente te worden waarvan het gemeenschapscentrum deels buiten de gemeente ligt .” Over de verkoop van de Maalbeeksite en de mogelijke nieuwe invulling die deze site krijgt, werd door collegelid Persoons tijdens de commissievergadering geen verdere toelichting gegeven. Achtergrond en kaarten: Kaart van Maalbeeksite (huidige locatie GC De Maalbeek links onderaan) (zie ook artikel BRUZZ over deze site: VGC-gebouw bij Schuman staat al 25 jaar leeg | BRUZZ Huidige locatie GC De Maalbeek (in gehuurd pand) Overzicht van alle locaties
- PACE-motie vraagt schorsing van Israël als waarnemer wegens blokkade van humanitaire hulp aan Gaza
Cd&v-parlementslid Benjamin Dalle heeft in de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa (PACE) een motie ingediend waarin wordt opgeroepen tot de schorsing van de waarnemersstatus van Israël wegens het tegenhouden van humanitaire hulp aan Gaza. – Straatsburg, 18 juni 2025 In de motie wordt erop gewezen dat sinds 2 maart 2025 humanitaire hulp door onafhankelijke ngo’s aan Gaza volledig is stilgevallen. Het Wereldvoedselprogramma (WFP) meldde op 25 april dat alle voedselvoorraden zijn uitgeput, en het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC) waarschuwde op 2 mei voor de totale instorting van de humanitaire operaties. Ondanks beperkte hulptransporten die door de Israëlische autoriteiten zijn georganiseerd, blijft de algemene humanitaire respons duidelijk onvoldoende. De meeste onafhankelijke ngo’s krijgen nog steeds geen toegang tot Gaza. Er zijn geen veilige zones meer, en burgers — onder wie veel kinderen — kampen met hongersnood, uitdroging en een volledig gebrek aan medische zorg. Ondanks herhaalde oproepen van PACE — waaronder Resolutie 2582 (2025) en het urgentiedebat van 10 april 2025 — weigert Israël om ongehinderde humanitaire toegang toe te staan en het internationaal humanitair recht na te leven. De motie benadrukt dat de waarnemersstatus in de Assemblee niet louter symbolisch is, maar wordt toegekend aan staten die de kernwaarden van de Raad van Europa respecteren: mensenrechten, democratie en de rechtsstaat. De motie herhaalt haar veroordeling van de misdaden van Hamas en andere Palestijnse gewapende groepen, waaronder de aanvallen van 7 oktober en het blijven vasthouden van gijzelaars, maar stelt Israël — als soevereine staat en waarnemer — verantwoordelijk voor zijn juridische verplichtingen onder het internationaal recht. De motie roept op tot: volledige en onvoorwaardelijke humanitaire toegang, en een onmiddellijk staakt-het-vuren; de vrijlating van alle gijzelaars; en de schorsing van de waarnemersstatus van Israël, zolang het land het internationaal humanitair recht niet naleeft en geen gevolg geeft aan de herhaalde oproepen van de Assemblee. “Het is onaanvaardbaar dat een land dat systematisch humanitaire hulp blokkeert en het internationaal recht schendt in Gaza nog altijd het voorrecht heeft om in Straatsburg mee te praten over mensenrechten. Als de Raad van Europa ernstig genomen wil worden, moet ze daar ook naar handelen.” — Benjamin Dalle De motie werd vandaag formeel ingediend, nadat zij de steun kreeg van leden uit meerdere politieke fracties. Er zijn minstens 20 handtekeningen vereist; ondertekenaars behoren tot de fracties van ALDE, SOC en UEL. De indiener zelf maakt deel uit van de EPP. De motie zal besproken worden tijdens de zomerzitting van PACE, die volgende week plaatsvindt in Straatsburg.
