top of page

Zoekresultaten

526 items gevonden voor ""

  • European Media Freedom Act: belangrijke mijlpaal voor de persvrijheid en het pluralisme in de mediasector

    De ambassadeurs van de EU-lidstaten stelden vrijdag vast dat er een gekwalificeerde meerderheid is voor de definitieve compromistekst van de European Media Freedom Act (EMFA). Deze verordening is een belangrijke mijlpaal in het beschermen van de diversiteit en onafhankelijkheid van de media in de Europese Unie. De European Media Freedom Act (EMFA) is een antwoord op de toenemende bezorgdheid in de EU over de politisering van de media en het gebrek aan transparantie over media-eigendom. De verordening zorgt voor een gemeenschappelijk kader voor mediadiensten op de interne markt en zet in op het verhogen van de persvrijheid. Zo komen er maatregelen om journalisten en mediaorganisaties te beschermen tegen politieke inmenging. Het wordt voor de mediabedrijven ook eenvoudiger om over de binnengrenzen van de EU heen te werken. De burgers moeten te allen tijde toegang hebben tot vrije en pluriforme informatie. Het is aan de lidstaten om de voorwaarden en het kader voor het verzekeren van dit recht te bepalen. Benjamin Dalle, voorzitter van de Raad van de Europese ministers bevoegd voor Media (EYCS): “Vandaag is een mijlpaal voor de mediavrijheid en het pluralisme in de EU. Deze nieuwe verordening zal journalisten en hun bronnen beschermen en burgers in staat stellen geïnformeerde beslissingen te nemen op basis van pluriforme en onafhankelijke informatie.” EMFA in een notendop Vier doelstellingen staan voorop in EMFA: Het bevorderen van grensoverschrijdende activiteiten en investeringen in mediadiensten. Het verbeteren van de samenwerking en convergentie op regelgevingsgebied. De levering van mediadiensten van hoge kwaliteit vergemakkelijken. Zorgen voor een transparante en eerlijke toewijzing van economische middelen. Zo wordt in EMFA bepaald dat de lidstaten de effectieve redactionele vrijheid en onafhankelijkheid van aanbieders van mediadiensten moeten respecteren. Het is de autoriteiten van de lidstaten verboden zich te mengen in of trachten te beïnvloeden van redactionele beslissingen. De lidstaten moeten verzekeren dat journalistieke bronnen en vertrouwelijke communicatie effectieve bescherming genieten. Daarnaast moeten de lidstaten ervoor zorgen dat burgers toegang hebben tot een veelheid van redactioneel onafhankelijke media-inhoud. Ze moeten de redactionele en functionele onafhankelijkheid van publieke media waarborgen, bijvoorbeeld door leden van de raad van bestuur en ‘head of management’-functies te benoemen via transparante, open, effectieve en niet-discriminerende procedures. Om de onafhankelijkheid van de media te beoordelen, zal de EMFA alle media, inclusief micro-ondernemingen, verplichten om in een nationale databank informatie te publiceren over hun directe en indirecte eigenaars, inclusief of ze direct of indirect eigendom zijn van de staat of een overheidsinstantie. De EMFA voorziet ook in een systeem dat ervoor moet zorgen dat inhoudsmoderatie uitgevoerd door zeer grote onlineplatformen (de zogenaamde) VLOP's, geen negatieve invloed kan hebben op de vrijheid van de media. Dit om te vermijden dat mediabedrijven hun media-inhouden zonder grondige reden verwijderd zien worden van grote onlineplatformen. De aanbieders van mediadiensten zullen op de hoogte worden gebracht indien de VLOP van plan is hun inhoud te verwijderen of te beperken in zichtbaarheid, op grond van strijdigheid met hun algemene voorwaarden. Daaropvolgend en voorafgaand aan de effectieve verwijdering of beperking in zichtbaarheid beschikt de desbetreffende aanbieder van de mediadienst over een termijn van 24 uur om te reageren (kortere termijn in geval van crisis). Om mediamarktconcentratie tegen te gaan moeten de lidstaten voorschriften in hun nationale wetgeving opnemen, die voorzien in een beoordeling van concentraties op de mediamarkt die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor het mediapluralisme en de redactionele onafhankelijkheid. Lees hier een samenvatting van de verschillende bepalingen in EMFA. Lees hier meer over de achtergrond van EMFA en de volgende stappen.

  • Brussels Gewest moet dramatische situatie bij Vivaqua kordaat aanpakken

    De Brusselse riolen verkeren in een dramatische toestand en waterbedrijf Vivaqua kampt met meer dan een miljard euro schulden. Voor Benjamin Dalle, lijsttrekker voor cd&v in het Brussels parlement, is de boodschap duidelijk: het Brussels Gewest moet bevoegd worden voor Vivaqua, en moet vooral fors investeren in het riolennet. Water. Niets is zo belangrijk als water. Het goed onderhouden en beheren van ons rioleringsstelsel moet een kerntaak zijn van de Brusselse overheid. Jammer genoeg blijkt uit een schrijnende blik op de financiële gang van zaken bij Vivaqua, dat er niet wordt voldaan aan deze kerntaak. Er stroomt nog wel water uit de kraan, maar Vivaqua kan de watervoorziening enkel garanderen door het onderhoud van de riolen naar het achterplan te schuiven. De toestand van ons rioleringsstelsel, op sommige plekken meer dan 100 jaar oud, gaat er zienderogen op achteruit. Ongeveer 220 kilometer van het Brusselse rioleringsnet verkeert in zeer slechte staat, vorig jaar werd welgeteld 14 kilometer daarvan gerenoveerd. Keren we terug naar de Middeleeuwen? Toen er geen afwateringssystemen waren om het afvalwater op een efficiënte en veilige manier af te voeren, en ziektes en epidemieën als gevolg daarvan welig tierden? Het ontbreekt onze beleidsmakers duidelijk aan visie en moed om deze kostbare ondergrondse bouwconstructies te onderhouden. Het lijkt een probleem waarvoor je misschien wel de ogen kan sluiten – wat onder de grond gebeurt, zien we niet – maar dat is geen reden om het rioleringsbeleid onder de mat te vegen. Brusselaars merken nu al de gevolgen van de aanhoudende malaise bij Vivaqua. Aanslepende IT-problemen zorgden ervoor dat vele gezinnen geen waterfactuur in de bus krijgen, of slechts zeer laattijdig. En zo goed als maandelijks duikt er wel eens een zinkgat of wegverzakking op in een Brusselse straat. Gemeenten of gewest? De enorme schuldenberg van Vivaqua moet aangepakt worden. Vivaqua had eind 2022 voor het eerst meer dan een miljard euro schulden. Eind vorig jaar was dat naar schatting al meer dan 1,066 miljard euro, of driemaal de jaaromzet. Daarom is het belangrijk om de toestand bij Vivaqua verder in kaart te brengen. Zo zou de kostenstructuur per waterteller hoger zijn dan bij andere watermaatschappijen. Ook de payroll is groter dan bij andere watermaatschappijen. Een doorlichting door het Rekenhof kan duidelijkheid scheppen. Ook het beheer van het rioleringsnet is een groot probleem. Sinds 2011 hebben al de Brusselse gemeenten het beheer van hun rioolnet toevertrouwd aan de intercommunale Vivaqua. Deze kwestie is een typische illustratie van het bevoegdhedenprobleem in Brussel, met verschillende instanties die naar elkaar kijken en er uiteindelijk niets gebeurt. De gemeenten zijn bevoegd voor Vivaqua, maar hebben de voorbije jaren duidelijk onvoldoende geïnvesteerd in het rioolnet. Daarom wordt het hoog tijd dat het Brussels Gewest onze watervoorziening, riolenstelsels en afvalwaterbeheer in handen neemt. Schaf intercommunales zoals Vivaqua af. Die hebben in een stadsgewest als Brussel geen enkele zin en zorgen alleen voor een nodeloze verhoging van de complexiteit. Maak het Gewest verantwoordelijk voor de coördinatie en de financiering. Minister Maron gaf eerder al aan daar geen voorstander van te zijn. Liever gaat hij enige eigen verantwoordelijkheid uit de weg en laat hij het aan de gemeenten over om te moeten vaststellen dat de put leeg is. Waar is de Brusselse daadkracht? Brussel verdient beter bestuur dan dat. Voorzie in een deftige financiering, inclusief een inhaalbeweging voor de infrastructuur. Die financiering moet vergezeld gaan van een echte ‘Water Deal’ waarbij een rioleringsplan Brussel onmiddellijk klaar maakt voor de gevolgen van de klimaatverandering. Denk maar aan: regenwater vasthouden waar het valt, zorgen waar mogelijk voor gescheiden afvoer van regenwater en rioolwater en het netwerk van waterlopen, regenwaterbekkens en dergelijke beter op elkaar afstemmen. Een goed rioolstelsel hangt ook samen met het verbeteren van de waterkwaliteit in pakweg de Zenne of het kanaal. Zal dit geld kosten? Natuurlijk. Het is aan de volgende Brusselse regering om keuzes te maken. Er dringt zich een heus kerntakendebat op. Eén zaak staat vast: drinkwater voorzien en riolen onderhouden is een kerntaak van een overheid. Tijd om er nu ook echt werk van te maken en orde te scheppen in deze chaos.

