top of page

Zoekresultaten

599 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht

  • Minister Dalle pleit voor meer ruimte voor kinderen en jongeren

    Gisteren stelde het Kinderrechtencommissariaat haar jaarverslag voor in het Vlaams Parlement. Daarbij was de leidraad 'geef kinderrechten meer gewicht'. Vlaams minister van Jeugd en coördinerend minister Kinderrechten, Benjamin Dalle, pleitte er voor meer ruimte voor kinderen en jongeren, maar wil ook dat er meer aandacht gaat naar de mentale gezondheid van kinderen en jongeren. Het jaarverslag is een jaarlijkse toelichting door het Kinderrechtencommissariaat van het voorbije werkjaar. In het jaarverslag wordt dieper ingegaan op de diverse opdrachten en activiteiten van het Kinderrechtencommissariaat, maar worden ook de meldingen en klachten van het afgelopen jaar geanalyseerd. Caroline Vrijens, Kinderrechtencommissaris: "Onze regelgeving is de laatste jaren meer en meer doordrongen van de kinderrechten, dat merk je wel. Maar we zijn er zeker nog niet. We krijgen nog steeds wel wat meldingen binnen op onze klachtenlijn. Op basis daarvan maken wij adviezen en die bezorgen we aan het beleid. Dat is wat we nu hier dan ook doen met ons jaarverslag." Vlaams minister van Jeugd en coördinerend minister Kinderrechten, Benjamin Dalle, pleitte na de voorstelling van het jaarverslag voor meer mentale én fysieke ruimte voor kinderen en jongeren. "Als je hoort wat er leeft bij kinderen en jongeren, dan merk je dat plaats en ruimte echt essentieel is", aldus Dalle. "Dat is een thema dat momenteel niet of nauwelijks aan bod komt in het Kinderrechtenverdrag. Dat moeten we echt versterken." Naast ruimte, vindt de minister ook het mentale welzijn een groot aandachtspunt. "In 1988, bij het vastleggen van het Kinderrechtenverdrag, lag er een hele grote focus op fysieke gezondheid. Natuurlijk is dat absoluut essentieel, maar toen werd mentale gezondheid nog niet echt als ‘belangrijk’ ervaren", gaat Dalle verder. "Dat moet meer aandacht krijgen. De coronacrisis, maar ook de oorlog in Oekraïne nu, hebben echt een impact op kinderen en jongeren. Daarom dit pleidooi om samen met het Kinderrechtencommissariaat niet alleen in ons land, maar ook binnen Europa en de Verenigde Naties, nog meer werk te maken van ruimte voor kinderen en jongeren én hun mentale welzijn." Lees hieronder de toespraak van Benjamin Dalle: Lees hier het jaarverslag 2021-2022 'Meer gewicht aan kinderrechten' van het Kinderrechtencommissariaat.

  • 'Stadsmakers' verzamelt verhalen over samenleven in Brussel

    Hoe waait diversiteit binnen in de verschillende Brusselse sectoren? Wat lukt er en wat niet? Auteur en stadsgids Hans Vandecandelaere verkent de complexe realiteiten achter huisvesting, armoede, gezondheidszorg, cultuur, onderwijs, opvoeding, religie, economie, ouder worden en jong zijn in Brussel. Gisteravond vond de startlezing plaats in Muntpunt. Vlaams minister van Brussel, Benjamin Dalle, mocht het openingswoord verzorgen. 'Hyperdivers Brussel in 42 afleveringen', onder die noemer verzamelt Hans Vandecandelaere de verhalen die hij sprokkelde in onze hoofdstad. Hij trok de afgelopen periode de Brusselse straten, pleinen en wijken op om een veelvoud van zeer concrete verhalen bijeen te brengen. Hij wil daarbij Brussel zien zoals het is: de troeven, de zwaktes, de hefbomen, het zoeken naar consensus, nuance en tegengestelde visies maar ook een reis langs verhalen over samenleven en samen werken. Voor de lezing in Muntpunt gisteravond filterde Vandecandelaere de essenties uit zijn onderzoek. Met als hamvraag: 'als verschil de norm is, wat houdt de stad dan samen?' Vlaams minister van Brussel, Benjamin Dalle, is onder de indruk van de reeks. "In Brussel leven 183 verschillende nationaliteiten samen", aldus Benjamin Dalle. "hyperdiversiteit is een realiteit in onze hoofdstad. We kunnen maar beter van elkaar leren hoe we samen met deze realiteit omgaan en er maximaal kansen uit putten. Dat is ook wat Hans Vandecandelaere doet in zijn reeks verhalen: hij neemt je mee op sleeptouw in de stad en laat 'm je omarmen. De verhalen die Hans schreef, zijn een ode aan Brussel, maar tegelijk ook een boeiende spiegel." Pascal Smet, VGC-collegelid bevoegd voor Samenleven & Diversiteit: “Brussel draagt haar imago als superdiverse stad met fierheid uit. Een diverse stad zorgt voor verrijkende ontmoetingen, persoonlijke groeikansen en een gevoel van verbondenheid. Samenleven in diversiteit brengt ook vraagstukken en uitdagingen met zich mee. De VGC gaat die moeilijke thema’s niet uit de weg. We creëren ruimte om maatschappelijk urgente dialogen aan te gaan. Stadsmakers van Hans Vandecandelaere is een mooi voorbeeld. Zijn verhalen wakkeren de dialoog omtrent deze samenlevingsuitdagingen aan.” Ontdek hier een interessante aflevering uit de reeks over onder meer Cinemaximiliaan. Hun samenwerkingen zowel binnen als buiten Brussel helpen om de hyperdiversiteit die Brussel zo kenmerkt op een laagdrempelige manier in andere steden en gemeenten te krijgen. De informele ontmoeting in het Cinemaximiliaanhuis maakt van Brussel mee een boeiende stadsliving voor wie in alle eenvoud met iemand die op de vlucht is in contact wil komen. Hans Vandecandelaere schreef zijn verhalen met steun vanuit de subsidielijn Polsslag Brussel en VGC via Brukselbinnenstebuiten. Ontdek de hele reeks hier: Hyperdivers Brussel in 42 afleveringen.