- Brussel zet parlementaire stap in het veiligstellen van haar kinderbijslagsysteem
In de Commissie Algemene Bicommunautaire Zaken is vandaag een voorstel van ordonnantie van Benjamin Dalle (cd&v), mede ingediend door Pascal Smet ( Vooruit.brussels ) en Sadik Köksal (MR), over de Brusselse kinderbijslag goedgekeurd. Concreet wil het voorstel de toekenning van kinderbijslag schrappen voor studenten uit derde landen, Zwitserland en de Europese Economische Ruimte (EER). Enkel nieuwe studenten vanaf 1 september 2025 vallen onder deze regel; verworven rechten blijven behouden. Het voorstel zet zo een aanbeveling van experten uit de Spending Review uit 2023 over de kinderbijslag om in de praktijk. De budgettaire impact van het voorstel is aanzienlijk. Volgens berekeningen van Iriscare loopt de jaarlijkse besparing op van €700.000 in 2025 tot €17,8 miljoen in 2030. De hervorming helpt zo om het voorspelde tekort bij de kinderbijslag, de grootste uitgave van de GGC, te drukken. Met de goedkeuring van dit voorstel, zet Brussel een eerste wezenlijke stap in het veiligstellen van de betaalbaarheid van haar systeem van de kinderbijslag. Bovendien brengt het voorstel van ordonnantie de Brusselse regels in lijn met Vlaanderen en Wallonië, waardoor een aanzuigeffect naar Brussel wordt vermeden. Jaar Geraamde besparing 2025 € 700.000 2026 € 6.100.000 2027 € 10.200.000 2028 € 13.700.000 2029 € 16.100.000 2030 € 17.800.000 "Met dit voorstel willen we de betaalbaarheid van het systeem van Brusselse kinderbijslag voor de toekomst veiligstellen. Door vandaag te handelen en gerichte maatregelen te nemen, vermijden we dat de kinderbijslag voor Brusselse gezinnen onder druk komt te staan." , aldus Benjamin Dalle. “Dit is een logische besparing die Brusselaars niet treft en die op korte termijn positieve financiële gevolgen heeft," zegt Pascal Smet, fractieleider voor Vooruit.brussels , die de ordonnantie mee indiende en ook het kader voor de kinderbijslag in Brussel mee uittekende. "De andere gewesten hebben een gelijkaardige regelgeving, dus hiermee harmoniseren we de kinderbijslag. Bovendien genieten Belgen die in het buitenland studeren ook niet van dergelijke voordelen. We plaatsen ons met andere woorden op één lijn.” Sadik Köksal, MR-parlementslid en medeondertekenaar van de tekst legt uit: "Deze hervorming is gebaseerd op een eenvoudig principe: de gezinsbijslagen moeten ten goede komen aan jongeren die een reële en duurzame band met België hebben en daadwerkelijk in het Brussels Gewest wonen. Ze zal enkel van toepassing zijn op buitenlandse studenten die vanaf de start van het academiejaar 2025 een eerste aanvraag indienen. Het gaat er niet om bestaande rechten in vraag te stellen, maar om een meer coherente en rechtvaardige besteding van de publieke middelen te verzekeren." Het voorstel kreeg in de Commissie de steun van MR, Les Engagés, Groen en N-VA. PS en Ecolo onthielden zich, enkel PTB stemde tegen. Het is de eerste keer deze legislatuur dat een parlementair voorstel wordt aangenomen om de overheidsuitgaven substantieel te drukken — dat het voorstel een breed gedragen meerderheid krijgt, is positief signaal. Tegen de achtergrond van de recente ratingverlaging toont het Parlement dat het in staat is om moeilijke budgettaire maatregelen te nemen. Volgens Dalle moet dit soort oefeningen doorgetrokken worden in andere domeinen. Het is voor Dalle ook een signaal aan de ontslagnemende Brusselse regering: “ het Brussels Parlement is in staat om constructief mee te werken aan voorstellen voor een noodbegroting 2025 die in september ingediend moet worden.”