  • Cd&v Brussel maakt zes nieuwe kandidaten bekend voor de verkiezingen van 9 juni

    Cd&v Brussel maakt zes nieuwe kandidaten bekend voor de verkiezingen van 9 juni. Met deze nieuwe gezichten op de lijsten voor het Brusselse, Vlaamse en federale parlement kiest cd&v in Brussel voor een combinatie van vernieuwing, diversiteit en ervaring. OKAN-coördinator Ana Maria Osorio Gil staat op de tweede plaats op de cd&v-lijst voor het Brussels parlement. De jonge ondernemer Wassim Essebane neemt plaats drie voor zijn rekening. Beide kandidaten illustreren de kracht van het Nederlandstalige netwerk in Brussel. Eerder was al bekendgemaakt dat Vlaams minister Benjamin Dalle de lijst trekt. Op de lijst voor het Vlaams parlement krijgt Bianca Debaets het gezelschap van Georges de Smul (lijstduwer) en Kristine Bormans (eerste opvolger). Advocaat Renaud Vercaemst staat bij de federale verkiezingen op de derde plaats van de gemeenschappelijke lijst van Les Engagés en cd&v. Mathilde Vermeire is tweede opvolger op de kamerlijst. Vier van deze zes nieuwe kandidaten stonden nooit eerder op een kieslijst. Bovendien kiest de partij voor inhoudelijke verbreding en weerspiegelen de kandidaten de diversiteit die Brussel rijk is. De kandidaten hebben een duidelijk verschillende achtergrond – gaande van leerkracht tot ondernemer of advocaat – maar delen alvast één eigenschap: een uitgesproken engagement voor Brussel. Met deze duidelijke keuze voor vernieuwing wil cd&v een trendbreuk realiseren. De christendemocraten willen in 2024 sterk vooruit gaan in Brussel. “Deze keuze voor nieuwe gezichten toont aan dat Brussel bruist van het talent. Ik ben fier op deze sterke en diverse ploeg. De ongelofelijke diversiteit aan getalenteerde en geëngageerde mensen is de grote kracht van de stad”, zegt Benjamin Dalle, lijsttrekker voor het Brussels parlement. “Met deze vernieuwing zijn we klaar voor deze belangrijke verkiezingen in Brussel. Brusselaars willen een beter bestuur voor Brussel. Cd&v kiest daarbij niet voor de simpele recepten zoals sommige populistische partijen of politici, maar wel voor degelijkheid en redelijke oplossingen om de vele problemen waar Brussel voor staat aan te pakken. Steeds met respect voor de Brusselaar en hun engagement: wat de Brusselaar mee kan oplossen, moet de politiek niet alleen willen doen.” Bianca Debaets, lijsttrekker voor het Vlaams parlement: “We kunnen rekenen op een mooie mix van enerzijds jong talent dat voor het eerst richting de kiezer trekt, maar anderzijds ook van ervaren krachten en 65-plussers. Het is belangrijk dat we die laatste groep ook voldoende kansen blijven geven. Ze zijn misschien wel al een dagje ouder, maar daarom niet ‘out’. Eén ding hebben al deze namen op deze lijst – inclusief mezelf – allemaal gemeen: een onvoorwaardelijke liefde voor Brussel en het engagement om ons prachtige stadsgewest zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. Daar kijken we alvast reikhalzend naar uit.” De nieuwe kandidaten in een notendop Brussels parlement 2: Ana Maria Osorio Gil (35) wordt de nummer twee op de cd&v-lijst voor het Brussels parlement. Ze kwam als 14-jarige uit Colombia toe in Brussel. Ze leerde haar eerste woordjes Nederlands als één van de eerste generatie OKAN-studenten in het Sint-Guido-Instituut in Anderlecht. Zij studeerde af aan het Maria-Boodschaplyceum en haalde na een bachelor toegepaste taalkunde aan de VUB een master aan de KULeuven in de literatuur en taalkunde. Vandaag woont ze met haar partner en twee kinderen in Vorst. Ana Maria doet niets liever dan kennis doorgeven aan anderen. De voorbije 10 jaar gaf ze het Nederlands dat ze zelf leerde door aan andere nieuwkomers en ondertussen is ze OKAN-coördinator in Don Bosco Brussel. In haar dagelijkse leven zet ze sterk in op verbinding en communicatie die volgens haar de sleutels zijn voor een betere samenleving. 3: Wassim Essebane (26) woont in Sint-Agatha-Berchem en is een geboren en getogen Brusselaar. Hij volgde de richting economie-wiskunde in het Sint-Jan Berchmanscollege. Nadien studeerde hij een bachelor handelsingenieur aan de VUB en vervolgens nog een master Business Engineering en een master Business Administration aan de KU Leuven. Naast zijn studies nam hij heel wat sociale engagementen op. Zo was hij actief bij A Seat At The Table en was hij mentor bij Debateville. Als zoon van zelfstandigen in Brussel is hij gebeten door ondernemen en stampte hij al verschillende initiatieven uit de grond. Vandaag is hij digital marketing freelancer. Hij zal de derde plaats innemen bij de christendemocraten voor het Brussels parlement. Vlaams parlement 6 (lijstduwer): Georges De Smul (77) wordt de christendemocratische lijstduwer in kieskring Brussel voor het Vlaams Parlement. Hij is een gepensioneerde handelaar, was 6 jaar OCMW-raadslid en nu al 30 jaar gemeenteraadslid in Sint-Lambrechts-Woluwe. Hij wordt de vijftiende keer dat hij opkomt bij een verkiezing. Hij is vandaag een echte beroepsvrijwilliger en is stichter, voorzitter en actief geëngageerd bij tal van sociale verenigingen. In 2016 schreef hij een boek “Een ode aan de vrijwilligers”. Hij loopt ook regelmatig voor het goede doel. Zo liep hij in totaal al 125 marathons, 230 halve marathons en nam hij ook 41 keer deel aan de 20 kilometer door Brussel. 1e opvolger: Kristine Bormans (57) is afkomstig uit Beveren-Waas en woont sinds 1996 in Ganshoren. Na haar studies van Bachelor in de Verpleegkundige en Master in het  Beleid van Gezondheidsinstellingen, kon ze in de Brusselse Europaziekenhuizen aan de slag. Eerst als Verpleegkundig Diensthoofd, daarna als verantwoordelijke voor de aankoop en nieuwbouw. Vandaag is ze werkzaam als Manager Aankoop en Logistiek in een middelgroot Vlaams-Brabants ziekenhuis. Als speerpunten wil Kristine inzetten op gezondheidszorg in de brede zin en op onze jeugd, hun onderwijs en hun welzijn. Ze wil samen met hen werken aan hun toekomst. Hierbij komen belangrijke thema's als duurzaamheid en klimaat zeker mee aan bod. Al 11 jaar is ze actief als OCMW-raadslid in Ganshoren. Daar ondervindt ze het belang van goed bestuur. Ze vindt het belangrijk om als geëngageerd politica mee het verschil te maken. Federaal parlement 3: Renaud Vercaemst (36) uit Sint-Pieters-Woluwe wordt de eerste CD&V’er op de gezamenlijke kamerlijst met Les Engagés. Hij zal op plaats drie staan. Renaud is afkomstig uit Roeselare en studeerde rechten aan de KU Leuven. Hij staat bekend als een uitmuntend redenaar. Nadat hij werkzaam was bij enkele gerenommeerde advocatenkantoren, richtte hij samen met een vennoot een eigen advocatenkantoor op in Brussel. Intussen woont hij ook meer dan tien jaar in Brussel, vandaag vlakbij Montgomery. Renaud is een fervente fietser en een enthousiaste podcastmaker. Als strafpleiter kent hij de justitiewereld goed en ziet hij vanuit de praktijk hoe grootsteden zoals Brussel voor bijzondere uitdagingen staan zoals de strijd tegen de georganiseerde misdaad, drugscriminaliteit en fraude. Een goede werking van justitie en politie vormt de prioriteit in zijn campagne. 2e opvolger: Mathilde Vermeire (28) uit Brussel-Stad wordt aangewezen als tweede opvolger op de kamerlijst.  Na ervaring te hebben opgedaan in China, Engeland en Frankrijk, kwam ze 3 jaar geleden terug naar België om mee te werken aan het federale Vivaldi- project als adviseur duurzame Financiën op het kabinet van Vincent Van Peteghem. Haar werkervaring en studies in duurzaamheid en sociale innovatie, gecombineerd met studies in internationale handel, maken dat ze deze thema's met toewijding en expertise opneemt.  Ze is zeer sportief, met frisbee in clubverband als laatste ontdekking. Door haar verblijf in diverse wereldsteden erkent zij niet alleen de beperkingen, maar vooral ook de kansen van Brussel en België. Haar inzicht, verworven achter de schermen van de federale regering, in combinatie met een scherp oog voor duurzaamheid, motiveert haar om zich volledig in te zetten in deze campagne om deze kansen verder uit te werken en opnieuw op de voorgrond te brengen.