  • We voeren de strijd tegen armoede op

    De coronacrisis, de oorlog in Oekraïne en de recente stijging van onder meer de energieprijzen hebben een grote impact op mensen in armoede of mensen met een risico op armoede. De coronacrisis zorgde voor een stijging in prijs van een reeks aan basisproducten, maar nu is de prijsstijging veel langduriger en op grotere schaal. Het is dan ook belangrijk om aandacht te hebben voor het effect van deze evoluties, of het effect dat deze nog zullen veroorzaken naar de toekomst toe. Ik wil daarom extra inzetten op wetenschappelijke, statistische kennis om niet alleen meer actuele cijfergegevens en analyses voor het beleid te bekomen, maar ook om onderbouwde beleidsmaatregelen naar de toekomst toe op het vlak van aanpak van de armoedeproblematiek uit te werken. Het huidige Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA) werd bijgestuurd. Naar aanleiding van de COVID-19-crisis zijn een aantal maatschappelijke uitdagingen blootgelegd die een grote impact hadden op kwetsbare mensen, zoals isolement, nood aan ontmoeting, problemen om aan te passen aan een meer digitale samenleving, etc. Om te vermijden dat deze gezondheids- en economische crisis ook een aanslepende sociale crisis werd, hebben we een aantal crisismaatregelen genomen, aangevuld met maatregelen uit het relanceplan. Daarnaast wil ik - binnen een langetermijnvisie voor een duurzaam armoedebestrijdingsbeleid - starten met de voorbereidende werkzaamheden zodat ook na 2024 een sterk armoedebestrijdingsbeleid kan worden gevoerd. Ik zal het komende jaar dan ook werk maken van een participatief traject om dit voor te bereiden. Eén van mijn eigen speerpunten is de bestrijding van kinderarmoede, onder meer via de projecten lokale gezinscoaches of de brede gezinsondersteuning. Deze zet in op het doorbreken van generatiearmoede en via het uitwisselen van expertise tussen lokale besturen met het project ‘De Wisselaar’. Dankzij extra middelen willen we de komende 2 jaar extra inzetten op de strijd tegen armoede bij kinderen en jongeren. We zullen hierbij de lokale besturen, het middenveld, Huizen van het Kind, onderwijsactoren… betrekken om structurele antwoorden te kunnen bieden op kinderarmoede, bruggen te bouwen en bondgenootschappen te versterken. Hiervoor hebben we een bijkomend budget van 8 miljoen euro vrijgemaakt. Vanaf 1 januari 2023 breiden we het aantal erkende en gesubsidieerde Verenigingen waar armen het woord nemen uit. Deze verenigingen ondersteunen mensen in armoede en werken samen met hen aan beleidsparticipatie. Op basis van de stijgende noden die de Verenigingen waar armen het woord nemen ervaren, onderzoek ik hoe we deze verenigingen extra kunnen ondersteunen. Naast deze projecten liggen ook klemtonen op de participatie van mensen in armoede aan de samenleving en het beleid, het omschrijven en operationaliseren van armoede-indicatoren, gerichte aandacht voor schuldhulpverlening, het voorkomen en aanpakken van dak- en thuisloosheid, sociale distributieplatforms, vorming en kennisuitwisseling inzake armoede. Lees de volledige beleids- en begrotingstoelichting van Armoedebestrijding voor 2023 hier.

  • Een ambitieus en onderbouwd mediabeleid in 2023

    Ik stel aan het einde van het jaar 2022 graag de kernpunten voor met betrekking tot mijn beleidsplannen binnen het domein Media voor het jaar 2023. Meten is weten, ook bij een hedendaags en duidelijk mediabeleid. Daarom realiseer ik in 2023 de opstart van een Kenniscentrum Mediaonderzoek naar het voorbeeld van Kenniscentrum Cultuur- en Mediaparticipatie. Hiermee wil ik resultaten van onderzoek op vlak van media, mediagebruik en mediaparticipatie te bundelen. Na verwerking kunnen van daaruit de juiste aanbevelingen gedaan worden in functie van mediabeleid. Een ander aandachtspunt voor 2023 in de categorie ‘meten is weten’, is het radiolandschap. Het laatste grote onderzoek rond het Vlaamse radiolandschap dateert van 2013. Ik trap een open deur in als ik zeg dat de wereld er vandaag wat anders uitziet. Ook op vlak van het medium radio. Het is belangrijk om mee te blijven met de tijd waarin we leven en nog beter: vooruit te kijken naar de tijd die komt. Daarom komt er in 2023 een nieuwe studie. Regionaal nieuws is zeer populair bij de Vlaming. De kijkcijfers liggen hoog, alsook de appreciatie die aan programma’s op de regionale zenders gegeven wordt. Naast al het bovenlokale en internationale nieuws is het meer dan ooit nodig om Vlamingen nieuws uit de buurt te blijven aanbieden. Dat heeft uiteraard een positief effect op de sociale cohesie in onze samenleving. Ik voorzie in 2023 nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met de omroepen. In de eerste helft van 2024 zal België voorzitter zijn van de Raad van de EU. Meer nog: het is de Vlaamse Gemeenschap die het voorzitterschap opneemt voor de Raad Cultuur en Audiovisuele Zaken/Media. Het spreekt voor zich dat we dit voorzitterschap zeer zorgvuldig zullen voorbereiden, met de noodzakelijke bijkomende inzet van mensen en middelen. Lees de volledige beleids- en begrotingstoelichting van Media voor 2023 hier.