- Mijn parlementaire tussenkomst na het overlijden van Fabian
Geachte minister-president, beste collega’s, Elf jaar oud. Fabian, een kind dat iets deed wat niet mocht – met een elektrische step rijden in een park – en daarvoor met zijn leven betaalde na politieoptreden. Laat ons even stilstaan bij wat dat betekent. Kinderen maken fouten, dat hoort bij het kind-zijn. Maar zulke fouten mogen nooit fatale gevolgen hebben. Fabian groeide op in een kwetsbare buurt, in een gezin met migratieachtergrond. Zijn tragische overlijden raakt ons allen diep. Maar collega’s, dit is helaas geen geïsoleerd incident. Er zijn al te veel Fabians geweest in onze stad. Het is tekenend voor een structureel probleem in de relatie tussen politie en jongeren, vooral in kwetsbare buurten. Politiemensen werken in moeilijke omstandigheden, dat erkennen we. Net daarom zijn proportionaliteit en heldere beleidskaders essentieel. Maar precies die duidelijkheid ontbreekt vandaag, wat leidt tot wantrouwen en spanningen. In de afgelopen dagen deelden burgers heel wat ervaringen over politieoptreden, zelfs bij kleine zaken als fietsen met een hoofdtelefoon, of het rijgedrag van de politie. Dit gebeurt niet alleen in kwetsbare wijken, maar overal. We kennen niet altijd de toedracht van deze feiten, maar het feit dat heel wat burgers zich niet veilig voelen bij het politieoptreden of het rijgedrag van de politie, moet ons stemmen tot nadenken. De dood van Fabian vraagt om een structurele aanpak, een samenwerking over alle niveaus heen. We hebben geen nood aan politici die naar elkaar wijzen. We hebben nood aan één gecoördineerd geheel van initiatieven en acties, waarin elk niveau zijn verantwoordelijkheid neemt. Ik geef alvast ingrediënten mee voor zo’n gecoördineerde aanpak. Gemeenten kunnen onmiddellijk optreden: Een verbod op politievoertuigen in parken, tenzij bij dringende interventies. Meer zachte politieaanwezigheid, zoals patrouilles te voet, per fiets of te paard. Duidelijke communicatiekanalen voor burgers om incidenten veilig te melden. Eén coherent beleid over alle Brusselse gemeenten heen. Politiezones dragen operationele verantwoordelijkheid: Voer interne evaluaties uit over patrouilles en achtervolgingen, en bewaak streng het rijgedag. Verplicht strikte achtervolgingsrichtlijnen met duidelijke criteria voor proportionaliteit. Maak toestemming via dispatch voor elke achtervolging verplicht. Investeer in opleiding en regelmatige scenario-oefeningen. Voorzie politievoertuigen van dashcams en verplicht verslaggeving na incidenten. Bouw structurele relaties op met jongeren en buurtbewoners. Het Brussels Gewest heeft een cruciale coördinerende rol: Versterk en verbeter de rijopleiding in de gewestelijke politieschool, met aandacht voor de stedelijke context en kindvriendelijkheid. Laat Safe.Brussels zorgen voor regionale harmonisatie van het patrouillebeleid en de aanpak in elke politiezone. Werk aan gemeenschappelijke regelgeving en infrastructuur, inclusief camerabeleid en meldpunten. Zet de voorbereiding van één Brusselse politiezone hoger op de agenda: want zo worden alle Brusselaars overal in Brussel gelijk behandeld door de politie. Ook federaal moeten we handelen: Zet aanbevelingen van het Comité P om in bindende wetgeving, vooral rond achtervolgingsrichtlijnen. Maak verplichte opleiding en regelmatige bijscholing voor politiechauffeurs nationaal bindend. Pas een proportionaliteits- en kindtoets toe bij alle politie-interventies. Versterk het Comité P en zorg voor centrale registratie en analyse van incidenten. Pak structureel racisme aan en zet in op preventieve jongerenprojecten om vertrouwen te herstellen. Tot slot, laten we ook breder inzetten op het hervormen van de politiecultuur. Investeer in opleidingen rond onbewuste vooroordelen, werk actief aan niet-discriminerend optreden en versterk professionele weerbaarheid van agenten. Collega’s, de tijd om te handelen is nu. Laten we politici van alle niveaus samenbrengen, niet om te discussiëren maar om met concrete initiatieven te komen. Minister-president, ik heb één simpele vraag voor u: bent u bereid om hier uw coördinerende rol in op te nemen? Laat Fabians dood niet tevergeefs zijn. Zorg dat dit nooit meer gebeurt.