  • Nieuw project helpt scholen om armoedebewust kostenbeleid te voeren

    Scholen zijn een belangrijke schakel in de strijd tegen armoede. Daarom investeert Vlaams minister van Armoedebestrijding Benjamin Dalle forst in de uitbreiding van de werking van vzw Krijt, dat vandaag al scholen begeleidt rond de armoedeproblematiek. Het nieuwe project van Krijt heet ‘Van A tot Z: Van Aartselaar tot Zelzate: gemeente en scholen zorgen voor kansrijk onderwijs voor Aaron en Zulma’, en laat de organisatie toe om ook lokale besturen te betrekken en te werken aan een overkoepelende aanpak van de onderwijskosten. Voor gezinnen in armoede telt elke euro dubbel. Ook de onderwijskosten van de kinderen zijn een kostenfactor die liefst zo veel mogelijk beperkt wordt. Daarom is het belangrijk dat scholen daarbij stilstaan en zoveel mogelijk een armoedebewust kosten-en onderwijsbeleid voeren. Dat is waar het ‘Van A tot Z’-project van vzw Krijt op inspeelt. Krijt begeleidt vandaag al scholen in individuele trajecten waarbij de link met lokale partners steeds een speerpunt is. Met het nieuwe project werkt Krijt niet langer uitsluitend individueel. Krijt zal 10 groepstrajecten op poten zetten, die bestaan uit samenwerkingsverbanden van enerzijds lokale besturen (steden en gemeenten) en anderzijds de scholen op hun grondgebied. Aan elk groepstraject nemen minstens 4 scholen vrijwillig deel. Uit die trajecten wil Krijt goede praktijken en methodieken puren, om de lokale besturen en de scholen te inspireren, te sensibiliseren of te ondersteunen. Aan het einde van de rit mondt het project uit in een draaiboek, bijhorende vormingen en ondersteunend materiaal. Dat worden instrumenten die voor alle lokale besturen nuttig kunnen zijn om de armoedeproblematiek in scholen met kennis van zaken aan te pakken. Vlaams minister van Armoedebestrijding Benjamin Dalle maakt 235.000 euro vrij voor dit project. “De begeleiding die vzw Krijt vandaag al voorziet, is zeer waardevol. Uit cijfers blijkt dat 40% van de scholen die inzetten op een kostenbeheersend traject, erin slagen om de schoolkosten te doen dalen. 33% van de scholen merkte een daling in het aantal onbetaalde schoolfacturen voor de ouders. Daarom zou elke school werk moeten maken van zo’n kostenbeheersend beleid, en dat moet in nauwe samenwerking met het lokale niveau gebeuren. Het project ‘van A tot Z’ is alvast een belangrijke stap in die richting. Dit project maakt het mogelijk om de begeleiding van Krijt sterk uit te breiden, de opgebouwde expertise verder te verspreiden en deze structureel te verankeren.” Colette Victor, coördinator bij Krijt: “We krijgen regelmatig vragen van lokale besturen, scholengroepen of – gemeenschappen die een overkoepelend armoedebeleid willen uitwerken. In de meeste gevallen moeten we hen teleurstellen want we hebben niet de ruimte om dit soort traject aan te bieden, ook al vinden we ze zeer zinvol. Met deze bijkomende middelen zullen we de komende 3 jaar minder vaak ‘neen’ moeten zeggen, en zullen meer leerlingen in armoede baat hebben van de structurele maatregelingen die uitgerold zullen worden.”

  • Minister Dalle is het komende halfjaar Europees voorzitter voor Jeugd en Media

    Van 1 januari tot 30 juni 2024 is België voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Vanuit de Vlaamse regering neem ik het voorzitterschap voor de beleidsdomeinen Jeugd en Media op. Dit voorzitterschap is een unieke kans om belangrijke jeugd- en mediathema’s, waar we de voorbije jaren in Vlaanderen hard aan gewerkt hebben, ook hoog op de Europese politieke agenda te plaatsen. Jeugd Als Europees jeugdvoorzitter is het mijn ambitie om de belangen van kinderen en jongeren bovenaan de Europese agenda te plaatsen. We streven naar actief burgerschap, inclusie en solidariteit voor alle jonge mensen in de Europese Unie. Democratie impliceert wederzijds respect, tolerantie en luisteren naar verschillende stemmen – ook die van kinderen en jongeren. Niet meer dan logisch dus dat kinderen en jongeren inspraak hebben in beslissingen die een invloed hebben op hun toekomst. Wij willen een Europa dat geschikt is voor alle kinderen en jongeren. Daarom organiseren we van 2 tot 5 maart in Gent een EU-Jeugdconferentie. We zoeken naar manieren om kinderen en jongeren, en zeker zij die leven in de meest kwetsbare situaties, meer te verbinden met de samenleving en de Europese Unie. Via participatie van en dialoog met kinderen en jongeren willen we hun perspectief binnenbrengen in het beleid van de EU. Door kinderen en jongeren meer te betrekken bij dit beleid maken we hen meer vertrouwd met de Europese instellingen. Daarom zetten we de komende maanden de volgende stap in de invoering van de EU Youth Test/Check, een tool die de impact van nieuwe voorstellen op de Europese jeugd in kaart brengt. Dit moet ervoor zorgen dat de stem van kinderen en jongeren ook echt gehoord wordt tijdens het Europese beslissingsproces. Het belang van kwaliteitsvolle vrijetijdsbeleving voor en op maat van alle kinderen en jongeren kwam, zeker tijdens de coronacrisis, steeds uitdrukkelijker op de voorgrond. Daarvoor kunnen we in Vlaanderen rekenen op een sterk en goed lokaal verankerd jeugdwerk. Jeugdwerk biedt een veilige omgeving voor kinderen en jongeren. Zij hebben nood aan ruimte, zowel fysiek als mentaal, om jong te zijn. Om het jeugdwerk in Vlaanderen en in de rest van Europa te versterken en verder te ontwikkelen, leg ik tijdens het voorzitterschap een resolutie rond jeugdwerkbeleid voor aan de EU-Raad. We organiseren van 20 tot 23 februari in Brussel de Europese Conferentie rond lokaal jeugdwerk en democratie, met een duidelijke boodschap voor de EU-lidstaten: het jeugdwerk levert een onmisbare bijdrage aan het welbevinden van onze kinderen en jongeren. Tijdens dit voorzitterschap zal ook het vrijwillig engagement van jongeren onder de loep genomen worden. Wie vrijwillig engagement opneemt, draagt immers bij aan een solidaire samenleving. Met die ambitie in het achterhoofd willen we Europese en internationale mobiliteit van jongeren stimuleren, en goede Europese praktijken uit het jeugdwerk uitwisselen. Om dit te bewerkstelligen komen de Directeurs-generaal Jeugd en directeurs Nationale Agentschappen Erasmus+ Jeugd & Europees Solidariteitskorps van de EU-lidstaten van 26 tot 28 maart samen in Brussel. De actualiteit kan niet los gezien worden van ons voorzitterschap. Oorlogen binnen en buiten Europa, klimaatveranderingen, versnelde digitalisering en vele andere uitdagingen zetten het belang van respect voor kinderrechten op scherp. Ook binnen het  EU-jeugdbeleid moeten mensen- en kinderrechten dan ook het kompas zijn, vandaag zelfs meer dan ooit. Tijdens dit voorzitterschap werken we naar een meer samensporend beleid ten aanzien van kinderen en jongeren op vlak van jeugdzaken en kinderrechten. Het Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleid wordt als referentie-voorbeeld naar voren schoven. Dit alles zal aan bod komen op een expertenseminarie dat we van 21 januari tot 23 januari organiseren in Leuven. Daarnaast heb ik ook de ambitie om bruggen te bouwen tussen het EU-kinderrechtenbeleid en het EU-jeugdbeleid, om zo te komen tot een meer coherent beleid ten aanzien van kinderen, jongeren en kinderrechten. Media De mediawereld evolueert razendsnel, en daar zullen we het komende halfjaar op vlak van mediabeleid heel wat aandacht aan besteden. Influencers zijn relatief nieuwe actoren binnen het medialandschap maar nemen desalniettemin een prominente plek in onze online wereld en hebben een grote impact op hun volgers en de samenleving. Er is nood aan initiatieven om deze nieuwe rolmodellen te wijzen op deze impact, en hen te helpen om verstandig te kunnen omspringen met die invloed. Daarom rolden we in Vlaanderen in 2023 de influencerFAQ uit, een handleiding voor influencers en online content creators. Het is mijn ambitie om ook andere lidstaten warm te maken voor een dergelijk initiatief. Op 27 februari vindt in Brussel een conferentie plaats over de ondersteuning van influencers en online content creators. Aan het einde van ons voorzitterschap wil ik raadsconclusies voorleggen waarin we samen met de andere lidstaten kijken naar hoe we influencers kunnen aansporen om ethischer en bewuster om te gaan met de content die ze creëren. Ook digitale transformatie en media-innovatie zal heel wat aandacht opeisen. De mediasector staat immers voor grote uitdagingen, en er is nood aan aanpassingsvermogen, innovatiekracht en samenwerking om te beantwoorden aan deze evoluties. Het sleutelmoment wordt de mediaconferentie op 13 en 14 maart in Brussel, bedoeld om op Europese schaal ervaring en kennis uit te wisselen. Ook inzake dit thema wil ik een Europees vervolg geven aan Vlaamse good practices. De recente jaren is er immers fors geïnvesteerd in innovatie van de Vlaamse mediasector, denk maar aan projecten in de strijd tegen desinformatie, het toekomstige crossmediaal meetsysteem, en tal van projecten die de digitale transformatie van mediabedrijven versterken, en de toekomstige inwerkingtreding van Future Media Hubs: een internationaal netwerk van 51 mediaorganisaties in 16 landen, met de Vlaamse openbare omroep als exploitant. Een belangrijk initiatief in de Europese wetgeving op vlak van media, is ongetwijfeld de European Media Freedom Act (EMFA). Deze Europese verordening vormt een mijlpaal op het gebied van mediavrijheid, mediapluraliteit, redactionele onafhankelijkheid en de bescherming van journalisten en hun bronnen, in de context van een goed functionerende EU-mediamarkt. Eind vorig jaar werd, onder het Spaans voorzitterschap, een akkoord bereikt over de principes van de EMFA. Ik kijk ernaar uit om dit akkoord de komende maanden verder uit te werken en definitief te laten goedkeuren. Dit Europees voorzitterschap belooft een bijzonder boeiende periode te worden. De komende zes maanden wordt ons land het epicentrum van het EU-beleid en staan de blikken van de andere lidstaten op ons gericht. Een unieke gelegenheid om hen te laten kennismaken met onze aanpak en onze succesverhalen, maar ook om initiatieven te nemen voor een betere Europese Unie. Ik zal er alles aan doen om vanuit dit EU-voorzitterschap mijn steentje bij te dragen voor een beter jeugd-en mediabeleid in Vlaanderen en Europa.