  • Ook in 2023 zetten we kinderen en jongeren verder op de kaart

    Na twee moeilijke coronajaren zijn de jeugdinitiatieven in Vlaanderen het afgelopen jaar terug opgestart en wordt volop uitgekeken naar 2023 en verder. Het Jeugd -en Kinderrechtenbeleidsplan (JKP) loopt in 2024 af, wat wil zeggen dat we dit plan enerzijds verder vorm geven, maar ook het nieuwe plan van 2025-2029 zullen opstarten. Dit zal vanaf de zomer van 2023 en participatief gebeuren. Ik werk samen met de jeugdsector in 2023 een nieuwe geïntegreerd jeugddecreet uit. Kernwoorden zijn daar vooral de stroomlijning en vereenvoudiging van de procedures voor ondersteuning van het jeugdwerk. Wat makkelijker kan, moet niet moeilijker blijven. 2023 wordt een belangrijk jaar voor het JeugdOnderzoeksPlatform (JOP). In de vijfjarige cyclus van de JOP-monitor verzamelen we in 2023 de data voor de opmaak van de Staat van de Jeugd, aangevuld met een kwalitatief luik in Brussel. In 2024 zal België opnieuw voorzitter van de Raad van de Europese Unie zijn. Vlaanderen is namens België reeds vanaf 2023 voor 24 maanden woordvoerder in de Raadformatie Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport. 2023 is bijgevolg een belangrijk voorbereidingsjaar in functie van het Belgische EU-voorzitterschap Jeugdzaken 2024. De vijf intermediaire organisaties (De Ambrassade, Bataljong, JINT, KeKi en de Kinderrechtencoalitie) zullen een actieve bijdrage leveren. Alles, dus ook een performante jeugdwerking, start met een goeie basis. Ik plan een structurele aanpak voor bovenlokale jeugdinfrastructuur met een duidelijke langetermijnvisie. Een belangrijke voorwaarde daarvoor is de realisatie van een basisinventaris die in 2022 opgestart werd. De bedoeling is om in 2023 goed verder te werken zodat we de basisinventaris begin 2024 kunnen realiseren. De laatste maanden werd het nieuws grotendeels gedomineerd door de energiecrisis. Deze heeft ook een impact op de verenigingen. Ik zorg in 2023 voor investeringssubsidies energiezuinige maatregelen. Daarnaast zullen jeugdorganisaties met infrastructuur gratis energieadvies kunnen aanvragen in de vorm van energiescans en energiecoaching. De jeugdcentra Hoge Rielen in Kasterlee en Destelheide in Beersel kregen een Europees kwaliteitslabel toegewezen. Beide jeugdcentra worden in 2023 verder gerenoveerd en opgewaardeerd om ook de komende decennia duizenden kinderen te kunnen ontvangen. Lees de volledige beleids- en begrotingstoelichting van Jeugd voor 2023 hier.

