Zoekresultaten
599 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht
- Eerste Actieplan tegen Seksueel Geweld is een feit
Een sterker slachtofferonthaal voor slachtoffers en hun naasten, de versterking van 1712, meer en professionelere hulpverlening en risicotaxatie voor daders. Het zijn enkele van de acties uit het allereerste Actieplan ter bestrijding van Seksueel Geweld. “Een antwoord bieden op de noden van de slachtoffers en het voorkomen van nieuwe slachtoffers staan centraal in ons actieplan”, zegt Vlaams minister van Justitie Zuhal Demir, die het plan coördineert. “Uit Europese studies bij jongvolwassenen blijkt immers dat in ons land 20,4% van de vrouwen en 10,1% mannen minstens één incident van seksueel geweld hebben ervaren vanaf 16 jaar. Dat vraagt om een doortastend beleid tegen seksueel geweld”. Vlaams minister van Jeugd, Benjamin Dalle, versterkt de hulplijnen met extra financiële financiële steun. Heel wat recente gebeurtenissen zoals #metoo en de moord op Julie Van Espen hebben duidelijk gemaakt dat seksueel geweld alomtegenwoordig is. Daarom moet in alle beleidsdomeinen de strijd tegen seksueel geweld een prioriteit zijn. De Vlaamse regering besliste daarom bij haar aantreden om één Vlaams actieplan seksueel geweld te maken om het beleid coherent te maken, maar bovenal om het beleid sterk te verbeteren. In het plan zitten acties vervat van ministers Somers, Demir, Beke, Peeters en Dalle. Het actieplan werkt in op drie krachtlijnen: Preventie naar burgers (incl. slachtoffers en daders) en professionals Gepaste maatregelen als het geweld zich voordoet, voor slachtoffers, maar ook voor daders Investeren in kwaliteit van professionals en sectoren 1 PREVENTIE NAAR BURGERS EN PROFESSIONALS Informatie over seksueel geweld blijkt op dit moment niet optimaal toegankelijk en vrij versnipperd te zijn. Het is bovendien voor de burger niet altijd duidelijk hoe kwaliteitsvol de informatie is. Het is echter cruciaal dat slachtoffers snel de informatie vinden die ze nodig hebben. Ook voor potentiële daders is het belangrijk dat ze snel info vinden over waar ze terecht kunnen voor bijvoorbeeld ondersteuning en hulpverlening. “De bestaande website www.seksueelgeweld.be, in overleg met het Instituut voor Gelijkheid tussen Vrouwen en Mannen (IGVM), uitbouwen als dé informatiebron over seksueel geweld”, zegt Vlaamse minister van Justitie Zuhal Demir. Tegelijk gaan ministers Beke en Dalle zorgen voor een optimale afstemming tussen de hulplijnen zoals 1712, hulplijn Stop it Now!, Awel en chatbox ‘Nu praat ik erover’. Benjamin Dalle, Vlaams minister van Brussel, Jeugd en Media: “Met de extra financiële versterking van onze hulplijnen zetten we echt in op communicatie op maat van onze jongeren. Meer dan ooit is er in deze digitale tijden nood aan een echt luisterend oor. Hulpverlening dicht bij de jongeren is essentieel”. Naast bewustwordingscampagnes worden ook doelgerichte informatie-initiatieven genomen richting verschillende doelgroepen zoals personen met een handicap, minderjarigen, personen zonder wettig verblijf, asielzoekers, en beroepsgroepen die in aanraking kunnen komen met seksueel geweld en/of goed geplaatst zijn om seksueel geweld te detecteren zoals leraars, maatschappelijk werkers, zorgpersoneel, opvoeders/begeleiders, sportbegeleiders. Ook lokale besturen worden gestimuleerd om in te zetten op sensibilisering rond seksueel geweld. Bart Somers, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur en Gelijke Kansen: “Lokale besturen zijn een belangrijke bondgenoot van de Vlaamse regering in het voorkomen en aanpakken van seksueel geweld. Omdat ze het dichtst bij de burger staan, kunnen ze een eerste aanspreekpunt zijn en zijn ze ideaal geplaatst om in te zetten op sensibilisering. Daarnaast wil ik ook een aangepast beleid uitbouwen voor personen met een verstandelijke handicap die niet altijd kunnen aangeven waar hun grenzen liggen”. Er zal ook geïnvesteerd worden in emotionele, relationele en seksuele vorming in scholen, vanaf het kleuteronderwijs, en in voorzieningen voor personen met een handicap. 2 DE MAATREGELEN ZIJN GERICHT OP ZOWEL SLACHTOFFERS ALS DADERS Er wordt geïnvesteerd om tegemoet te komen aan lacunes in het hulpverlenend aanbod voor slachtoffers van seksueel geweld via CAW, CGG en Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK). Dit aanbod slachtofferhulp wordt ook verder uitgebouwd naar naastbestaanden. Voor alle slachtoffers van seksueel geweld worden de Vlaamse justitieassistenten slachtofferonthaal ingezet om het slachtoffer tijdens de hele gerechtelijke procedure te ondersteunen. Daartoe worden momenteel ook bijkomende personeelsleden aangeworven. Dat geldt ook een slachtoffer aanklopt bij een Zorgcentrum na Seksueel Geweld. Daartoe worden samenwerkingsakkoorden afgesloten per Zorgcentra. De Vlaamse Erkennings- en bemiddelingscommissie voor slachtoffers van historisch misbruik wordt verder uitgebouwd en krijgt een permanent karakter. Wie slachtoffer werd van fysiek, psychisch of seksueel geweld, verwaarlozing of grensoverschrijdend gedrag moet er blijvend terecht kunnen. Jan Jambon, Vlaams minister-president en minister van Cultuur: “Gevallen van grensoverschrijdend gedrag komen quasi overal voor. Binnen het gezin, op school, in de jeugdbeweging, in de sportclub en uiteraard ook in de cultuursector. Daarom gaan we over alle sectoren heen investeren in meld- en aanspreekpunten integriteit waar mensen terecht kunnen met hun verhaal en weten dat ze veilig en in alle vertrouwen opgevangen zullen worden.” Vlaanderen investeert de komende jaren 9 miljoen euro om laagdrempelige Family Justice Centers uit te bouwen die gebiedsdekkend zijn voor gans Vlaanderen. Ondertussen zijn Family Justice Centers geopend in Antwerpen, Mechelen en Hasselt-Genk. In andere regio’s zijn er dan weer goede samenwerkingsverbanden, maar het ontbreekt aan een gebiedsdekkende werking. Met wetenschappelijk onderbouwde risicotaxatie-instrumenten wil Vlaanderen het professioneel oordeel van de justitieassistent over (potentiële) daders onderbouwen. De justitieassistenten kunnen zich ook baseren op deze informatie om de intensiteit van de opvolging te bepalen en meer gericht toe te leiden naar de gepaste hulp- en dienstverlening. Dit alles met het oog op het maximaal voorkomen van recidive. Er worden momenteel gespecialiseerde personeelsleden aangeworven bij de justitiehuizen om dit waar te maken. Wouter Beke, Vlaams minister van Welzijn: “We