- Led-plan Brussel: Sibelga op koers voor 2030, maar Brusselse gewestdiensten riskeren vertraging
[ Mobiliteit en Leefmilieu ] In het kader van de noodbegroting die de Brusselse regering voorbereidt, roept Benjamin Dalle op om slimme investeringen te vrijwaren. Hij neemt de omschakeling naar led-verlichting als voorbeeld. Uit de antwoorden van ministers Elke Van den Brandt en Alain Maron blijkt dat de intercommunale netbeheerder Sibelga haar doelstellingen haalt, terwijl de gewestdiensten Brussel Mobiliteit en Leefmilieu Brussel kampen met financierings- en personeelsknelpunten. Daardoor dreigen zij de deadline van 2030 te missen. “Slim budgettair beleid investeert nu in kerntaken die later structurele besparingen opleveren én helpen in de strijd tegen lichtvervuiling,” aldus Dalle. – Brussel, 12 juni 2025 Kerncijfers op een rij Indicator Sibelga (gemeentelijke wegen) Brussel Mobiliteit (gewestwegen) Huidig aandeel led 32.439 van 90.618 lichtpunten – ≈ 36 % ≈ 30 % van het netwerk Jaarlijks nodig tot 2030 10.000 lichtpunten/jaar (op schema) 4.000 lichtpunten/jaar (haalt 25 – 33 %) Elektriciteitsverbruik 2024 38,96 GWh – ≈ 1 % van totaal Brussels verbruik 12,9 GWh in 2023 – ≈ 30 % van eigen verbruik Besparing door led -18 % verbruik 2020 → 2024 (-8,6 GWh/jaar) -60 % verbruik per armatuur; terugverdiend in 14 jaar Slimme sturing 38 % palen op afstand bediend tegen eind 2025 Uitrol “slimme kasten” in voorbereiding Belangrijkste conclusies Sibelga op schema Met één derde van haar 90.000 lichtpunten al in led en een installatietempo van 10.000 armaturen per jaar ligt Sibelga op koers om in 2030 volledig omgeschakeld te zijn. De maatregel om ’s nachts 10 à 20 % te dimmen blijft gelden. Gewestdiensten dreigen achterop te hinken Brussel Mobiliteit vervangt jaarlijks momenteel slechts een kwart tot een derde van de benodigde 4.000 lichtpunten. Een volledig programma vraagt minstens 6 miljoen euro per jaar plus gespecialiseerd personeel en snellere vergunningen. Leefmilieu Brussel zit in dezelfde budgettaire klem. Led loont De modernisering heeft Sibelga tussen 2020 en 2024 al 18 % minder elektriciteitsverbruik opgeleverd; bij Brussel Mobiliteit daalt de elektriciteitskost per armatuur met 60 %, goed voor een terugverdientijd van ± 14 jaar. Klimaat én biodiversiteit Openbare verlichting is goed voor circa 1 % van het Brusselse elektriciteitsverbruik. Slimme leds helpen dus rechtstreeks de klimaatdoelstellingen halen. Zo realiseerde Sibelga met haar daling van het verbruik met 8,6 GW/h per jaar een vermindering van de CO₂-uitstoot met 1 130 ton. Tegelijk maken lagere lichtkleurtemperaturen (2200 K – 1800 K) en gerichte ‘donkere corridors’ het netwerk diervriendelijker, bv. op de Vorstlaan wordt voor vleermuizen zo’n donkere corridor bestudeerd. Benjamin Dalle: “Sibelga toont dat 2030 haalbaar is, maar zonder de nodige investeringsmiddelen gaan Brussel Mobiliteit en Leefmilieu Brussel hun ambitie niet waarmaken. Elke euro die we nú in led steken, bespaart de Brusselse overheid straks op de energiefactuur en vermindert tegelijk de lichtvervuiling. Een consequente investeringsstrategie in led-verlichting is geen luxe, maar een kerntaak die Brussel duurzamer, veiliger en uiteindelijk goedkoper maakt. Het is deze oefening die de Brusselse regering nu voor alle investeringen moet maken: welke investeringen blijven in een noodbegroting no-brainers omdat ze belangrijke terugverdieneffecten hebben.”