  • Nieuw project maakt schatten uit de media-archieven toegankelijker

    Meemoo, het Vlaams Instituut voor het Archief, lanceert het project Hermes, bedoeld om het hergebruik van mediacontent uit het (recente) verleden te stimuleren. Vlaams minister van Media Benjamin Dalle investeert 2.350.000 euro in dit project. De productie van audiovisueel materiaal is met de opmars van de digitalisering enorm toegenomen. Er worden constant video's, vlogs en podcasts gepubliceerd op nieuwe kanalen. Als we naar materiaal uit het iets verdere verleden willen kijken, wordt het plotseling een stuk moeilijker. Series of films blijven enkel via streamingplatformen toegankelijk wanneer ze commercieel interessant zijn en de inspanning om nieuwe rechtenafspraken te maken voor de distributie ervan dus financieel de moeite waard is. Veel ander materiaal blijft onzichtbaar, waardoor we een bijzonder beperkt beeld krijgen van het audiovisuele verleden van Vlaanderen: veel schatten uit onze archieven blijven in hoofdzaak begraven. Met het project ‘Hermes’ wil het Vlaams instituut voor het archief, meemoo vzw, het hergebruik van Vlaamse mediacontent uit het (recente) verleden stimuleren door volop in te zetten op de ontsluiting van die content. De vzw wil dat doen door in te zetten op drie sporen: een selectie aan materiaal publiek ontsluiten door rechtenvrij materiaal te identificeren en afspraken te maken met rechthebbenden; de opstart van een gebruiksvriendelijk en betrouwbaar uitwisselplatform voor audiovisueel archiefmateriaal voor professioneel gebruik; een flexibel raamwerk voor AI-diensten. Dit omvat het vergroten van de betrouwbaarheid van automatisch gegenereerde metadata om de doorzoekbaarheid en herbruikbaarheid van archiefmateriaal te verbeteren, en het ombouwen van de bestaande architectuur tot een generiek raamwerk waarin meerdere AI-technieken geïntegreerd kunnen worden. Met dit project wil meemoo het rijkgevulde media-archief meer vindbaar, zichtbaar en toegankelijk maken, zeker voor de jongere generaties. Vlaams minister van Media Benjamin Dalle: “Met het Hermes-project brengt meemoo onze mediageschiedenis dichter bij professionals en het brede publiek. In het vluchtige medialandschap van vandaag is het belangrijk om het archiefmateriaal te valoriseren. De archieven van meemoo bevatten ontelbare uren aan audiovisueel materiaal, en elke dag opnieuw komen er beeld- en klankmomenten bij die over enkele jaren misschien wel uitgroeien tot belangrijke momenten uit de geschiedenis. Daarom is het belangrijk om dit rijkgevulde archief zo toegankelijk mogelijk te maken voor een breed publiek, maar ook beter inzetbaar voor professionele gebruikers. Met behulp van artificiële intelligentie wordt het ook makkelijker om je weg te vinden in de enorme hoeveelheid aan archiefmateriaal.” Nico Verplancke, Algemeen Directeur van meemoo: “Met het ontsluiten van meer materiaal naar een brede groep aan gebruikers en de inzet van artificiële intelligentie om de doorzoekbaarheid van archieven te vergroten willen we bij meemoo, in samenwerking met onze partners, de maatschappelijke valorisatie van archiefmateriaal vergroten. Wij zijn dan ook bijzonder blij met het Hermes project en de steun die we van Minister Dalle en de Vlaamse Regering krijgen.”

  • Nieuwbouw voor GO! Muziekacademie en GO! RHoK Academie in Etterbeek

    De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en de Vlaamse Gemeenschap kennen een subsidie van 3.250.000 euro toe aan een nieuwe GO! Muziekacademie Etterbeek en ateliers voor RHoK Academie Beeldende en Audiovisuele kunsten. Als deel van hun investeringsplan voor het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) Brussel, voorzien Brussels minister Sven Gatz en Vlaams minister Benjamin Dalle samen een recordbedrag van 3,2 miljoen euro voor twee Brusselse academies. Het GO! van haar kant brengt ook 2,8 miljoen euro in, om zo het nieuwbouwproject van 1.500 m², geraamd op 6 miljoen euro, te realiseren. In 2020 vonden beide ministers elkaar in het zoeken naar een antwoord op de infrastructurele noden van de Brusselse academies. In gesprek met de schoolbesturen van de academies, maakten zij een investeringsplan op om structurele verbetering te brengen in de gebouwen en vestigingen van en voor het Deeltijds Kunstonderwijs. In dit DKO-plan werden de infrastructuurprojecten opgenomen van de academies van de gemeenten Jette, Sint-Agatha-Berchem en Sint-Pieters-Woluwe en van GO! Muziekacademie Schaarbeek, GO! Muziekacademie en GO! RHoK Academie in Etterbeek. “Het deeltijds kunstonderwijs is belangrijk voor vele kinderen en jongeren in Brussel. Hoogwaardige infrastructuur is daarbij essentieel. Vandaag zetten we een nieuwe stap in de realisatie van ons gezamenlijk infrastructuurplan DKO 2021-2025. Deze grote investering bouwt het Nederlandstalig aanbod voor onze jonge en minder jonge talenten verder uit”, stelt Vlaams minister van Brussel Benjamin Dalle. “Met het engagement om deze ook te delen met het Nederlandstalige netwerk zorgt het Gemeenschapsonderwijs bovendien voor maximale benutting en bijkomende ontmoetingsplekken in onze hoofdstad.” Voor Sven Gatz, Brussels minister en collegelid bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw, zijn de verwachtingen hoog gespannen. “Over 2,5 jaar, in 2026, kan GO! Muziekacademie Etterbeek haar afgeleefde gebouwen verruilen voor een nieuwbouw die volledig is ingericht om er het beste muziekonderwijs mogelijk te maken. Samen met nieuwe ateliers voor GO! RHOK Academie voor Beeldende en Audiovisuele kunsten wordt de site aan de Tombeurstraat en de Thibaultlaan in Etterbeek, een plek van creatie voor de Brusselaars.” Het GO! duidde zopas het geslaagde Design&Build-ontwerp van ‘Consortium Vanderstraeten – a2o-architecten’ aan om het project te realiseren. “Net zoals het leerplicht onderwijs heeft ook het DKO grote noden op gebied van infrastructuur. We zijn heel blij en dankbaar dat minister Sven Gatz en minister Benjamin Dalle die noden erkennen en het belangrijk vinden om het deeltijds kunstonderwijs te steunen door te investeren in renovatie en nieuwbouw”, zegt Jurgen Wayenberg, algemeen directeur van GO! Scholengroep Brussel.