zoeken de ‘missing links’ in het bestaande hulpverleningslandschap voor de begeleiding en behandeling van daders van seksueel geweld, gaan na waar extra noden zitten en optimaliseren het aanbod. Zo willen we de begeleiding en behandeling van seksuele daders, en vooral de preventieve aanpak van seksueel geweld, garanderen.” Ook wordt er ingezet op vroegdetectie en een laagdrempelig aanbod dat zo snel als mogelijk inspeelt op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Om dat in de praktijk te brengen worden samenwerkingsverbanden opgezet tussen onderwijs, de geestelijke gezondheidszorg, algemeen welzijnswerk, Opgroeien, etc. 3 VERSTERKEN VAN DE KWALITEIT VAN ONZE PROFESSIONALS EN SECTOREN Professionals zoals huisartsen, leerkrachten, maatschappelijk werkers, zorgpersoneel en justitieassistenten komen vaker dan ze zelf denken in contact met slachtoffers of (potentiële of vermoedelijke) daders van seksueel geweld. Het is dus erg belangrijk dat ze risicofactoren, signalen of situaties kunnen detecteren en weten hoe ze er gepast mee moeten omgaan. Bovendien kunnen ze in sommige omstandigheden zelf acties ondernemen om het seksueel geweld te voorkomen. Opleidingsverstrekkers worden gevraagd om aandacht te hebben voor (preventie van) seksueel geweld in studierichtingen en/of vakopleidingen. Leerkrachten en CLB-medewerkers worden ook geprofessionaliseerd rond seksueel geweld, het te signaleren, te leren herkennen en ermee om te gaan. Ben Weyts, Vlaams minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand: “De school moet een veilige haven zijn voor al onze jongeren. Het is cruciaal dat elke leerkracht seksueel geweld tijdig kan herkennen en ook leert om ermee om te gaan. Ook binnen de sportsector strijden we tegen elke schending van integriteit: fysiek, psychisch/emotioneel en seksueel. Federaties, clubs, maar ook ploeggenten of supporters moeten we sensibiliseren en weerbaarder maken” Er komen bijkomend opleidingen en vormingen voor de betrokken hulpverleners van CAW, CGG, 1712, jeugdhulp, VAPH-diensten en -voorzieningen en andere hulpverlenende diensten die in contact komen met daders of slachtoffers van seksueel geweld en dit op regelmatige basis. Er ook worden specifieke opleidingspakketten voorzien voor justitieassistenten, advocaten (van de Commissies Juridische Bijstand) en medewerkers van de Family Justice Centers en ketenaanpak intrafamiliaal geweld. De Vlaamse ‘kindreflex’ wordt zoveel mogelijk in andere sectoren geïmplementeerd. De meldcode ‘seksueel geweld’ van de Orde der artsen wordt breder toegepast onder alle medische beroepsgroepen (privépraktijken, ziekenhuizen, Kind en Gezin, sportartsen …) en aangepast zodat deze ook bruikbaar is door beroepsgroepen in andere sectoren zoals het onderwijs (zowel leerkrachten als CLB-medewerkers), sport, cultuur, gehandicaptensector, woon- en zorgcentra, enzovoorts. De KU Leuven onderzoekt in samenwerking met De Lijn de gemelde incidenten rond seksueel grensoverschrijdend gedrag uit het verleden en bekijkt welke goede praktijken andere openbare vervoersmaatschappijen toepassen en implementeert ze indien nodig. Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken: “Seksuele intimidatie of ongewenst seksueel gedrag wordt absoluut niet getolereerd bij De Lijn, niet binnen de organisatie, niet naar medewerkers toe van De Lijn en ook niet naar reizigers. Het is enorm belangrijk dat slachtoffers die met dergelijk gedrag in aanraking komen, waar dan ook, hier melding van (kunnen) doen zodat de nodige stappen ondernomen worden. Via communicatie en binnen hun opleidingen zet De Lijn alvast proactief in om hun medewerkers duidelijk te maken dat dergelijk gedrag niet geaccepteerd wordt. Er wordt van alle medewerkers verwacht zich respectvol te gedragen zowel bij personeel onderling als naar reizigers toe. Dit proactief handelen heeft er trouwens al een aantal keren toe geleid dat wanneer een reiziger seksueel wordt lastig gevallen dat deze geïdentificeerd kon worden en gevat door de politie.” Er wordt geïnvesteerd in meldpunten voor seksueel grensoverschrijdend gedrag/aanspreekpunten integriteit in de cultuur- en audiovisuele sector, de voorzieningen voor personen met een handicap, de gesubsidieerde sportfederaties, jeugdorganisaties en in het kader van leerlingenbegeleiding.
- Jeugdwerk schakelt over op strengere regels
De regels voor het jeugdwerk worden met onmiddellijke ingang verstrengd, het jeugdwerk schakelt daarmee naar code rood. Buitenactiviteiten worden de norm. Daarnaast wordt er ook een mondmaskerplicht ingevoerd voor +12jaar, zoals in het onderwijs. Tijdens de schoolperiodes zijn overnachtingen niet meer mogelijk, voor de vakantieperiodes geldt een specifieke regeling. Het overlegcomité keurde vannacht het voorstel goed dat werd voorbereid in samenwerking met De Ambrassade, minister van Jeugd Benjamin Dalle en de andere gemeenschapsministers, de jeugdsector, en de virologen. In dit voorstel worden de maatregelen per kleurencode meegegeven. Vanaf vandaag, 23 oktober, past de jeugdsector de regels van code rood toe. Voor de herfstvakantie werden specifieke regels opgesteld die ingaan van 30 oktober tot en met 8 november. Welke regels tijdens de schoolperiode: - Mondmaskerplicht zoals in het onderwijs - Buitenactiviteiten zijn de regel - Geen overnachtingen Welke regels gelden er tijdens vakantieperiodes: - Mondmaskerplicht zoals in het onderwijs - Buitenactiviteiten zijn de regel - Overnachtingen: o Voor -12 jarigen: overnachting mogelijk o Voor 12-14jarigen: overnachting mogelijk wanneer het gaat over minstens 4 opeenvolgende nachten o Voor + 15-jarigen: overnachtingen niet mogelijk - Beperken van het aantal wisselende activiteiten In de loop van vrijdag 23 oktober communiceert De Ambrassade het vernieuwde protocol en de vernieuwde draaiboeken. “Het jeugdwerk neemt haar verantwoordelijkheid en verstrengt. Maar met dit nieuwe protocol blijven we adem- en speelruimte voor kinderen en jongeren garanderen in een zo veilig en verantwoord mogelijk jeugdwerkkader,” Aldus Eva Vereecke van De Ambrassade. “Ik ben bijzonder tevreden dat het overleg heeft geloond, het jeugdwerk kan verder werken. Ze hebben de afgelopen weken en maanden enorm veel engagement getoond. Voor veel kinderen en jongeren speelt het jeugdwerk een centrale rol in hun leven. Het is daarom belangrijk dat dit kan verder gezet worden. Ik reken erop dat iedereen de regels zal naleven,” aldus Benjamin Dalle, Vlaams minister van Jeugd.