  • 17 steden en gemeenten krijgen label kindvriendelijke stad of gemeente

    Maar liefst 17 steden en gemeenten ontvingen vandaag het 'label kindvriendelijke stad of gemeente'. Vlaams minister van Jeugd, Benjamin Dalle, reikte de labels uit in het Vlaams parlement. "In een stad of gemeente waar het goed is voor kinderen en jongeren, is het goed voor iedereen om te leven, te wonen of te werken." Het label kindvriendelijke steden en gemeenten in een notendop: Steden en gemeenten kunnen zich om de twee jaar kandidaat stellen Participatie van kinderen en jongeren staat centraal Beoordeling dossier door een jury van experten in lokaal beleid en kinderrechten Elf lokale besturen krijgen het label voor de eerste keer toegekend: Beringen, Beveren, Hasselt, Herenthout, Malle, Menen, Nazareth, Wemmel, Wortegem-Petegem, Wuustwezel en Zwijndrecht. Zes lokale besturen behaalden in 2016 een eerste keer het label en slaagden erin dit nu te verlengen: Dendermonde, Geraardsbergen, Kortrijk, Leuven, Poperinge en Temse. Vlaams minister van Jeugd, Benjamin Dalle: “Kinderen en jongeren verdienen ruimte en extra aandacht. In een stad of gemeente waar het goed is voor kinderen en jongeren, is het goed voor iedereen om te leven, te wonen of te werken. Lokale besturen weten als geen ander hoe ze kunnen inspelen op de specifieke noden van hun jongste inwoners. De steden en gemeenten die daarenboven gaan voor het label kind- en jeugdvriendelijke stad of gemeente doen nog een extra inspanning. Ze zijn op vele vlakken pioniers en een inspiratie voor iedereen. Ik wil hen uitdrukkelijk bedanken voor hun engagement. Iedereen kan hier een voorbeeld aan nemen, op termijn moet elke stad of gemeente dit label krijgen” Imke Pichal, Coördinatie kindvriendelijke steden en gemeenten, Bataljong: "Kinderen en jongeren zijn volwaardige burgers, met een eigen beleving, mening, bezorgdheden en visie over heel wat zaken. Té vaak praten we en nemen we beslissingen over hun hoofden heen. In kindvriendelijke steden en gemeenten staat het actorschap van kinderen en jongeren centraal: er wordt actief geluisterd naar de jongste inwoners, niet alleen als het gaat over pakweg spelen en skaten maar ook als het gaat over ongelijkheid, duurzaamheid, armoede of mobiliteit. En wat kinderen en jongeren te vertellen hebben, krijgt een duidelijke plek in het beleid. Kinderen en jongeren op die manier benaderen en erkennen als volwaardige burgers werkt enorm versterkend: ze voelen dat ze er toe doen, dat hun stem telt, ze voelen zich eigenaar van de stad of gemeente." Beringen “Door als stad voor het label te gaan, creëren we bewustwording bij alle diensten. We zorgen dat elke medewerker binnen zijn of haar domein een “kind-bril” leert opzetten en de wereld kan bekijken vanuit een ander perspectief. Niet enkel specifieke diensten zoals de dienst Jeugd & Sport, de bibliotheek, of de dienst Samenleven moeten immers aandacht voor kinderen en jongeren hebben.” Hasselt “Wij vinden het belangrijk dat de 20.000 Hasseltse kinderen en jongeren zich goed voelen in Hasselt. Want vergis je niet, het is voor hen niet makkelijk geweest de afgelopen jaren, corona hakte serieus in op hun mentaal welzijn. We willen daarom hard werken aan een kindvriendelijke stad die een veilige haven is voor iedereen en waar iedereen zichzelf kan zijn. We zien Kindvriendelijke Stad en het actieplan als een startpunt, om samen met het stadspersoneel dagelijks inspanningen te leveren om te investeren in een kindvriendelijke stad, dit allemaal samen en transversaal.” Temse “We kennen in Temse een enorme vergroening, de groep kinderen en jongeren groeit sterk aan. Het is voor mij essentieel om hen ook als volwaardige burgers te beschouwen, niet in hun plaats te denken maar goed naar hen te luisteren en zelf aan het woord te laten. Zij zijn immers de experten en weten het best wat goed is voor hen.” Wortegem-Petegem “De drive bij de verschillende gemeentediensten om aan kindvriendelijkheid te werken is de laatste drie jaar heel sterk gegroeid. In de eerste vergadering van het strategisch platform waren de collega’s van de verschillende diensten twijfelachtig over de haalbaarheid van het project in een kleine gemeente. In de laatste vergadering zien we een heel andere groep die niet meer twijfelt maar creatief aan de slag gaat met de resultaten uit het belevingsonderzoek, rekening houdend met de tijd en middelen die wij als kleine gemeente hebben.” Leuven “Kiezen voor kindvriendelijkheid is kiezen voor de toekomst. We streven er naar om het jeugdige DNA in elke stadsdienst te laten doorsijpelen. Daarnaast hebben we de voorbije jaren ook nog intensiever ingezet op inspraak en de uitwerking van ideeën van onze kinderen en jongeren. Naast het jongerenlabel MIJNLEUVEN kwam er in 2018 ook het kinderlabel KabaaL. Nu we in 2022 opnieuw het label konden behalen, zijn we van plan om aan hetzelfde tempo te blijven verder werken. Wie weet welke zotte ideeën en verwezenlijkingen we volgende keer kunnen opsommen!” Malle Door mee te dingen naar het label Kindvriendelijke Gemeente, “dwongen” we onszelf om ook eens met een andere bril te kijken naar de noden en vragen bij kinderen en jongeren. Je stelt je zelf en je werking in vraag, en dat komt de dienstverlening ten goede. Daarom kozen we er reeds bij de start van de legislatuur voor om het behalen van het label Kindvriendelijke Gemeente op te nemen in ons meerjarenplan. We legden onszelf daarmee expliciet op om ons beleid voor kinderen en jongeren te analyseren en onder de loep te nemen, maar ditmaal samen met kinderen en jongeren.” Wemmel “Het label bracht onze verschillende diensten samen en gaf richting aan het brede lokale jeugdbeleid waar elk van deze diensten vanuit hun expertise aan bijdragen. Het resultaat is een strategisch actieplan dat overheen de verschillende legislaturen gaat en fungeert als houvast. Het label creëert een intern draagvlak dat tot uitdaging heeft om het naar de inwoners en naar de doelgroep over te brengen.” Geraardsbergen “Kiezen voor kindvriendelijkheid is structureel en actief naar alle kinderen en jongeren toe gaan, hen beluisteren én hun mening implementeren in de uitwerking van ons beleid. Kiezen voor kindvriendelijkheid is ervoor zorgen dat kinderen hun rechten kennen én ervoor zorgen dat elke organisatie en dienst mee de kinderrechten implementeert in haar werking. Kindvriendelijke stad zorgt er ook voor dat alle diensten en actoren van onze stad, inzetten op het belang en de leefwereld van kinderen en jongeren. Het is een uitdrukkelijk statement dat je maakt als lokaal bestuur.” Wuustwezel “Kinderen en jongeren zijn de toekomst. Als we kinderen en jongeren al van jongs af aan mee betrekken in ons beleid, dan gaan we van hen ook in het latere leven betrokken burgers maken. Wie weet zullen ze zo later ook zelf initiatief nemen en mee nadenken en/of werken aan onze mooie gemeente.” Beveren “Toen we hoorden van het bestaan van het label Kindvriendelijke Steden & Gemeenten was het onmiddellijk onze ambitie om dit label voor Beveren ook binnen te halen. Het duurde even om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Maar onze gemeentediensten o.l.v. de jeugddienst zijn er daarna volle bak voor gegaan. Het feit dat onze buurgemeenten en-steden ook al een label hadden was een extra motivatie.” Nazareth “Het lokaal bestuur investeert al langer in een breed en gevarieerd vrijetijdsaanbod. Het traject geeft ons de kans om meer de stem van kinderen en jongeren te horen en te laten horen, en die mee te nemen bij de bepaling van het lokaal beleid in alle beleidsdomeinen”. Zwijndrecht “De voorbije legislaturen werd heel wat geïnvesteerd in jeugdbeleid: speelpleintjes, vakantieaanbod, kinderopvang, initiatieven rond maatschappelijke kwetsbaarheid. Nu rees de vraag of we wel de juiste dingen deden, en of we het op de juiste manier deden. Het label zou ons hier een antwoord kunnen op geven en onze organisatie versterken om in de toekomst juiste beslissingen te nemen. Onze expertise i.v.m. participatie zou uitbreiden waardoor dit ook een duurzame investering is.” Dendermonde “Als we echt willen dat kinderen en jongeren zich welkom voelen in Dendermonde, moeten we hen vooral ook het gevoel geven dat wij hier allemaal samen werk van willen maken. Hen hierbij de kansen geven die ze nodig hebben om verder uit te groeien, vraagt een goede samenwerking tussen het lokaal bestuur en de samenleving. Kiezen voor kindvriendelijkheid is ook kiezen voor die doordachte samenwerking. Een samenwerking waar andere beleidsdomeinen vaak jaloers op zijn.” Kortrijk “Hoe jonge inwoners de stad ervaren is een goeie barometer om te weten waar we als stad moet op inzetten. Door Kortrijk Kinderrijk als een stadsbreed beleidsprogramma uit te rollen, met diverse stadsdiensten en lokale partners , bouwen we aan een leefbare stad waar het goed is voor iedereen. Kindvriendelijkheid is een beleving en onze inwoners zullen Kortrijk pas als een warme, kindvriendelijke stad ervaren als de verschillende puzzelstukjes in elkaar passen. We spreken over: wonen, zich verplaatsen, werken, spelen, leren, ontspannen, winkelen, sporten, zich goed voelen… Dat kan je als stadsorganisatie onmogelijk op je eentje.” Herenthout “In 2016 behaalde Herenthout als pilootgemeente reeds een eerste keer het label Kindvriendelijk Steden & Gemeenten. We hadden al enkele projecten op poten gezet, maar deze waren nog niet ingebed in een structureel beleid. Voor die inbedding wilden we deze keer wél echt gaan: een breed gedragen beleid waarin kinderen als topprioriteit gezien worden en waar iedereen mee aan sleutelt. In onze gemeente liggen kinderen ons nauw aan het hart, elke medewerker weet dat kinderen niet enkel de toekomst zijn, ze zijn ook ‘het hier en nu’ en daar moeten we NU op inzetten. We wilden onze gemeente nog leefbaarder maken voor kinderen en jongeren, en dit kunnen we enkel doen door SAMEN met hen na te denken over hun leefwereld.” Menen “Van het begin van de legislatuur werd duidelijk: inzetten op een stad op maat van kinderen en jongeren, dat wordt onze topprioriteit! We willen een kindvriendelijke stad voor de kinderen, maar vooral mét de kinderen. We willen hun mening weten en horen, over wat er allemaal beter kan en anders moet in onze stad. Want we weten allemaal: "de waarheid komt uit een kindermond". We willen benadrukken dat kinderen en jongeren hier welkom zijn. Dat ze kunnen meedenken én zelf kunnen bouwen aan een kindvriendelijk Menen.” Poperinge “27,8% van de Poperingenaars is jonger dan 24 jaar en 19,2% is minderjarig. Da’s duidelijk een flinke doelgroep om beleid rond te voeren. Poperinge integreerde “kind- en jeugdvriendelijkheid” in o.a. strategische planning, communicatiestructuur, transversale werking,… In het meerjarenplan 2020-2025 van de stad Poperinge staat het mooi omschreven: ‘Poperinge, een warme stad, voor jong en oud(er)’. Zo’n leeftijdsvriendelijke en warme stad gaat uit van een superdiverse samenleving en geeft iedereen de kans om deel te nemen aan alle aspecten van het maatschappelijke leven. Wij gaan ervan uit dat wat goed is voor kinderen goed is voor iedereen. Kindvriendelijkheid en leeftijdsvriendelijkheid staan voorop.” Hun volledige verhalen kan je hier nalezen.