  • Groen licht voor nieuwe stimuleringsregeling

    Op voorstel van Vlaams minister van Media Benjamin Dalle gaf de Vlaamse regering vrijdag haar definitieve goedkeuring aan de stimuleringsregeling voor de audiovisuele sector. Deze nieuwe regeling zal zorgen voor sterk toegenomen investeringen in audiovisuele content van eigen bodem. Alle bijdrages gaan fors de hoogte in, en voor het eerst zullen ook videoplatformdiensten als TikTok, Instagram en YouTube een bijdrage leveren aan Vlaamse producties. In maart keurde de Vlaamse regering de sterk uitgebreide stimuleringsregeling, die een investering in Vlaamse producties vraagt van mediaspelers die verdienen aan audiovisuele content, een eerste keer goed. Sindsdien werd het regelgevend traject doorlopen waarin de vraag of de videoplatformdiensten daadwerkelijk kunnen worden onderworpen aan een stimuleringsregeling een belangrijk aandachtspunt was. Zowel de Europese Commissie, in het kader van de TRIS-procedure, als de Raad van State hebben aangegeven dat dit mogelijk is. Zo wordt Vlaanderen een van de eerste regio’s in Europa waar platformdiensten als YouTube zullen bijdragen aan lokale content. “De vernieuwde stimuleringsregeling zal zorgen voor een ongeziene stijging van de investeringen in producties van eigen bodem”, zegt Vlaams minister van Media Benjamin Dalle. “We merken dat er vanuit het buitenland met veel interesse gekeken wordt naar ons initiatief. Zeker het principe dat videoplatformdiensten zullen investeren in Vlaamse content, is uniek. De verschillende juridische adviezen maken duidelijk dat we deze bijdrage van de videoplatformdiensten kunnen, mogen en zullen vragen. Het resultaat zal alleen maar positief zijn voor de gehele audiovisuele sector.” Een andere vernieuwing is dat er niet enkel in series geïnvesteerd moet worden. De mediaspelers kunnen er vanaf nu ook voor kiezen om Vlaamse films te ondersteunen. De investering kan via het Vlaams Audiovisueel Fonds verlopen, of de distributeurs en platformen kunnen ook rechtstreeks in zelfgekozen Vlaamse producties investeren. Voordelig voor afhankelijke en onafhankelijke producenten Daarnaast ging minister Dalle verder in overleg met de Vlaamse audiovisuele sector over de regeling. Een belangrijk gesprekspunt was de verdeelsleutel voor investeringen in producties van (on)afhankelijke producenten. De regeling waarbij minstens 60% van de investering van een investeerder naar onafhankelijke producenten moet gaan, blijft behouden. Hooguit 40% mag gaan naar afhankelijke producenten, en maximaal 60% daarvan mag naar de afhankelijke producenten gaan die afhankelijk zijn van de investeerder. Dit komt neer op ten hoogste 24% van de totale investering. “We zijn ervan overtuigd dat deze nieuwe stimuleringsregeling voordelig zal zijn voor iedereen: zowel de afhankelijke als de onafhankelijke producenten zullen erop vooruitgaan”, verklaart minister Dalle. “We zullen de concrete financiële impact van de nieuwe stimuleringsregeling op de sector nauwgezet evalueren. Indien blijkt dat de doelstelling – een substantiële verhoging van de middelen, zowel voor de onafhankelijke als de afhankelijke producenten – niet gehaald wordt, dan wordt de regeling bijgestuurd.” Minister Dalle beslist daarnaast om de nieuwe regeling op 1 januari 2025 te laten ingaan, in plaats van 2024. Dat geeft de sector meer tijd om zich voor te bereiden op de aanpassingen. Wel wordt aan de videoplatformdiensten, hoewel ze nog geen bijdrage zullen moeten betalen,  gevraagd om al in 2024 inzage te geven in hun omzetcijfers (van het jaar 2022). Zo zal het mogelijk zijn om al volgend jaar een inschatting te maken van de reële impact van de nieuwe regeling. De nieuwe stimuleringsregeling zal in 2024 besproken worden in de commissie Media en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement. De uitgebreide stimuleringsregeling van naderbij bekeken De nieuwe stimuleringsregeling zorgt voor sterke bijkomende investeringen in Vlaamse content, en dat voor zowel series als (voor het eerst) films. De bijdrage van distributeurs en streamingplatformen neemt sterk toe, en videoplatformdiensten vallen voor het eerst onder het toepassingsgebied van de stimuleringsregeling. De bijdragen: Het toepassingsgebied wordt uitgebreid naar aanbieders van videoplatformdiensten. De bijdrage van distributeurs verhoogt van 1,6 euro per abonnee naar 3 euro per abonnee. De bijdrage van particuliere omroeporganisaties die niet-lineaire televisiediensten aanbieden en videostreamingplatformen wordt verdubbeld, maar in schijven: 2% van hun omzet als die tussen 0 euro en 15 miljoen euro ligt; 3% van hun omzet als die tussen 15 en 30 miljoen euro ligt; 4% van hun omzet als die hoger dan 30 miljoen euro ligt. Forfait: verhoging van 3 miljoen naar 7 miljoen De uitsluitingsgronden Micro-ondernemingen worden uitgesloten. Particuliere omroeporganisaties die niet-lineaire televisiediensten aanbieden worden uitgesloten in deze gevallen: Als ze met hun aanbod van niet-lineaire televisiediensten minder dan 0,5% van alle inwoners van het Nederlands taalgebied bereiken; Als ze jaarlijks minder dan tien audiovisuele werken aanbieden. Dit betekent dat de volgende spelers niet moeten bijdragen: influencers, regionale omroepen, videosecties op krantenwebsites, ... Als hun aanbod hoofdzakelijk uit programma’s bestaat die gebaseerd zijn op Broadcaster Video-On-Demand rechten. Dit betekent dat de volgende spelers niet moeten bijdragen: Go play, VTM Go Uitsluitingsdrempels in de huidige stimuleringsregeling worden geschrapt. Concreet betekent dit dat Telenet en Pickx ook zullen moeten betalen voor hun SVOD-diensten. De definitie van onafhankelijke producent De definitie van onafhankelijke producent wordt verstrengd. Er wordt een gelijk speelveld gecreëerd tussen buitenlandse en binnenlandse consolidaties. De onafhankelijkheid wordt niet langer alleen bepaald ten opzichte van Vlaamse omroeporganisaties, maar ten opzichte van omroeporganisaties in het algemeen. Rechtenverwerving Investeerders mogen de vergoeding die ze betalen voor het verwerven van uitzendrechten voor 30% mee in rekening nemen, als aan volgende voorwaarden voldaan is: Alleen uitzendrechten voor Nederlands taalgebied. Alleen uitzendrechten van producties waarin ook op basis van de stimuleringsregeling wordt geïnvesteerd. Als de investeerder minimaal voor 20% in de productie van series en films participeert, en voor 10% in de productie van animatie. Niet van toepassing op spelers die slechts 2% op hun omzet moeten betalen. Hun vergoeding stijgt immers niet ten opzichte van de huidige regeling Investeringen in producties van (on)afhankelijke producenten Minstens 60% van investering van een investeerder moet naar onafhankelijke producenten gaan. De resterende 40% Mag volledig naar onafhankelijke producenten gaan. Mag volledig naar afhankelijke producenten gaan die niet afhankelijk zijn van de investeerder. 60% hiervan mag naar de afhankelijke producenten gaan die afhankelijk zijn van de investeerder. Dit komt neer op 24% van de investering.

  • Nieuwe samenwerkingsovereenkomsten voor regionale omroepen

    Vlaams minister van Media Benjamin Dalle legt de nieuwe samenwerkingsovereenkomsten voor de 10 regionale omroepen in Vlaanderen op tafel. Met deze overeenkomsten zet de evolutie van de regionale televisieomroepen tot regionale mediaorganisaties zich met rasse schreden verder. Een crossmediale aanpak en digitalisering zijn daarbij de basisprincipes. In Oost- en West-Vlaanderen engageren de lokale omroepen zich om de krachten te bundelen. De vorige samenwerkingsovereenkomst met de 10 regionale omroepen in Vlaanderen liep van 2018 tot 2022, en werd door de Vlaamse Regering voor een jaar verlengd in 2023. Vrijdag keurde de regering de samenwerkingsovereenkomsten voor de periode 2024-2028 goed. De nieuwe samenwerkingsovereenkomsten hebben als doel om de kwaliteit, de diversiteit en de pluriformiteit van het aanbod van regionale informatie te behouden en te versterken. Daarnaast moeten de efficiëntie, het bereik en de waardering van de organisaties verhogen, en dat in een duurzaam financieel kader. De organisaties krijgen vanuit Vlaanderen in de nieuwe samenwerkingsovereenkomst een basissubsidie van 155.000 euro per jaar. Die kan jaarlijks worden aangevuld met 12.500 euro voor de ondertiteling van elk lineair journaal. Daarnaast voorziet minister Dalle extra incentives voor de omroepen om in te zetten op crossmediale werking en samenwerking, en op digitale ontsluiting. Ze krijgen deze bijkomende ondersteuning alleen als ze kunnen aantonen dat ze een crossmediale strategie volgen en hun aanbod, technologie, businessmodellen en organisatie aanpassen aan een toekomstgericht en gedifferentieerd mediagebruik. Op die manier kunnen de omroepen jaarlijks aanspraak maken op 78.000 euro extra middelen. Vanaf 2027 wordt dat zelfs 88.000 euro. Schaalvergroting Met deze samenwerkingsovereenkomst beoogt minister Dalle ook een schaalvergroting, om het bereik en de leefbaarheid van de organisaties te waarborgen. Daarom komt er een hervorming bij de regionale omroepen in West-Vlaanderen (WTV en Focus TV) en Oost-Vlaanderen (AVS en TV OOST), zodat er in beide provincies nog één regionale mediaorganisatie actief zal zijn. Vanaf het ogenblik van de herstructurering tot en met 2026 voorziet de Vlaamse Regering een extra jaarlijkse tegemoetkoming van 80.000 euro, als vergoeding voor specifieke kosten die met de schaalvergroting gepaard gaan. Vanaf 2027 bedraagt deze jaarlijkse tegemoetkoming 30.000 euro. Vlaams minister van Media Benjamin Dalle: “Ik ben bijzonder tevreden met deze nieuwe samenwerkingsovereenkomsten. De regionale omroepen vervullen een belangrijke rol in het medialandschap, maar om hun toekomst te verzekeren was het belangrijk om hen mee te laten evolueren met het snel veranderende mediagebruik. Daarom heb ik in deze legislatuur al heel wat inspanningen gedaan om de organisaties digitaal en crossmediaal te laten werken. Deze samenwerkingsovereenkomsten zijn een belangrijke volgende stap in deze oefening.”