- Een jeugdbeweging staat ‘altijd paraat’: nu is hét moment om het te tonen
Vandaag is de 20e editie van de dag van de jeugdbeweging. Duizenden kinderen en jongeren dragen vandaag heel de dag hun bewegingskledij omdat ze trots lid zijn van de jeugdbeweging. Deze editie had een feesteditie moeten zijn. Helaas, een virus heeft ervoor gezorgd dat het een dag wordt op afstand en met een mondmasker aan. Toch hoeft dit geen editie in mineur te worden. Integendeel, het is een kans om te tonen wat de kracht is van het jeugdwerk. Om te tonen hoe geëngageerd jongeren zijn. Want laat het duidelijk zijn: de komende weken zullen we jullie meer dan ooit nodig hebben. Jullie merken het elke dag: het coronavirus versterkt opnieuw haar grip op ons leven. Overal in het land stijgen de besmettingen. De lichten staan stilaan op rood: ziekenhuizen lopen opnieuw vol, meer en meer mensen zitten thuis in afzondering, cafés en restaurants worden gesloten. Het wordt steeds moeilijker om elkaar opnieuw in het ‘echt’ te zien. We leven op afstand van elkaar. Om ervoor te zorgen dat niet meer mensen ziek worden moeten we ons houden aan de regels. Dat is lastig, heel lastig. Ik begrijp dat jullie het er moeilijk mee hebben: je kan maar één keer jong zijn. Veel toffe dingen kunnen nu even niet: fuiven, met vrienden of vriendinnen optrekken, op weekend of op reis gaan … maar hoe beter we ons nu houden aan de regels des te sneller we terug meer mogelijk is. Want vergeet niet: ook dit zal voorbijgaan. Hoe het virus de komende weken zal evolueren valt moeilijk te voorspellen. Niemand kan in de toekomst kijken. Misschien zullen sommige van jullie jeugdactiviteiten wegvallen. Wanneer de besmettingen blijven oplopen zal het ook moeilijk worden om nog in grote groepen samen te komen. Maar dat betekent niet dat jullie daardoor bij de pakken moeten blijven zitten. Als minister van Jeugd ben ik bijzonder fier op wat jullie doen als jeugdbewegingen. Jullie zijn er deze zomer in geslaagd om kampen te organiseren voor honderdduizenden kinderen en jongeren met amper besmettingen. Voor zoveel kinderen (en hun ouders) was dit één van de mooiste momenten van de zomer. Ik kan jullie er niet genoeg voor bedanken. Nu reken ik opnieuw op jullie. De komende weken worden bijzonder moeilijk, de tweede coronagolf is gestart. Meer en meer mensen zullen eenzaam zijn, meer en meer kinderen en jongeren zullen ook noodgedwongen moeten binnen blijven. Ik vraag jullie hulp. Toon jullie engagement voor elkaar en voor onze samenleving: doe boodschappen voor diegenen die in afzondering zitten, neem contact met mensen die zich eenzaam voelen, organiseer online activiteiten voor wat even niet meer kan… er zijn zoveel mogelijkheden om nu jullie kracht als jeugdbeweging te tonen. Een jeugdbeweging staat ‘altijd paraat’: nu is de tijd om het opnieuw te tonen. Wat vandaag een historisch dieptepunt lijkt, kan ook een historische kans zijn om te tonen waar de jeugdbewegingen voor staan. Geef al die criticasters die de jeugd afschilderen als onverantwoordelijk lik op stuk en steek de handen uit de mouwen voor elkaar en voor diegenen die het nu extra moeilijk hebben. Op mijn steun kunnen jullie rekenen. Benjamin Dalle Vlaams minister van Jeugd
- Informatiekanalen voor jongeren breken records
Kinderen en jongeren zijn meer dan ooit op zoek naar betrouwbare informatie over de coronamaatregelen, dat blijkt uit cijfers van informatieplatform WAT WAT en jongerenhulplijn Awel. Met de verstrenging van de maatregelen zien beide organisaties het aantal contacten explosief stijgen. Daarnaast waren veel jongeren in de maanden september en oktober in het bijzonder op zoek naar thema’s die de actualiteit beheersen, vooral over sexting zitten veel jongeren met vragen. Minister Dalle versterkt beide organisaties met een extra structurele financiële steun. Dit moet ervoor zorgen dat het stijgend aantal vragen kunnen worden opgevangen. Heel wat kinderen en jongeren zitten met vragen omtrent de coronamaatregelen. Informatieplatform WAT WAT zag het aantal paginaclicks stijgen naar records. Het totaal aantal paginaweergaves op watwat.be steeg met 130% in de periode 1 september tot 19 oktober. Er wordt vooral gezocht op corona informatie. Meer dan de helft van de artikels in de top tien van meest bezochte pagina’s gaan over corona. Ze zoeken informatie over de regels, bijvoorbeeld: “met hoeveel mensen we nog mogen afspreken?” of “hoeveel mensen we nog mogen uitnodigen op feestjes?” Maar jongeren zijn ook op zoek naar artikels over de impact van corona op hun gevoelsleven. Zo is er de speciale campagne ‘donkere gedachten’ waarbij jongeren worden aangemoedigd te praten over de mentale impact van de coronacrisis. Ook thema’s die sterk in de actualiteit aanwezig zijn, vinden we terug in de cijfers. Opvallend is daarbij dat veel jongeren op zoek gaan naar informatie over sexting. In september werd er maar liefst 17.000 keer geklikt op specifieke content over sexting. Het hoogste aantal sinds de lancering van het platform WAT WAT. “De coronacrisis brengt heel wat extra vragen met zich mee, maar we blijven ook focussen op de normale infonoden van de jongeren,” aldus Sarah Latré, Coördinator van WAT WAT. “Jongeren botsen nog altijd op drempels, zoals bijvoorbeeld anonimiteit en betaalbaarheid van doktersbezoeken, allerlei vragen over hun seksuele ontwikkeling, enzoverder. Ondanks de crisis loopt hun identiteitsvorming gewoon verder. Maar: het is opvallend dat jongeren meer op zoek gaan naar informatie over faalangst, eenzaamheid, hun donkere gedachten. Deze stijging is duidelijk corona-gerelateerd.” Ook de hulplijn Awel zag in september en oktober het aantal oproepen stijgen met 30%. Het is duidelijk dat de coronaperiode ervoor zorgt dat veel meer jongeren zich depressief of angstig voelen. Zorgwekkend is ook het toenemend aantal contacten over zelfmoord. “We merken nu al de impact van de tweede coronagolf,” aldus Sibille Declercq, Coördinator van Awel. “Sinds vorige donderdag, wanneer de strengere maatregelen werden aangekondigd, stijgt het aantal gesprekken rond corona elke dag. Veel jongeren voelen zich niet goed in hun vel door de crisis. Het is belangrijk dat we dit nauw blijven opvolgen.” Vlaams minister van Jeugd, Benjamin Dalle, trekt structureel extra middelen uit om de beide platformen beter te ondersteunen, dat kondigde hij woensdagavond aan in ‘Vandaag’ op Eén. De minister voorziet elk jaar 100.000 EUR per jaar voor WAT WAT en 75.000 EUR voor Awel bovenop de bestaande subsidies. Tijdens de eerste coronagolf trok de minister al extra middelen uit, deze worden nu dus structureel. “Meer dan ooit moeten we inzetten op duidelijke jongerencommunicatie. De impact van de coronacrisis op het leven van kinderen en jongeren is enorm. Je bent maar één keer jong. De maatregelen brengen ook angst en onzekerheid mee. Het is belangrijk dat jongeren een uitlaatklep vinden om die gevoelens te ventileren en waar nodig de juiste hulp vinden. Daarnaast hebben veel kinderen en jongeren nood aan een luisterend oor, waar ze al dan niet anoniem, hun bezorgdheden en angsten kwijt kunnen. De wereld staat ook niet stil door Corona. Jongeren groeien op in een steeds meer digitale wereld, veel jongeren zitten met vragen over bijvoorbeeld sexting. Communicatie op hun maat over thema’s waar zij van wakker liggen is cruciaal. Met deze extra financiële impuls versterken we alvast twee bijzonder succesvolle organisaties.” Top 10 thema’s op WAT WAT (01/09/2020 – 19/10/2020) 1. (Corona) Met hoeveel mensen mag ik afspreken? 2. (Corona) Hoeveel mensen mag ik uitnodigen voor een feest? 3. Sexting 4. Wanneer zijn de volgende verkiezingen? 5. (Corona) Donkere gedachten 6. Seks 7. Corona (algemeen) 8. (Corona) hulplijn 9. Veilig sexten hoe doe je dat? 10. Moet ik in quarantaine wanneer ik terugkom uit het buitenland?
- Brusselse voetbalclub BX leert jongeren al voetballend Nederlands
Vlaams minister van Brussel, Benjamin Dalle, bezocht vandaag BX Represent, een organisatie die 3 voetbalclubs ondersteunt in de Brusselse kanaalzone: FC Forest, FC Black Star en BX Brussels. BX Represent ondersteunt de clubs in hun administratie en personeelsbeleid. En wil daarnaast kwetsbare jongeren versterken door de kracht van het Nederlands. Vlaams minister Dalle trekt voor dit project meer dan 80.000 euro uit. "Ook bij BX hakte corona er diep in. Met deze bijkomende steun investeren we opnieuw in jonge Brusselaars en hun coaches, zowel op als naast het veld", zegt Dalle. BX Represent werd in 2013 opgericht door Vincent Kompany. Maar is meer dan een voetbalorganisatie. 175 vrijwilligers begeleiden er elke week (?) 1.200 jonge voetballers. "Bij BX is het sociale minstens zo belangrijk als het sportieve", zegt Ludo Moyersoen van BX Represent. "De club wil de jonge Brusselse ketjes kansen bieden, hen begeleiden in hun vaak complexe leven. BX is dus geen doorsnee-voetbalclub, maar een warme vereniging die het opgroeien van de Brusselse jeugd vooropstelt, en daarom niet selecteert op basis van talent." BX Represent werkt samen met het middenveld, overheden en private ondernemingen om een duurzame werking te creëren voor de drie voetbalclubs rond gezondheid (BX Health), sociale cohesie (BX Peer), opleiding en werk (BX Connect to Work), cultuur (BX Culture) en meertaligheid (BX Polyglot). "BX Represent versterkt kwetsbare jongeren door de kracht van het Nederlands te koppelen aan voetbal", zegt Vlaams minister Benjamin Dalle. "Zo organiseert BX bijvoorbeeld maandelijks voetbalateliers en -stages in het Nederlands. Dat maakt de drempel om Nederlands te leren zo laag. De organisatie trekt dan ook elke week meer dan duizend jongeren aan. Inspirerende Brusselse organisatie als je het mij vraagt!" Minister Dalle ondersteunt het pilootproject BX polyglot vanuit de subsidielijn projecten voor Brussel en maakten bovendien vanuit het Vlaams noodfonds meer dan 80.000 euro vrij om alle voetballende ketten ook dit seizoen weer aan het sporten te krijgen. "Ook bij BX hakte corona er diep in", aldus Dalle. "Met deze bijkomende steun investeren we opnieuw in jonge Brusselaars en hun coaches, zowel op als naast het veld. Omdat onze jongeren het eenvoudigweg waard zijn. Niet alleen omdat zij onze toekomst zijn, maar vooral omdat die toekomst vandaag start, hier op dit voetbalveld."