  • Samen werken we aan een sterker Brussel

    2022 beloofde na enkele moeilijke coronajaren een jaar van herstel te worden. Echter, op 24 februari viel Rusland Oekraïne binnen. Tussen Brussel en de Oekraïense hoofdstad Kiev ligt amper 2.000 kilometer. Ook in Brussel krijgen we af te rekenen met een ongeziene inflatie en energiecrisis. Vandaag is het des te meer nodig om samen te werken voor een sterker Brussel. Dat doen we door verder te bouwen aan vier pijlers: 1. Een sterke samenwerking met de VGC Een constructieve relatie tussen de Vlaamse overheid en de Vlaamse Gemeenschapscommissie is cruciaal. Kernwoorden zijn hier respect en vertrouwen. Ik voorzie in 2023 meer dan 31 miljoen euro voor de VGC. Naast financiële ondersteuning ben ik ervan overtuigd dat we nauw moeten blijven samenwerken, elkaar moeten blijven zien en praten met elkaar. 2. De verdere uitbouw van een kwalitatief netwerk van Vlaamse Gemeenschapsvoorzieningen Ik blijf meer dan ooit investeren in een goede dienstverlening en infrastructuur ten dienste van de (Nederlandstalige) Brusselaars en de vele bezoekers van onze hoofdstad. De ‘N’ is een kwaliteitslabel dat ik samen met de Vlaamse Regering verder uitbouw. Via het Vlaams Brusselfonds stel ik 1,5 miljoen euro extra ter beschikking voor infrastructuurplannen van ons Vlaams-Brussels middenveld. Het overzicht van de tot op heden gesubsidieerde projecten lees je hier. Tien structurele beleidspartners geven mee vorm aan het reguliere Vlaamse gemeenschapsbeleid in de hoofdstad. Zij weerspiegelen de grote domeinen van de gemeenschapsmateries, namelijk zorg (welzijn, gezondheid en gezin), onderwijs, cultuur, jeugd, sport, media en vorming. De impact van de prijsstijgingen, in het bijzonder de energiekosten, is groot. Ik voorzie dan ook een tegemoetkoming van 545.000 euro in de stijgende energiekosten van deze partnerorganisaties. Ik investeer niet enkel in partnerorganisaties, maar ook in hoofdstedelijke initiatieven en projecten die het stedelijke weefsel en de banden tussen Brussel en Vlaanderen versterken. De subsidielijn ‘Polsslag Brussel’ omvat drie inhoudelijke projectcategorieën: projecten, impulstrajecten en evenementen. Ik voorzie voor 2023 een budget van 2.000.000 euro. Zo kan ik onder meer het enige tijdelijke openluchtzwembad FLOW ondersteunen, de werking van jongerenorganisatie Capital, De Molenbeek Rebels Basketball of de debat- en spreekvaardigheidsateliers voor jongeren van Debateville. Als Vlaams minister bevoegd voor Brussel behoort het tot mijn kerntaken om onze hoofdstad en haar troeven verder uit te dragen. Muntpunt, BRUZZ, Brik, BRIO en Brukselbinnenstebuiten spelen daarbij een uitgelezen rol. Wetenschappelijke informatie, hard nieuws, laagdrempelige informatie, studentencommunicatie en reële kennismakingsprojecten via stadsverkenningen gaan daarbij hand in hand. Met de aanwerving van een deeltijdse onderzoeksmedewerker binnen het Agentschap Binnenlands Bestuur zal er vanaf 2023 een betere ontsluiting van wetenschappelijke data over Brussel zijn. 3. De positie van het Nederlands Het belang van het Nederlands in een meertalige hoofdstedelijke context staat als een paal boven water. Het Huis van het Nederlands Brussel blijft hier de spilfiguur. In 2023 zullen we dankzij het onderzoek naar Brusselse taalleerders een eerste zicht krijgen op de succes- en remmende factoren van de mensen die Nederlands willen leren. Brukselbinnenstebuiten pakt uit met een aanbod voor cursisten Nederlands. Er werden drie interactieve tours door de stad ontwikkeld met telkens een ander taalniveau. In 2022 startte het Huis voor Gezondheid met de ontwikkeling van een cursus Empathisch Nederlands voor zorgverleners; in 2023 vindt de eerste cursus plaats. Met de Taalwetwijzer blijf ik oog hebben voor de correcte naleving van de taalwetgeving. Daarbij focus ik in 2023 op de versterking van toegankelijke opleidingen en vormingen gegeven door de Taalwetwijzer. 4. Een coherent en geëngageerd beleid voor onze hoofdstad gedragen door de hele Vlaamse Regering Ten slotte blijf ik een actieve en intermediaire rol spelen bij het Brusselbeleid en de aandacht voor onze hoofdstad van de andere Vlaamse (gemeenschaps)ministers. In het kader van de Brusselnorm screen ik bijkomend waar nodig ook ministeriële besluiten, investeringen, projectoproepen en ander beleidsvoorbereidend werk. De administratie en mijn kabinet zijn daar letterlijk dag in dag uit mee bezig. Ik wil meer bruggen slaan naar de andere regeringen en besturen die in Brussel bevoegd zijn. Het nieuwe samenwerkingsakkoord dat de versterkte ambitie van zowel de Vlaamse als Brusselse regering vertaalt om te zorgen voor de competentieversterking van Brusselse werkzoekenden en voor een grotere mobiliteit van Brusselse werkzoekenden richting Vlaanderen, kwam geen moment te vroeg. Zorgen voor meer samenwerking tussen VDAB en Actiris is voordelig voor zowel Brussel als Vlaanderen. Enkel door samen te werken laten we Brussel groeien. Lees de volledige beleids- en begrotingstoelichting van Brussel voor 2023 hier.