- Per schooljaar volgen gemiddeld zo’n 154 medewerkers van Brusselse gemeenten en OCMW’s Nederlands dankzij het Huis van het Nederlands
[ Tweetalige dienstverlening ] “Dit is een druppel op een hete plaat” – Benjamin Dalle – Brussel, 11 juni 2025 Tijdens de raadscommissie van 6 juni beantwoordde VGC-collegevoorzitter Elke Van den Brandt (VGC-bevoegd voor Begroting, Welzijn, Gezondheid, Gezin en Stedelijk Beleid) een vraag om uitleg van Benjamin Dalle over de taalsituatie in de Brusselse lokale besturen en het aantal gemeenten dat bij het Huis van het Nederlands een taaltraject volgt. Daaruit blijkt dat in amper vier gemeenten en drie OCMW’s de voorbije twee schooljaren een taaltraject Nederlands werd gelopen. Met de taallessen en conversatietafels werden de voorbije twee jaar 307, hetzij gemiddeld 154 medewerkers bereikt. “Zo’n 150 medewerkers per jaar, terwijl de Brusselse gemeenten en OCMW’s meer dan 25.000 medewerkers tellen. De taaltrajecten zijn vandaag niet meer dan een druppel op een hete plaat, zeker als we zien hoe weinig aanwervingen conform de taalwetgeving gebeuren.”, zo analyseert Benjamin Dalle de cijfers. Huis van het Nederlands als taalpartner van de lokale besturen Van den Brandt bevestigde dat burgers aan elk loket in hun taal geholpen moeten worden en roept de Brusselse besturen op om meer Nederlandskundigen aan de loketten te brengen. Om dat te realiseren werkt de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) al jaren nauw samen met het Huis van het Nederlands Brussel (HVNB), dat een gevarieerd aanbod doet aan lokale besturen in Brussel: Lestrajecten op maat – Sinds schooljaar 2023-2024 worden in samenwerking met de CVO’s intensieve taallessen op de werkvloer georganiseerd. Conversatietafels – Medewerkers oefenen hun spreekvaardigheid tijdens begeleide sessies op de eigen dienst. Coaching & advies – HVNB helpt besturen een volwaardig taalbeleid uit te tekenen, inclusief werving en HR-procedures. Dat aanbod resulteert in de volgende cijfers voor de voorbije twee schooljaren. Schooljaar Type traject Deelnemers Gemeenten OCMW’s 2023-2024 Lessen Nederlands 89 4 (Stad Brussel, Elsene, Ganshoren, Sint-Agatha-Berchem) 2 (Jette, Ganshoren) Conversatietafels 60 1 (Stad Brussel) 0 Totaal ‘23-‘24 149 – – 2024-2025 Lessen Nederlands 158 3 (Elsene, Ganshoren, Sint-Agatha-Berchem) 2 (Stad Brussel, Ganshoren) Conversatietafels (in voorbereiding) – – Totaal ‘24-‘25 158 – – In twee schooljaren samen bereikten de trajecten 307 medewerkers. Toch volgden in 2023-2024 slechts vier van de negentien gemeenten en twee OCMW’s een lestraject; het lopende schooljaar zit aan drie gemeenten en twee OCMW’s. Er blijft dus veel potentieel onbenut: 4 op 5 gemeenten en 9 op 10 OCMW’s maken geen gebruik van het aanbod. Tijd voor een verplicht traject Het is hoog tijd voor een verplicht taaltraject voor alle Brusselse besturen, met nadruk op gemeenten die hardnekkig de bestuurstaalwet schenden. De VGC en het Vlaams Brusselbeleid, gesteund door Actiris en het Gewest, hebben alle hefbomen in handen om zulke trajecten te organiseren en op te volgen. “De cijfers tonen dat we dringend een versnelling hoger moeten schakelen. Het toezicht op de naleving van de taalwetgeving op de lokale besturen door het Gewest en GGC moet versterkt worden. Voor besturen met de grootste problemen moet een taaltraject verplicht worden. Dat moet in een volgende Brusselse regering een topprioriteit worden” , zo concludeert Benjamin Dalle.