- YouTube-reeks voor en door jongeren maakt donkere gedachten bespreekbaar
Meer dan de helft van alle jongeren had al psychologische klachten in 2019. Bij 1 op de 5 waren die zelfs matig ernstig tot ernstig. En toen moest de coronacrisis nog beginnen. Expertorganisaties als Awel en Instituut Gezond Leven zien dit najaar een piek aan donkere gedachten bij jongeren. Jeugdinformatieplatform WAT WAT zette samen met hen en het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie campagne Donkere Gedachten op: een YouTube-reeks waarin 8 jongeren open praten over hoe het écht met hen gaat, een kaartspel met conversatiestarters en een campagne op sociale media. Dit project wordt mogelijk gemaakt door extra financiële steun van de Vlaamse overheid. “Ik denk dat het voor veel jongeren nu moeilijk is, omdat je heel veel tijd hebt voor jezelf” Mira, 18 jaar Toen dagelijkse activiteiten en afspreken met vrienden niet langer konden, kregen piekergedachten plots veel tijd en ruimte. Zo vertelt Mira (18) in de eerste aflevering van de Donkere gedachten-reeks: “Ik denk dat het voor veel jongeren nu moeilijk is, omdat je heel veel tijd hebt voor jezelf. Ik weet van heel veel vrienden dat zij bijvoorbeeld last hebben van FOMO, fear of missing out, en zij willen constant bezig zijn met feestjes en andere mensen. Als je ineens zoveel tijd hebt voor jezelf, dan zit je echt met jezelf opgescheept en moet je echt wel reflecteren over wie je bent.” De coronacrisis legde heel wat bestaande gevoeligheden bloot. Bij het begin van de lockdown steeg het aantal bezoeken op de jongereninformatiewebsite watwat.be spectaculair: van gemiddeld 45.000 bezoekers per maand tot 137.000 in april. Meer dan 70 jongerenorganisaties schreven samen aan artikels rond corona en gaven ze op watwat.be/corona één plek. Jongeren kregen er een antwoord op de vragen die hen écht bezighielden, zoals “Mag ik mijn lief zien?” en “Seks tijdens corona: mag dat?”. Maar ook pagina’s zoals “Ik kan of wil niet meer thuis wonen, wat kan ik doen?” en “Hoe orden ik mijn gedachten tijdens de lockdown?” werden én worden extra veel gelezen. Tegelijk verdubbelde het aantal kliks naar hulplijnen zoals Awel: van gemiddeld 8.800 naar 16.200 per maand, met een piek van 22.000 doorverwijzingen in april. Om op de stijgende informatienoden en hulpvragen van jongeren te kunnen inspelen, kregen WAT WAT en Awel aan de start van de lockdown extra steun van Vlaams Minister van Jeugd Benjamin Dalle en Vlaams Minister van Welzijn Wouter Beke. Het zijn die middelen die campagne Donkere gedachten mee mogelijk maken. “De coronacrisis weegt zwaar op onze jongeren. Goede communicatie op maat van de jongeren is essentieel. Met de extra financiële steun voor WAT WAT en Awel willen we ervoor zorgen dat jongeren beter geïnformeerd worden maar ook een luisterend oor vinden voor hun problemen. Zeker nu het aantal besmettingen opnieuw aan het stijgen is. Ik begrijp dat heel veel jongeren het erg moeilijk hebben. Met dit project willen we hen maximaal ondersteunen.” aldus Vlaams Minister van Jeugd Benjamin Dalle. Depressie, eenzaamheid, angst en spanning blijven stijgen Expertorganisaties zoals Awel verwachten een piek aan donkere gedachten. Awel ziet nu evenveel berichten over depressie als tijdens de eerste golf, en ook de thema’s angst, spanning en eenzaamheid gaan opnieuw die richting uit. ”Beginnende studenten hebben nauwelijks een studentenleven en kunnen erg moeilijk nieuwe vrienden maken.” zegt Sibille Declercq, coördinator van Awel. “We zien bij jongere scholieren ook een zekere moeheid wat betreft de maatregelen zoals het dragen van een mondmasker, want in de ene situatie moet het en in de andere dan weer niet.” Awel benadrukt wel dat donkere gedachten niet nieuw zijn: hoewel de pandemie ons mentaal welbevinden extra onder druk zet, piekerden kinderen en jongeren (en volwassenen) natuurlijk ook vóór de crisis. Donkere gedachten zijn een deel van het leven, en het is niet óf je ze hebt maar wel hoe je ermee omgaat dat je leven bepaalt. Het is in de eerste plaats belangrijk dat ze er mogen zijn. Het is oké om even niet oké te zijn. Deel je zorgen ook met iemand die je vertrouwt, een professional of een vriend, zodat je samen kan voorkomen dat je gedachten het overnemen. 8 jongeren praten openhartig over hun donkere gedachten De jongeren die op zoek gaan naar hulp zijn daarin nog maar het topje van de ijsberg. Naast hen zijn er heel wat jongeren die geen hulp durven of kunnen vragen. Met Donkere gedachten wil WAT WAT het taboe rond mentaal welzijn doorbreken en jongeren tonen dat ze niet alleen zijn met hun donkere gedachten. 8 jongeren nemen hierin het voortouw en delen in 4 afleveringen openhartig hun eigen moeilijke momenten. De gesprekken tussen Mira (18) en Talia (23), Muhammed (22) en Justine (23), Elise (23) en Ivo (23) en Tiana (21) en Sander (22) kan je vanaf 12 oktober bekijken op het YouTubekanaal van WAT WAT. Met Donkere gedachten versterkt WAT WAT de boodschap die campagnes als #checkjezelf ook uitdragen: moeilijke momenten kennen we allemaal, laten we er open over zijn en zo samen voor onszelf en elkaar zorgen. Belangrijk dat we het gesprek durven starten “Sinds ik heb kunnen zeggen tegen de wereld dat ik mij niet goed voel en hulp wil, is echt dat gewicht van mijn borst gekomen. Er zijn gewoon dingen die je alleen niet kunt dragen.” vertelt Justine (23). Een goed gesprek kan bovendien een belangrijke eerste stap naar hulp zijn. Professor Gwendolyn Portzky van VLESP bevestigt: “We kunnen niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om open te praten over psychische moeilijkheden en donkere gedachten. De omgeving speelt hierbij een cruciale rol. Het is ontzettend belangrijk dat de omgeving alert is voor de signalen en het gesprek hierover durft te starten. Enkel op die manier kunnen we het taboe doorbreken en als samenleving zorgen voor elkaar en duidelijk maken dat er over psychische problemen mag en zelfs moet gesproken worden.” Daarom maakte WAT WAT een kaartspel met 38 conversatiestarters die het ijs breken voor een openhartig gesprek. Vragen als “Hoe zorg jij ervoor dat anderen zich goed voelen?”, “Waar word jij instant gelukkig van?” en “Welke donkere gedachten houden je ‘s nachts weleens wakker?” helpen jongeren op weg om samen te babbelen over hoe het écht met hen gaat. Iedereen kan het kaartspel gratis spelen op watwat.be/donkeregedachten. Wie na het kijken van de YouTubereeks met vragen zit, vindt daar ook antwoorden. WAT WAT verzamelde samen met experts tips over omgaan met donkere gedachten en herkenbare verhalen van andere jongeren. Wie nood heeft aan een gesprek wordt via de artikels op watwat.be meteen doorverwezen naar de juiste hulplijn.