  • Onderzoek toont vrijetijdsbesteding in verandering

    De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat we steeds vaker onze smartphone gebruiken. En maar liefst 39% van de jongeren geeft aan over te weinig vrije tijd te beschikken. Dat werd vandaag bekendgemaakt tijdens de voorstelling van de resultaten van de participatiestudie in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel. De participatiestudie is een grootschalig onderzoek door het Kenniscentrum Cultuur- en Mediaparticipatie, het Onderzoeksplatform Sport en het JeugdOnderzoeksPlatform (JOP) naar de participatie van de Vlaming aan sociale, culturele en sportieve activiteiten. Vlaams minister van Jeugd en Media, Benjamin Dalle, ging vanochtend in gesprek met minister van Cultuur Jan Jambon, administrateur-generaal van Sport Vlaanderen, Philippe Paquay en drie onderzoekers over de resultaten van de survey. De survey werd afgenomen op drie momenten: in 2020 (vóór de lockdown), net na de strenge COVID-maatregelen in 2021 en in 2022, toen het normale leven terug op gang kwam. Het cijfermateriaal dat vandaag uit de vierde editie van de participatiesurvey komt, vormt een belangrijke bron voor het uittekenen en uitvoeren van de beleidslijnen cultuur, jeugd, media en sport. Op basis van de Participatiesurvey krijgt de overheid uitzonderlijk gedetailleerd inzicht in participatiegedrag en de daaraan gerelateerde attitudes en belevingen van Vlamingen. Eerdere edities van de participatiesurvey vonden plaats in 2004, 2009 en 2014. Media Het medialandschap is voortdurend in verandering. De laatste cijfers uit de participatiesurvey spreken voor zich: 86% van de Vlamingen maakt gebruik van een smartphone (tegenover 43% in 2014). Het aantal gebruikers dat aangeeft meermaals per dag de smartphone te gebruiken stijgt van 75% in 2020 naar ruim 80% in 2021 en 2022. De smartphone is dus niet enkel een onlosmakelijk deel van ons mediarepertoire geworden, we zijn er ook steeds meer doorheen de dag aan vastgekluisterd. Daartegenover staat wel een lichte daling in het gebruik van de meer traditionele media zoals krant, tv en radio (legacy media) gedurende de voorbije 3 waves. Het aandeel Vlamingen dat aangeeft geen gebruik te maken van de krant gedurende de voorgaande week stijgt van 60% in 2020 naar 69% in 2022, en ook het aantal gebruikers die de televisie minder dan wekelijks gebruikt, stijgt van 5% in 2020 naar 12% in 2022. Maar ook de digitale kloof is nog niet helemaal weggewerkt. Zo blijkt het frequent gebruik (meermaals per dag) van computer of laptop nog steeds vooral beperkt tot hoger opgeleiden (70%), en geeft zo’n 45% van de lager opgeleiden aan de week voor de meting geen gebruik te hebben gemaakt van een computer of laptop. Gelijkaardige verschillen tekenen zich af in het gebruik van smartphones, waar hoger- (89%) en middenopgeleiden (79%) vaker meermaals per dag gebruik maken van een smartphone dan lageropgeleiden (58%). Zo’n 30% van de lageropgeleiden geeft bovendien aan de week voor de meting geen gebruik te hebben gemaakt van een smartphone. Recente cijfers met betrekking tot gaming stellen steeds vaker het stereotype beeld van de gamer als een hoofdzakelijk jonge man aan de kaak. Volgens de laatste cijfers van BelgianGames zou zo’n 48% van de gamers vrouw zijn, en ligt de gemiddelde leeftijd van gamers op 31 jaar. Vaak worden in de cijfers alle gamers op één hoopje gegooit, maar “de gamers” vormen allesbehalve een homogene groep. Uit de participatiesurvey van 2020 komen vier verschillende types van gamers naar voren: De casual gamers (47%) zijn gamers die hoofdzakelijk casual games (bv. Bejeweled), puzzels, en quiz & trivia games spelen via de smartphone. De sensatiezoekers (19%) spelen hoofdzakelijk racing en sport-games (bv. Fifa), en doen dit bij voorkeur via spelconsoles of smartphone. De PC-gamer (13%) legt zich dan weer toe op een brede waaier aan verschillende genres, waaronder MMO-games zoals World of Warcraft, strategie, en actie & avontuur, maar doet dit hoofdzakelijk via PC, aangevuld met smartphone. De Omni-gamer (20%) speelt op zich ook een brede waaier aan genres, maar doet dit in tegenstelling tot de PC-gamer dan weer via verschillende toestellen, zoals PC, spelconsole en smartphone. Vlaams minister van Media, Benjamin Dalle: "We zijn altijd en overal geconnecteerd. Het wordt steeds drukker op de Vlaamse streamingmarkt en er is nog nooit zoveel tv-fictie gemaakt in Vlaanderen als nu. Tegelijkertijd zijn er steeds meer Belgen digitaal kwetsbaar. Werken aan digitale inclusie is daarom echt broodnodig! Dat doen we door hier al op vroege leeftijd op in te zetten met bijvoorbeeld 'Nieuws in de Klas'. Het stimuleert kinderen en jongeren om kritisch en bewust, maar ook actief en creatief om te gaan met nieuws en actualiteit." Jongeren Jongeren zijn heuse digitale media consumenten, zowel op ‘videoplatformen’ (93.7%), ‘videostreamingsplatformen’ (81%) als ‘muziekstreamingplatformen’ (77.80%). Dit ligt bij jongeren aanzienlijk hoger dan andere leeftijdsgroepen. Traditionele mediakanalen zoals krant, radio en tv boeten aan belang in bij de jongeren, wellicht t.v.v. raadpleging ervan via digitale mediaconsumptie. Ruim driekwart (76%) van de jongeren tussen 14 en 30 jaar beoefende een sport in 2020. Dit is beduidend hoger dan in de andere leeftijdsgroepen. In de leeftijdsgroep van 31 tot 45 jaar zakt dit cijfer al tot 68%. Ook de actieve participatie aan cultuur of de amateurkunstbeoefening ligt hoger bij jongeren (42% ten opzichte van 30% bij de 31- tot 45-jarigen en 21% bij de twee oudste leeftijdsgroepen). Maar liefst 39% van de jongeren geeft bovendien aan over te weinig vrije tijd te beschikken. Anderzijds stellen we vast dat een weliswaar kleine maar betekenisvolle groep van jongeren aangeeft over te veel vrije tijd te beschikken (12%). Jongeren vormen in vergelijking met andere leeftijdsgroepen een zeer actieve groep. Toch is er nog werk aan de winkel. Jonge Vlamingen rapporteren minder vaak op de hoogte te zijn van interessante vrijetijdsactiviteiten in de buurt dan de oudere leeftijdsgroepen. Dit geldt in het bijzonder voor meisjes en jonge vrouwen en voor jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar. We stellen vast dat bij de jongeren tot 30 jaar bijna 15% aangeeft dat er weinig dingen te doen zijn in hun buurt voor mensen van hun leeftijd, bij de jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar gaat het zelfs om een op de vijf (21%). Deze jongvolwassenen geven ook vaak aan zich ver te moeten verplaatsen voor interessante activiteiten (21%). Ook de mogelijkheden in de woonbuurt hebben een impact op de vrijetijdskansen van jongeren. Een kwart van de ouders met kinderen onder de 26 jaar vindt de buurt onvoldoende veilig om kinderen buiten te laten spelen. Ouders schatten de vrijetijdsmogelijkheden en vrijetijdsvoorzieningen in de buurt voor jongeren ouder dan 12 jaar als minder goed in dan de mogelijkheden en speelvoorzieningen die er zijn voor kinderen jonger dan 12 jaar. Vlaams minister van Jeugd, Benjamin Dalle: "Door deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten zoals jeugdverenigingen en sportclubs kunnen kinderen en jongeren écht zichzelf zijn, met vallen en opstaan. Toch blijven er uitdagingen op vlak van vrijetijdskansen, vrijetijdsmogelijkheden en vrijetijdsvoorzieningen in de buurt. Voor jongeren geldt dit meer dan voor kinderen. Dat mogen we echt niet zo maar naast ons neerleggen. Want vrijetijdsbesteding geeft jongeren dat noodzakelijke gevoel van vrijheid én is wezenlijk voor hun groei, ontwikkeling en talentontplooiing."