- Cd&v doet oproep aan MR en PS: “Staak communicatieopbod en start echte onderhandelingen"
[ Brusselse verkiezingen ] Cd&v-onderhandelaar Benjamin Dalle reageert op de beleidsnota die David Leisterh afgelopen woensdag verspreidde met het verzoek om reacties tegen maandag. – Brussel, 2 juni 2025 Dalle prijst Leisterh voor de inhoudelijke denkoefening en erkent dat de tekst heel wat voorstellen bevat om de uitdagingen aan te pakken waar we voor staan in Brussel, zoals de veiligheids- en netheidscrisis. Tegelijk heeft cd&v talrijke opmerkingen bij het ontwerp, onder meer op het vlak van het begrotingstraject en de budgettaire voorstellen, de plaats van het middenveld, het garanderen van de tweetaligheid en de noodzakelijke structurele hervormingen. Belangrijk is dat MR nu een methode voorstelt die het mogelijk maakt een stabiele regeringsmeerderheid te verenigen rond een inhoudelijk sterk project. Als het initiatief succesvol wil zijn, moet het worden verdergezet aan de onderhandelingstafel. Een beleidsverklaring komt tot stand via onderhandelingen met toekomstige regeringspartners. Een parlementair debat voeren over een MR-nota die in het parlement waarschijnlijk niet op voldoende steun kan rekenen, heeft geen zin. Dalle is ook scherp voor het initiatief van de PS. Terwijl kandidaat minister-president Leisterh werkt aan een nota, doorkruist de PS dit met een eigen initiatief, voor een coalitie met PVDA/PTB. Het laatste wat Brussel nu nodig heeft, is een extreem links avontuur. We hebben nood aan een stabiele regering die doortastend bestuurt en Brussel terug op orde kan zetten. Volgens cd&v organiseren MR en PS met hun initiatieven een opbod in de media, terwijl de verkiezingen intussen een jaar achter ons liggen. De campagne is nu echt wel voorbij. Dalle vraagt beide partijen de stellingenoorlog te stoppen, terug te keren naar de onderhandelingstafel en te spreken met alle partners die samen een stabiele meerderheid kunnen vormen. Cd&v zal zich constructief blijven opstellen om tot een Brusselse regering te komen die eindelijk de uitdagingen aanpakt waarvoor het gewest staat. De oproep sluit aan bij een eerdere open brief van Dalle naar aanleiding van het Irisfeest (8 mei) aan kandidaat minister-president Leisterh en PS-voorzitter Ahmed Laaouej.
- Persreactie Benjamin Dalle (cd&v) op de resultaten van de Veiligheidsmonitor 2024
[ Veiligheid en preventie ] Voor het cd&v-parlementslid legt de veiligheidsmonitor opnieuw de vinger op drie hardnekkige wonden in onze hoofdstad: – Brussel, 23 mei 2025 • Eén – de drugsproblematiek. Vier op tien Brusselaars ervaart overlast door alcohol- of drugsgebruik in de straat, terwijl 35 % zelfs expliciet drugshandel meldt. De drugshandel aanpakken is voor de grote meerderheid van de Brusselaars de grootste prioriteit. Niemand kan nog ontkennen dat de drugscrisis het veiligheidsgevoel in onze wijken ondermijnt. • Twee – de verloedering van de publieke ruimte. Tweederde van de inwoners stoort zich aan sluikstorten en zwerfvuil, en slechts 66 % vindt zijn buurt verzorgd. Een gebrek aan netheid werkt verdere overlast in de hand. Het vergroot ook het onveiligheidsgevoel: 35% van de Brusselaars ziet een verloederde omgeving als reden om zich onveilig te voelen. • Drie – het vertrouwen in de politiewerking. Slechts een krappe meerderheid is tevreden over het werk van de politie, terwijl amper een derde tevreden is over de zichtbare politieaanwezigheid op straat. Voor Dalle maken de resultaten opnieuw duidelijk dat één geïntegreerde Brusselse politiezone onvermijdelijk is: “ Zes politiezones op nauwelijks 162 km² is vandaag pure versnippering. Een fusie maakt een échte, gecoördineerde strijd tegen georganiseerde criminaliteit en drugshandel mogelijk, met duidelijke mandaten en minder overlegstructuren. Dat hoeft de aanwezigheid van politie in de wijken en de nabijheid niet in de weg te staan.” Tegelijk moeten gemeenten en gewestdiensten hun GAS-bevoegdheden volop inzetten. “Stadswachten, netheidsdiensten en inspecteurs kunnen sluikstorten, wildplassen en lawaaihinder administratief beboeten. Zo pakken we overlast sneller aan én maken we capaciteit vrij voor de politie om zich te focussen op de drugscrisis.”, aldus Dalle, die eraan toevoegt dat Brusselse gemeenten hun weigerachtigheid tegenover gemeentelijke administratieve sancties moeten laten varen. Tot slot doet Dalle een niet mis te verstande oproep: “Voer in alle gemeentelijke en gewestelijke diensten die de straat onderhouden een beleid van onmiddellijke herstellingen en biedt zo in onze straten een antwoord op de ‘broken-window-theorie’. Elke kapotte ruit, elke besmeurde gevel en elk achtergelaten vuilniszak moet binnen de kortste keren worden hersteld of verwijderd. Een propere straat is de eerste barrière tegen criminaliteit.” Hij concludeert: “Met één gecoördineerd veiligheidsbeleid en politiezone alsook een stevige bestuurlijke handhaving, kunnen we het tij keren en het vertrouwen van de Brusselaar terugwinnen.”