- Strengere regels - Jeugdwerk neemt verantwoordelijkheid
De regels voor het jeugdwerk worden verstrengd. Activiteiten moeten zoveel mogelijk buiten plaatsvinden. Binnenactiviteiten vanaf 12 jaar worden vanaf dan georganiseerd in bubbels van max 20 mét mondmaskers. Leidingsweekends (+18) en leefweken (vanaf +12) kunnen niet doorgaan. De cijfers van de coronacrisis blijven stijgen. Dankzij duidelijke jeugdwerkregels en draaiboeken, die al sinds de zomer in gebruik zijn, bleef de jeugdsector vooralsnog gespaard van virusclusters. Toch neemt de jeugdsector in overleg met De Ambrassade (ondersteuner van het jeugdwerk), Bataljong, virologen en minister van Jeugd Benjamin Dalle de beslissing om vanaf 14 oktober de jeugdwerkregels voor code oranje toe te passen op alle activiteiten en ze aan te scherpen. “Jeugdorganisaties hebben de voorbije maanden de jeugdwerkregels enorm strikt toegepast. De jeugdsector neemt nu zijn verantwoordelijkheid om zoveel mogelijk kinderen en jongeren op een verantwoorden en veilige manier van jeugdwerk te kunnen laten genieten.” Aldus Eva Vereecke van De Ambrassade. “Dit is een moeilijke beslissing, maar ze is noodzakelijk. Tijdens de coronacrisis heeft het jeugdwerk enorm veel verantwoordelijkheid getoond, ik ben ervan overtuigd dat ook deze maatregel succesvol kan worden ingevoerd. Ik heb er vertrouwen in,” aldus minister Dalle. Wat verandert er? Voor +12 jarigen mag er bij activiteiten die binnen plaatsvinden enkel nog gewerkt worden in bubbels van 20. Bijkomend geldt ook mondmaskerplicht voor +12-jarigen wanneer ze activiteiten binnen organiseren. Bij buitenactiviteiten kan nog steeds gespeeld worden in bubbels van 50 en zonder mondmasker. Activiteiten met intens fysiek contact worden ook buiten sterk afgeraden. Hygiëne blijft cruciaal. Leidingsweekends voor +18 jarigen en leefweken voor jongeren vanaf 12 jaar zijn niet toegelaten. Het risico op besmetting is te groot in relatie tot voortdurende wisselwerking met andere contexten waarin deelnemers zich bewegen. Weekends en activiteiten met overnachtingen voor 12 tot 18-jarigen kunnen nog steeds doorgaan, maar ook hier zal er binnen in bubbels van 20 gewerkt worden met mondmaskers. Binnen slapen gebeurt met genoeg afstand tussen de bedden of matjes en goede verluchting van de ruimte. De regels gaan in vanaf 14 oktober, maar zijn nu al te raadplegen op de website van De Ambrassade: https://ambrassade.be/nl/jeugdwerk-regels
- Brusselse vzw's Growfunding en Toestand komen naar Vlaanderen
De Vlaamse regering heeft het Brussels crowfundingplatform ‘Growfunding’ officieel erkend als sociaal-cultureel volwassenenwerk. Dit betekent dat het platform voor de komende vijf jaar kan rekenen op financiële steun. Ook de Brusselse VZW Toestand, dé specialist in tijdelijk ruimtegebruik, krijgt die erkenning. Beide organisaties mogen vanaf 2021 rekenen op een jaarlijkse structurele steun van 172.500 euro, dat maken Vlaams Minister-President Jan Jambon en Vlaams minister Benjamin Dalle vandaag bekend. Growfunding en Toestand zijn grote namen in Brussel. Growfunding haalde met hun sociaal crowdfundingplatform de voorbije zes jaar anderhalf miljoen euro op en dat voor in totaal 181 maatschappelijke projecten. Van een oesterzwammenkwekerij in de kelders van Thurn & Taxis tot een stadsboerderij in Watermaal-Bosvoorde, dankzij Growfunding konden ondernemende en geëngageerde Brusselaars hun ideeën realiseren. Nu trekt Growfunding ook naar Vlaanderen om projecten te realiseren. Charlotte Brandsma van Growfunding: “Het is altijd onze ambitie geweest om de barrières tussen Brussel en Vlaanderen af te breken en netwerken te bouwen over de Gewestelijke grenzen heen. Dankzij deze erkenning kunnen we dat nu op duurzame wijze doen." VZW Toestand is dé specialist in tijdelijk ruimtegebruik. Ze weten als geen ander hoe je moet omgaan met leegstand en hoe verlaten plekken een nieuwe tijdelijke invulling kunnen krijgen. De VZW werd in 2012 opgericht door een groep jonge geëngageerde Brusselaars. Op enkele jaren tijd groeiden ze uit tot een gevestigde organisatie met negen halftijdse werknemers, ondersteund door heel wat vrijwilligers. “Sinds we ons boek ‘Leegstond’ uitbrachten in 2018 krijgen we veel vragen om tijdelijk ruimtegebruikprojecten in Vlaanderen te begeleiden. Met de middelen uit Vlaanderen kunnen we niet alleen onze eigen werking in Brussel verder zetten maar ook op die coachingvragen in gaan. We delen graag onze opgebouwde expertise, maar leren ook van elk ander project.”, aldus Bie Vancraeynest, coördinator van vzw Toestand. Door deze erkenning kunnen ze vanaf nu rekenen op structurele financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid. Concreet kunnen ze jaarlijks rekenen op 172.500 euro vanaf 2021. “Een belangrijk stuk Brusselse know-how komt hiermee naar Vlaanderen,” aldus Jan Jambon. “Deze Brusselse organisaties moeten Vlaanderen leren hoe belangrijke projecten geld kunnen ophalen om hun doelen te realiseren en hoe we leegstand nuttig kunnen invullen. Deze organisaties zijn echte pioniers op hun terrein. Ik ben ervan overtuigd dat ze heel wat waardevolle projecten in onze Vlaamse steden en gemeenten zullen kunnen realiseren.” Vlaams minister van Brussel, Benjamin Dalle, is tevreden dat deze sterke Brusselse organisaties nu ook structurele financiële zekerheid hebben. “Met deze middelen wordt de werking verzekerd. Het betekent dat de organisaties verder kunnen groeien in hun werking zowel in Brussel als in Vlaanderen. Waardevolle stedelijke projecten die de band tussen Brussel en Vlaanderen versterken.” De video over Growfunding werd begin maart opgenomen in veilige omstandigheden en vóór de huidige coronamaatregelen.