  • Strijd tegen kinderarmoede centraal in bijgestuurd Vlaams Actieplan Armoedebestrijding

    Vlaams minister van Armoedebestrijding, Benjamin Dalle, legde vandaag het vernieuwde Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA) op de tafel van de Vlaamse Regering. Het plan omvat 81 acties die de Vlaamse Regering neemt in de strijd tegen armoede. 17 acties zijn nieuw ten opzichte van het vorige plan. Vooral naar de strijd tegen kinderarmoede en gezinsarmoede gaat extra aandacht uit. Het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (kort: VAPA) werd op 25 september 2020 goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Dit actieplan bundelt alle initiatieven die de Vlaamse Regering neemt om de armoedeproblematiek aan te pakken. Twee jaar na de inwerkingtreding van het VAPA wordt het actieplan nu geëvalueerd en bijgestuurd. In totaal worden in het plan 81 acties opgenomen, waarvan 17 nieuw. Opvallend daarbij is de expliciete nadruk op de gezinnen en kinderarmoede. Zo wordt er twee keer 4 miljoen euro vrijgemaakt om projecten te ondersteunen in de strijd tegen kinderarmoede op lokaal niveau. Ook wordt het project ‘Samen op Straat’, waarbij jongeren die in armoede leven sterker bij het lokale beleid worden betrokken, uitgebreid van Antwerpen naar andere steden in Vlaanderen. Daarnaast zijn er tal van acties die inzetten op het ondersteunen van gezinnen: zo zal er bijvoorbeeld werk gemaakt worden van een preventief gezinsondersteunend aanbod naar gezinnen, kinderen en jongeren in bijzondere contexten. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om gezinnen met kinderen waarvan een van de ouders gedetineerd is, jonge kinderen die met hun moeder in de gevangenis verblijven of gezinnen in opvangcentra. Het is de bedoeling om extra ondersteuning te voorzien voor gezinnen in deze situaties. “We zijn midden de legislatuur, de regelgeving voorziet in een update van het VAPA.” Zo stelt minister Dalle. “De hele regering heeft een update bezorgd van de geplande armoedebestrijdingsacties en het zal ook niet verbazen dat er 17 nieuwe acties zijn toegevoegd. Het is immers een legislatuur waar de omstandigheden enorm wijzigen. Twee jaar geleden zaten we midden in de COVID-crisis, vandaag staat de koopkracht onder druk, zeker voor mensen in armoede en de lage middenklasse. We hebben daarbij bewust ook voor een expliciete focus gekozen voor gezinnen, kinderen en jongeren. Elk kind dat opgroeit in armoede is er één teveel, met de extra initiatieven willen we hier meewerken aan oplossingen.” Het VAPA is een instrument om dit beleid te coördineren. Maar het zijn uiteraard de vakministers die elk op hun domein acties ondernemen. “Ik ben erg blij met de inspanningen van de collega’s in de regering, dat bleek ook al bij de recente septemberverklaring", aldus Benjamin Dalle. "Het is een gezamenlijke ambitie en strijd van al mijn collega’s. We bieden het hoofd aan deze crisis met maatregelen op diverse domeinen om de meest kwetsbaren te beschermen door hun koopkracht te versterken, te zorgen voor hulp voor wie in de problemen dreigt te komen en gerichte ondersteuning bijvoorbeeld voor wonen en energievragen.” Het bijgewerkte VAPA wordt nu bezorgd aan het Vlaams Parlement en de acties worden verder uitgerold op het terrein.

  • Groen licht voor 9 nieuwe lokale radiozenders

    Vlaams minister van Media Benjamin Dalle, geeft aan 9 lokale radio-omroepen groen licht om uit te zenden op de FM-band. “Dit is opnieuw een verrijking van het sterke Vlaamse lokale radiolandschap”, aldus Dalle. Radio-omroeporganisaties konden tot en met 27 april 2022 hun kandidatuur indienen om een frequentiepakket te verwerven. De Vlaamse Regering had in totaal 10 frequenties ter beschikking gesteld. Op 15 juli 2022 werd al 1 frequentiepakket toegekend aan Minerva vzw. Voor de overige 9 frequentiepakketten waren er in totaal 19 dossiers. Voor 2 frequentiepakketten was er slechts 1 kandidaat, voor de andere frequentiepakketten waren er verschillende kandidaten. Daar werd een bijkomende toetsing gedaan aan de hand van aanvullende kwalificatiecriteria. Nu de radiozenders hun erkenning hebben, kunnen ze een zendvergunning aanvragen bij de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM). Zodra die is toegekend, kunnen de radiozenders starten met uitzenden op hun FM-frequentie. 9 erkenningen voor de beschikbare frequentiepakketten Meer info over de ontvankelijke kandidaturen en de procedure.