- cd&v: naleving taalwetgeving door Brusselse gemeenten en OCMW’s blijft problematisch — “Volgende Brusselse regering moet structurele maatregelen nemen om tweetaligheid te versterken”
[ Tweetalige dienstverlening ] Het jaarverslag 2024 van de Brusselse vice-gouverneur Jozef Ostyn is wéér een wake-up-call voor Benjamin Dalle, parlementslid voor cd&v: “bij nauwelijks 15 % van de 3.639 aanstellingen was alles in orde. 2.180 benoemingen (60 %) moesten worden geschorst en nog eens 900 werden ‘gedoogd’. Vooral de OCMW’s spannen de kroon: 93% van hun nieuwe personeelsleden is niet tweetalig. Daarbovenop ontvingen burgers een record van 61 klachten over gebrek aan Nederlandstalige dienstverlening. Het bewijs: de tweetaligheid van onze Brusselse lokale administraties holt achteruit en het beleid blijft toekijken.” – Brussel, 23 mei 2025 • De voorbije tien jaar is het aantal schorsingen bijna verdubbeld (van 1.115 in 2015 naar 2.180 in 2024). • Twee OCMW’s – Sint-Lambrechts-Woluwe en sinds 2024 ook Vorst – leggen geen enkel aanstellingsbesluit voor, ondanks hun wettelijke plicht. • In de topkaders (A5 en hoger) is de pariteit steeds minder gegarandeerd of gewoon weg: maar liefst 6 OCMW's hebben een volledig eentalig Frans topkader. De volgende Brusselse regering moet de tweetaligheid van de lokale besturen eindelijk serieus nemen. Cd&v ziet vijf pijlers om daarop in te zetten. De Gewestregering en de GGC moeten hun toezicht over de lokale besturen strikter uitoefenen, bijvoorbeeld door geschorste aanwervingen die niet stroken met de taalwetgeving te vernietigen. Daarnaast zijn extra maatregelen nodig om Nederlandskundige kandidaten toe te leiden naar vacatures bij de gemeenten en OCMW's. Het Nederlands is een troef voor werkzoekenden, ook voor wie bij de overheid wil werken. Personeelsleden die vandaag niet over het vereiste taalniveau beschikken, dienen structureel taalopleidingen te volgen, gekoppeld aan het behalen van tests met het vereiste taalniveau. Daarbij krijgt het topkader en het personeel dat in direct contact staat met de burger, bijvoorbeeld aan de loketten, de absolute prioriteit. Verplicht de gemeenten en OCMW’s om een traject te lopen voor de versterking van de tweetaligheid. In zo'n traject wordt het personeelsbeleid onder de loep genomen met het oog op het versterken van de tweetaligheid onder het personeel. De VGC en het Vlaams Brusselbeleid bieden via het Huis van het Nederlands de nodige trajecten en taalopleidingen aan om die ambities waar te maken. Tot slot wil cd&v alle laatstejaars secundair de mogelijkheid bieden om een gratis test bij Werkenvoor.be (het vroegere Selor) af te leggen. Wie slaagt, krijgt meteen een taalbrevet dat deuren opent bij overheid en bedrijfsleven. “Tweetaligheid is geen last maar een troef – voor burgers én voor wie wil werken in Brussel. Met extra toezicht op de gemeenten én positieve maatregelen maken we van tweetaligheid opnieuw een positieve ambitie in plaats van een jaarlijks pijnpunt in het verslag van de Vice-gouverneur.” , zo stelt Dalle nog in een reactie.


