  • Samenwerken om kinderarmoede tegen te gaan: 45 lokale bondgenotennetwerken gaan van start

    Kinderarmoede aanpakken vereist samenwerking. Daarom geeft Vlaams minister van Armoedebestrijding Benjamin Dalle vandaag groen licht aan 45 ambitieuze projecten. Lokale bondgenotennetwerken verenigen verschillende spelers op het terrein om samen een vuist te maken tegen kinderarmoede. Een budget van 7 miljoen euro moet het mogelijk maken om meer kinderen uit armoede te halen. Tijdens de begrotingsgesprekken in september 2022 maakte de Vlaamse regering, op vraag van minister Dalle, meer middelen vrij voor projecten die inzetten op de strijd tegen kinderarmoede. De focus ligt hierbij op het lokale niveau, waar nu al heel vaak diverse organisaties en instellingen goede initiatieven nemen om kinderarmoede te bestrijden, maar waar het soms nog spaak loopt op vlak van samenwerking. Daarom schreef minister Dalle, na uitgebreid overleg met de relevante stakeholders, in de zomer van 2023 een projectoproep uit. Het doel: lokale bondgenotennetwerken op poten zetten. Die bondgenotennetwerken moeten actoren op het terrein verenigen, zodat ze elkaar kunnen versterken, het bestaand aanbod beter kunnen afstemmen en bekender maken, en zorgen voor een snelle en warme toeleiding van de doelgroep. Waar nodig organiseren ze bijkomende ondersteuning die tegemoet komt aan de noden en bieden ze ook concrete hulp aan kinderen en gezinnen. 151 organisaties dienden een project in, en daarvan werden er 45 uitgekozen om van start te gaan. Voor deze lokale bondgenotennetwerken voorziet minister Dalle 7 miljoen euro: 3 miljoen in 2023 en 4 miljoen in 2024. Elk individueel project krijgt maximaal 150.000 euro, en optioneel 50.000 euro aan investeringssubsidies. De projecten hebben een werkingsperiode van 2 tot 3 jaar. Nadien is het de bedoeling dat de goede praktijken van het project in de werking van de organisatie geïntegreerd worden. Vlaams minister van Armoedebestrijding Benjamin Dalle: “Tal van organisaties leveren op het terrein bijzonder belangrijk werk in de strijd tegen kinderarmoede, maar ze weten elkaar niet altijd te vinden. Zo gaan er kansen verloren, en elk kind in armoede is er een te veel. De massale respons op deze projectoproep maakt duidelijk dat er heel wat terreinkennis aanwezig is. Dankzij deze 45 projecten kunnen we de krachten bundelen en concrete resultaten boeken voor kinderen in armoede en hun gezinnen.” Een greep uit de projecten Ter illustratie vindt u hierbij enkele goedgekeurde projecten uit verschillende regio’s, die snel duidelijk maken wat het opzet en het doel van zo’n bondgenotennetwerk is. Al-Arm vzw (Geel) – BONGO-project Betrokken partners: Al-arm vzw, Dienst Gelijke Kansen stad Geel, Basisschool De Luchtballon Geel, Basisschool Sint-Dimpna Geel, Ligo Kempen, Welzijnsschakel MIN Geel Al-Arm vzw is een erkende vereniging waar armen het woord nemen. Het BONGO-project (BONgenotennetwerkGelijkekansenOnderwijs) richt zich tot (kwetsbare) gezinnen met lagere schoolkinderen op het Geelse grondgebied. Hoewel onderwijs een recht is, vinden heel wat kinderen en hun ouders geen aansluiting bij de scholen en hun leerplannen. De uitsluiting manifesteert zich op verschillende levensdomeinen (betrokkenheid, leerachterstand, beperkte deelname omwille van financiële moeilijkheden, taalachterstand, perceptie,…). Door in te zetten op de basisschoolcarrière wil men zorgen voor betere toekomstkansen. Hoe zal het BONGO-project hieraan bijdragen? Meer afstemming en samenwerking tussen bestaande initiatieven. Deze lopen nu te vaak naast elkaar. Het creëren van een aanspreekpunt voor ouders, scholen en organisaties en diensten met betrekking tot kwetsbaarheid bij schoolgaande kinderen. Sensibiliseren van scholen rond het thema armoede. Leerkrachten en directies komen vaak uit middenklassengezinnen en zijn daardoor weinig vertrouwd zijn met de armoedeproblematiek. Het verhogen van ouderbetrokkenheid. Kwetsbare gezinnen zullen ook kunnen participeren naast de schoolcontext. Binnen Al-arm vzw wordt een veilige omgeving gerealiseerd waar ouders (en kinderen) samen kunnen stilstaan bij de drempels die zij ervaren binnen het lokale onderwijsbeleid. Aandacht voor het detecteren van noden of tekortkomingen en het aanreiken van oplossingen op korte termijn om de onderwijskansen te bevorderen. Enkele voorbeelden: toeleiden van gezinnen die recht hebben op aanvullende steun naar het OCMW, klasaankoop van schoolmateriaal, doorverwijzingen naar bv. CLB of CKG, focus op gezonde voeding, … Buurtwerk ’t Lampeke (Leuven) – Ontmoetingsgericht werken Betrokken partners: Buurtwerk ’t Lampeke vzw, Sint-Jansschool Leuven, Mater Dei basisschool, Kinderdagverblijf De Slabbertjes, Wijkgezondheidscentrum de Ridderbuurt, Stad Leuven en Huis van het Kind, Enchanté Leuven, Byddy@home, Link in de Kabel, … Buurtwerk t Lampeke is een erkende vereniging waar armen het woord nemen en is al meer dan 50 jaar actief in Leuven. De verschillende deelwerkingen, per leeftijdsgroep, zijn intensief aan elkaar verbonden en versterken elkaar. Met het project ‘Ontmoetingsgericht werken: concreet en praktijkgericht werken van onderuit om stapsgewijs tot duurzaam resultaat te komen in de strijd tegen armoede’ schuift ’t Lampeke samen met een basisschool, een kinderdagverblijf en 9 samenwerkingspartners verschillende doelen naar voren: De realisatie van twee nieuwe ontmoetingsplekken en de versterking van een bestaande ontmoetingsplek in de buurt Nieuwe kwetsbare gezinnen bereiken Een brug slaan tussen twee buurtscholen en de ontmoetingsplekken De sociale mix in het kinderdagverblijf verhogen en het aantal kindplaatsen in de dagopvang van de vereniging uitbreiden. Daarnaast gaat er in het project expliciete aandacht voor de drie belangrijke overgangen in het schoolgebeuren: De overgang van creche/thuis/gezinswerking naar de kleuterklas De overgang van kleuterklas naar lagere school De overgang naar het secundair onderwijs Dit heeft als doelstelling om schooluitval en het zogenaamde watervaleffect tegen te gaan. Verder gaat er aandacht naar taalverwerving en leesplezier, en naar mediawijsheid bij de jongeren die de overstap naar het secundair onderwijs maken. Cultureghem (Brussel) – KUREGEM VERBINDT Betrokken partners: Cultureghem vzw, GBS Kameleon  en Vrije Basisschool - Katoba vzw - Voorzienigheidsschool, Wijkgezondheidscentrum MediKuregem, Huis van het Kind Anderlecht, Goujonissimo, LDC Cosmos vzw, Ket in Kuregem, Sportpret vzw, werking Sportpret Brussel. Vijf geassocieerde partners ondersteunen en verbreden het project met een specifiek aanbod. Cultureghem vzw is een lokale middenveldorganisatie die op de Abattoirsite in Anderlecht een inclusieve ontmoetingsplek creëert voor iedereen, waar individuen en partnerorganisaties uit verschillende achtergronden samenkomen. De organisatie richt zich onder andere op toegang tot gezonde voeding en een speel- en ontmoetingsruimte voor allen. KUREGEM VERBINDT is een project dat vertrekt vanuit de structurele kansarmoedeproblematiek bij vele gezinnen in de wijk Kuregem. Het project steunt op een netwerk van 9 multidisciplinaire partners, uit het Nederlands onderwijs, de zorg- en welzijnssector en het middenveld. Het bondgenotennetwerk onder leiding van Cultureghem wil de krachten bundelen om hen in functie van hun noden meer toegang te geven tot bestaande dienstverlening in hun wijk. Ad hoc samenwerkingsverbanden uit het verleden worden in het kader van dit project gestroomlijnd tot een lokaal netwerk van bondgenoten die elkaar versterken in de strijd tegen kinderarmoede. Met het project willen verschillende zorg- en middenveldorganisaties kansarmoede bij kinderen en jongeren structureel verminderen door drempelverlagend te werken op vlak toegang tot gezonde voeding en toegang tot het zorgaanbod. Het project richt zich daarbij tot 2 specifieke scholen in de wijk, waarbij het netwerk een extra aanbod voor ouders toevoegt aan het bestaande aanbod van vzw Cultureghem. Om de toegang tot gezonde voeding te garanderen wordt op de scholen zelf gewerkt. De centrale markthal van de Abattoirs, waar Cultureghem actief is, wordt ingezet om het aanbod en de diensten van alle partners bekend te maken in een vertrouwde context, waar de ouders kunnen rekenen op gratis vrijetijdsaanbod én opvang voor hun kinderen. Het verhogen van de ouderparticipatie is een andere doelstelling. Men beoogt een structurele verbetering van de toegang tot gezonde voeding voor kinderen en een structureel betere toeleiding naar het bestaande aanbod voor hun ouders. Ontdek hier alle projecten:

  • Investering van 1,4 miljoen euro in experimenteel jeugdwerk

    25 experimentele projecten in het jeugdwerk krijgen in 2024 bijkomende ondersteuning. Dat zijn er 8 meer dan vorig jaar, en ook het budget voor deze vernieuwende initiatieven is sterk toegenomen. In totaal investeert Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle 1,43 miljoen euro in deze projecten, die niet alleen inspelen op vernieuwing en creativiteit binnen het jeugdwerk maar ook een uitdrukkelijke maatschappelijke relevantie inhouden. Zowel het aantal aanvragen als het geïnvesteerde budget voor de projectoproep rond experimenteel jeugdwerk is fors gestegen. In 2023 waren de projectsubsidies goed voor net geen 900.000 euro, nu ligt het totaalbedrag op 1.434.797,13 euro. Er liepen 54 projectaanvragen binnen, waarvan er uiteindelijk 21 een positief advies kregen. In 13 gevallen gaat het om gloednieuwe projecten, 8 projecten die vorig jaar al liepen worden verlengd. Naast deze 21 projecten van niet-erkende organisaties kregen ook 3 projecten van reeds erkende organisaties (KJL, Group Intro en Awel) en 1 van een intermediaire organisatie (De Ambrassade) groen licht. Om aanspraak te maken op ondersteuning moesten de organisaties aantonen dat hun project inspeelt op nieuwe ontwikkelingen en behoeften, die zowel binnen de jeugdsector als algemeen bij de jeugd leven. De projecten moeten vernieuwend zijn en relevant zijn voor de Vlaamse gemeenschap of het bovenlokaal jeugdwerk. “Het jeugdwerk heeft altijd al een laboratoriumfunctie gehad: de toekomst is aan de jeugd, en het zijn dan ook heel vaak de jongeren die volwassenen de weg tonen”, zegt Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle. “Naast veel creativiteit zien we in de aanvragen heel wat interessante projecten die inspelen op concrete maatschappelijke uitdagingen, zoals projecten rond maatschappelijk kwetsbare jongeren of kinderen en jongeren met een handicap. Alweer een bewijs dat ons jeugdwerk niet losstaat van de brede samenleving.” De 25 goedgekeurde projecten APGA vzw (Antwerpen) – 102.000 euro – Network first for homeless youth @ Betonne Jeugd vzw! “Betonne Jeugd wil dat geen enkele jongere in België verplicht is om in dak- of thuisloosheid te leven. Daarom betrekken en verenigen we jongeren in dak- en thuisloosheid op bovenlokaal en Vlaams niveau. Op een vernieuwende manier gaan we aan de slag om deze jongeren te bereiken en vertrekken daarbij steevast van het principe dat jongeren vooral ‘jongere’ moeten kunnen zijn. We bieden daarvoor een veilige thuisbasis aan waar alles vanuit vertrekt. Vanuit die thuisbasis horen we de verhalen en luisteren we naar de noden en signalen van jongeren. Daarnaast verenigen we organisaties die in contact komen met de doelgroep op Vlaams niveau, zowel op de eerste als op de tweede lijn.” Nour vzw (Boom) – 51.000 euro – Youth Co-Creative Space (YCCS) “Youth Co-Creative Space is een project dat zich richt op jongeren in kwetsbare situaties tussen 14 en 21 jaar, met als doel om in een veilig jeugdig klimaat te experimenteren met hun talenten, interesses en vaardigheden. We willen hun creatieve en digitaal artistieke skills op een laagdrempelige manier prikkelen. Naast het aanbieden van workshops geeft Youth Co-Creative Space jongeren de fysieke en mentale ruimte om te ontdekken, te groeien en te falen zonder (financiële) gevolgen. We voorzien een ruimte met de nodige tools, waar jongeren elkaar onderling inspireren, empoweren en coachen.” Homie vzw (Limburg)  – 51.000 euro – burgerinitiatief voor dak- en thuisloze jongeren “Vzw Homie creëert opvang en ondersteuning voor jongvolwassen dak- en thuislozen tussen de 18 en 25 jaar. Via caravans, opvanghuizen en burgergezinnen bieden we jongeren een dak boven het hoofd (ongeveer 3 maanden) en individuele ondersteuning op diverse levensdomeinen, met als focus: het vinden van een veilige woonsituatie. Naast opvang zet vzw Homie zeer actief in op het recht op vrije tijd van deze doelgroep door samen met de jongeren activiteiten te organiseren via inloophuis Osso, zodat zij alle kansen krijgen om zich te ontplooien en maximaal mee participeren aan onze samenleving.” VONK vzw (Boechout) – 48.000 euro – Bestendigen en versterken van VONK en uitbreiden van de laagdrempelige vakantiewerking “In 2023 staan het experiment, de ontwikkeling van ons aanbod en het opbouwen en uitbreiden van de organisatie nog heel centraal. VONK is dit jaar sterk gegroeid met een verdubbeling van het aantal trajecten, een nieuw zomeraanbod en bijna een verdrievoudiging van het aantal deelnames. In 2024 willen we dit noodzakelijke aanbod voor jongeren (15-23j) met een psychische kwetsbaarheid verder versterken. De focus komt meer te liggen op structuur en efficiëntie, ontwikkeling en vorming van team en vrijwilligers, de uitbreiding van ons vakantieaanbod en op een grotere participatie van jongeren.” Missing You vzw (Gent) – 51.000 euro – Doodgezwegen?! “Rouw en verlies bespreekbaar maken, handvaten geven aan jongeren om gepaste steun te bieden aan hun rouwende vriend en zo het isolement bij rouwende jongeren doorbreken: dit willen we bereiken met een aantrekkelijk vormingsaanbod op maat van 16- tot 18-jarigen, mee uitgewerkt door jonge rouwenden, waarmee we door Vlaanderen gaan toeren. Vlaamse scholen en jeugdorganisaties krijgen de kans om zich te laten onderdompelen en inspireren, om stil te staan en te verbinden.” N'Wicha vzw (Antwerpen) – 51.000 euro – Fun & Sportkicks “Uitbreiding van het aantal kampen, zowel met als zonder overnachting, voor drie leeftijdsgroepen: 3-5 jaar, 6-11 jaar en 12-15 jaar. Onze doelgroep omvat maatschappelijk kwetsbare kinderen met diverse beperkingen, culturele achtergronden en financiële situaties. We besteden bijzondere aandacht aan het wegnemen van financiële drempels, het verbeteren van de bereikbaarheid en het overwinnen van taaldrempels, vooral als de thuistaal niet het Nederlands is. We hebben geïnvesteerd in werving en groepsdynamiek om een sterke band te creëren met deze doelgroepen en hen verder te kunnen begeleiden.” OCUP vzw (Gent) – 50.817,17 euro – De KladStad - een grenzeloze zone “OCUP vzw verbindt jonge vluchtelingen met jongeren uit het Westveld en ondersteunt hen bij de opbouw van eigen plekken in de stad. We vertrekken hierbij vanuit noden, talenten en knowhow van de doelgroep en implementeren dit in onze bestaande methodieken rond het invullen van vrije ruimte. Ruimte en het eigenaarschap over die ruimte wordt een springplank tot zelfontwikkeling en aansluiting tot de maatschappij, zowel voor jongeren met een vluchtverhaal als voor jongeren uit de wijk.” BOS+ Vlaanderen vzw (Antwerpen) – 40.480 euro – Antwerpse kinderen in hun b(r)oeiende habitat “BOS+ en Centrum Kauwenberg in Antwerpen slaan de handen in elkaar om de missie van Centrum Kauwenberg te versterken: kinderen, jongeren en gezinnen in armoede samenbrengen om sociale uitsluiting tegen te gaan en emancipatie te faciliteren. We gaan specifiek met de kinderwerking aan de slag. BOS+ organiseert en begeleidt gedurende het hele jaar activiteiten in het groen. De focus ligt op natuurbeleving en welbevinden van de jonge kinderen en hun ouders.” Troef vzw (Vlaanderen en Brussel) – 51.001 euro - Netwerkorganisatie Troef “Troef streeft als leden- en netwerkorganisatie naar een open samenleving waarin kinderen en jongeren met een handicap een volwaardig vrijetijdsaanbod vinden op basis van hun eigen keuzes. Om dit te realiseren versterken we zowel de bovenlokale jeugdwerkorganisaties als de positie van kinderen en jongeren met een handicap in het Vlaamse jeugdbeleid.” Stormkop vzw (Antwerpen) – 47.736 euro – VL(o)OT: STORMKOP “In 2024 wil STORMKOP de mini-circulaire-deeleconomie VL(o)OT met OKAN-jongeren verder ontwikkelen. VL(o)OT startte tijdens de corona crisis als een moestuinwerking en bood verbondenheid aan OKAN-jongeren in Antwerpen. Het initiatief resulteerde in diverse experimenten, zoals zomerstages en culturele stages. Het doel is om het project in 2024 uit te breiden met een weggeefwinkel, jongerenrestaurant en café, werkplaats en deelname van de jongeren aan het artistiek programma. De doorstroom van jongeren in VL(o)OT verloopt van kennismaking naar intensieve samenwerking en uiteindelijk werkplek.” T'Hope vzw (Roeselare) – 50.960 euro – Project WolfpackPower “Jeugdwerkorganisatie t’Hope-Jakedoe brengt in project WolfpackPower samen met een team geconventioneerde psychologen en orthopedagogen psychologische zorg tot bij kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties in de regio Midden-West-Vlaanderen. Jeugdwerker en (straat)therapeut gaan samen op straat op zoek naar kinderen en jongeren met een psychische kwetsbaarheid. Ze werken intensief aan een vertrouwensrelatie en zetten een laagdrempelig creatief therapeutisch en ‘animal assisted’ groepsaanbod op waar spelenderwijs therapeutische zorg geïmplementeerd wordt in het jeugdwerk.” Youca vzw (Vlaanderen