- Brief aan de medewerkers van De Standaard
Welkom in Brussel! Als Vlaams minister Brussel, Jeugd en Media kan ik jullie keuze alleen maar toejuichen. Jullie komst betekent een bijzondere versterking van het medialandschap in onze hoofdstad. Naast Belga, VRT, De Tijd en Bruzz resideert er nu een vijfde belangrijke Nederlandstalige redactie in Brussel. De symboliek van jullie komst kan moeilijk overschat worden. Dat één van de belangrijkste Vlaamse kranten kiest voor Brussel toont het belang van onze hoofdstad aan. Die keuze lijkt misschien evident, ze is het in de huidige moeilijke context niet. We moeten niet verhullen dat veel Vlamingen een moeilijke relatie hebben met zijn of haar hoofdstad. Nog te veel wordt Brussel gezien als een stad om te werken, niet om te leven. Te veel wordt Brussel geassocieerd met criminaliteit, terrorisme, inefficiënt bestuur en problemen. En ja, Brussel heeft net als elke grootstad specifieke uitdagingen. En ja, het Brussels bestuurlijk imbroglio is zelfs voor een doorwinterd jurist moeilijk uitlegbaar. Al die uitdagingen verdienen antwoorden. Maar nog meer dan uitdagingen, biedt Brussel kansen. Brussel is de grootste en jongste stad van ons land23% van alle Brusselaars zijn jongeren. Kiezen voor Brussel is dus ook kiezen voor de toekomst. Als Vlaamse Brusselminister is het mijn taak om mijn collega’s in de regering te overtuigen van die toekomst. Dat doen we door te investeren in Brussel. Véél te investeren: elk jaar bijna 1 miljard euro in onze gemeenschapsbevoegdheden in Brussel. Die investeringen lonen: het Nederlandstalig onderwijs is een absoluut succesverhaal. Er zitten vandaag meer dan 50.000 kleuters, leerlingen en scholieren in het Brussels gewest op schoolbanken van het Nederlandstalig onderwijs. Elk jaar stijgen die aantallen. Jonge Brusselse ketjes en hun ouders kiezen voor het Nederlandstalig onderwijs, en daarmee kiezen ze (soms onbewust) ook voor sterke banden met Vlaanderen. Die jonge Brusselaars zijn ambitieuzer, guller en optimistischer dan ooit. Ik ben ervan overtuigd dat de tegenstellingen tussen Vlaanderen en Brussel in de toekomst steeds minder een rol zullen spelen. De toekomst van Vlaanderen loopt samen met de toekomst van Brussel, en omgekeerd. Politici die trachten verdeeldheid te zaaien met slogans als “Vlaanderen laat Brussel los” ontkennen deze nieuwe realiteit. Jullie komen als redactie ook op een bijzonder moment in de stad. Verhuizen in volle coronacrisis zal zeker geen eenvoudige opdracht zijn geweest. Toch ben ik blij dat de verhuis weinig vertraging heeft opgelopen, want jullie komen aan op een cruciaal moment voor onze stad. De lock-downperiode en de crisis hebben enkele belangrijke uitdagingen in onze samenleving blootgelegd. Zo is het duidelijk dat er meer dan ooit ruimte nodig is in onze steden. Ruimte om te leven, elkaar te ontmoeten, voor onze kinderen om te spelen. Daarnaast heeft de crisis ook aangetoond dat we extra aandacht moeten hebben voor de kwetsbaren in onze samenleving. Zij dreigen dubbel getroffen te worden door de crisis. Ik ben ervan overtuigd dat de coronacrisis en het relancebeleid van de komende jaren specifieke aandacht zal moeten hebben voor de ontwikkeling en transformatie van onze grootsteden. Daarnaast zal de digitalisering ervoor zorgen dat er meer wordt ingezet op een goede balans tussen thuiswerk en fysiek werk op kantoor. Ik mag hopen dat dit de filedruk van pendelaars zal verlichten. Als mediaspeler zijn het dus bijzondere boeiende tijden om midden in de stad te resideren. Ik hoop dat jullie de komende weken, maanden en jaren ook de stad intrekken. Voelen wat leeft en wat beweegt in deze stad en berichten over het belang van Brussel. Zo kan ook De Standaard een belangrijke rol spelen in het mee op de kaart plaatsen van de belangrijke evoluties in onze samenleving. Ik nodig jullie uit om de banden met alle andere Nederlandstalige spelers aan te halen. Ik denk aan Muntpunt, de gastheer van Vlaanderen in onze hoofdstad. Ik denk aan de vele sterke cultuurspelers, AB, KVS, Beursschouwburg, … maar ook aan het onderwijs: onze universiteiten en hogescholen, de honderden organisaties actief om van Brussel een betere stad te maken en natuurlijk ook aan de andere mediaspelers in de stad: Belga, Bruzz, De Tijd en VRT. Media gaat over de grote en kleine verhalen, Brussel is de ideale uitvalsbasis om die verhalen te vinden. Jullie hoofdredacteur, Karel Verhoeven, schreef in zijn editoriaal dit weekend: “Grootsteden zijn zo divers en bieden vrijheid voor zoveel subculturen, dat de ideeën er elkaar in hoog tempo voortstuwen. Een idylle is het niet, maar wel razend interessant. Daar moet de krant bij zijn. In de enige echte grootstad die Vlaanderen heeft.” Ik kan hem enkel bijtreden en de volledige redactie succes wensen tijdens de eerste weken op jullie nieuwe locatie. Geniet van jullie nieuwe werkplek, maar kom vooral ook (veilig en op een afstand) buiten. Geniet van de stad, van de verhalen, van de vele kleurrijke Brusselaars. Heel graag tot binnenkort, Van harte, Benjamin Dalle
- “Ruimte voor kinderen en jongeren centraal bij relance”
Vandaag stelde Vlaams minister-president Jan Jambon tijdens de septemberverklaring het relanceplan van de Vlaamse Regering voor. Voor Vlaams minister van Brussel, Jeugd en Media, Benjamin Dalle, staat ruimte geven aan kinderen en jongeren centraal bij de relance. “Onze jongeren tonen enorme veerkracht: dankzij duizenden vrijwilligers, leiders en monitoren konden de zomeractiviteiten doorgaan. Maar de crisis legt ook belangrijke uitdagingen bloot; kinderen in kwetsbare situaties worden extra hard getroffen door de coronacrisis. Zij verdienen extra aandacht bij de relance.” Op 30 april 2020 besliste de Vlaamse Regering om een “Economisch Relancecomité” op te richten dat maatregelen moest uitwerken voor een snel en krachtig economisch herstel. De Vlaamse Regering was ook bezorgd over de impact van de coronacrisis en van de bijhorende overheidsmaatregelen op het maatschappelijk leven. Daarom besliste de Vlaamse Regering op 16 mei 2020 om, naast een comité voor de economische relance, ook een “Maatschappelijk Relancecomité” op te richten. De rapporten werden in juli voorgesteld aan de Vlaamse Regering en de pers. Tijdens de zomermaanden werd hard gewerkt om de rapporten om te zetten in concrete acties. Afgelopen weekend bereikte de Vlaamse Regering een akkoord over het relanceplan, dat gebaseerd is op beide rapporten. Vlaams minister Benjamin Dalle legt de nadruk op de jonge generatie. “Onze kinderen en jongeren groeien op in een ongeziene crisis. Iedereen moet daarbij dezelfde kansen krijgen. Het perspectief van de jeugd werd tijdens de eerste maanden van de coronacrisis teveel vergeten. Nochtans hebben ze enorme veerkracht getoond. Hoewel het niet evident was om activiteiten te organiseren heeft het jeugdwerk in Vlaanderen en Brussel zich enorm wendbaar getoond. Met resultaat: de zomerkampen en activiteiten konden doorgaan, en dat met zeer weinig besmettingen. Een absoluut lichtpunt in deze moeilijke periode,” aldus Dalle. Jeugd Met de relancemaatregelen voor jeugd wil de Vlaamse regering de kinderen, jongeren en jeugdsector verder versterken. Ze krijgen een centrale plaats in de relance. Focus op: Meer ruimte om veilig en gezond buiten te spelen: tijdens de coronacrisis werd duidelijk dat er een grote vraag is naar extra ruimte voor kinderen en jongeren om op een veilige en gezonde manier buiten te spelen. In onze grote steden is die vraag meer dan ooit acuut. Daarom neemt de Vlaamse Regering in het relanceplan specifieke maatregelen om kinderen en jongeren meer ruimte te geven. De openbare ruimte wordt opgewaardeerd en is deel van de oplossing. Extra investeringen in betere en nieuwe jeugdinfrastructuur: het jeugdwerk en de jeugdinfrastructuur spelen in het leven van duizenden kinderen en jongeren in Vlaanderen en Brussel een centrale rol. Tijdens de coronacrisis werd dit belang extra duidelijk. Daarom zal een historische investeringsagenda worden doorgevoerd voor jeugdinfrastructuur en jeugdwerk. Zo krijgt de sector structureel een sterke impuls en kunnen nog meer kinderen en jongeren beroep doen op het sterke Vlaamse jeugdwerk. Extra aandacht voor kwetsbare kinderen en jongeren: maatschappelijk kwetsbare gezinnen werden extra getroffen door de coronacrisis. De Vlaamse Regering heeft tijdens de crisis al extra maatregelen genomen via het plan Generatie Veerkracht. Ook in het relanceplan wordt hier extra aandacht aan besteed. Media Tijdens de crisis en ook bij de relance hebben de Vlaamse mediaspelers een belangrijke rol gespeeld. Correct nieuws is vaak letterlijk van levensbelang. Bij de relancestrategie moet er verder worden ingezet op een sterke Vlaamse mediasector. Drie prioriteiten staan centraal: Focus op: Inzetten op digitalisering en innovatie in de mediasector: er komt een ambitieus digitaal transformatieprogramma voor de Vlaamse mediasector. Er is daarbij aandacht voor betrouwbare data, algoritmes en factchecking. Daarnaast is er ook aandacht voor mediawijsheid, onderzoeksjournalistiek en een sterke lokale audiovisuele sector. Garantiefonds voor Vlaamse productiehuizen: Er wordt een garantiefonds opgericht voor de Vlaamse productiehuizen waarvan de opnames onderbroken of opgeschort werden omwille van COVID-19. Investeren in Vlaamse producties: via het Vlaamse Audiovisueel Fonds wordt extra geïnvesteerd in lokale content. Met deze impuls wil de Vlaamse Regering extra inzetten op kwaliteitsvolle lokale content. Brussel Tot slot neemt de Vlaamse Regering ook haar verantwoordelijkheid in Brussel op. Voor de relancevoorstellen binnen de gemeenschapsbevoegdheden worden ook in Brussel de nodige engagementen opgenomen. Daarnaast krijgt de Vlaams-Brusselse infrastructuur een stevige impuls. Met gerichte investeringssubsidies wil het fonds de infrastructuur klaarmaken voor de toekomst. Ook hier zal extra aandacht uitgaan naar het kind- en jongerenperspectief. Volg in de loop van de komende maanden de mediakanalen van minister Dalle en ontdek alle concrete voorstellen.
- Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan goedgekeurd
De Vlaamse Regering keurde deze ochtend op voorstel van minister van Brussel, Jeugd en Media, het Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan goed. Dit plan bundelt voor de huidige legislatuur concrete inspanningen van alle Vlaamse ministers voor kinderen en jongeren over de verschillende beleidsdomeinen heen. Met het jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan (JKP) wil de Vlaamse Regering concrete antwoorden bieden op de uitdagingen waar kinderen en jongeren vandaag mee worden geconfronteerd. Het geeft een sterke focus op waar de regering naartoe wil omtrent jeugd- en kinderrechten. Het plan concentreert zich op alle kinderen, jongeren en jongvolwassenen tussen de 0 en 30 jaar. In februari werden er al 5 prioriteiten van het plan goedgekeurd. Welbevinden en positieve identiteitsontwikkeling Gezonde en leefbare buurten Engagement in de samenleving door vrijwillige inzet Vrijetijdsbesteding voor allen Mediawijsheid De keuze voor de vijf prioriteiten kwam er na een uitgebreide consultatie van de jeugdsector en breder. Zo werden er diverse inspraakmomenten georganiseerd, maakte het Departement Cultuur, Jeugd en Media een brede omgevingsanalyse en was er een rondetafelgesprek met minister van Jeugd Benjamin Dalle die de coördinerende rol van het JKP op zich neemt.. Een stuurgroep samengesteld uit De Ambrassade, de Vlaamse Jeugdraad, het Kenniscentrum Kinderrechten, het Minderhedenforum, Bataljong en de administratie werd bij dit voorbereidende proces betrokken. Concrete acties en engagementen verder vorm geven Bij elk van deze prioriteiten werden er nu door elke minister in de regering concrete acties en engagementen toegevoegd. Het actieplan is geen opsomming van alles wat Vlaanderen doet voor kinderen en jongeren.. Het biedt wel een duidelijke focus op enkele cruciale uitdagingen voor kinderen en jongeren. Daarnaast werd er ook binnen de regering nauw samengewerkt om overlap met andere plannen te vermijden. Kinderarmoede bijvoorbeeld is eveneens één van de prioriteiten binnen de Vlaamse Regering. Specifieke acties om dit te bestrijden zijn opgenomen in het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding, dat ook vandaag werd goedgekeurd op de regering. Als coördinerend minister van het JKP is Benjamin Dalle, Vlaams minister van jeugd en kinderrechten, tevreden met de goedkeuring ervan. “Dit is een belangrijk startmoment. Het is de bedoeling dat dit plan de komende maanden en jaren echt gaat leven in Vlaanderen. Ik wil samen met de jongeren, organisaties actief in het middenveld en het parlement werk maken van een beleid dat kinderen en jongeren versterkt. Ik zal hen dan ook nauw betrekken bij de uitvoering en verdere uitrol van deze prioriteiten. We leven in bijzonder uitdagende tijden. Nog nooit veranderde onze samenleving zo snel. Daarom is een duidelijke focus essentieel. Dit plan vormt een goede startbasis om werk te maken van een samenleving waar kinderen en jongeren maximale kansen krijgen.” Minister Dalle zal ook de komende maanden het gesprek aangaan met de Vlaamse jeugd, de jongerenorganisaties, experten en het parlement over het JKP. Doorheen het parlementaire jaar volgen er interactieve sessies over de thema’s van het JKP. Ook de andere leden van de Vlaamse Regering zullen hier in betrokken worden. Dit moet resulteren in een groot kind- en jongerencongres in het najaar van 2021. Vanuit Jeugd, Media en Brussel worden er belangrijke accenten gelegd: Zo wordt er een platform rond (cyber)pesten ontwikkelt waar iedereen toegang zal hebben tot betrouwbare informatie specifiek over (cyber)pesten gekoppeld aan tweedelijnshulp. Wordt er samen met minister van Binnenlands Bestuur en minister van Mobiliteit ingezet op het stimuleren van lokale besturen om in te zetten op een kindvriendelijk beleid in de stad of gemeente. Wordt er samen met de minister van Werk ingezet op jong maatschappelijk ondernemerschap. Wordt er met de minister van Welzijn ingezet op trajecten om maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren toe te leiden naar een vrijetijdsaanbod op hun maat. Komt er extra aandacht voor mediawijsheid. Dit bijvoorbeeld door het bevorderen van journalistiek door kinderen en jongeren. Samen met de minister van Onderwijs worden hier ook tal van acties in het onderwijs voor opgezet.