  • Steeds meer jongeren engageren zich in de leiding van de jeugdbeweging

    Het aantal leiders in de jeugdbeweging is tussen 2016 en 2022 toegenomen met 21%, dat maakt Vlaams minister van Jeugd, Benjamin Dalle, bekend naar aanleiding van de Dag van de Jeugdbeweging. Vandaag zijn er iets meer dan 50.000 jongeren die zich elk weekend engageren binnen de leiding van de Vlaamse jeugdbewegingen. Jeugdbewegingen blijven bijzonder populair. Ook het ledenaantal stijgt jaar na jaar. “We mogen ongelofelijk fier zijn op onze jeugd: elk weekend nemen ze engagement op tijdens hun vrije tijd om kinderen en jongeren een onvergetelijke tijd te geven. Dat verdient ons respect en onze steun,” aldus Dalle. Vanmorgen trapte Vlaams minister van Jeugd, Benjamin Dalle, de Dag van de Jeugdbeweging af met zo’n 2500 jongeren op de Grote Markt in Leuven. De minister deelde er boterkoeken uit en begaf zich ook even achter de draaitafels op het podium. Op de Dag van de Jeugdbeweging gaan duizenden kinderen en jongeren in uniform naar school om te tonen dat ze fier lid zijn van de jeugdbeweging. Overal in Vlaanderen en Brussel worden er activiteiten georganiseerd: zo’n 150 in totaal. “Het gaat om een 150-tal activiteiten verspreid over heel Vlaanderen en Brussel. In veel gemeenten begint de dag met een groot ontbijt en ook later op de dag wordt er nog verder gevierd, met allerhande fuiven, optredens, spelletjes, kampvuren, enzovoort. Zo willen we al onze leden en hun leiding bedanken voor hun tomeloze enthousiasme en inzet. Tegelijk stellen we ons ook open voor nieuwe leden en hopen we dat het op die manier ook bij hen begint te ‘kriebelen’.” Lot De Kimpe, Nationaal Voorzitter van KLJ. Onze jeugdbewegingen zitten in de lift. Jaar na jaar vinden meer kinderen en jongeren de weg naar één van de vele jeugdbewegingen in Vlaanderen of Brussel. De afgelopen jaren (van 2016-2022) steeg het ledenaantal met 7%: van 221.983 tot 237.876. Opvallend: het aantal jongeren die zich engageren in de leiding steeg met 21%: van 39.445 tot 50.065. Minister Dalle grijpt de Dag van de Jeugdbeweging aan om de leiding extra te bedanken: “Zonder de tomeloze inzet van al die jongeren zou het onmogelijk zijn om zo’n rijk aanbod te hebben aan jeugdbewegingen. Dit is een fors antwoord aan het adres van iedereen die zegt dat onze jongeren niet meer geëngageerd zijn. We kunnen niet genoeg benadrukken hoe belangrijk jeugdbewegingen zijn in het leven van jonge mensen: ze leren er verantwoordelijkheid nemen, voor elkaar opkomen en zorgen, initiatief nemen en zich ook gewoon echt amuseren. Een dikke dankjewel voor al die inzet en al dat engagement.”

  • Minister Dalle en VVJ lanceren website rond veiligheid van journalisten

    Vlaams minister van Media, Benjamin Dalle, en de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) lanceerden vandaag de website persveilig.be. Voor veel journalisten is de confrontatie met verbale en/of fysieke agressie vandaag een trieste realiteit. Met de lancering van de website willen Dalle en VVJ journalisten, maar ook de bredere samenleving, bewuster maken van het toenemend geweld. "De onafhankelijkheid van media en de persvrijheid is een steunpilaar voor een democratische samenleving", aldus Dalle. "Als journalisten slachtoffer worden van agressie, dan kan er geen sprake zijn van persvrijheid." De VVJ beschikt al bijna vier jaar over een meldpunt. Daar zijn dit jaar dertien incidenten binnengekomen, al merkt de vereniging daar meteen bij op dat dit maar het topje van de ijsberg is. "Dat cijfer is niet spectaculair, maar tegelijk slechts het topje van de ijsberg", zegt Pol Deltour, nationaal secretaris bij de VVJ. "We willen journalisten dus oproepen agressie te blijven melden, bij ons, maar ook bij de autoriteiten. Het moet duidelijk zijn: dit is geen part of the job." "We kunnen zulk geweld inderdaad niet aanvaarden", zegt minister Dalle. "In Nederland was er recentelijk nog de moord op onderzoeksjournalist Peter R. De Vries. De context in Vlaanderen is nog anders, maar ook bij ons zijn er meer gevallen. Denk maar aan de anonieme dreigtelefoons die een journaliste van De Morgen kreeg." "Communicatie naar de eigen groep volstaat echter niet", beklemtoont Deltour. "Dit overstijgt de eigen groep. Natuurlijk moeten journalisten kritiek kunnen krijgen, maar die kritiek moet beschaafd en rationeel blijven en journalisten moeten wederwoord kunnen geven." Ook voor de ordediensten en justitie is binnen deze problematiek een rol weggelegd, beklemtoonden Dalle en Deltour. De voorbije maanden zaten journalistenverenigingen daarrond al samen met hoofdredacties, mediaministers en de federale ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Dat overleg moet leiden tot bijkomende opleidingen voor politiemensen, zodat zij op betogingen beter kunnen omgaan met journalisten, maar ook voor journalisten. Daarnaast zullen journalisten opgenomen worden als beschermd beroep, waardoor een rechter strengere straffen kan uitspreken. Daarover bestaat binnen de federale regering al een politiek akkoord. Verder zouden journalisten voor de vervolging van geweldfeiten tegen hen meer waarborgen krijgen, maar dat maakt deel uit van de grote hervorming van het Strafwetboek die niet voor meteen verwacht wordt. De beschikbare opleidingen voor journalisten staan opgelijst op Persveilig.be. Daar bevindt zich ook het meldpunt, net als een overzicht van tools die journalisten kunnen gebruiken om veilig te werken (perskaart, verzekeringen, helmen...). (Belga)

bottom of page