en Brussel) – 25.500 euro – YOUConsultancy “YOUConsultancy is een project waarbij YOUCA actief een aanbod uitwerkt om expertise rond ‘jongeren in het bestuur’ te delen met andere middenveldorganisaties. Bij YOUCA zijn jongeren aan zet op alle niveaus van de organisatie. In dit project reiken we actief de hand naar organisaties die de jongerenstem duurzaam en structureel in hun werking willen betrekken. Het eindresultaat is een workshop ‘jongeren in het bestuur’ ontwikkelend en gegeven door jongeren aan andere middenveldorganisaties.” SENSITIEVE ZORG vzw (Antwerpen) – 51.000 euro –Cultuursensitief jeugdwerk voor kinderen en jongeren “Dit project wil spel, sport en cultuur aanbieden aan kinderen en jongeren op het snijpunt beperking, migratie en armoede, die wegens de nood aan een cultuursensitieve benadering moeilijk aansluiting vinden in het bestaande jeugdwerk of die daar moeilijk of niet bereikt worden wegens taal, cultuur en structurele drempels. We creëren een activiteitenaanbod van spel, sport en cultuur voor kinderen met een beperking die zich begeven in een maatschappelijke kwetsbare context zoals armoede, migratieachtergrond, vlucht -en asielcontext.” Mondiale Werken Regio Lier vzw (Berlaar, Broechem, Lier) – 47.651,96 euro – Ons Artistieke Thuis “We laten een diverse groep jongeren – vluchtelingen en jongeren vanuit jeugdhuizen – kennis maken met het reguliere vrijetijdsaanbod. Dit gebeurt door middel van een experimentele werkvorm: een langlopend project met verschillende creatieve workshops, die gegeven worden door docenten en begeleiders van o.a. Jeugdhuizen en de Academie, in combinatie met individuele opvolging en coaching. Op die manier kunnen we talenten ontdekken en ontwikkelen, die mogelijk zelfs een mooie uitlaatklep kunnen vormen voor de jongeren. Na een intens proces laten we het 'eindproduct' hiervan zien in CC Vredeberg.” MRB vzw (Sint-Jans-Molenbeek) – 51.000 euro – Identiteitsontwikkeling en gedeeld leiderschap als hefbomen voor empowerment van Brusselse meisjes “Molenbeek Rebels is een sociaal sportinitiatief. Ons doel is niet zozeer sportief succes, wel meisjes empoweren. Zeker meisjes die opgroeien in kwetsbare situaties. De meisjes runnen zelf de club en krijgen de kans om in te stappen in een groeitraject op maat, begeleid door peers, met focus op talentontwikkeling en competentieverwerving. Samen met Karen Wouters (Professor leiderschap Antwerp Management School) en Casa 19 (expertisecentrum leiderschap) wil Molenbeek Rebels de groeitrajecten structureren en de impact maximaliseren door te experimenteren met methodieken rond gedeeld leiderschap.” Muzass vzw (Kontich) – 50.960 euro –inclusieve vakantiekampen voor kinderen en jongeren “Tijdens de inclusieve vakantiekampen van Muzass vzw kunnen kinderen en jongeren met en zonder beperking elkaar ontmoeten tijdens diverse muzikale en creatieve activiteiten. Ieder kind/jongere, ongeacht een eventuele beperking, is welkom om deel te nemen aan onze kampen volgens eigen mogelijkheden en talenten. Door SAMEN te spelen en te werken aan een opdracht leren de deelnemers dat anders zijn gewoon is en oké is. Je mag zijn wie je bent en je hoort erbij zoals je bent. Deelnemers ontdekken non-verbale middelen om zichzelf uit te drukken als woorden tekortschieten.” Scum Studios vzw (Antwerpen) – 51.000 euro – Door een andere lens “Ons project biedt jonge nieuwkomers workshops in fotografie, storytelling en zelfexpressie, gericht op zowel artistieke als persoonlijke groei. Doorheen het project werken de jongeren naar een expositie toe waar ze hun eigen verhaal in beeld kunnen delen. Verder zullen de jongeren intensief samenwerken in een deel van het project met studenten van het hoger onderwijs fotografie. Het project legt een basis voor uitbreiding naar andere disciplines met oog op een duurzame, positieve impact op integratie, sociale cohesie en ontwikkeling van jonge vluchtelingen.” FAMEUS vzw (Antwerpen) – 51.000 euro – GEN-ZIE “Met GEN-ZIE organiseert Fameus samen met een stuurgroep van 20 jongeren, een inclusief kunstproject waar jongeren hun artistieke praktijken in een veilige omgeving kunnen ontwikkelen en tonen. We werken samen met een breed netwerk aan partners binnen cultuur, onderwijs en welzijn. GEN-ZIE zet in op de ontwikkeling van de artistieke, organisatorische en sociale vaardigheden van jongeren in kwetsbare situaties. GEN-ZIE bestaat uit: de stuurgroep van jongeren, artistieke trajecten, toonmomenten en een festival dat plaatsvindt op 17 november in TRIX.” Beastwood vzw (Brugge) – 50.000 euro – Beast-Hood “Beast-Hood richt de stedelijke ontmoetingstuin rond zijn skatepark experimenteel in (middel), door een mix van workshops (bouw, schrijnwerk, groenbouw, kunst & urban sports) aan te bieden. Reflecties (ervaringsleren methode) over de workshops geeft jongeren inzichten in de opgedane werkervaringen waardoor ze met individuele- en arbeidsvaardigheden omgaan (doel). Jeugdzorg- & -ondersteuningsorganisaties hebben nood aan alternatieve experimenteerruimtes voor hun jongeren. Niet enkel binnen het domein van nuttige vrijetijdsinvulling, maar vooral binnen loopbaanondersteuning en talentontwikkeling.” SPOOR 56 vzw (regio Waas & Dender) – 44.543 euro – Step In “Step in werkt van onderuit (de interesses van jongeren) en van binnenuit (de voorziening) aan aansluiting tussen jongeren en vrijetijdsbesteding, aan een brug tussen jeugdzorg en jeugdwerk. In verschillende fases – van aanbod naar exploratie, connectie en opvolging – leren de jongeren, die in de residentiële jeugdzorg verblijven, zichzelf en het aanwezige sport-, jeugd- en cultuuraanbod in de streek kennen. In eenzelfde beweging leren we de potentiële prikkels en drempels tot vrijetijdsparticipatie kennen zodat we deze kunnen toepassen of vermijden in de reguliere werking.” De Lovie vzw (Westhoek) – 51.001 euro –LoPi Labo “Kinderen en jongeren met een beperking missen vaak aansluiting bij het regulier vrijetijdsaanbod. Tegelijkertijd sluiten sommige jongeren bewust niet aan bij het handicapspecifieke vrijetijdsaanbod omdat ze zich daar ook niet op hun plaats voelen. Via LoPi Labo willen we hen een aantal vrijetijdsmogelijkheden laten verkennen door, samen met partners, ‘proef’momenten te organiseren. Zo willen we onderzoeken welke vrijetijdsaanbod wel tegemoet kan komen aan hun noden qua vrijetijdsbesteding. Met dit vrijetijdslabo ontwikkelen we een nieuwe aanbod dat aangepast is aan hun noden en verwachtingen.” De Ambrassade (Vlaanderen en Brussel) – 80.000 euro – Waddist “Begin 2021 lanceerden de Ambrassade en Arteveldehogeschool de app Waddist. Elke dag worden er drie vragen naar jongeren gestuurd die ze via de app kunnen beantwoorden. De jongeren hoeven zich enkel te registreren om toegang te krijgen. Uit cijfers blijkt dat gemiddeld 300 jongeren per dag de Waddist-vragen invullen. Bijna drie jaar na de lancering van de app wil De Ambrassade de tool verder uitbouwen. De organisatie wil, samen met Arteveldehogeschool, het Waddist-concept verder ontwikkelen tot: 1. een sterkere onderzoekstool met als doel het bereiken van een meer diverse doelgroep; 2. een netwerkversterker, met een focus op het jeugdwerk; 3. een participatie- en communitytool zodat jongeren zich meer deel voelen van een community.” AWEL (Vlaanderen en Brussel) – 122.000 “Instatik en Youtok: nieuwe apps ontstaan snel. Awel wil mee bewegen, en richt een team socials op. Awel wil haar aanwezigheid op die sociale media waar kinderen en jongeren zijn professionaliseren en een aanbod op die kanalen ontwikkelen met en voor jongeren.” Groep Intro (Vlaanderen en Brussel) – 77.980 euro – Ateljee “Ateljee wil workshops aanbieden voor 8 jongeren zonder enige dagbesteding die het creatief denken bevorderen en de jongeren zelfstandiger maken en leren plannen. Daarnaast bieden ze ook een vrij wekelijks inloopmoment aan, waar ook jongeren met een leerplek welkom zijn. Bedoeling is hun talenten op te sporen, hen nieuwe interesses te laten ontdekken, en hun sociale vaardigheden te versterken.” KLJ Groene Kring (Vlaanderen en Brussel) – 50.000 euro – KLJ ConneXt! “KLJ ConnecXt! is een vervolg op het project "Verbindingsambassadeurs in het jeugdwerk" in 2022 (KLJ Connect). De vereniging wil de resultaten en de feedback na elke activiteit van KLJ Connect van de lokale projecten implementeren in haar volledige nationale werking. Op die manier kan ze de resultaten verduurzamen en trachten ervoor te zorgen dat ze de nieuwe doelgroepen die ze via de activiteiten bereikt werkelijk kan integreren in haar werking.”

  • 70 jaar tv: Een blik in Dalles televisiegeschiedenis

    De televisie bestaat dit jaar 70 jaar in ons land. Om dat te vieren deelt Vlaams minister van Media, Benjamin Dalle, zijn favoriete televisiemomenten. Van in zijn jonge jaren als peuter en in zijn tienerjaren tot nu. Ontdek hier de 5 televisiemomenten die Benjamin Dalle het meest zijn bijgebleven.

bottom of page