- Elke jongere moet zichzelf kunnen zijn
Op 23 september stellen het Departement Cultuur, Jeugd en Media en de onderzoekers van Expeditions vzw het kwalitatieve onderzoeksrapport ‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet’ voor. Dit onderzoek is gefocust op welbevinden en gender in de vrije tijd en geeft een inzicht in hoe jongeren hun gender- en seksuele identiteit beleven in het jeugdwerk. Dit kwalitatief onderzoek kadert in het Masterplan ‘Diversiteit in/en het jeugdwerk’. Tijdens het onderzoek werden naast verschillende sleutelfiguren, ook jongeren die zich identificeren als LGBTQIA+ en jeugdwerkers bevraagd. Deze ervaringen werden gebundeld in 21 concrete aanbevelingen waar zowel beleidsmatig als organisatorisch mee aan de slag kan worden gegaan. Acht kwesties rond gender en seksuele identiteiten In het onderzoeksrapport bespreken de onderzoekers acht kwesties rond gender en seksuele identiteiten die ze in het jeugdwerk aantroffen. Voor een van de kwesties wordt uitgelegd wat de heteronorm betekent en hoe die op alle niveaus binnen het jeugdwerk wordt doorgegeven, via gewoontes, interacties en uitdrukkingen. In andere kwesties wordt dan bijvoorbeeld weer gefocust op het belang van locaties, gebouwen en de inrichting van het jeugdwerk, of op welke onzekerheden spelen bij jeugdwerk(bege)leiding wanneer ze getuige zijn van trans- en holebi- onvriendelijk gedrag in hun werking. Daarnaast formuleren de onderzoekers in het rapport 21 aanbevelingen voor het jeugdwerk. Enkele voorbeelden: mensen niet onnodig labels opdringen via beleid en administratie, correct en genderbewust taalgebruik hanteren in beleidsteksten en in andere communicatie, en zorgen voor training en reflectie rond uitsluitingsmechanismen voor jeugdwerkgroepen. Studiedag op 23 september Aan dit onderzoek is een studiedag voor jeugdwerkers, beleidsmakers en vrijwilligers verbonden, die plaatsvindt op 23 september van 10.30 u. tot 12.30 u. Het departement organiseert die studiedag als een webinar, waardoor het mogelijk is om te reageren via de chatruimte. Na het onderzoeksluik geeft het departement het woord aan jongeren en jeugdwerkers om vanuit hun eigen ervaring te reflecteren op deze resultaten. Deelnemers kunnen zich inschrijven op de website van het departement. Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle: “Dit onderzoek is bijzonder belangrijk. Elke jongere moet zichzelf kunnen zijn. Hoewel er de afgelopen jaren belangrijke vooruitgang is geboekt op het vlak van LGBTQIA+ zijn er toch nog belangrijke uitdagingen. De onderzoekers hebben deze helder in kaart gebracht. Daarnaast kan het jeugdwerk aan de slag met de aanbevelingen. Jeugdwerkers staan heel dicht bij de leefwereld van de jongeren. Ik hoop dat deze studie alvast aanleiding zal geven om het debat over deze belangrijke thema’s verder op gang te brengen.” Aanbevelingen voor het jeugdwerk AANBEVELING 1 Maak als (bege)leiding van gender- en seksuele identiteit bespreekbare thema’s binnen je groep. Houd rekening met de noden en mogelijkheden van de kinderen en jongeren waarmee je werkt, op het vlak van onderling vertrouwen, leeftijd en kennis. Reik jongeren woorden aan om gender- en seksuele identiteit bespreekbaar te maken, maar dring hen geen hokjes op en push nooit iemand om zich te outen. AANBEVELING 2 Dring mensen niet onnodig labels op via beleid en administratie: zorg voor genderinclusieve registratie door naast m/v ook de opties x of andere te voorzien, zorg ervoor dat mensen hun geslacht vlot kunnen aanpassen in hun administratie, en bekijk binnen de procedures of en wanneer de registratie van geslacht überhaupt wenselijk en nodig is. AANBEVELING 3 Hanteer correct en genderbewust taalgebruik in beleidsteksten en in andere communicatie. Als je specifieke termen rond gender- en seksuele identiteit gebruikt, veronderstel dan geen voorkennis maar verklaar ze. Leg uit dat ze voortdurend evolueren qua betekenis en je ze dus best goed situeert in tijd en plaats. AANBEVELING 4: Versterk de kennis van leiding omtrent heteronormativiteit als dominant en kwetsend kader voor minderheden. Creëer bewustzijn over de reproductiemechanismen die aanwezig (kunnen) zijn binnen de werking op zowel organisatieniveau als bij professionals en vrijwilligers die met jongeren werken. AANBEVELING 5: Zet in op de ontwikkeling van eigen(zinnige) normen binnen de groep waarvoor je verantwoordelijk bent. Maak afspraken rond wat wel en niet kan binnen de organisatie en sector, en hoe iedereen elkaar kan helpen om deze afspraken te respecteren. Werk blijvend aan een heldere visie, missie en handelingskaders waar (bege)leiding en leden trots op kunnen terugvallen. AANBEVELING 6: Creëer bewustzijn onder (bege)leiding rond het effect van heteronormatief taalgebruik en stereotypen op LGBTQIA+ jongeren. Dit kan door kennis en inzichten aan te reiken, een vorming of spel rond het thema te organiseren, enzovoort. Koppel sensibilisering meteen ook aan praktische tips om bijvoorbeeld bij kwetsend taalgebruik in te grijpen. AANBEVELING 7: Behoud, ondersteun en versterk het bestaande aanbod van doelgroep-specifieke organisaties die veilige ruimtes bieden binnen een gevarieerd jeugdwerkaanbod. Luister naar de noden van deze organisaties, die gaan vaak richting welzijn. AANBEVELING 8: Zet in op de bekendheid en bereikbaarheid van het LGBTQIA+ jeugdwerkaanbod bij alle jongeren. AANBEVELING 9: Werk de drempels binnen LGBTQIA+ organisaties weg die ervoor zorgen dat LGBTQIA+-verenigingen (nog) geen veilige plekken bieden voor specifieke groepen jongeren (bv. racisme, discriminatie, xenofobie, …) AANBEVELING 10: Denk op organisatieniveau na over de materiële kant van uitsluiting bij de vormgeving en inrichting van jeugdwerkplekken, zeker met betrekking tot toiletten, kleedkamers, douches en slaapzalen. Beluister hierbij altijd ook LGBTQIA+ jongeren zelf. Beleidsmaker, creëer een duidelijk wettelijk kader, toegankelijke informatie en voorbeelden die genderinclusieve ingrepen en infrastructuur kunnen faciliteren. AANBEVELING 11: Maak op alle niveau’s binnen het jeugdwerk (subtiel) duidelijk aan LGBTQIA+personen dat ze welkom zijn op on- en offline plekken voor jongeren. AANBEVELING 12: Communiceer proactief over genderinclusieve infrastructuur en voorzieningen in jouw organisatie. Wacht bijvoorbeeld niet tot een ouder belt om te vragen of er genderneutraal sanitair aanwezig is, maar zet dit op de website. AANBEVELING 13: Zorg ervoor dat LGBTQIA+-jongeren van overal (zelfstandig) toegang kunnen hebben tot veilige jeugdwerkplekken en -activiteiten. Breid daartoe het aanbod uit in gebieden met een beperkt LGBTQIA+ specifiek aanbod, (bv. provincie West-Vlaanderen en kleinere dorpen) en/of voorzie extra vorming om mainstream organisaties in deze gebieden inclusiever en veiliger te maken. AANBEVELING 14: Onderzoek welke reputatie jouw organisatie heeft bij LGBTQIA+ jongeren en andere minderheden die je niet (voldoende) bereikt. Deze informatie kan je gebruiken om bestaande drempelverhogende stereotypen over je organisatie te ontkrachten in de communicatie naar deze groepen. AANBEVELING 15: Zorg voor training en reflectie rond uitsluitingsmechanismen voor jeugdwerkgroepen waarin bevraagd wordt welk gedrag als normaal gezien wordt op organisatie- en groepsniveau en wie daar mogelijk door wordt uitgesloten. Richt het aanbod zeker ook op deze groepen waarin men meent dat er enkel hetero cisgender personen voorkomen (zie ook 4.3). AANBEVELING 16: Verlicht de druk op de schouders van LGBTQIA+ (bege)leiding in het jeugdwerk door te zorgen dat zij geen uitzonderingen zijn. Maak daarom duidelijk in visieteksten en beeldvorming dat LGBTQIA+ jongeren deel uitmaken van jeugdwerk(bege)leiding. AANBEVELING 17: Ondersteun en promoot ally-ship binnen groepen, met name binnen het team van (bege)leiding. Onderzoek of het GSA -model dat binnen onderwijs vruchten afwerpt ook jouw werking ten goede zou kunnen komen. AANBEVELING 18: Zet in op een uitgebreid anti-pestbeleid met vorming, uitwisseling tussen meer en minder ervaren (bege)leiding, richtlijnen voor specifieke situaties, en voorbeelden uit de praktijk die tonen wat werkt. Moedig vanop alle beleidsniveaus (bege)leiding aan om geen LGBTQIA+ onvriendelijk taalgebruik te tolereren, maar steeds in te grijpen. Stimuleer vanuit het jeugd(werk)beleid de ontwikkeling van vorming en materiaal om handelingsverlegenheid bij (bege)leiding weg te werken. AANBEVELING 19: Zet vanuit het jeugd(werk)beleid blijvend in op een positief diversiteitsklimaat binnen jeugdwerk waarin discriminatie geen plek heeft. AANBEVELING 20: Geef meer prioriteit aan een positieve omgang met diversiteit en anti-discriminatie in de basisvorming voor zowel professionele als vrijwillige jeugdwerk(bege)leiding. AANBEVELING 21: Zet in op verdere ontwikkeling en verspreiding van vorming en uitwisseling rond gender en seksuele identiteit op maat van verschillende (bege)leiders, doelgroepen en initiatieven in het jeugdwerk. Bouw daartoe bruggen tussen organisaties om de bestaande kennis en expertise te benutten en ontsluiten, en verbeter de informatiedoorstroming van jeugdwerkkoepels naar vrijwilligers binnen jeugdwerkpraktijken.


















